Die goeie, ouwe Homerus komt aardbevend Noordoost Groningen een hart onder de riem steken


Waarom iets makkelijk doen als ’t ook moeilijk kan? Dat idee krijg ik wel eens bij ambtelijke stukken die qua taalgebruik zo moeilijk in elkaar steken dat je er geen steek van begrijpt. Of ken je die kunstverhalen van recensenten waarbij je je afvraagt wat je eigenlijk aan het lezen bent? Maar dat wordt nog wel eens een ander verhaal. In deze aflevering volg ik voor één keertje maar de meer gebruikelijke uitdrukkingsvorm ‘waarom iets moeilijk doen als ’t makkelijk kan’.

Want net deze week gaat er weer een Nieuwsbrief van mij de computer uit naar zeer veel e-mailadressen waarvan de bezitters graag op de hoogte blijven van mijn exposities. Dit keer is dat er eentje in Bad Nieuweschans, in het Noordoosten van Groningen. Het gebied waar de bodem nog wel eens wil rommelen en de bevolking terecht de NAM en de overheid de maat neemt. Maar dat terzijde.

Een blog-makkie dus deze week. Want ik neem gewoon die Nieuwsbrief over, kwestie van kopiëren en plakken. Met stiekem toch nog één extra foto er tussendoor. Raad zelf maar welke. Tot volgende week.

TOOS

 NIEUWSBRIEF TOOS van HOLSTEIN
mei/juni 2021

Toos van Holstein, Sirène, olieverf 90-100 cm

Homerus doet Bad Nieuweschans aan op zondag 6 juni

De galeriewereld mag langzaam aan weer ontwaken van de Haagse regelaars. Daardoor doet de oude Griekse bard Homerus, zelfs duizenden jaren na zijn dood, nu zowaar toch nog het oosten van de provincie Groningen aan. Bad Nieuweschans, om nauwkeurig te zijn. Of nog nauwkeuriger, Galerie WiekXX. Gelegen aan het oude exercitieterrein van wat tijdens de Tachtigjarige Oorlog in 1628 werd aangelegd als het verdedigingsbolwerk Langeakkerschans, later Nieuweschans geheten en nu dus Bad Nieuweschans genoemd. Want dat er zich al weer jaren een bekend en drukbezocht thermenbad/hotel bevindt, moet natuurlijk wel duidelijk worden gemaakt.

Toos van Holstein, Penelopé, aquarel/olieverf op papier 45-30 cm

Maar goed, Homerus dus. Henriëtte en Frans, de galeristen van WiekXX schreven ergens vorig jaar hun kunstenaars aan met de vraag of ze wilden meedoen met een groepstentoonstelling rond  schrijver Homerus en zijn befaamde Ilias en Odyssee.

Nou, dat was bij mij niet tegen dovemansoren gezegd. Niet voor niets heb ik meegedaan aan het illustreren met steendrukken van nieuwe Franstalige uitgaven van beide boeken bij mijn galerie Quadrige annex uitgeverij La Diane Française in Nice. Niet voor niets heb ik mij regelmatig door zijn werken laten inspireren tot schilderijen. En niet voor niets had ik daar in Nice een expositie over  de ‘L’Odysée d’Homère’. Nu komen er dus bij WiekXX, te midden van de werken van medekunstenaars, een aantal Homerus-schilderijen van mij te hangen en zijn die Franstalige edities er te bekijken. Twee volumes L’Iliade en twee volumes L’Odyssée. Met o.a. mijn steendrukken erin.

de vier volumes en één van mijn steendrukken bij de Ilias

De opening van de expositie vindt plaats op zondag 6 juni om 15 uur. Welkom, welkom. Meer gegevens staan onderaan deze Nieuwsbrief.

met meestersteendrukker Rudolf Broulim werkend aan mijn litho’s voor de Odyssee

Mogen, vele weken na de blijkbaar essentiële  IKEA en Primark, eindelijk de blijkbaar niet-essentiële musea weer open?

Ik ben niet zo van het vastnagelen van mensen op hun uitspraken. Maar die gotspe van minister Hugo de Jonge ga ik nooit meer vergeten! Dat je best een dag zonder een museumbezoek  kunt en dat je dan in plaats daarvan een leuke DVD kunt opzetten, Eén dag? Hoeveel maanden al niet! Wat een ongelooflijk dédain naar kunstwereld en kunstenaars. Ik zou nog veel meer willen zeggen, maar doe dat toch maar niet.

Op het moment van schrijven van deze Nieuwsbrief begint ’t er op te lijken dat 5 juni misschien D-day gaat worden. Eindelijk, eindelijk. Ik weet dan al vast wel naar welke tentoonstellingen ik toe zou willen. Deze Nieuwsbrief is er niet zo geschikt voor te melden welke, mijn blog ‘TOOS&ART’ des te meer. Wil je meer weten over mijn toekomstige kunstavonturen en belevenissen? Dan naar https://toosvanholstein.wordpress.com/category/toos-van-holstein/. Daar kun je je er ook makkelijk op abonneren.

Toos van Holstein

‘for me art is travelling the mind’

Homerus- Ilias & Odyssee opening zondag 6 juni 15 uur

de expositie loopt van 6 juni tot 16 juli

Galerie WiekXX, open vr, za, zo 12-17 uur

Voorstraat 50, 9693 EH Bad Nieuweschans

https://www.wiekxx.nl/

website www.toosvanholstein.nl        

e-mail: toosvanholstein@xs4all.nl

wekelijks blog ‘TOOS&ART’ https://toosvanholstein.wordpress.com/

ook actief op Facebook, LinkedIn,Twitter, Pinterest, Pictify, Tumblr en Instagram

Hoe Dante Alighieri in z’n dooie eentje de Giro d’Italia 2021 infietst


Met wielrennen heb ik niet zo veel. Heel weinig is nog beter uitgedrukt. Dus de Giro d’Italia die nu gaande is? ’t Zal wel. Maar vorige week schoof levensgezel mij een krantenartikel over die drie weken durende wielerwedstrijd onder de neus met de opmerking ‘dit zul je vast interessant vinden’. En hij bleek helemaal gelijk te hebben. Want wie kwam daar zomaar in voor? Alighieri, Dante Alighieri! Dat die voor mij ooit nog eens een connectie met wielrennen zou leggen? Nee, zelfs niet in mijn stoutste dromen. Maar daarmee is ’t dus wel een mooi voorbeeld  van waar mijn Dante-verhalen van de laatste tijd me via de meest onverwachte en bergachtige kronkelwegen brengen.

het dodenmasker van Dante Alighieri

Wat er ook allemaal, terecht of onterecht, over Italië en de Italianen wordt beweerd, één ding staat als een heel lange, dikke paal boven water. Ze eren hun cultuur. Daar hebben ze geen minister Hugo de Jonge die onlangs met droge ogen in de Tweede Kamer bij een coronadebat met veel aplomb stond te beweren ”Je hoeft niet naar het theater. Je kunt ook thuis een mooie DVD opzetten”.  Figuurlijke pek en veren, dat is wat hij verdient hij voor zo’n ongelooflijk schrijnende en domme opmerking. Hoe krijg je ’t uit je mond als je ziet hoe de hele cultuursector lijdt onder het huidige coronabeleid. Een beleid waarin sekswerkers voorrang krijgen boven het openen van musea en theaters. Ach, zo weet je in ieder geval wel waar cultuur staat in de mentale pikorde van deze minister.

Nee, dan Italië en het Dante700 jaar. Ik schreef er de laatste tijd enkele keren over vanwege mijn al heel wat jaartjes durende kunstzinnige band met Dante’s Divina Commedia. Een eigenlijk ongepland steeds verder uitdijende cyclus waarin ik van tevoren zeker geen plekje had ingeruimd voor de Giro.  Tot nu dus door die actie van levensgezel. Want bekijk onderstaande foto maar eens.

maglia rosa 2021

Een plaatje van de maglia rosa, de roze leiderstrui in 2021. Binnenin de halsboord staan daar de woorden ‘ Disposto a salire alle stelle‘. ‘Gereed om naar de sterren op te stijgen.’ De laatste regel van het laatste Canto 33 van De Louteringsberg, deel 2 van de Goddelijke Komedie. Vlak voordat Dante het Paradijs gaat betreden. Ik heb er geen idee van of de drager van de leiderstrui zich door deze woorden gaat laten inspireren, maar de gedachte alleen al om die zin in het Dante700 jaar in de trui te printen zegt iets over Italië. Net zoals het feit dat etappe 13 vertrekt in Ravenna en eindigt in Verona. Ravenna, de stad waar Dante in 1321 stierf en waar zijn gebeente bewaard wordt in een eigen kapel die speciaal dit jaar roze wordt aangelicht.

de dit jaar speciaal in het roze aangelichte Dante-kapel in Ravenna

En Verona, niet alleen de stad van Romeo en Julia, maar ook de stad waar Dante twee keer een aantal jaren verbleef na in 1302 verbannen te zijn uit zijn geboortestad Florence. Feit dat geëerd wordt met een groot standbeeld van hem. Noem dat maar eens geen symboliek, zo’n Dante-etappe!

het beeld van Dante in Verona

En ze konden ’t daar in Verona natuurlijk ook niet nalaten om dat beroemde balkon van Julia in het roze aan te stralen.

het dit jaar roze verlichte balkon van Julia in Verona

Eerder in de Giro wordt trouwens ook nog Foligno aangedaan. Toen ik daar in 2019 op een heerlijk terras aan de spritz zat, met Campari natuurlijk en niet dat te zoete Aperol, had ik er echt geen idee van dat hier in 1472 het allereerste gedrukte exemplaar van de Divina Commedia verscheen. Een mens is nooit te oud om te leren, zo blijkt maar weer.

een toost op Dante in Foligno
beginpagina van die aller, allereerste druk van de Divina Commedia

Nog even terug naar dat gebeente van Dante. Dat ligt dus in Ravenna. Maar o jee, wat zouden ze in Florence toch graag een ietsiepietsie daarvan willen hebben. Zijn geboortestad heeft er zelfs begin 19e eeuw al een mausoleum voor laten bouwen in de Basilica di Santa Croce. Maar Ravenna weigert. Geen splinter van een botje krijgen ze daar in Florence, zelfs niet in de uitleen. Hadden ze Dante meer dan zeven eeuwen geleden maar niet moeten verbannen. Want zo vindt de huidige burgemeester, het uitlenen van beenderen zou leiden tot ‘zeer complexe ethische en juridische problemen’ en ‘grote onenigheid’. En dat kunnen we natuurlijk niet hebben.

de nog steeds heel erg lege tombe voor Dante in Florence

Nu had ik een paar weken geleden beloofd in dit blog een aan Dante gerelateerde trip te maken naar de First Dutch Church in de City van Londen en mijn expositie ‘Man on his way’ daar destijds. Maar ja, zo’n actualiteit van zeven eeuwen geleden in combinatie met de Giro van nu kon ik niet laten liggen. Dikke schuld van levensgezel. Dus die Dante-etappe naar Londen komt nog. Tot volgende week.

TOOS

Ego en hebzucht in Het Nijenhuis


Kasteel Het Nijenhuis in Heino

Een paar weken geleden werd ik door ‘De Achterkant van het Gelijk’ ineens geestelijk geteleporteerd naar Kasteel Het Nijenhuis in Heino en bedacht ik me ook dat ik al vééél te lang geen bioscoop van binnen heb gezien. De menselijke geest maakt dus soms, op het eerste gezicht, rare sprongen. Zoals die naar Het Nijenhuis. Maar die naar de bioscoop ligt meer voor de hand. Want daar hebben vermoedelijk meer mensen last van. Eerst ‘De Achterkant van het Gelijk’.

Dat legendarische tv-programma is namelijk na jaren weer van zolder gehaald en afgestoft. Nu met Alexander Pechtold als advocaat van de duivel, destijds met Marcel van Dam. Marcel dreef toen, in mijn herinnering dan, de deelnemers uit allerlei maatschappelijke sectoren toch scherper naar de rand van de door hen zelf gegraven ethische valkuilen dan Pechtold nu. Maar de formule blijft spannend. Zo ook de aflevering die ik zag met daarin museumdirecteuren die openheid moesten geven over de grenzen van hun besturen en handelen.

de uitzending van ‘De achterkant van het Gelijk’ met de museumdirecteuren

affiche van ‘The last Vermeer’

Eén van de thema’s ging over kunstvervalsingen en één van de directeuren was die van Museum de Fundatie/Kasteel Het Nijenhuis. En laat nu juist in dat kasteel een aantal niet-meer-Vermeers hangen. En laat nu ook net eind vorig jaar een nieuwe film over Vermeer-vervalser Han van Meegeren zijn uitgekomen!Die niet-meer-Vermeers zag ik nog net, met voorgeschreven mombakkes, voor de musea eind 2020 werden gelockdowned. Die film ‘The last Vermeer’ ging spijtig genoeg aan de ook gelockdownde bioscopen voorbij. Daarvoor moet je nu  vanaf je bank online naar de betaalsite Pathé Thuis. Iets dat mij niet zo ligt. Want bij zo’n speelfilm hoort voor mij toch de belevingsmagie van het grote witte doek.

Terug naar Kasteel Het Nijenhuis. Nu een museum, tot aan zijn overlijden het optrekje van Dirk Hannema (1894-1984). Ooit directeur van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Een egorijke man die eerst werd geroemd en daarna verguisd. Geroemd vanwege de slimme en snelle aanschaf in 1937 van ‘De Emmaüsgangers’ van Vermeer. Een koopje, slechts 540.000 gulden. En na de oorlog verguisd toen duidelijk werd dat hij een ongelooflijk dikke kat in de zak had gekocht.

Hannema op de voorgrond, in bewondering voor zijn fameuze aankoop

Het beruchte verhaal over vervalser Han van Meegeren (1889-1947) is wereldwijd bekend. Over hem en over zijn laatste levensfase gaat die film ‘The last Vermeer’ met daarvan hier de trailer.

In Het Nijenhuis vind je ‘De Emmaüsgangers’ trouwens niet, dat schilderij is nog steeds in bezit van Boijmans. Nee, er hangen een aantal andere ‘Vermeers. Want expert Hannema klopte zichzelf regelmatig op de borst bij weer de ontdekking van een onbekende Vermeer. Ik telde er in de gauwigheid vier. Nu zijn ze getooid met een tekstbordje ‘maker onbekend, toeschrijving door Dirk Hannema aan Johannes Vermeer’. Dit zijn dan trouwens geen vervalsingen maar authentieke werken uit de 17e en 18e eeuw. Door Hannema  in zijn hebzucht aan Vermeer verbonden.

een van de zalen in Kasteel Het Nijenhuis
het schilderij behorend bij bovenstaand bordje
enkele ‘niet-meer-Vermeers’ in het kasteel

Kijken we met de ogen en de kennis van nu, dan vraag je je echt af ‘hoe in godsnaam kun je die werken aan Vermeer toeschrijven?’. Maar diverse museumdirecteuren en kenners van toen wilden koste wat kost Vermeers in huis halen. Want er bestonden al zo weinig werken van Delftse meesterschilder en daarvan hing er ook nog maar een klein aantal in Nederland. Dat moest absoluut veranderen. Niet alleen liefde maakt blind,maar ook de combinatie van ego en hebzucht. Het Rijksmuseum bood Hannema zelfs aan om hun ‘De Liefdesbrief’ van Vermeer in te ruilen voor dat geweldige vroege meesterwerk ‘De Emmaüsgangers’. Wat zullen ze jaren later hebben staan juichen dat Hannema niet op hun aanbod wilde ingaan .

Vermeer, De liefdesbrief (nog steeds in het Rijksmuseum)

In de tussentijd hadden ze trouwens ook zelf nog een Van Meegerense ‘Vermeer’ aangeschaft: ‘De voetwassing’. Voor de soepele prijs van 1, 1 miljoen guldens. ’t Was namelijk zo’n prachtige link tussen het vroege en het oudere werk van Vermeer. Ook typisch weer zo’n geval van blinde hebzucht en ‘wij willen ook’.

De voetwassing, een van de door Van Meegeren vervalste ‘Vermeers’

Nog even weer Kasteel Het Nijenhuis. Dirk Hannema had dat dan in eerste instantie testamentair wel aan zijn hond nagelaten(???????), maar uiteindelijk kreeg de provincie Overijssel het in bezit. Daardoor is het nu een prachtige, te verborgen museumparel met ook nog eens een geweldige beeldentuin erbij.

hier op de brug kon ik mij even kasteelvrouwe wanen
een zaal met werk van Jan Cremer
nog meer moderne kunst in het kasteel
rondom het kasteel in het water en de beeldentuin

Echt een levensgrote aanrader daar in Heino, even zuidwestelijk van Zwolle. Heengaan als ’t weer kan! En wil je nog wat meer achtergrond over Van Meegeren’s vervalsingen? Kijk hier dan maar eens.

Tot volgende week.

TOOS

Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt


de kunstroutevlaggen in de Bellinkstraat met aan het eind mijn pakhuis ‘Holstein’ aan de Korendijk met vlag

Nee, dat op z’n Italiaans, ‘Lasciate ogni speranza, voi ch’intrate’ staat niet boven de ingang van mijn atelier, maar is wel de laatste van de negen zinnen die boven de toegang naar de Hel staan. Volgens Alighieri, Dante Alighieri, althans. En hij kon het weten gezien het verslag van zijn reis door Hel, Louteringsberg en Paradijs in La Divina Commedia.

Wel heb ik die beroemde regels afgelopen zondag even aangehaald bij het voorlezen uit de Goddelijke Komedie. Gezeten voor de openstaande toegangsdeuren van mijn atelier tijdens de Kunst en Cultuurroute Middelburg die eindelijk weer eens kon plaatsvinden. Ik schreef er hier vorige week al over.

toehoorders terwijl ik voorlees uit de Goddelijke Komedie

En als ik de toehoorders uiteindelijk vreesvrij naar binnen had gepraat, konden ze daar onder andere een aantal van mijn ‘Dante-schilderijen’ bekijken.

Toos van Holstein, Le Purgatoire (150-110 cm)

Want zoals ik eerder al schreef, 2021 is een echt Dante-jaar. Onder de noemer ‘Dante700’. Want zeven eeuwen geleden overleed hij. Niet dat ik me nu pas door zijn grootse boek heb laten inspireren, dat is al veel eerder gebeurd. Zoals bijvoorbeeld in 2004 bij mijn speciale expositie ‘De mens op weg’ in de middeleeuwse Martinikerk van Franeker. Uit die tentoonstelling stamt ook de laatste foto van mijn blog vorige week. Met zichtbaar tussen de pilaren door ‘Paradiso’, een schilderij met mijn interpretatie van Dante’s onbereikbare geliefde Beatrice. De jong gestorven vrouw die hij pas weer in het Paradijs tegenkomt.

Toos van Holstein, Paradiso (100-90 cm)

Die tentoonstelling ‘De mens op weg’ ging trouwens niet alleen over de Divina Comedia. Nee, die ging veel breder. Het jaar 2004 was namelijk een zogenaamd Jacobusjaar, een jaar waarin Jezus’  apostel Jacobus de Meerdere door de Paus in Rome extra in het zonnetje werd gezet. Dat gebeurt altijd als 25 juli, zijn naamdag, op een zondag valt. De apostel ook die volgens de legende begraven zou liggen in het Spaanse Santiago de Compostela. Waarom daar? Tja, dat is natuurlijk weer een van die heerlijke kerkelijke sprookjes over heiligen. Hoe dan ook, in de middeleeuwen gingen daarom gigantische aantallen pelgrims op bedevaart naar Santiago. Via een zich steeds verder ontwikkelend netwerk van pelgrimswegen. De Camino, de Sintjacobs routes. Met daarlangs overal nieuwe pleisterplaatsen, herbergen, kloosters, kerken, kapellen en overnachtingsplaatsen. Eigenlijk de eerste toeristische routes in Europa met overal Airbnb’s avant la lettre. En met zelfs een speciale toeristische gids waarin al werd gewaarschuwd voor de gevaren onderweg en de oplichtingsmethoden van vuige veermannen.

het hele routestelsel van de Camino de Santiago

Die route, nu al weer jaren bezig aan een populariteitsopmars, is niet te onderschatten voor de ontwikkeling van ons continent in de middeleeuwen. Kun je je voorstellen dat er jaren waren met zo’n half miljoen pelgrims die Santiago bezochten? En dat in die tijd! Ongeveer 1% van de toenmalige bevolking! Allemaal te voet, de speciale pelgrimsstaf met de Sint Jacobsschelp in de hand. Maar waarom vertel ik dit?

Allereerst omdat de Martinikerk in Franeker één van de speciale pleisterplaatsen was langs de route vanuit het noorden van Friesland naar het duizenden kilometers verder liggende Santiago. Maar ook omdat in de kerk nog prachtige, eeuwenoude grafstenen ingemetseld liggen in de vloeren.

de Martinikerk tijdens ‘De mens op weg’
een indruk van de grafstenen in de kerkvloer

En daar ging ik eens lekker op rubben met vetkrijt en schildersdoek! Want de gebeitelde teksten en emblemen van de stenen werden voor mij het denkbeeldige kantelpunt tussen de reis tijdens het leven (de pelgrimage naar Santiago de Compostela) en de reis na de dood (de reis van Dante door Hel, Louteringsberg en Paradijs). Zie daar het concept van die expositie ´De mens op weg´. Een heel succesvolle tentoonstelling die in de zomer van 2004 zo´n 12 tot 13.000 bezoekers kreeg.

een indruk van de kerk en mijn tentoonstelling ‘De mens op weg’

Nog even over dat rubben. Daarbij legde ik het losse, nog niet opgespannen en lege doek op een grafsteen en wreef er overheen met oilsticks van diverse kleuren. Gevolg? De onderliggende delen kwamen tevoorschijn. Als ik soms wel eens last heb van een knie beweert levensgezel dat ik daar in de kerk boete gedaan heb voor ik weet niet hoeveel jaar zonde. Uren liggend op mijn knieën op die stenen vloer zonder kussentje eronder en maar wrijven. Beetje dom? Ach, noem het enthousiasme!

bezig met rubben

Daarna liet ik die doeken opspannen en begon ik er op door te schilderen zodat een combinatie van tekst en afbeelding ontstond. Als ik af en toe nog weer eens zo’n gerubde ondergrond nodig heb, is een telefoontje naar de koster van de kerk voldoende. ‘Ja natuurlijk Toos, kom maar!’

Dat ik hierdoor met Dante, en natuurlijk ook met Santiago de Compostela, een paar jaar later zou terechtkomen in de Dutch Church in Londen voor ‘Man on his way’ kon ik toen nog niet bevroeden. Met andere woorden, mijn Dante-avonturen in dit blog en in dit Dante700 jaar zijn zeker nog niet voorbij. Tot volgende week.

TOOS