Het al eeuwenoude glazen plafond voor de vrouw in de kunst

cover van het nieuwe nummer van het ‘Holland Côte d’Azur Magazine’

De Nederlandse Club aan de Côte d’Azur floreert al jaren. Niet zo raar want er wonen daar duizenden Nederlanders. Óf omdat ze er hun Fransgetinte euro’s verdienen óf vanwege het azuurblauwe invullen van hun pensionadostatus. Zelf werd ik ergens in de jaren 90 lid van de club. Ik verkeerde toen ten slotte toch al regelmatig in die regio, zeker nadat ik er zelfs een atelier kon verwerven.

Zo’n vijftien jaar geleden werd ik door de redactie van het verenigingsblad ‘Holland Côte d’Azur Magazine’ gevraagd of ik in dat zeer verzorgde kwartaaltijdschrift de kunstpagina’s wilde vullen. Nou, eens in de drie maanden drie pagina’s met tekst en plaatjes, dat moest kunnen. Zeven achtereenvolgende jaren heb ik toen met veel plezier mijn zogenaamde ‘Kunststukjes’ gemaakt. Zowel gericht op de kunst aan de Côte als op algemenere items . Hoewel dus al weer wat jaartjes geleden valt dat alles nog steeds terug te lezen op mijn website www.toosvanholstein.nl.  Onder de knop ‘Publicaties’ en dan ‘Kunststukjes’.

pagina over de ‘Kunststukjes’ op http://www.toosvanholstein.nl

Recht vanuit mijn kunsthart schreef ik daarbij ook over vrouwen in de kunst. Want ik was er, pas na mijn academietijd, achter gekomen dat die vrouw in de kunst in voorgaande eeuwen behoorlijk in het verdomhoekje had gezeten. En dat er in de 20e eeuw naast dat beruchte glazen plafond voor de vrouw ook nog steeds een heel laaghangend kunstplafond voor ons bestond. Niks geen probleem om daar zonder te springen je kop tegen te stoten. Iets dat trouwens nog steeds geldt.

Want ga maar na. Een van de belangrijkste dikke academiepillen die we als student moesten doorploeteren was het standaardwerk ‘Wereldgeschiedenis van de kunst’ van de Amerikaan Janson. Geen vrouwelijke kunstenaar in te bekennen! Geen enkele! Echt, Toos? Echt, geen enkele. Pas in de 5e en herziene druk van 1995 mochten ze er, bij de gratie van de mannelijke kunstgoden, mondjesmaat in. In nog zo’n modern standaardwerk, ‘Eeuwige Schoonheid’ van Gombrich, waren vrouwelijke kunstenaars ook de bekende naald in de hooiberg. Hoezo modern standaardwerk!

Ik vond ’t dus heel logisch om als hedendaagse vrouwelijke kunstenaar over dat soort zaken te schrijven in die ‘Kunststukjes’. Met o.a. als inspirerend voorbeeld de Guerrilla Girls. Een in 1985 opgerichte groep van Amerikaanse vrouwelijke kunstenaars. Van hen is onderstaande, onsterfelijke affiche over de naakte waarheid.

Sinds die tijd is er best wel wat gebeurd. Maar of we er al zijn? Ter illustratie het volgende verhaaltje. Kunstgeschiedenisdocente Karin Haanappel groeit in Nederland steeds meer uit tot DE vrouw bij wie je moet zijn voor de geschiedenis van de vrouw in de kunst. Onlangs gaf ze een lezing voor zo’n 120 kunstvakgenoten. Professoren, kunsthistorici en kunstgeschiedenis studenten. Niet het minst kunstige gezelschap dus. Maar drie aanwezigen bleken bekend met Sofonisba Anguissola, een beroemd vrouwelijk kunstenaar uit de 16e en begin 17e eeuw. Iets minder dan 30 kenden Berthe Morisot, schoonzuster van de wereldberoemde 19e eeuwse impressionist Manet. Maar mee daardoor ondergesneeuwd geraakt terwijl ze zelf een oeuvre bij elkaar schilderde dat kwalitatief niet voor dat van haar echtgenoot onderdoet. En op de vraag van Karin wie Natalja Gontsjarova kende, bleven alle vingertjes omlaag. Nota bene een beroemde Russische avant-gardist uit begin 20e eeuw en later lid van de in de kunstgeschiedenis overbekende Blaue Reiter groep.

zelfportret van Sofonisba Anguissola
Berthe Morisot, Le berceau
Natalja Gontsjarova

Valt er dus nog wat te winnen voor de vrouw in de kunst? Absoluut. Volop reden om daaraan hier zo af een stukje te wijden. Net zoals destijds in dat Magazine.

Oh ja, is ’t de oplettende lezer misschien opgevallen dat ik het woord kunstenares helemaal niet gebruik? Vrouwelijke kunstenaar vind ik een veel betere benaming, zelfs eigenlijk nog het liefst zonder dat vrouwelijke. Hebben we ’t ooit over een timmervrouw, een bakster, een ministeres, een Commissaresse van de Koning of een monteuse? Nou dan! Tot volgende week.

TOOS

8 gedachten over “Het al eeuwenoude glazen plafond voor de vrouw in de kunst”

  1. Misschien eens tijd dat iemand een standaardwerk schrijft over de vrouw in de kunst? Maar dan niet als “muze” maar als kunstenaar zelf ? Nu ja, het is gewoon natuurlijk een feit dat vrouwelijk naakt mooier is dan mannelijk naakt. Hoeveel vrouwelijke kunstenaars brengen mannelijk naakt? 😉

    Geliked door 1 persoon

  2. Een kleine rectificatie? Manet was getrouwd met Suzanne Leenhoff, een Nederlandse pianiste uit Zaltbommel. (Thera Coppens: Suzanne en Edouard Manet) Berthe Morisot was getrouwd met zijn broer. Niet dat het wat afdoet aan jouw verhaal, maar toch…

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.