
Waar de handel in wierook een paar duizend jaar geleden al niet toe leidde. Want zonder karavaanvervoer ervan vanuit Jemen naar het Romeinse Rijk was ’t maar de vraag geweest of Petra, hoofdstad van de Nabateeërs, op de lijst van Unesco Werelderfgoed terecht zou zijn gekomen. En of ik dan die Arabier had ontmoet die onder de tafel met mij probeerde voetje te vrijen?

Alweer wat jaartjes geleden waren levensgezel en ik rugzakkend op reis in Jordanië. Openbaar vervoer, af en toe een auto hurend, primitief hotelletje hier, soms een wat luxer verblijf daar, eenvoudig volksrestaurantje of exotische pizzeria (want waar op de wereld vind je die niet) en afzien in de warmte. Gewoon zoals dat gaat bij een rugzakvakantie.
Jordanië dus en daarmee Petra. Want als je ‘Indiana Jones and the Last Crusade’ met Harrison Ford en Sean Connery had gezien was dat natuurlijk een must. Die nauwe kloof van een paar kilometer lengte door en dan plotseling de gevel van die grandioze graftempel zien opduiken. Echt een belevenis!

Gelige en oranjeachtige steen, eeuwenoude verwering, noem dat maar eens geen kolfje naar mijn kunstenaarshand. Er was zoveel indrukwekkends te zien dat we besloten de volgende dag nog eens te gaan. Net zoals we vonden dat we ons die avond, na terugkeer door de kloof, wel mochten trakteren op een iets duurdere maaltijd. Daarbij bleek onze Jordaanse ober, we schatten hem rond de dertig, zodanig Engels te spreken dat je ook een wat uitgebreider gesprek met ‘m kon voeren. Altijd nuttig als je geïnteresseerd bent in andere culturen. Gevolg? Hij schoof, toen ’t minder druk werd, bij ons aan. Aan de kop van de tafel waar levensgezel en ik tegenover elkaar zaten. Dit om even de situatie te schetsen.
Op een of andere manier kwam het onderwerp ‘vrouwen’ ter tafel. De vrouw in zijn cultuur en die in de westerse wereld. “Kijk”, zo wist hij te vertellen, “die ideeën van mijn vrienden over westerse meisjes die al vanaf hun twaalfde jaar gewoon naar bed gaan met allerlei mannen die ze leuk vonden, zijn natuurlijk onzin. Dat is gewoon niet zo”. Hij wist wel beter. “Vrouwen moet je eren, respecteren, ook al zijn de westerse vrouwen zelfstandiger dan de Islamitische”. Maar hij ging toch wel voor een van die laatsten, als hij genoeg gespaard had om te kunnen trouwen. En in de tussentijd dacht ik steeds “wat voel ik nou toch bij mijn voet”? Die had ik al een paar keer verplaatst maar elke keer gebeurde weer hetzelfde. Tot ik me realiseerde dat deze testosteronbom, die natuurlijk geen Arabische vrouw mocht aanraken, met zijn voet steeds opnieuw contact met de mijne probeerde te maken. Zijn mond vol van vrouwenrespect maar zijn voet een heel andere taal laten spreken. Ondanks levensgezel’s aanwezigheid. Beetje vreemd? Nogal! Zeker gezien zijn zogenaamde kennis over westerse meisjes en vrouwen.
Bijbehorende interpretaties en filosofieën over cultuur en identiteit laat ik verder graag aan de lezer over. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat ik er niet nieuwsgierig naar ben. Nu door naar de volgende dag, naar het tweede Petra-bezoek.


Want dat gebied is echt zo groot dat je gewoon aan één dag niet genoeg hebt. Omringd door bergen en alleen toegankelijk via enkele kloven bouwden de Nabateeërs een ingenieuze stad waar op het hoogtepunt zo rond de 20.000 mensen woonden. Een knooppunt van karavaanhandelswegen, midden in woestijngebied, waar flink werd verdiend. Uitgebreide verhalen daarover vind je op internet bij o.a. Wikipedia, dus die sla ik hier over. Opnieuw heb ik er weer uren rondgelopen. Van de ene in de rotsen uitgehouwen tempel naar een nog weer grootsere andere. Van dat ene vergezicht naar nog weer een andere heuvel. Van de ene verbazing naar de andere verwondering.

Dat daaruit schilderinspiratie is voortgekomen? Zie de voorbeelden waarvan onderstaande nu te zien is op mijn expositie ‘De Verwondering’ in Galerie Drentsche Aa in Balloo.

En wat betreft de voetjevrijende Arabier? Ik zou bijna nog beginnen over die christelijk orthodoxe toeristengids in Syrië (toen je daar nog vrij kon rondzwerven) die ons bij hem thuis had uitgenodigd en daar zo nodig met mij wilde dansen terwijl zijn vrouw zich op zijn bevel bijna letterlijk het vuur uit de sloffen liep tussen keuken en kamer om ons maar te voorzien van veel te veel voedsel. No way natuurlijk, dat dansen. Maar dat is een ander verhaal. Alhoewel, echt anders? Eigenlijk niet. Tot volgende week.
TOOS