
Drie heiligen en dus ook drie brocche, drie kruiken. Drie brocche van mij, die nu staan te pronken in dat Museo delle “Brocche d’Autore”, het Museum van de “Kruiken Ontwerpers”. Drie brocche gewijd aan Sant’Ubaldo, San Giorgio en Sant’Antonio. Ubaldo, de beschermheilige van de stad Gubbio, gekoppeld aan de kleur geel. Joris, martelaar en doder van de draak, gekoppeld aan blauw. En Antonius van Egypte, kluizenaar en vader van het kloosterleven, met zwart als kleur. De drie heiligen die elk jaar op 15 mei de hoofdrol spelen in HET feest van Gubbio, de overweldigende Ceri. Met weken van te voren al overal in Gubbio banieren en vlaggen in hun kleuren.


Waarbij ze alle drie ook nog eens extra geëerd worden in dat museum waarvoor elk jaar drie uitverkoren kunstenaars naar eigen ontwerp drie aan hen gewijde brocche creëren. En dit jaar ben ik dus één van die drie.

Maar hoe kwam ik daar? Of beter eerst, hoe kwam ik terecht in Gubbio? Dat verhaal start in de zomer van 2019. Toen werd ik in een tentoonstelling daar gekoppeld aan keramist Giampietro Rampini. Een gouden ontmoeting.

We hadden direct een geweldige klik waardoor ik voor het eerst in mijn leven keramiek ging beschilderen. Borden in eerste instantie. Vier weken lang in het atelier van Rampini Ceramiche d’Arte.

Daarbij werd ik ook nog verliefd op het prachtige middeleeuwse Gubbio. Pas in 2021 kwam ik er terug. Want weet je nog, 2020 Corona-Rampjaar? Weer voor vier weken. Om nu borden van eigen ontwerp te beschilderen, een ontwerp dat dat door kleitovenaar Daniele Minelli op zijn draaitafel perfect werd uitgevoerd. Want ook Daniele had ik in de tussentijd leren kennen. Weer een jaar later, 2022, ontstond in samenwerking met Giampietro en Daniele mijn ‘UOVO-Project’(zie video). Met als uitvloeisel daarvan die brocche.
Nu terug naar die Ceri. Bij dat eeuwenoude feest spelen drie met water gevulde kruiken een grote rituele en dus symbolische rol. ’t Hoe en wat daarvan komt wel in een volgend verhaal. Die kruiken worden elk jaar, naar een min of meer vaststaand ontwerp, opnieuw gemaakt. Ze worden namelijk in de menigte gegooid. Met andere woorden, heel blijven, nee, dat zit er niet echt in.

Zo’n twintig jaar geleden ontstond het idee om een link te leggen tussen die drie rituele brocche en de wereld van de kunstkeramiek. Want Gubio kent al eeuwenlang een keramiekindustrie. Dus werden keramiekkunstenaars uitgenodigd om zich op geheel eigen wijze te laten inspireren door de brocche van de Ceri. En ziedaar het Museo delle “Brocche d’Autore”!

Dat zich bevindt in hoge arcaderuimten waar bovenop het prachtige Piazza Grande en o.a. het gigantische 14e eeuwse Palazzo dei Consoli zijn gebouwd. Een palazzo dat nu het Museo Civico di Palazzo dei Consoli huisvest. Je moet het totale bouwwerk zien om echt te gaan geloven dat dit al in de 14e eeuw is gebouwd!


En nu, eeuwen later, staan er dus die drie brocche van mij. Waar ik in een ander verhaal beslist uitgebreider op terugkom.

Wat zou het prachtig zijn geweest als mijn maestro, mijn keramiekleermeester Giampietro Rampini daar bij had kunnen zijn! Maar helaas, ik schrijf het met ontzettend veel pijn in het hart, Giampietro overleed afgelopen maart, aan leukemie. Al hebben we dan effectief maar 3x vier weken samengewerkt, deze unieke, warme, heerlijk chaotische Italiaan met z’n spraakwatervallen vond vanaf het begin gelijk een heel warme plek in mijn hart. En nu was hij er niet bij, bij de opening. Maar mijn brocche heb ik, naast die drie heiligen, als eerbetoon natuurlijk ook aan hem opgedragen.





Zoals ook de hele expositie aan hem is opgedragen. Want Giampietro heeft niet alleen veel betekend voor de keramiekwereld van Gubbio, hij was vanaf het begin sterk betrokken bij het museum en leverde in 2010 zijn eigen bijdrage met drie brocche. Zoals ik dat nu ook doe. En zonder hem zou er nu geen keramiek van mij in Nederland en in Italië te vinden zijn. Giampietro, als er al een keramiekhemel bestaat, hebben ze je daar ongetwijfeld met open armen ontvangen. Tot volgende week.
TOOS