Yes! Opnieuw bij de Kunstenaars Top-25 van Nederland


Met dat ‘Yes!’ begint ook één van de onderdelen van de Nieuwsbrief die ik afgelopen weekeinde verstuurde naar mijn uitgebreide Nieuwsbrieven-bestand. Want naast dit wekelijkse blog gaan er per jaar gemiddeld ook  6 à 7 Nieuwsbrieven mijn computer uit. Met berichten over mijn exposities en aanverwante kunstmanifestaties. Zoals dus de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar. Lees hieronder maar, de inhoud spreekt voor zich.

Belangstelling voor die Nieuwsbrief? Gewoon even een mailtje naar mailto:toosvanholstein@xs4all.nl. Met daarin bijvoorbeeld ‘Yes! Graag die Nieuwsbrief’. Dan blijf je als eerste regelmatig op de hoogte van al het allerlei rond mijn kunst. Tot volgende week.

TOOS

NIEUWSBRIEF TOOS van HOLSTEIN
september 2020

Greek Tragedy, mixed media op alu-dibond 150-100 cm

Drie items in deze vijfde Nieuwsbrief van mij in dit heftige Corona-jaar. Want de wereld mag er dan wat wrakkig bij liggen, kunst gaat gewoon door. Zoals de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2021, de net geopende expositie ‘What about red?’ en mijn nieuwe editie van ‘The 70-Series and More’.

Yes! Bij de laatste 20 van verkiezing KvhJ 2021.

Woensdag werden ze bekend gemaakt. De 20 kunstenaars die na de publieke stemming zijn over gebleven van de 90 genomineerden voor de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2021. En daar stond toch maar weer mooi mijn naam, net als vorig jaar! Tussen die van zeer gerenommeerde kunstenaars en ook een aantal nieuwe. Samen met 5 zogenaamde wildcards verdwijnen er nu 25 namen in de hoge hoed van het honderdkoppige kunstpanel. Op 1 oktober worden er 8 uit te voorschijn getoverd die dan de laatste publieke ronde ingaan. Of ik nu voor een goeie uitslag ga duimen draaien, kaarsjes branden of sjamanen aan het werk zet? Nee, toch maar niet. Ik ben nog hard aan het werk voor een komende tentoonstelling. En ik ben ook al zeer tevreden met deze uitslag.

deel van ‘The 70-Series’

Editie 4 van ‘The 70-series and More’ bij Galerie Álafran (Diepenheim) op 4 oktober

In oktober vorig jaar startte, met een knetterend feest, bij Galerie Peter Leen XL in Breukelen de eerste editie van mijn reizende expositie ‘The 70-Series and More’. Dat getal had te maken met een collectie van 70 kleine kunstwerken, zowel olieverfjes op linnen als mixed media werken op alu-dibond. Maar ook met dat feest. Iets met een verjaardag. Het ‘More’ heeft betrekking op een aantal nieuwe, grote olieverven. Nu ben ik, bijna een jaar later, toe aan editie 4. Bij Galerie Álafran in Diepenheim (gegevens hieronder). Met natuurlijk weer die 70 kleinere kunstwerken. Dat is trouwens elke keer opnieuw hard werken in mijn atelier. Want voor die €250 per stuk vliegen ze weg. Ook zijn er elke keer weer nieuwe grotere olieverven bij. De afgelopen Corona-maanden ben ik dus prima doorgekomen. Zondag 4 oktober is de opening. In mijn aanwezigheid natuurlijk.

‘What about red?’ in het Musiom, Amersfoort

‘Expositie ‘What about red?’ in museum Musiom in Amersfoort

Net vorig weekeinde opende de prachtige expositie ‘What about red?’ met daarin drie kunstwerken van mij. Onder andere ‘Greek Tragedy’, het werk op de foto helemaal bovenaan. Over deze groepstentoonstelling, draaiend rond de kleur rood, heb ik deze week uitgebreid geschreven in mijn blog TOOS&ART. Lees hier maar. Tot eind december is al het rood daar nog te bewonderen.

Op dat blog kun je je trouwens ook abonneren door ergens aan de rechterkant je e-mailadres in te vullen en op ‘volg’ te drukken. Elke week een stukje over kunst, maar ook elke week weer anders. Zoals recent over een heel verkeerd boek over vrouwen in de kunst en Charley Toorop, het Kröller-Müller Museum, hoe schilder Poen de Wijs onsterfelijk moet worden, over de grote Artemisia Gentileschi expositie in Londen die ik niet zag, over de steendrukken van Mucha in Valkenswaard en nog zowat van die kunstzaken.

Toos van Holstein

‘for me art is travelling the mind’

 

Galerie Álafran  ‘The 70-Series and More, editie 4’

opening zondag 4 oktober vanaf 12 uur

Grotestraat 45, 7478 AB Diepenheim

http://alafran.nl/

 

website www.toosvanholstein.nl

e-mail: toosvanholstein@xs4all.nl

wekelijks blog ‘TOOS&ART’ https://toosvanholstein.wordpress.com/

ook actief op Facebook, LinkedIn,Twitter, Pinterest, Pictify, Tumblr en Instagram

Het Rood van Liefde, Dood en Duivel museaal verenigd


voor het Musiom in Amersfoort

De kleur rood staat voor heel veel. Liefde sowieso. Maar ook voor schaamrood, hartstocht, dood, duivel. En wat dacht je van communisme, macht, bloed, rode oortjes. Daarbij aangetekend dat de volgorde van al die woorden volstrekt willekeurig is en dat er nog veel meer aan rood is op te hangen. Dit om te voorkomen dat iemand rood van verontwaardiging gaat beweren dat ik hier toch echt door het rooie lint ga. Duidelijk dus een thema voor een expositie, dat rood. Je kunt er als kunstenaar alle kanten mee op.

Greek Tragedy, mixed media op alu-dibond, 150-100cm

Dat gebeurt dan ook in de expositie ‘What about red?’ in het Musiom in Amersfoort. Met daarin van mij onder andere bovenstaand kunstwerk ‘Greek Tragedy’. Straks meer daarover. Eerst dat Musiom (https://musiom.art/ ).

Ik schreef al eens eerder over dit nog net geen twee jaar jonge museum dat zich richt op de top van de Nederlandse kunstenaars grofweg geboren in de periode 1950-60. Vaak kunstenaars die zich niet in een of andere kunststroming hebben laten drukken. Die het lef hadden geheel hun eigen kunstgang te gaan, onafhankelijk van museale trends.  Maar die daardoor dan ook meer in galerieën te vinden waren en zijn dan in die musea. Diversiteit in onafhankelijkheid, daarmee kun je deze groep van kunstenaars ’t best typeren. Nu krijgen ze hun verdiende podium in het Musiom. Als Briljanten Kunstenaar van 2016 met ook schilderijen in de kerncollectie van dit museum mag ik dat best zeggen. Toch?

Toos van Holstein, Energy, olieverf op linnen, 160-120 cm, deel van de museumcollectie

Initiatiefnemers Herold Broertjens en medekunstbroeder Hans Vanhorck hebben een van oorsprong 20e eeuws kerkgebouw aan de rand van het oude Amersfoort laten ombouwen tot een heerlijk intiem museum. In heel korte tijd kregen ze ook voor elkaar dat het Musiom vrij toegankelijk is met de Museumkaart. Met ook nog de toestemming om aan het Musiom een galerie te koppelen waarvan de opbrengst ten goede komt aan de ontwikkeling van het museum. Absoluut een Nederlands record in ons ingewikkelde en regelrijke bureaucratische cultuur en museumsysteem. Want daarin geldt, om die bekende lijfspreuk van de belastingdienst maar eens te parafraseren, leuker kunnen we ’t niet maken, wel ingewikkelder. Petje af dus.

Nu de nieuwe expositie ‘What about red?’ die afgelopen weekeinde startte. Jammer genoeg zonder echte opening. Want ja, dat coronavirus! Welke gevoelskleur zou je trouwens aan dat virus toekennen? Rood misschien?

deel van de expositie ‘What about red’

Twaalf kunstenaars doen mee. Waaronder ik dus, met drie kunstwerken. Zoals dat ‘Greek Tragedy’. Dat moest er absoluut bij! Want wie had er in die oude Griekse tragedies over oorlog en liefde het meest te lijden? Wie bleven er achter als de mannen ten strijde trokken of op avontuur gingen in Homerus’ Ilias en Odyssee? En wie moesten ’t lijdelijk en lijfelijk verwerken als man of zoon sneuvelde? En wie herrees altijd weer als sterke Feniks uit de grauwe as? De vrouw, de echtgenote, de moeder! Die gedachte heb ik geprobeerd over te brengen in deze mix van kunsttechnieken op de alu-dibondplaat. Met in gedachten deze woorden van maestro Henri Matisse. ‘Waar die kleur rood in mijn werk vandaan komt, ik weet het gewoon niet. De dingen die ik schilder moeten ook écht worden wat ze in hun diepste essentie zijn. Dat lukt pas als ik die dingen met elkaar in contact laat komen. Dat doe ik dankzij de kleur rood.’ Nou, daar kan ik me dus wel in vinden.

uitleg aan Marianne, vrijwilligster bij het Musiom, en Herold Broertjens over mijn bedoelingen achter ‘Greek Tragedy’

Net zoals bij mijn rood beschilderde aluminium beeld ‘Star-eyed Alice’. Staat mijn parmantige meisje, mijn kleine alter-ego, daar niet heel listig van onderaf met rode koontjes en rooie oortjes de grote-mensen-wereld te bekijken, te beluisteren en te interpreteren?

Hoe mijn ‘Star-eyed Alice’ daar staat? Ga maar kijken.
deel van de expositie met nog een schilderij van mij, ‘Energy’160-120 cm
deel van de museumgalerie
de beelden-binnenplaats

Je kunt voor ‘What about red?’ terecht in het Musiom van vrijdag t/m zondag. Tot 27 december. In de maand van onze rood-bemantelde Sinterklaas en de ook rood uitgeslagen Kerstman, zijn Amerikaanse na-aper. Één rood accentje mis ik nog wel. De rode loper voor het celebrity-gevoel bij ’t betreden van het museum. Oh ja, en die oude binnenstad van Amersfoort is ook niet te versmaden. Tot volgende week.

TOOS

Kunstkwaliteit is ook maar een mening oftewel het pijnlijk gemis van Charley Toorop


links in Kröller-Müller Museum, rechts in Kunstmuseum Den Haag

Tweemaal trof ik haar de laatste weken en tweemaal keek ze me vorsend aan met haar grote, doordringende ogen. Eerst in het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe. Daarna, een week geleden, in het Kunstmuseum Den Haag toen ik de tentoonstelling ‘Breitner vs Israël’ bezocht en nog even doorliep naar andere zalen. Niet dat ik haar letterlijk tegen het lijf liep. Beetje moeilijk bij iemand die in 1955 stierf. Nee, ze staarde me aan vanaf de museummuren. Maar ook één keer trof ik haar juist niet terwijl dat absoluut had gemoeten. Namelijk in het nieuwe boek ‘GREAT  WOMEN ARTISTS’.  Foei, wat een omissie, wat een kneiter van een fout! Charley Toorop (1891-1955), want om haar gaat ‘t, was daarin nergens te bespeuren. Terwijl er toch meer dan 400 beroemde vrouwelijke kunstenaars van de laatste vijf eeuwen in voor zouden komen. Waarover straks meer.

 Dat boek moest ik natuurlijk hebben! Ik schrijf ten slotte niet zomaar regelmatig over vrouwen in de kunst. Een onderwerp dat me zeer na aan het hart ligt. Dus plaatste ik gelijk een bestelling in Engeland. Bleek ineens een paar dagen later dat er ook een Nederlandse vertaling, ‘HET GROTE VROUWEN KUNST BOEK’, op de markt kwam. Maar Engels of Nederlands, over Charley Toorop niets, nothing, rien, niente, nada. En dat terwijl ze in alle belangrijke Nederlandse musea voor moderne kunst hangt. Gewoon zoals ’t behoort bij zo’n kunsticoon, bij die grande dame in de Nederlandse kunstwereld van de eerste helft van de 20e eeuw. Want reken maar dat ze dat was.

Even kort door de bocht. Dochter van de beroemde schilder Jan Toorop. Opgroeiend in de avant-gardistische kringen rond haar vader waarbij de kunst met de paplepel werd ingegoten. Al jong bevriend met Piet Mondriaan, daardoor bezoeken aan Parijs met zelfs een tentoonstelling in die stad. Een turbulent leven met veel verhuizingen en  veel mannen na een mislukt, vijf jaar durend huwelijk waaruit drie kinderen werden geboren. Maar altijd met de drang naar schilderen, dat was het ultieme. Zonder academie weliswaar, maar met de kennis van haar vader en over de vloer komende schildersvrienden ontwikkelde ze een geheel eigen stijl. Al zoekende kwam ze uit bij Vincent van Gogh waardoor ze ook net als hij een poosje ging wonen in de Borinage, de mijnstreek in Wallonië.

Arbeiders uit de Borinage 1923, houtskool op papier, Boijmans van Beuningen, Rotterdam
Twee vrouwen uit de Borinage 1922, Gemeentemuseum Helmond

Dichter bij huis vond ze inspiratie in de boerengemeenschap van Westkapelle op Walcheren. Dat spreekt mij als ZeBra, Zeeuwse Brabander, natuurlijk wel aan. Heel wat zomers verkeerde ze er omdat haar roemrijke vader dan het middelpunt was van de nu zo bekende Domburgse kunstenaarskolonie. Met o.a. Mondriaan, Henri le Fauconnier en Jacoba van Heemskerck. Maar de sociaal bewogen en eigenzinnige Charley verkeerde liever enkele kilometers verderop. Bij de boeren in Westkapelle.

Boeren (1930), Centraal Museum Utrecht
Boerengezin in Zeeland 1927, Stedelijk Museum Amsterdam
Muzikanten en dansende boeren 1927, Kröller-Müller museum

Uiteindelijk kwam ze in het voornamelijk mannelijke kunstbolwerk tot die heel persoonlijke stijl die bij geen enkele kunststroming hoort maar die je overal direct herkent.

Medusa kiest zee 1939-41, Kröller-Müller Museum
Zelfportret met haar drie kinderen (1929), Groninger Museum
De maaltijd der vrienden 1932-33, Boijmans van Beuningen

video Maaltijd der vrienden

Zelfportret tegen palet 1934, Kröller-Müller Museum
Portretgroep van H.P.Bremmer en zijn vrouw met kunstenaars uit hun tijd 1936-38, Kröller-Müller
Zelfportret 1943-44, Kröller-Müller
Oude bloeiende appelboom (1949), Kröller-Müller
‘Drie generaties’, met haar al overleden vader als bronzen kop en schilderszoon Edgar Fernhout 1941-50, Boijmans van Beuningen
Charley Toorop voor dat beroemde schilderij ‘Drie generaties’

Misschien is dat wel de reden dat ze niet in ‘GREAT WOMAN ARTISTS’ voorkomt en die al genoemde, expressionistisch schilderende Jacoba van Heemskerck wel.  Net zoals trouwens Artemisia Gentileschi, Sofonisba Anguisola, Judith Leyster, Clara Peeters en Rachel Ruysch. Vrouwen waarover ik al herhaaldelijk schreef. En waarbij aan sommigen door curatoren van het Mauritshuis korte video’s zijn gewijd in het kader van dat nieuwe boek.

 

Maar over die namen heeft dan ook de geschiedenis geoordeeld. Die hebben het schiftingsproces van tijd en kwaliteit ruimschoots doorstaan. Wat je niet kunt zeggen van een aantal in de uitgave voorkomende kunstenaars van pas zo’n 30, 40 jaar oud. Eigenlijk een grote schande voor zo’n salontafelboek van een paar kilo met teveel Angelsaksische pretenties . Een paar voorbeelden.

werk van Tschabalala Self (geb. 1990 New York)
werk van Amalia Ulman (geb. 1989 Buenos Aires)

Zouden die echt over een halve eeuw nog bij de grote vrouwelijke kunstenaars horen? Ik mag toch echt hopen van niet. Dat ze daarbij dan ook nog ‘mijn’ Leonor Fini (zie deze blogaflevering ) geen bladzijde gunnen ten koste van dit ‘gedoe’, maakt ’t alleen nog maar erger.

Ik verwacht dat Karin Haanappel het beter gaat doen. Karin Haanappel? Ja, de kunsthistoricus die zich in Nederland zeer beijvert voor de positie van de vrouw in de kunst. Met lezingen, seminars, optredens voor radio en tv,enz. En met boeken. Kijk maar eens bij https://www.haanappelart.com/.

Volgend jaar moet haar ‘Herstory of art’ uitkomen. Een geheel herziene versie van de 1e druk uit 2012 die nergens meer is te krijgen. Een Nederlandse uitgave trouwens, ondanks de titel. Maar die is natuurlijk te mooi om niet te gebruiken. En Karin, zorg dat Charley Toorop erin voorkomt. Owee als dat niet het geval is! Want dan moeten we toch eens ernstig met elkaar praten. Tot volgende week.

TOOS

Kunstpassie en geld, er zijn slechter combinaties denkbaar!


het toegangspad naar Kröller-Müller Museum

Als je dan toch in de zomermaanden corona-gedwongen in Nederland blijft verblijven, is de Hoge Veluwe voor een uitstap beslist niet de slechtste plek om te vertoeven. Zeker niet onder de lommerrijke bomen daar als erboven een hittegolf heerst. En nog zekerder niet als je dat combineert met een bezoek aan het geweldige Kröller-Müller Museum. Dat ultieme resultaat van een volstrekt uit de hand gelopen drang van Helene Kröller-Müller  en haar man Anton om een grote privé-kunstcollectie op te bouwen en die te showen in een geheel eigen museum in een geheel eigen park.

een heel klein stukje van het gigantische beeldenpark van Kröller-Müller

In feite had ik eigenlijk weer naar mijn atelier in Nice gewild. De stad die ik in maart vroegtijdig ‘ontvluchtte’ vanwege de dreiging van allerlei grenssluitingen. Ik heb daaraan hier nog een blog gewijd. De stad trouwens die nu ‘coronarood’ is verklaard, de stad waar je nu ook van de burgemeester overal op straat zo’n adembenemend masker over mond en neus dient te trekken en de stad waar afgelopen weekeinde de Tour de France startte.  Met alle onvermijdelijke poespas van dien natuurlijk. Dus heb ik mijn Nice-verlangen maar stevig onder druk gezet. Nu effe nog niet, niet echt verstandig!

beelden van Marino Marini en Giacometti in het museum

Maar in Nederland stonden nog wel allerlei vrienden- en zakenafspraken in de Covid-19 wacht. Dus draaide levensgezel  als alternatieve werkvakantie een logistiek verantwoorde Tour des Pays-Bas in elkaar. Met daarin ook een etappe door het Nationale Park ‘De Hoge Veluwe’. Want van vrienden hadden we vorig jaar als heel lief cadeau toegangskaarten gekregen voor dat park. Voor de auto en voor twee personen. Tel daarbij op de gratis toegang tot het Kröller-Müller vanwege onze Rembrandtkaarten en de teller blijft op 0 staan. Zo komt Jan Splinter toch maar mooi door de winter! Of de hittegolf. Want moet je je even voorstellen. Om bij het Kröller-Müller te komen moet je de toegangspoort naar het Nationale Park door. Twee volwassenen, één auto, bijna € 30. Daarna het museum € 22 als je geen museumkaart of Rembrandtkaart hebt.  Kassa!

in een installatie in het museum

Maar daardoor kan het park als particuliere stichting zonder al te veel subsidie toch blijven draaien. Want ooit door de puissant rijk geworden zakenman Anton Kröller bij elkaar gekochte lappen Veluwe vormen nu ons grootste Nationale Park. Geen rijksbezit maar een particulier park. En vooral door Helene bij elkaar gekochte kunst vult nu haar in 1938 geopende museum. En wat voor één! Een gigantisch grote beeldentuin van 25 hectare met zo’n 200 sculpturen. Met een museumgebouw dat letterlijk als kern de grootste particuliere collectie Van Gogh’s  bevat. Zo’n 90 schilderijen en 180 tekeningen.

’t Is beslist hard weken geweest voor Helene om die collectie bij elkaar te krijgen. Ga maar na. In 15 jaar kochten zij en Anton bijna 11.500 kunstwerken. Gemiddeld dik 750 per jaar. Oftewel zo’n twee kunstwerken per dag. Dat is doorpezen! Maar met een goeie neus en goeie adviseurs heb je dan ook wat. Iets waar we nu met z’n allen uitgebreid van kunnen genieten.

enkele van de vele Van Gogh’s
Van Gogh, detail van ‘De groene wijngaard'(1888)

Dat deed ik dus in die afgelopen on-Nederlandse hittegolf. Ook al met code rood. Net als Nice, maar dan anders. Om bijvoorbeeld de na een aantal jaren restauratie net weer geopende Jardin d’email ‘ van Jean Dubuffet uit 1974 weer te bewonderen. Niet meer aangekocht door Helene zelf trouwens. Die was toen al heel wat jaartjes dood. Maar wel uitgegroeid tot een favoriete trekpleister voor jong en oud.

Kijk ook nog maar eens naar deze filmpjes

 

Het Aldo van Eyck paviljoen vind ik ook zo’n hoogtepunt. Prachtig zoals daar beelden van allerlei kunstenaars  helemaal tot hun recht komen in allerlei doorkijken. Zeker als dan de zon via het glazen dak ook nog een intrigerend strepenpatroon te voorschijn tovert op de muren.

Maar overal verspreid in het park vind je sculpturen. Van gedateerd aandoend tot modern.

bij een brons van Maillol
bij een kunstwerk van Jan Fabre

Arno van der Mark, The library ????
zeg ’t maar!
Giuseppe Penone. een in brons gegoten boom met daaronder bladeren en takjes van brons, typisch iets wat het bos hier hard nodig had

 Zodanig modern soms dat ik toch even op mijn hoofd moest krabben met dat karakteristieke gebaar van Stan Laurel in de slapstickfilms met zijn maatje Oliver Hardy. Maar hoe dan ook, eens in de zoveel jaar een dagje Kröller-Müller is geen slechte gewoonte. Tot volgende week.

TOOS