Tagarchief: Antwerpen

Kunststad Middelburg en Pakhuis Holstein bruisen weer


voorkant brochure 2023

Gratis reclame, wie wil dat niet! Dit wordt dus geen zogenaamde advertorial, geen gesponsorde advertentie.  Maar wel helemaal gratis en voor niks reclame voor mijn prachtige oude stad Middelburg. Á titre personel, op persoonlijke titel. Want laten we wel wezen, wie voor ’t eerst in Middelburg rondloopt staat altijd verbaasd over de eeuwenoude grandeur. En welke stad in Nederland heeft een kunstroute die 11x per jaar plaatsvindt, al vele jaren lang? De Kunst & Cultuurroute Middelburg (klik maar op de link) die op 4/5 februari weer los gaat van 1-5 uur. Voor steden met ook zo’n route heb je echt de vijf vingers van één hand niet nodig.

Bellinkstraat met vlaggen van de routedeelnemers, op de achtergrond mijn pakhuis/atelier
kaart met routedeelnemers, af te drukken op de website en bij alle deelnemers verkrijgbaar

Maar ja, wat wil je! In de 17e eeuw na Amsterdam de belangrijkste stad voor de VOC. Met Jacob van Geel  en de broers Johannes en Abraham Bosschaert als belangrijke exponenten in de Gouden Eeuwse kunst. Met de beroemde kunstenaarsfamilie Koekoek die er in de 19e eeuw een nest had. Met door die lange historie een cultuurklimaat dat nog steeds trekt. Voorbeelden?

ingang van het Zeeuws Museum
nog eens die ingang en een deel van het Abdijplein
oude stadhuis van Middelburg met links de ingang van de Vleeshal

Ons eeuwen aan kunst bestrijkende Zeeuws Museum op het Abdijplein, één van de mooiste pleinen van Nederland. De internationaal bekende Vleeshal, centrum voor hedendaagse kunst. Te vinden in dat indrukwekkende 15e eeuwse gotische stadhuis aan de Markt. En natuurlijk de vele kunstenaars die er vandaag de dag hun plekkie hebben. Zoals ik. Met mijn 18e eeuwse pakhuis aan de Korendijk 56. Een rijksmonument dat ik, helemaal officieel met toestemming van alle bevoegde hotemetoten, ‘Holstein’ heb mogen noemen. Maar dat is een ander verhaal.  Het pand dus waarvan ik komende zaterdag en zondag 4/5 februari de atelierdeuren weer wijd open zet. Nou ja, wijd open? Figuurlijk gesproken dan. Energieprijzen, weet je wel!

wees welkom aan de Korendijk 56

Dat doe ik nu al voor het 22ste jaar. De kunstroute zelf voor de 24ste keer. Hé, 24? Dus volgend jaar? Inderdaad, goed gerekend, dat wordt een jubileumjaar! Met vanzelfsprekend een toekomstig blogverhaal. Maar terug naar nu.

Die eerste keer weer open in een nieuw jaar betekent drie dingen. Eerste ding: natuurlijk een officiële opening. Dit keer in die Vleeshal op zaterdagmorgen half elf al. We moeten natuurlijk wel op tijd terug zijn voor onze eigen ‘openstaande’ deuren. Tweede ding: bij die eerste keer in een nieuw kunstroutejaar gooien we er altijd gelijk maar een heel weekend tegenaan. In plaats van alleen die 1ste zondag van de maand in de rest van het jaar. Derde ding: Zeeuwse Gasten. As ’t effe kan nodigen we  in februari vakgenoten uit als exposerende gast in onze ateliers. Zeeuws, niet-Zeeuws, niet belangrijk, als ze maar zelf aanwezig zijn. Ik zocht ’t dit keer zelfs buiten onze landsgrenzen. Maar dan wel zonder aanwezigheid. Hoe dat zit?

Dat zit in de foto’s hierboven. Gemaakt in het steendrukatelier Multipels/Multiples van Hans Van Dijck in Antwerpen waar ik in januari zelf een soort Zeeuwse Gast was. Druk bezig met mijn Franse Carré-Project waarover ik hier al schreef . Teveel tijd en energie slurpend om een lijfelijk en met kunst aanwezige Zeeuwse Gast te regelen. Maar dan gaat ’t als bij Marten Toonder’s onsterfelijke stripkarakter Heer Bommel en zijn even onsterfelijke hulpkreet ‘Tom Poes, verzin een list’ aan zijn net zo onsterfelijke trouwe helper in nood. Alleen speelde ik nu beide rollen zelf. Ik had toch voor een ander project met mijn galerie Quadrige in Nice samengewerkt met meerdere kunstenaars? Het illustreren met multiples in beperkte oplage van de Ilias en de Odyssee van Homerus? Ook al zo’n onsterfelijk figuur? Eureka! Waarom zou ik die multiples van mijn Franse, Duitse, Italiaanse en Deense kunstbroeders  niet eens showen? Zo gedacht, zo uitgevoerd.

in mijn atelier te bezichtigen werk van kunstbroeders met wie ik samenwerk, hier van de Fransman PASO
van Duitser Eric Massholder
van Deen Jo Möller

Dus was ik de afgelopen dagen druk bezig mijn atelier weer eens uit en op te ruimen. Om het na twee maanden van langzaam ontstane georganiseerde chaos weer in te richten voor mijn openingsshow bij onze onvolprezen kunstroute.

de situatie vooraf
bezig met inrichten voor de Kunst & Cultuurroute Middelburg

Kom kijken. En maak ook een keus uit die meer dan dertig andere deelnemers van de route. Want natuurlijk teveel om allemaal in een keer te bezoeken. Maar loop dan gewoon delen van de route, ervaar op die afwijkende manier de historische grandeur van Middelburg, treedt binnen in oude panden waar dat anders niet mogelijk is, kom op nog zo’n 1ste zondag van de maand terug voor de rest en raak verliefd op Middelburg. Tot komend weekend. En voor dit blog, tot volgende week.

TOOS

Een filmische ‘TOGETHER’


Goed voorbeeld doet goed volgen. Het goede voorbeeld? Een heel sympathiek idee van mijn oude, nu gepensioneerde meestersteendrukker Rudolf Broulim.  De kunstenaars waarmee hij samenwerkte, mochten jaarlijks in december altijd een eigen nieuwjaarswens tekenen op een daarvoor geprepareerde grote steen. Daarop kregen ze dan hun eigen stukje van 10 bij 15 cm met het idee van ‘nou, ga je gang’. Daarna ging hij dan aan de gang met het draaien van een oplage van hooguit 100.

een aantal jaren geleden: Rudolf Broulim komt even kijken hoe mijn Nieuwjaars-steendruk vordert

Daarvan heb ik altijd graag gebruik gemaakt, zoals wel blijkt uit bovenstaande foto van een aantal jaren geleden. Zo kon ik toch maar mooi mijn familie, mijn vrienden, mijn kunstfans en mijn kunstkopers aan het begin van het nieuwe jaar verrassen met een origineel steendrukje plus bijbehorende stichtelijke nieuwjaarswens. Zoals bijvoorbeeld ook deze.

Tja, en toen ging Rudolf met pensioen. Zodoende volgden wat jaren met andere creatieve oplossingen. Maar nu komt dat ‘goed volgen’ in beeld. Hans Van Dijck, met wie ik sinds afgelopen jaar samenwerk bij het creëren van steendrukken (lees bijvoorbeeld hier maar), heeft niet voor niks Rudolf als leermeester gehad. “Toos”, zo vroeg hij een paar maanden geleden, “zou jij ’t leuk vinden om ………?” Vul de rest zelf maar in, dat is niet zo moeilijk. Ik heb natuurlijk zowel volmondig ja gezegd als heftig ja geknikt.

En zo zat ik dus half december in het Antwerpse steendrukatelier van Hans als vanouds mijn eigenste stukje van een verder afgedekte grote steen te betekenen.

Met uiteindelijk als gevolg het steendrukje ‘TOGETHERr’. Dat vorige week, opgeplakt op een geel A4’tje naast een natuurlijk weer stichtelijke tekst, in bijna 100-voud ergens via de brievenbus op de vloer of in een kastje plofte. Of, zoals bij dit blog, in digitale vorm binnenzeilde in de IN-box van nog veel meer e-mailadressen.

mijn per post verstuurde Nieuwjaarswens

Maar er is nòg een gevolg. Want ik had levensgezel in december lief aangekeken bij mijn vraag “zou jij het leuk vinden om …….?. En dus liep hij bij het maken van ‘TOGETHER’ voortdurend om me heen te draaien om van heel dichtbij het scheppingsproces ervan op video vast te leggen. Met dit korte filmpje als samenvattend resultaat.

Ik was er best blij verrast mee. Want het gekke is dat als ik bezig bent, ik eigenlijk helemaal niet bewust in de gaten hebt hoe dat tekenen op de steen stap voor stap verloopt. Tegenwoordig heet ’t dan dat je in een ‘flow’ zit. En dat zag en voelde ik hierin helemaal terug.

Dat ik er uiteindelijk dan 100 moet signeren en nummeren met 1/100 tot 100/100? Dat is onderdeel van het vak!

Tot volgende week.

TOOS 

TOGETHER, SAMEN, MET Z’N ALLEN


‘Together’: Toos van Holstein, steendruk 15-10 cm (oplage 100)

‘Together’, is dat geen mooi uitgangspunt en geen mooi motief voor het jaar 2023 dat nu voor ons ligt? Vandaar ook bijgaande steendruk met die naam, die ik een paar weken geleden in het steendrukatelier van Hans Van Dijck in Antwerpen speciaal voor deze Nieuwjaarswens kon maken.

Samen, dat is de manier om dictatoriaal en oorlogsgedrag tegen te gaan. Saamhorigheid, dat is de manier om ongewenste machtsuitoefening en discriminatie op alle niveaus in onze maatschappij te bestrijden. Together, dat is de manier om virusbestrijding, om emancipatie,  om kennis en welvaartsspreiding te bevorderen. Gewoon met z’n allen, om met behoud van al die verschillende culturen van ons continent toch langzaam, standvastig en doordacht de grenzen te doen vervagen . Want als er iets is dat de laatste paar jaren ons hebben geleerd is dat ’t wel. En als kunst daarbij een rol kan spelen, zoals vaak wordt beweerd, waarom dan niet op deze manier met deze steendruk een kleine bijdrage daaraan!

Ik wens een ieder een goed, gezond, creatief en Together-2023 toe.

Tot volgende week.

TOOS

Hoe in Nice een Carré, een Vierkant, net geen echt Vierkant is


in het midden, boven de heg, mijn atelier/appartement in het Palais Venise in Nice

Laatst vroeg iemand aan me “Toos, als je, zoals laatst, voor een flinke tijd in Nice zit, wat doe je daar dan allemaal”. Nou, vooral de accu met het opschrift ‘Creativiteit’ opladen door een beetje heremiet te spelen en daarbij heel veel ruizige ballast uit mijn hoofd te verwijderen. Gewoon mijn hoofd leeg maken, maar ook weer vullen met nieuwe ideeën. Met ter afwisseling van het kluizenaarsbestaan wel voedsel inslaan op de markt voor mijn deur en van tijd tot tijd uit eten te gaan met Franse en Nederlandse vrienden. ’t Is ten slotte wel Zuid-Frankrijk, hè! Dit keer liep er echter ook nog een speciale rode draad door het geheel. Overigens geen ronde maar een vierkante. En het begin van die draad ontstond in 2021 bij het samenzijn op onderstaande foto.

in Galerie Quadrige, Nice

Een samenzijn  met mijn galerist Jean-Paul Aureglia van Galerie Quadrige. Met allicht een drankje en een hapje. ’t Is wel Zuid-Frankrijk, hè! Jean-Paul publiceert naast veel magnifieke livres d’art ook een serie met de naam ‘L’art au carré‘. Kunstboeken in zeer beperkte oplage, gewijd aan maar één kunstenaar. Die speciaal voor zo’n Carré zowel originelen als multiples maakt, kunstwerken in kleine oplage. Zoals bijvoorbeeld steendrukken of etsen. Met daarnaast in dat Carré ook nog twee aparte beschouwingen van kunstcritici  over de kunstenaar.

achterin de galerie waar Jean-Paul met de hand de teksten zet van zijn uitgaven en die drukt op zijn handpers

Al pratend, drinkend en etend met elkaar kwam het idee naar voren om samen ook zo’n ‘L’art au carré‘ over mij te maken. Met daarin 8 steendrukken. Nou, dat leek me wel wat. Maar, zo waarschuwde Jean-Paul, ’t was wel een heel proces, hoor! Met ook veel overleg. Want wel Zuid-Frankrijk, hè!Een gezamenlijk project dus waarbij ik eerst een flink aantal voorbeeldschetsen moest maken waaruit hij dan voor het boek kon kiezen. Nou, Jean-Paul, pas de problème. En vertel me ook maar snel wanneer in 2023 de bijbehorende expositie plaatsvindt.

blad met schetsideetjes

Zo maakte ik eerst, in Middelburg nog, een aantal bladen met daarop allemaal vierkante schetsjes als ideetjes. Bovenstaand blad is daarvan een voorbeeld. Zo’n Carré heeft trouwens wel afmetingen van 25 bij 28 cm. Zodat de steendrukken en originelen ook die grootte moeten hebben. Dus echt vierkant, echt carré? Natuurlijk niet. Maar ja, ’t is natuurlijk wel Zuid-Frankrijk, hè!

screenshot van de Carré-pagina op de website van galerie Quadrige

Die schetsbladen gingen afgelopen oktober mee naar Nice. Waarbij ik heel nieuwsgierig was naar de voorkeuren van JP. Van te voren had levensgezel natuurlijk ook al zijn voorkeuren aangewezen. En wat bleek, heel frappant, JP was ‘t, zonder dat te weten, op één na helemaal met hem eens.

Die acht van JP ben ik in Nice dus, als originelen en voorbeelden voor de steendrukken, verder gaan uitwerken op het juiste net-niet-carré formaat. Met nog een aantal originelen erbij. Binnen de formule van het Carré dienen dat er namelijk 15 te zijn. Ziedaar dus die rode vierkante draad waarover ik hierboven schreef. Waarbij dan ook gelijk weer levensgezel in beeld komt.

Want die blijft bij zo’n langer verblijf van mij in Nice wel helemaal alleen zielig in z’n uppie in Nederland achter. Daarom stuur ik hem ter troost af en toe per post een kaartje. Geen gewoon ansichtkaartje natuurlijk. Nee, een echte originele tekening/aquarel van ansichtformaat. Hij bezit er al een hele verzameling van. Die gewoonte kon ik nu mooi gebruiken om te spelen met mijn ideeën voordat ik ze als onechte carré aan echt goed handgeschept papier toevertrouwde. Want reken maar dat in alle verkrijgbare soorten papier een gigantisch kwaliteitsverschil zit. Hier een voorbeeldje aan levensgezel.

kaartje zoals ik die wel aan levensgezel stuur over de post

En hier wat ik uiteindelijk als origineel creëerde voor JP.

het uiteindelijke origineel op Carré-formaat

Kun je je voorstellen dat ik heerlijk bezig ben geweest in Nice met al die tekeningen? Maar in de tussentijd was ik natuurlijk ook al bezig geweest om afspraken te maken met Hans Van Dijck, mijn steendrukker in Antwerpen (lees deze aflevering er nog maar eens op na). Vlak voor Sinterklaas heb ik in zijn atelier op een grote steen de eerste aanzet kunnen maken voor vier van de acht litho’s.

begin december bezig op de steen met de opzet voor 4 steendrukken die in één keer worden gedrukt en daarna uitgesneden

De eerste aanzet! Dus dit verhaal rond dat net niet vierkante Carré is nog lang niet rond. Oh ja, en die expositie rond mijn Carré staat gepland van 19 oktober tot 18 november 2023. Wel in Zuid-Frankrijk natuurlijk! Maar ongetwijfeld ook met een vervolg in Nederland. Tot volgende week.

TOOS

De niet zo sexuele LAT-relatie tussen Sinterklaas en de Heilige Catharina


Sinterklaas in het zuiden van het katholieke Frankrijk? Quoi? Wat is dat? Maar de heilige Saint Nicolas (270-342)? Ja, natuurlijk, die kennen ze allemaal. Wat wil je ook, één van de belangrijkste aanbedenen in dat uitgebreide heiligenleger van de Roomse kerk. Met ook nog heel wat Franse kerken die zijn naam dragen.

portret van Sint Nicolaas uit 1472
De heilige Catharina van Alexandrië, geschilderd door Rafaël in 1508

Dus leek ’t me wel leuk om voor mijn galerist in Nice, Jean-Paul Aureglia van Galerie Quadrige, als verrassing Saint Nicolas mee te nemen als Sinterklaascadeautje. Maar dan wel in gezelschap van de Heilige Catharina (†307) als zijn vriendinnetje. Want er moet natuurlijk nog wel het nodige gedaan worden aan het evenwicht tussen man en vrouw in de katholieke kerk.

Toosiaans cryptisch allemaal? Vast wel. Maar de verklaring is simpel. Alweer wat jaartjes geleden maakte ik van beide heiligen al eens steendrukken voor een nieuwe uitgave van La Légende dorée, De Gouden Legende. Een beroemd 13e eeuws boek van monnik Jacques de Voragine waarin hij allerlei heiligenlevens beschreef. Jean-Paul ging dat uitgeven als een livre d’art. Een kunstboek in zeer beperkte oplage, geïllustreerd met speciaal voor die uitgave gemaakte kunstdrukken. Met van mij, omdat Jean-Paul dat vroeg, steendrukken bij de levensbeschrijvingen van Sint Nicolaas en Sint Catharina. Waarom juist die twee? Nou, Nicolaas natuurlijk vanwege onze Sinterklaastraditie en Catharina omdat dit mijn officiële voornaam is. Hè? Catharina en Toos? Ja hoor. Gewoon via wat naamstappen in mijn eerste levensjaren. Van Catharina naar Cato naar To naar Toos.

Twee jaar geleden kwam Jean-Paul opnieuw met die vraag. Vanwege het grote succes van die Légende dorée uitgave had hij besloten er nog een in groter formaat te gaan drukken. Nu 170 exemplaren van 33 bij 27 cm. Met daarin even grote kunstdrukken in dezelfde oplage. Oké, ik doe mee, zo zei ik. Maar voorlopig nog even niet. Dat gebeurde pas afgelopen juli, zonder dat Jean-Paul ’t wist.

plezierig aan het werk met Hans Van Dijck in zijn steendrukatelier in Antwerpen

Ik moest namelijk eerst een nieuwe steendrukker vinden omdat mijn trouwe Rudolf Broulim met pensioen was gegaan. Voor hem in de plaats is nu Hans Van Dijck ten tonele verschenen. Leraar aan de academie in Brussel, zelfs nog assistent van Rudolf geweest en nu ook met een eigen steendrukatelier in Antwerpen.

Ik schreef hier al over hem omdat we als wederzijdse snuffelstage eerst samen een proefsteendruk gingen maken. ‘City life’. Ook hier al ter sprake gekomen. Deze video op YouTube getuigt ervan.

De samenwerking beviel zo goed dat we in het verlengde van ‘City life’ gelijk maar zijn doorgegaan met Saint Nicolas en Sainte Catherine. Naast elkaar op een wat grotere steen. Of ze dat schuren tegen elkaar als heiligen nou wel of niet prettig vonden, ’t zou me een zorg zijn. Voorlopig moesten ze maar een LAT-relatie met elkaar aangaan. Zie de foto’s tussendoor van het maakproces.

Van te voren had ik twee aquarellen gemaakt als voorstudie voor de steendruk. Met daarin allerlei symboliek verwerkt. Want reken maar niet dat je zomaar snel even heilig wordt.

de aquarel/voorstudie van Saint Nicolas
aan de gang met Saint Nicolas op de steen

Dat scheepje en die zeemeermin rechts bij Nicolaas? Een lang verhaal kort: hij redde zeelui het leven door een storm te onderdrukken. Dus is hij de beschermheilige van schippers. En links die blote jongedame en de om hulp roepende man? Hij was arm, had drie dochters, kon ze niet onderhouden maar Nicolaas zorgde op stiekeme wijze voor geld zodat de dochters niet tot prostitutie hoefden te vervallen. Gevolg? Beschermheilige van maagden en prostituees. Typische combinatie, nietwaar?

aquarel/voorstudie van Sainte Catharine

En het gebroken rad en zwaard bij de heilige Catharina van Alexandrië? Weer een lang verhaal kort. Catharina al jong zeer christelijk en ook nog eens zowel bloedmooi als zeer wijs. Koning verliefd, wil haar als 2e vrouw. Mooi niet van haar kant. Gevangen gezet, 40 wijze mannen op bezoek die haar én moeten bekeren én williger maken. Mooi niet. Zij bekeert juist die wijzen. Foute boel dus, zeker als ze ook nog de vrouw van de koning bekeert. Nou, dan maar radbraken, dat wicht. Onweer, bliksemschicht, rad kapot (1e symbool), Catharina nog heel. Dan maar verbranden. Vuur waait uit en juist de beulen verbranden. Help, wat nu? Onthoofden dus, met het zwaard (2e symbool)! Dat lukt. Maar zie, engelen dalen neer, heffen haar lichaaam op en brengen dat per luchtpost naar de Sinaïwoestijn. Waar zich nu al eeuwen het Catharinaklooster bevindt.

overleg over de afbeelding van Sainte Catharine op de steen
Catharinaklooster in de Sanaïwoestijn

Zie je dus oude schilderijen met daarop een vrouw met een gebroken rad en/of zwaard, je kunt er vergif op innemen, dat is de Heilige Catharina van Alexandrië.

Catharina, in 1616 geschilderd door mijn kunstheld Artemisia Gentileschi (let op het rad als symbool)
overleg over de proefdruk: moet ik eventueel nog iets bijwerken op de steen?
altijd weer beschouwen en nadenken voor een goed eindresultaat
prachtig verfijnd toch, zo’n detail bij Catharina?
ja, dat is ‘m!
en dan moet elk exemplaar nog genummerd en gesigneerd worden

Jean-Paul was maar wat blij met zijn twee Sinterklaascadeautjes. Want de LAT-relatie van Nicolaas en Catherine was intussen wel versneden geraakt.

Jean-Paul ontvangt zijn Sinterklaas verrassing

Tot volgende week.

TOOS

Hoe ‘City life’ tot leven kwam  òftewel een inflatie-onafhankelijke aanbieding


Noem het toeval, maar een klein beetje geholpen heb ik ’t dan toch wel. Zo start in september Grafiek2022, de 4e editie van de enige echte Nederlandse grafiektriënnale.  Met tot 30 november manifestaties door het hele land. Voor Zeeland wordt op zondag 4 september officieel het startschot ervan gegeven door onze onvolprezen Middelburgse Kunst&Cultuurroute.

Toen ik daarvan hoorde, was ik net bezig met de voorbereidingen voor een nieuwe steendruk waarvan ik de titel al had verzonnen: ‘City life’. Een dikke maand geleden schreef ik er hier al eens over. Puur toeval, dat samenvallen. En laat nou ‘Ontmoeten’ het thema van Grafiek2022 zijn. Ontmoeten en ‘City life’!  Volgens mij twee begrippen die elkaar aardig aanvullen. En ook dat is toeval. Dat ik nu mijn nieuwe steendruk juist vanwege Grafiek2022 voor het eerst den volke toon tijdens de kunstroute? Dat  is natuurlijk geen toeval. Net zo min als de aanbieding van ‘City life’ (oplage van slechts 25) voor de speciale prijs van €150 in de hele maand september. Daarna gaat die prijs wel omhoog. Naar de normale, markconforme €225. En dat blijft dan zo, inflatie of geen inflatie.

op de steen bezig met de eerste opzet van ‘City life’

Maar nu dat tot leven komen van ‘City life’. Want daarvoor moest er heel wat worden nagedacht, gewerkt en geperst. Binnenkort heb ik daarover een wat uitgebreider artikel klaar. Over die tweehonderd jaar oude, toen revolutionaire techniek en over de achterliggende kunstverhalen. Dat alles geïllustreerd met foto’s van het scheppingsproces van ‘City life’.Waarvan je er hier al enkele tussendoor gestrooid ziet.

de proefdruk van de 1e kleurendrukgang wordt kritisch bekeken
werkend aan de toevoegingen voor de tweede kleur

Maar voor een levende-beelden-verslag kun je nu al naar mijn eigen YouTube-kanaal . Om de video ‘City life- the coming alive of a stone lithograph’ te bekijken. Zodat je kunt meeleven met de vele stappen die ik samen met steendrukker Hans Van Dijck in zijn Antwerpse atelier moest zetten om deze tweekleuren-steendruk te creëren.

Die video is trouwens geplaatst vlak voor het verschijnen van deze blogaflevering. Ook geen toeval.

Ik denk dat ’t best interessant kan zijn om én die video te zien én dat artikel te lezen. Door die geschreven praatjes bij de levende plaatjes krijg je vast meer inzicht in het bewerkelijke procedé van het steendrukken. Naast ook meer kennis van de geschiedenis ervan en meer  detailinzicht. Wat er dan hopelijk weer toe leidt dat je mijn enthousiasme voor die prachtige, oude techniek kunt aanvoelen. Stuur maar een mailtje naar toosvanholstein@xs4all.nl en je ontvangt dat artikel in je inbox.

de drukgang met rood, de tweede kleur
hallelujah, ‘City life’ is geboren!

Terug naar de kunstroute. Want ook ter plekke zul je mijn enthousiasme ervaren. Mee omdat ik een deel van mijn atelier steendrukfähig maak. Ik ben die dag overigens niet de enige grafiek-enthousiasteling. Er doen nog zo’n 17 andere ateliers en galerieën mee met grafiekitems. Meer informatie? Natuurlijk op onze kunstroutesite kunstroutemiddelburg.nl/ , maar ook op de aan Zeeland gewijde pagina van de website van Grafiek2022.

het met potlood nummeren en signeren van alle exemplaren van ‘City life’
Toos van Holstein, City life (steendruk in oplage van 25)

Komt zondag 4 september niet goed uit, dan heb ik goed nieuws. Ik doe namelijk dit jaar ook weer eens mee met de nationale Open Monumentendag op zaterdag 10 september. De laatste keer was in 2019. Niet alleen van mijn atelier staan dan de deuren open maar ook die van een groot deel van mijn prachtig gerestaureerde monumentale pakhuis ‘Holstein’ uit 1738. En ik beloof dat ‘City life’ dan nog steeds te bekijken is. Zeg je sowieso al ‘die hoef ik niet meer te bekijken, doe mij er maar een’, dan is dat e-mailadres hierboven er goed voor. Trouwens, ben je nieuwsgierig naar die Open Monumentendag aan de Korendijk 56? Tot volgende week.

TOOS

Weer met de billen bloot bij het steendrukken


Afslag 3 Borgerhout, de Antwerpse Ring, een afslag die ik de komende tijd vaker ga nemen. Want ik heb, in samenwerking met mijn galerie Quadrige in Nice, een paar steendrukprojecten op stapel staan . Waarvoor ik aan de slag ga met Hans van Dijck. En die heeft dus zijn steendrukatelier in Antwerpen, in die wijk Borgerhout.

in het steendrukatelier van Hans van Dijck

Steendrukken? Wat is dat? Of ‘wat is dat ook al weer’? Tja, dat krijg je als een prachtige grafische techniek, in de 19e eeuw uitgegroeid tot DE TECHNIEK voor o.a. de vermenigvuldiging van muziekbladen, handgeschreven toneelstukken en tekeningen, in het verdomhoekje is gedrukt. Door alle offset en digitale geweld. Dan krijg je dat het begrip litho (Grieks voor steen) ineens is geconfisqueerd  door de fotografiebranche. En dat een steendruk in het Engels een stone lithograph is geworden. Letterlijk vertaald een steen-steendruk. Slaat nergens op natuurlijk!

Maar er zijn gelukkig nog steeds kunstenaars die de lithotechniek omarmen, zoals ‘ik zei de gek’. Waardoor er ook nog steeds steendrukkers zijn die deze prachtige oude en ingewikkelde techniek van hun oude leermeesters hebben doorgekregen. Wat je noemt een mooie kruisbestuiving.

Terug dus naar Borgerhout en Hans van Dijck. Voor mij geen onbekende. Want ooit assisteerde Hans mijn meestersteendrukker Rudolf Broulim in diens atelier in Ekeren (bij Antwerpen). Daarna ondersteunde hij mij bij het creëren van een serie monoprints voor mijn grote expositie ‘TOOS, de ontdekkende mens’ in Fort Rammekens. Het eeuwenoude zeefort in Ritthem, vlak bij Vlissingen, in 2011.

2011, in het atelier Daglicht in Eindhoven bezig met het maken van een serie monoprints, met Hans van Dijck erbij voor een extra paar handjes

Van die samenwerking heb ik nog een veel bekeken video staan op mijn YouTube-kanaal: ‘The Magic of the Monoprint‘.

de ruimte in Fort Rammekens met de serie monoprints tijdens de expositie ‘TOOS-de ontdekkende mens’

Nu is Hans én leraar aan de academie in Brussel én heeft hij zijn eigen steendrukatelier. De meestersteendrukkers die mij heel wat keren terzijde hebben gestaan, zijn er namelijk mee gestopt. Ernst Hanke in Zwitserland: met pensioen! Rudolf Broulim in Ekeren: met pensioen!

in Zwitserland, samen met Ernst Hanke bezig in zijn grote steendrukpers
overleg met Rudolf Broulim in zijn steendrukatelier in Ekeren
een ontroerend moment voor mij, een onverwacht bezoek van Rudolf in het steendrukatelier van Hans van Dijck

Je kunt je ook bijna niet meer voorstellen dat er ooit galerieën waren die bestonden van het uitbrengen van telkens weer opnieuw steendrukoplagen van honderden stuks van bekende kunstenaars.  Maar al zijn die commerciële hoogtijdagen voorbij, er zijn nog steeds litholiefhebbers. Dus worden er ook nog steeds nieuwe gemaakt.

Als je met een voor jou nieuwe meestersteendrukker in zee gaat, is er een goeie gewoonte. Je gaat eerst samen een proef maken, om aan elkaar te wennen. Want de kunstenaar heeft natuurlijk eigen ideeën maar ook de steendrukker heeft eigen technieken en eigen gewoonten ontwikkeld. Vooraf wat aan elkaar snuiven kan daarom geen kwaad. Wordt ’t wel wat, die samenwerking? Om daarachter te komen is het maken van zo’n proefsteendruk in kleine oplage een prima manier. Vandaar onlangs die eerste keer afslag 3 Borgerhout.

overleg met Hans bij de nog lege steen voor de proefsteendruk

De proefsteendruk gaat er eentje worden in twee kleuren, in twee drukgangen dus. Over de teken en schildertechnieken op de steen en bijbehorende chemische druk-geheimen ga ik ’t nu niet hebben, dat komt een andere keer wel. Maar een foto van de eerste opzet om nieuwsgierig te maken, kan natuurlijk geen kwaad.

de eerste aanzet voor de nieuwe steendruk, het uiteindelijke resultaat wordt eind augustus wereldkundig gemaakt

Eind augustus onthul ik het definitieve resultaat. Want op zondag 4 september staat onze onvolprezen Kunst-& Cultuurroute Middelburg in het teken van de grafiek. Een mooie gelegenheid toch om juist dan die nieuwe steendruk ten doop te houden en te koop aan te bieden? Maar voor ’t zover is, heb ik die afslag 3 al wat vaker genomen.

En die steendrukprojecten met Galerie Quadrige in Nice? Dat worden natuurlijk andere verhalen. Tot volgende week.

TOOS

‘Zeeland, Het wonder linksonder’ en de Zeeuwse Cultuur Agenda


Rechtsboven op de kaart van Nederland heb je ‘Er gaat niets boven Groningen’. Perfect bedacht. De officiële Zeeuwse slogan ‘Zeeland, land in zee’ steekt daar wel erg saai bij af. Dus opperde laatst een tekstschrijver  ‘Zeeland, het wonder linksonder’.  Wat mij betreft een schot in de roos. Die kreet bleef direct hangen. Vooral ook vanwege de wond’re zaken die ik er zelf meemaak.Zoals bijvoorbeeld dat ik kort geleden voor het eerst van mijn leven aanschoof bij een podcast opname.

in de podcaststudio van Zeeuwse Cultuur Agenda

Voor de ‘Zeeuwse Cultuur Agenda’ nog wel. Maar daarover straks meer. Kun je nu je nieuwsgierigheid al niet bedwingen, klik dan hier. Dat die Zeeuwse Cultuur Agenda bestaat is eigenlijk ook weer een wond’re zaak. Ter illustratie daarvan even een persoonlijke anekdote.

voorkant van de brochure bij de expositie ‘TOOS, de ontdekkende mens’

In 2011 creëerde ik, samen met het maritiem muZEEum in Vlissingen,  een heel grote, bijzondere en een half jaar durende solotentoonstelling in Fort Rammekens . Dat prachtige, machtige en eeuwenoude zeefort in Ritthem, aan de monding van de Westerschelde. Voor die expositie ‘TOOS, de ontdekkende mens’ werden natuurlijk flyers en brochures gemaakt en verspreid. Dus pleegde ik daarvoor ook een telefoontje naar de Tourist Shop in Goes. Waar een medewerker op een bepaald moment de volgende, voor mij nog steeds legendarische woorden sprak. “Ritthem, dat is toch op Walcheren? Nee, dat doen wij niet, dat is een ander eiland”.

Ik was echt volstrekt verbouwereerd. Hoever liggen Goes en Vlissingen nou van elkaar? En stel je even de A58 van Bergen op Zoom naar Vlissingen voor. Ooit gemerkt dat je dan van het eiland Zuid-Beveland naar het eiland Walcheren hopt? Kijk, als Zeeland er nog zo bij lag als op deze reconstructie van de situatie rond het jaar 1300, ja dan?

Dan had ik me er iets bij kunnen voorstellen. Maar zoals Zeeland nu is? Met, in naam, nog vijf eilanden en het ook tot één gebied aan elkaar geslibde en gepolderde Zeeuws-Vlaanderen? Het gebied dat hoe dan ook Nederlands moest blijven? Konden we de Belgen lekker pesten met de beheersing over de toegang naar Antwerpen, hun belangrijkste haven.

de provincie Zeeland nu

Grappig trouwens dat juist Walcheren en Zuid-Beveland in Zeeuws-Vlaanderen nog steeds worden betiteld als ‘de overkant’. Zoveel eeuwen na de Tachtigjarige Oorlog nog steeds dat apartheids en eilanddenken! Een wond’re zaak toch?

de glossy ‘Zeeuwse Cultuur Agenda’ voor deze maanden

Daarom is ’t ook zo bijzonder dat hoofdredacteur Rob Bakker en zijn team het glossy magazine ‘Zeeuwse Cultuur Agenda’ van de grond hebben gekregen. Een drie tot vier keer per jaar verschijnend blad. Uiterst verzorgd en helemaal gratis te verkrijgen op gigantisch veel plekken in Zeeland. Met daarin redactionele artikelen en een agenda waaruit blijkt dat Zeeland, met nog geen 400.000 inwoners, stikt van de culturele activiteiten. In de theaters en concertzalen, op de podia, in de museums, bij kunstroutes, en wat al niet meer. Noem ’t en ’t staat erin. Petje af voor Rob en zijn redactie. Ook trouwens voor hun uitgebreide, informatieve website zeeuwsecultuuragenda.nl/.

Nu is Rob Bakker sinds kort dus ook begonnen met een wekelijkse podcast. Opgenomen in een studio op een zolder in Geervliet. Een half uur durend programma over culturele evenementen in Zeeland en met elke keer ook een speciale gast. Waardoor levensgezel en ik ons een paar weken geleden richting Geervliet spoedden. Even voor alle duidelijkheid, op Noord-Beveland, een ander eiland. En daar overkwam ons weer zo’n wond’re zaak. We keken elkaar aan van “maar dit kennen we toch, hier zat toch ooit Galerie Hofstede Lijn 3?”. Geervliet mag dan bekend staan als het kleinste dorp van Zeeland maar de wereld bleek er ook weer eens heel klein.

in de grote schuur links zat tot voor enkele jaren de galerie Hofstede Lijn 3

Want een aantal jaren geleden waren we daar al eens geweest. Om als vriendendienst een behoorlijk groot schilderij van de ons bekende Haagse kunstenaar Poen de Wijs naar die galerie te brengen. Poens auto was namelijk te klein. En levensgezel  kende die galerie al toen die nog in Den Haag was gevestigd. Prima geregeld dus.  Die nieuwe vestiging in Geervliet was prachtig, maar sloot enkele jaren geleden. Wat er nu wel op dat terrein zit, is de woning van Rob Bakker en zijn podcaststudio.

tijdens de opname
screenshot van de website pagina die je te zien krijgt als je op de link naar de podcast klikt

Zoals ’t heet ‘voor alles in het leven is er een eerste keer’. Ook voor meedoen met een podcastopname. Het resultaat kun je hier via Spotify beluisteren. Met in het eerste kwartier dat interview met mij. Waarin ik uitgebreid kon vertellen over het wie-wat-en-waarom van mijn kunst. Toen ik het eindresultaat kon terugluisteren, was ik er best tevreden over. Zeg nou nog maar eens dat ‘Zeeland, het wonder linksonder’ geen mooie slogan is. Tot volgende week.

TOOS

Vrouwelijk Feest in de Schildershemel


foto van de Eregalerij in het Rijksmuseum die ik nam in betere tijden

Of er in het Hiernamaals, Nirwana, Walhalla en de Eeuwige Jachtvelden speciale plekken zijn voor beeldende kunstenaars? Echt geen idee. Maar zo ja, dan had daar een paar weken geleden op de Internationale Vrouwendag vast een luid en duidelijk gejuich opgeklonken. Vooral uit vrouwenkelen. Toen maakte het Rijksmuseum namelijk bekend dat de Eregalerij, zeg maar rustig ‘the place to hang’, verrijkt was met schilderijen van een paar vrouwelijke kunstenaars uit onze Gouden Eeuw. Zomaar ineens twee en een halve vrouw te midden van Rembrandt, Vermeer, Frans Hals, Jan Steen, Jacob van Ruisdael en nog zowat van die wereldberoemde  schilderscoryfeeën. Eindelijk,eindelijk!! Want anders was het Rijks echt over de datum geraakt.

een schilderij van Rachel Ruysch wordt opgehangen in de Eregalerij

Hoe dat zit met twee en een half? Nou, Judith Leyster en Rachel Ruysch ieder helemaal en Gesina ter Borgh half. Half? Komt zo. Op zich nog niet veel, maar toch! Als begin in ieder geval stukken beter dan dat helemaal niks, niente, nada van de laatste twee eeuwen sinds de oprichting van het Rijksmuseum. Van de tijd waarin vrouwelijke kunstenaars een heel dikke mist ingestuurd werden.

Maar nu die halve Gesina ter Borch (1633-1690). Kende je die? Misschien wel haar achternaam. Want vader Gerard ter Borch was al een bekend schilder, maar zijn zoon en Gesina’s halfbroer, ook een Gerard ter Borgh (1617-1681), is degene naar wie heel wat straten in Nederland zijn vernoemd.  En degene waarvan twee en een half schilderijen in het Rijksmuseum zijn te bewonderen. Kijk, weer die halve. Sinds Internationale Vrouwendag hangt er in de Eregalerij namelijk een gezamenlijk werk van Gesina en Gerard.

portret van Moses ter Borch, geschilderd door Gesina en Gerard ter Borch (1667-69)

Een schilderij dat ze maakten in memoriam voor Gesina’s broer Moses (1645-1667). Ook een talentvolle Ter Borgh, zoals zijn zelfportret wel duidelijk maakt.

Zelfportretje van Moses ter Borch (1660 – 61)

Maar hij koos ervoor bij de marine te gaan, in dienst van Michiel de Ruyter. Op 22-jarige leeftijd werd hij een slachtoffer van de Tweede Engelse Oorlog bij de aanval op een fort aan de Engelse kust. Daarna hebben zus en halfbroer hem in dit portret geëerd. Gesina kon dus net als Gerard het penseel uitstekend hanteren. Maar dat bleef alleen bekend binnen de kleine kring van familie en vrienden. Echt naar buiten treden deed ze niet. Haar talent en kunde leefde ze vooral uit in een drietal heel bijzondere albums die gelukkig bewaard zijn gebleven. Albums met gekalligrafeerde liedjes, gedichten, tekeningen, aquarellen, prenten, krantenknipsels en bijvoorbeeld onderstaand zelfportret.

Tot rond 1880 bleven deze boeken familiebezit tot ze uiteindelijk als een kunstzinnige verrassing ter veiling kwamen. Toen sloeg de Vereniging Rembrandt een prachtige slag waardoor ze nu eigendom zijn van het Rijksmuseum. Een heel waardevol en volstrekt uniek onderdeel van de collectie. Hier nog wat voorbeelden eruit.

aquarel/tekening van Moses die heel veel weg heeft van het schilderij dat Gesina en Gerard van hem maakten

Veel meer over die boeken is te beluisteren in deze podcast. Waarin journalist Janine Abbring, de laatste paar jaar ook de interviewer van dat unieke tv-programma Zomergasten, een gesprek voert met conservator Ilona van Tuinen. Echt leuk om te beluisteren. En nu is Gesina dus ineens, heel verrassend vind ik, gepromoveerd naar de Eregalerij. Veel minder opmerkelijk is dat voor Judith Leyster (1609-1660). Alhoewel ook die heel erg lang in die dikke mist moest verkeren. Aan haar gaf ik hier al eens aandacht.

twee zelfportretten van Judith Leyster, op jongere en oudere leeftijd
Judith Leyster, De serenade, het schilderij dat nu in de Eregalerij hangt

Diverse van haar schilderijen zijn lang toegeschreven geweest aan bijvoorbeeld Frans Hals. Al eeuwen lang veel beroemder, ook woonachtig in Haarlem, schilderend in dezelfde stijl en veel meer waard dan Judith. Dus de ondertekening van Judith valselijk overschilderen met die van Frans Hals was een interessant verdienmodel. Reken maar dat er de komende jaren nog wel  meer ‘Leysters’ ontdekt gaan worden.

En die derde vrouw, Rachel Ruysch? Laat ik aan haar nou stom toevallig recent één, twee, drie afleveringen hebben gewijd! Lees maar. Nu wordt ’t afwachten wanneer nog twee andere Gouden Eeuwse coryfeeën de Eregalerij mogen komen opluisteren. Maria van Oosterwijck en Clara Peeters.

schilderij van Maria van Oosterwijck, in de collectie van het Mauritshuis
schilderij van Clara Peeters, in de collectie van het Rijksmuseum

Dat zou pas een echte inhaalslag zijn. Alhoewel, Clara Peeters? Mauritshuis en Rijksmuseum mogen van haar dan twee prachtige stillevens bezitten, ze werkte vooral vanuit Antwerpen. En die stad hebben ‘we’ in de Tachtigarige Oorlog nou net niet kunnen heroveren op die vuige Spanjaarden. Dus mag ze dan wel meedoen in Amsterdam? Maar ach, de Eregalerij is voorlopig toch corona-gesloten  dus ze hebben bij het Rijks nog wel even de tijd om daar over na te denken. Tot volgende week.

TOOS

Kunst binnen gemaakt voor buiten


Fort Rammekens nu

We schrijven het jaar 10vC, tien voor Corona. In de oude jaartelling dus 2010. Ik loop in februari rond in de donkere krochten van Fort Rammekens bij Ritthem, bij de monding van de Westerschelde. Voor het eerst van m’n leven trouwens. Want als import-Brabander zei Fort Rammekens me toen nog niet zoveel. Helemaal fout natuurlijk, weet ik nu.

mijn Buitenkunst in de ‘etalage’ van mijn atelier aan de Korendijk 56

Dat beeld van destijds kwam weer boven toen het bestuur van onze Kunst en Cultuurroute Middelburg enige maanden geleden voorstelde om te beginnen met een project ‘Van binnen naar buiten’. Want coronatijden. Galerieën en ateliers voornamelijk dicht. Ook op de 1e zondagen van de maand, onze gebruikelijke routedag. Het idee: hang toch de routevlag uit, doe wat met je etalage, zet kunst voor je ramen, zet gewoon toch wat buiten. Op die manier kon een kunstige zondagmiddagwandeling door Middelburg langs gesloten deelnemersdeuren best aangenaam verrassend gemaakt worden. Dat gebeurde dus ook want we vormen met z’n allen een enthousiaste club.

Voor mij was ’t gelijk duidelijk, dat wordt dus mijn Buitenkunst. En daarvoor moet ik weer terug naar de historische grond van Fort Rammekens. Want historisch is die, voor mij nu ook. Gebouwd rond 1550 in opdracht van Maria van Hongarije, landvoogdes van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden en zuster van Karel V, keizer van het gigantische Habsburgse Rijk. Want de wereldhaven Antwerpen moest worden beschermd tegen vijandige machten.  En de beslist niet onbelangrijke haven van Middelburg werd daardoor ook direct meegenomen. Waar kon dat beter gebeuren dan aan de monding van de Westerschelde.

Fort Rammekens eeuwen geleden met schepen wachtend op goede wind. Naar boven de directe toegang naar Middelburg, naar recht de Westerschelde richting Antwerpen

Willem Hermansz. van Diest, Zicht op de rede van Fort Rammekens bij Vlissingen

Op die historisch heilige grond liep ik dus in 10vC voor het eerst rond. Want de directie van het Vlissingse MuZEEum had me gevraagd of ik er mogelijk voor voelde een grote expositie op te zetten in het fort. Een aantrekkelijk idee. Maar zoals altijd, eerst de locatie bekijken.

Prachtig vond ik ‘t. Duistere krochten, lange donkere gangen, heerlijk verweerde oude muren. Daar kon ik wel wat mee.

een paar foto’s van die gangen en krochten

Maar één dingetje was voor mij gelijk duidelijk, met mijn olieverfschilderijen kon ik ’t daar wel schudden. Kort samengevat: te koud, te vochtig en te zout. Wat wil je ook, een meer open dan dicht fort direct aan het zoute water van de Westerschelde. ’s Avonds gingen dan wel de krochtdeuren en de grote poort dicht, maar verwarming? Niet functioneel. En die expositie zou een half jaar gaan duren. Nou,dan kon je er vergif op innemen dat daarna alle olieverfschilderijen naar de sloop hadden kunnen worden gebracht. Dat soort omstandigheden konden ze echt niet aan. Dus gelijk als bij Tom Poes, kwam het er op neer ‘Toos, verzin een list’. Of eigenlijk heel veel listen. Want ik wilde ’t liefst het hele fort zoveel mogelijk gaan gebruiken. Het moest groots worden.

nog een paar van die foto’s

Al denkende en zoekende kwam ik een techniek tegen die net in opkomst was. Die van het drukken op een voor mij toen nog onbekend materiaal. Alu-dibond. Een plaat van kunststof aan beide zijden bedekt met een laag aluminium waarbij op een van die zijden op het aluminium digitaal een afbeelding kon worden aangebracht. Dat was ‘t! Op die manier kon ik op hoge resolutie ingescande dia’s van mijn schilderijen op het alu-dibond laten overbrengen. Maar in Nederland waren er nog nauwelijks bedrijven die dat én goed én op allerlei grootten konden. Nu doet elke fotozaak ’t voor je, maar 10vC was een andere tijd. Zoekend op internet kwam ik terecht bij het bedrijf ZWF in Bolsward. Die hadden net een nieuwe grote flatbed printer waarmee heel veel mogelijk was. En ach, Bolsward is in ons kleine landje ten slotte niet het eind van de wereld. Het gevolg? Ik werk nog steeds naar volle tevredenheid met ze samen.

ik hang een van de aludibonds op in het fort

vorig jaar in Bolsward, overleg met eigenaar Geoffrey Schippers
van ZWF over een opdracht

Daar dus, in Bolsward, en vooraf in mijn fantasie vond mijn Buitenkunst vorm. In 9vC uitgebreid te aanschouwen in Fort Rammekens en vandaag de dag dus in mijn atelieretalage in het kader van die actie ‘Van binnen naar buiten’. Zolang de coronasluiting duurt. Want ook op de eerste zondag van juni houd ik toch nog maar even mijn deuren dicht. Misschien weer in juli. Maar wel is zeker dat er over die Buitenkunst, dat fort en met kunst versierde tuinen nog veel meer te vertellen is? Daaraan ga ik me de volgende keer opnieuw te buiten.

nog zo’n kunstwerk op alu-dibond

Tot volgende week.

TOOS

Hoe vrouwen weer terugkeren in de kunstgeschiedenis I


Museum voor Schone Kunsten in Gent

Afgelopen week was ik in Gent. Die roemrijke historische stad in wat ooit de Zuidelijke Nederlanden werd genoemd. Ben je daar wel eens in het Gentse Museum voor Schone Kunsten geweest? Misschien. Nog een paar andere vragen. Ken je het Holland Côte d’Azur Magazine?  Vermoedelijk niet. En de namen Sofonisba Anguissola, Lavinia Fontana, Artemisia Gentileschi? Heel, heel misschien die laatste, maar de eerste twee? Of het 20e eeuwse standaardwerk over kunst ‘Eeuwige schoonheid’ van Gombrich? Laat maar!

in een zaal met linksachter twee werken van Jeroen Bosch

een zaal van ‘De dames van de Barok’

Wat dat alles met elkaar verbindt? De expositie ‘De dames van de Barok’ in dat Gentse museum. Ik moest daar namelijk voor mijn goeie fatsoen absoluut heen vanwege dat Magazine, het 3-maandelijkse tijdschrift van De Nederlandse Club aan de Côte d’Azur.

Zeven jaar lang schreef ik daarin Kunststukjes. Over kunst dus. Zoals in 2005 over Sofonisba Anguissola(1532-1625), Lavinia Fontana (1552-1614) en Artemisia Gentileschi (1593-1652). Daar heb je die namen.Want met hen en ook andere vrouwen is geschiedkundig heel wat aan de hand. Of beter gezegd, er was kunstgeschiedkundig helemaal niks mee aan de hand. Ze bestonden namelijk stomweg niet meer. In dat standaardwerk van Gombrich, verplichte studiekost in mijn kunstacademietijd, kwam gewoon geen vrouwelijke kunstenaar voor. Geen enkele. Niente, nada, nichts! In geen enkele eeuw. Net zoals ook in een ander standaardwerk. ‘Wereldgeschiedenis van de kunst’ van H.W.Janson dat vooral in de USA universitair wordt gebruikt. Hoezo wereldgeschiedenis?

Waren er in al die eeuwen dan helemaal geen bekende  vrouwelijke kunstenaars? Forget it, natuurlijk wel. De Italiaanse Giorgio Vasari, feitelijk de oervader van de kunstgeschiedenis, schreef in 1568 het legendarische ‘Le Vite’. Met levensbeschrijvingen van beroemde kunstenaars  uit zijn tijd. En wie stond daarin? Ene Sofonisba Anguissola.

schilderijen van Sofonisba Anguissola op de expositie

de tekening uit het dagboek van Anthony van Dijck

Tijdens haar kunstenaarsleven als La Grande Donna delle Pittura (de Grote Dame van de Schilderkunst) al zo beroemd dat onze 17e eeuwse Antwerpse schilder Anthony van Dijck haar tijdens een reis door Italië in 1624 nog bezocht. In zijn dagboek van toen heeft hij zelfs een hele pagina aan haar gewijd. Met een tekening erbij! Ook maakte hij nog een olieverfportret van haar.

Maar begin 20e eeuw? Sofonisba had blijkbaar nooit bestaan. Net als andere in de 16e, 17e en 18e eeuw beroemde vrouwen in de kunst. Want door mannen geheel weggeschreven in de loop van de 19de eeuw. Vrouwelijke grote kunstenaars? In hun mannelijke psyche kon dat niet!  Gewoon weg ermee. Klinkt dat misschien gechargeerd? Mogelijk, maar ’t is wel de harde waarheid. Pas in een herziene 5e druk van het universitaire boek van Janson wordt in 1990 voor het eerst weer aandacht aan vrouwelijke kunstenaars gegeven. En nu is er in de kunst en museumwereld gelukkig een duidelijke beweging gaande waarin die ‘vergeten’ vrouwen uit voorgaande eeuwen eindelijk weer de aandacht krijgen die ze verdienen. Zoals in Gent bij die expositie ‘De dames van de Barok’.

Sofonisba Anguissola, Zelfportret met haar twee zuster en een dienster bij het schaakspel

Lavinia Fontana, Zelfportret

Lavinia Fontana, Minerva dressing, het eerst bekende naaktportret geschilderd door een vrouw

Daar hingen nu schilderijen in het echt waarvan ik destijds alleen de plaatjes kende toen ik voor het Magazine mijn Kunststukjes schreef. Geweldig om die nu in werkelijkheid te zien. En geweldig ook dat ze in Gent die werken uit allerlei museale en particuliere verzamelhoeken hebben kunnen lospeuteren. Zoals ook die van Artemisia Gentileschi.

Artemisia Gentileschi, Maria Magdalena

Artemisia Gentileschi, De onthoofding van Holofernes door Judith (met zijn hoofd in de mand gedragen door haar dienster)

bij een schilderij van de Gentse caravaggist Jan Janssens (1590-1650)

Echt een kunstheldin van mij en, in mijn ogen, één van de beste caravaggisten. Die navolgers van de onnavolgbare Caravaggio (1573-1610) die tijdens zijn korte leven een geheel nieuwe schildertrend inzette. Een trend die nu heel goed in het Centraal Museum van Utrecht is te bekijken. Bij de tentoonstelling ‘Utrecht, Caravaggio en Europa’. Daar ga ik dus beslist ook heen. Met vast ook een schrijfsel daarover hier. En reken ook maar op meer stukjes over de vrouwen die nu eindelijk aan het terugkeren zijn in de kunstgeschiedenis. Dankzij de inzet van vele onderzoeksters die daar sinds de jaren 70 hun feministische schouders onder hebben gezet.  Mooi toch dat die nu de mannen kunnen helpen de kunstgeschiedenis te herschrijven? Niet dus HIStory maar HERstory. Tot volgende week.

TOOS

Barocker Rubens centraal in Antwerpen


aanzicht van Antwerpen in de tijd van Rubens met heel wat kerktorens meer dan tegenwoordig

standbeeld van Rubens bij de kathedraal

Stel dat Antwerpen in 1585 niet was heroverd door het Spaanse regime en daardoor onderdeel zou zijn gebleven van de Noordelijke Nederlanden. Van de calvinistische Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden dus. Zou die stad dan dit jaar de manifestatie ‘Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert’ hebben kunnen organiseren? Een intrigerende vraag die in me opkwam na een huizenruil met vrienden. Zij voor een paar dagen in mijn Middelburgse pakhuis en wij in hun appartement in het centrum van Antwerpen. Om daar op ’t gemakkie dat groots aangepakte evenement te kunnen bewandelen. Met barok, heel veel swingende barok. Het kunstige paradepaardje van de roomse Contrareformatie in de 17e eeuw. Dat die kunststroming ’t in ons landje van Reformatie en protestante ketters nooit echt heeft kunnen maken is natuurlijk wel duidelijk.

Wij hebben natuurlijk wel ‘ons’ schildergenie Rembrandt (1606-1669) en het woord Rembrandtesk. Maar de Antwerpenaren hebben als antwoord daarop ‘hun’ barokke ster Rubens (1577-1640) en zijn voluptueuze Rubensiaanse vrouwen. Rembrandt en Rubens, beiden dus min of meer tijdgenoten en beiden heel succesvol. Alhoewel bij Rubens de florijnen zijn leven lang in grote golven bleven binnenstromen terwijl dat bij Rembrandt uiteindelijk nog hooguit golfjes waren. Maar zou de roomse Rubens zonder die Spaanse overwinning in een calvinistisch Antwerpen zijn internationale kunstcarrière wel hebben kunnen ontplooien? Met al die opdrachten uit o.a. Frankrijk, Spanje en van de katholieke kerk? Of zou hij dan verhuisd zijn? En had Antwerpen dan niet, zoals nu, met hem kunnen uitpakken? Want dat doen ze, uitpakken!

interieur van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal

Ben je ooit in Antwerpen in de Sint-Carolus Borromeuskerk, de Sint-Jacobskerk of de Sint-Pauluskerk geweest? Ik tot onlangs in ieder geval niet. Ja, wel natuurlijk in de overal bovenuit torenende Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Dat grote kerkse museum met prachtige kunst in een middeleeuwse ambiance van hooggotiek.

kathedraal: Rubens, De kruisoprichting 1609-10

Rubens, De kruisafname 1611-14

Rubens, Tenhemelopneming van Maria 1626

Maar in die andere, wat meer verscholen liggende eeuwenoude kerken? Nee dus. En nu? Gaan, zeg ik enthousiast! Zoals naar die Sint-Jacobskerk. Rubens eigen parochiekerk waar zich ook zijn graf bevindt. Met natuurlijk een altaarstuk van zijn hand.

de Sint-Jacobskerk

de graftombe van Rubens met zijn altaarschilderij geheimzinnig verlicht via een glas-in-lood-raam

Mooi ook dat er in die kerken heel enthousiaste gidsen rondlopen. Vrijwilligers met mappen vol informatie in hun hand die ongelooflijk veel weten van de kerken, van de Antwerpse geschiedenis en van de kunst. Je kunt ze zomaar in het wild aanspreken en anders doen ze dat jou wel. Vrouwen en mannen met heel veel plezier in hun vrijwilligerstaak. Zo spraken we minstens een half uur lang in die Jacobskerk met een gids die een uitstekende bron van informatie bleek.

Datzelfde gebeurde trouwens ook nog eens in de dominicaner Sint-Pauluskerk met weer een enthousiaste verteller.

in de Sint-Pauluskerk bij een altaarstuk van Rubens

nog meer werk van Rubens daar

En als je ’t over barok hebt? Nou, dan daar wel. Met vanzelfsprekend weer  Rubens. Maar ook met beroemdheden als Anthony van Dijck (1599-1641) en Jacob Jordaens (1593-1678), beiden Antwerpenaren van geboorte. Opnieuw zo’n gratis museum waar je overal je ogen de kunstkost kunt geven.

Het mooie van deze kerkenzoektocht is dat je straatjes en pleintjes ontdekt waar je anders nooit komt. En dan te beseffen dat er in al die eeuwen ook heel wat kerken zijn verdwenen. Door vernielingen tijdens de Reformatorische beeldenstormen in 1566. Door rigoureuze afbraak onder het zeer antiklerikale, revolutionaire regiem van de Fransen, zo tegen 1800. Of gewoonweg door brand en verval. Maar de Sint-Carolus Boromeuskerk staat er nog.

de Sint-Carolus Boromeuskerk

Rubens, De terugkeer van de Heilige Familie 1620

Met ook weer barok in een overdadig en toch groots interieur. En van wie is er daar natuurlijk weer kunst te zien? Inderdaad, Rubens! Ten minste, zijn handtekening staat eronder. En niet die van één van zijn vele medewerkers. Want zou hij al die vele joekels van doeken in zijn eentje hebben vol geschilderd? Reken maar van niet. Dat komt wel tot uiting in het Rubenshuis.

het oorspronkelijke atelier van Rubens en zijn medewerkers in het Rubenshuis

in de achtertuin van het Rubenshuis

Nu een museum, destijds zijn woonhuis annex atelier. Niet onaardig toch, zo’n verblijfplaats?

In Nederland gaan we nu trouwens ook een flink Rubensgraantje meepikken. Met een net geopende en alom al bejubelde expositie in Museum Boymans. Barocker Rubens swingt hier dus vast nog wel weer een keertje voorbij. Tot volgende week.

TOOS

Hoe Plantin en zijn Garamond de wereld via Antwerpen, Nice en Middelburg rond maken


In 1546 stierf Maarten Luther, in 1555 drukte Christoffel Plantin zijn eerste boek en 462 jaar later stond ik vorige maand december even te wachten op een aantal kleurkopieën die een machine in hoog tempo uitspuugde. Cryptisch? Jazekers. Maar daarom niet minder associatief logisch.

portret van Christoffel Plantin

Want een paar weken geleden schreef ik over de Luther-expositie in het Museum Catharijneconvent. Daar leerde ik dat hij vijf jaar na publicatie van zijn 95 stellingen al de meest gelezen auteur in Duitsland was geworden. Mee natuurlijk dankzij zijn voor het eerst in het Duits vertaalde bijbel. Een bijbel die dan weer dankzij de boekdrukkunst wijd en zijd verspreid kon worden. Stel je eens voor dat dit nog had moeten gebeuren met handgeschreven exemplaren, de enige manier in de eeuwen daarvoor. Zou de Reformatie dan zo snel de Europese geloofswereld op zijn kop hebben kunnen zetten? Vast niet. De boekdrukkunst was voor Luther dus cruciaal, hoe arbeidsintensief dat drukproces toen ook nog verliep. En tegenwoordig? Nu stond ik op m’n gemakkie bij die machine te wachten op een stapeltje kleurkopieën van mijn nieuwjaarswens. Vanzelfsprekend gedrukt via een bestandje op een USB-stick. Over moderne zegeningen gesproken!

Museum Plantin-Moretus in Antwerpen

Dat besefte ik onlangs in Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. De stad waar de hierboven al genoemde Fransman Christoffel Plantin (1520-1589) neerstreek, een drukkerij begon en in 1555 zijn eerste uitgave de wereld in stuurde. In dat prachtige drukkersmuseum ga je figuurlijk en letterlijk ver terug in de tijd. Omdat je er rondloopt in de oorspronkelijke woonruimten en drukkerswerkplaatsen van vele generaties  Plantin en Moretus, de aangetrouwde tak.

Steeds rijker wordend kochten ze uiteindelijk een carré van aaneengesloten eeuwenoude woningen bij elkaar rond een grote binnentuin. Nu is dat een grandioos monument uit de Gouden Eeuw van Antwerpen. Een toen van de handelslui vergeven kosmopolitisch  Antwerpen dat in die 16de eeuw bruiste aan alle kanten en een van de belangrijkste Europese havensteden was.

de binnentuin van het complex

Een vrijzinnig Antwerpen ook waar de humanistisch ingestelde Plantin zich goed thuis voelde en al snel zijn drukkerij opstootte in de vaart der volkeren en zelfs uitbouwde tot de grootste ter wereld. Met 22 persen en meer dan 80 werknemers. Met boeken op zowel religieus, humanistisch, taalkundig, kartografisch als wetenschappelijk gebied. Gedrukt in vele talen. Van o.a. Latijn, Grieks en Nederlands  tot zelfs Oud-Syrisch en Armeens. Echt ongelooflijk. Hoeveel verschillende soorten loden lettertekens moeten ze daar wel niet hebben gehad?

opslagruimte met de letterbakken

Daarnaast zette Plantin zelf nog een filiaal op in Leiden en werd hij zelfs officiële drukker van onze Staten Generaal werd. Achteraf gezien heel belangrijk omdat Leiden zich daardoor, na de oprichting in 1575 van de universiteit door Willem van Oranje,  tijdens de Tachtigjarige Oorlog tot een belangrijke en vrije drukkersstad  kon ontwikkelen.

Dat in tegenstelling tot Antwerpen. In 1585 was de stad weer in Spaanse handen gevallen. Veel protestantse kooplui verlieten de stad richting Noordelijke Nederlanden. Achteraf gezien betekende dat stuivertje wisselen van Gouden Eeuw. Amsterdam nam het havenstokje van Antwerpen over. Ook omdat die vervelende protestantse Zeeuwen en Hollanders nu tol eisten voor de toegang tot de Westerschelde. Een heffing die officieel pas in1863 werd afgeschaft. Maar om nou te zeggen dat ’t tegenwoordig helemaal pais en vree is tussen Vlaanderen en Nederland rond die Westerschelde? Niet echt toch? Nog steeds animositeit genoeg.

gravure over de bezigheden in een drukkerij destijds

schilderij van een proeflezer die de teksten controleert

Hoewel Antwerpen dus economisch wegzakte, wist die drukkerij van de Plantijnen en Moretussen zich goed te handhaven. De Officina Plantaniana had namelijk het recht kregen van de Spaanse regering alle religieuze geschriften voor hun rijk te drukken. Best een leuk contract als je beseft dat ook al die veroverde gebieden in Midden en Zuid-Amerika er onder vielen. Zodoende stond in Antwerpen de grootste drukkerij van de Contrareformatie. Maar aan alle moois komt ooit een eind. Meer dan drie eeuwen na de oprichting verkocht nazaat Edward Moretus drukkerij en gebouwen aan de stad Antwerpen. Nu dat stijlvolle en heel interessante Museum Plantin-Moretus.

de oudste nog bestaande drukpersen ter wereld

de privé-bibliotheek van de familie

Zo leerde ik er dat Christoffel Plantin ook de Garamond had ontworpen. Een lettertype dat nog steeds in zwang is. Toen ik dat las, had ik direct mijn Niçoise galerist/uitgever Jean-Paul Aureglia in zijn werkplaats voor ogen. De man met wie ik samenwerkte aan nieuwe uitgaven van onder andere de Divina Commedia en de werken van Homerus.

Griekstalige uitgave van Homerus, gedrukt in de Officina Plantiniana

De man die de teksten van zijn uitgaven nog ouderwets handmatig zet met loden lettertjes. Letters in van die letterbakken die ooit heel populair waren als wandversiering. En weet je welk lettertype hij daarin heeft zitten? De Garamond! Thuis in Middelburg staat dus een hele reeks livres d’art met daarin illustraties van mij en Franse teksten uit Nice in de Garamond, de letter die Plantin in Antwerpen ontwierp. Prachtig toch?

deel van galerie/werkplaats van Jean-Paul in Nice met ook nog een schilderij van mij

Tot volgende week.

TOOS

Nog even Venetië, maar dan heel anders in het Vlaamse Edegem


Toos van Holstein, Venezia, olieverf 130 cm-100 cm
Toos van Holstein, Venezia, olieverf 130 cm-100 cm

Nog even en ik kom weer langzaam boven de internethorizon. Maar nu nog niet. Vandaar ook deze keer nog  een al weken geleden klaar gezet blog. Een soortement vervolg op de Venetië-aflevering van vorige week.

koor-2

Kunst veroorzaakt kronkelwegen die volstrekt onverwacht kunnen zijn. Want ik had nooit kunnen bedenken dat ik eind vorig jaar op een zondag in de Sint-Antoniuskerk in Edegem zou zitten. Een plaats iets ten Zuidoosten van Antwerpen waar die zondagmiddag het koor Sin’al Fine en het muziekensemble Tamburini vocale en instrumentale renaissancemuziek ten gehore brachten. Met boven hen hoog hangend in het kerkkoor de print van mijn schilderij “Venezia”.

koor-3

Een aantal maanden voor hun concert kreeg ik een mailtje van Sin’al Fine. Op mijn website www.toosvanholstein.nl hadden ze dat “Venezia” ontdekt. En of ze die afbeelding mochten gebruiken bij hun 20-jarig jubileumconcert. Venetië was in de baroktijd ten slotte een heel belangrijke stad met bijvoorbeeld componist Vivaldi bovenaan de toenmalige hitlijsten. Nou, dat mocht. Maar dan wilde ik wel graag een paar toegangskaarten voor hun concert ontvangen. Geen probleem.

koor-4

En zo zat ik daar die zondagmiddag als eregast. Met een toegangsbewijs in handen waarop dat “Venezia”, met een programmaboekje waarop dat “Venezia”, vlak bij een grote poster met daarop “Venezia” en met die grote print op alu-dibond hoog voor mij in de kerk. En met een heerlijk concert van een voor amateurs heel hoog niveau. Zijn dat geen heerlijk kunstige kronkelwegen? Tot volgende week.

TOOS

En zo is ’t gekomen!


Als de vader van mijn levensgezel niet een gezin had gekend waarvan een zoon woonde in de Adelheidstraat in Den Haag had dit stukje er heel anders uitgezien. Want dan was Poen de Wijs niet de buurman geworden van levensgezel toen die zich in die Adelheidstraat vestigde. Poen was een zeer getalenteerde fijnschilder, één van de beste van Nederland. Was! Want vorig jaar overleed hij, veel te vroeg. Door dat buurmanschap leerde ik Poen kennen als vriend en kunstgenoot die altijd bereid was om zijn kennis te delen. Met uiteindelijk als gevolg het steendrukje hieronder.

feeststeendruk 1
feeststeendruk 1

Want toen ik op zoek was naar een goeie steendrukker kwam Poen met de suggestie “ga naar Ernst Hanke in Zwitserland”. Ik had in 1995 al eens een steendruk gemaakt in het atelier van de bekende Piet Clement in Amsterdam. Daar waar bijvoorbeeld  Jan Cremer en Lucebert kind aan huis waren. Maar mijn manier van werken paste daar niet. Een 5-kleurensteendruk maken op vijf verschillende stenen? No way, veel te onnauwkeurig! Dus toen Poen me vertelde dat Ernst Hanke dat allemaal op één steen kon, was een afspraak met Ernst snel gemaakt. De treinreis naar zijn atelier in Ringenberg zal ik niet licht vergeten. Van de ene vertraging in de andere, dus onverwachte overstappen, en pas midden in de nacht op de eindbestemming. Maar de samenwerking met Ernst was perfect. In de jaren daarna volgden nog meer steendrukken, zowel opdrachten als litho’s die ik voor mijzelf maakte. Wel ging ik dan met de auto! Heen zonder en terug met steendrukken. Over de Zwitserse douane, Zwitserland is ten slotte geen EU-land, zal ik ’t nu maar niet hebben. Dat is een heel ander verhaal.

samenwerkend met Ernst Hanke in zijn grote steendrukpers
samenwerkend met Ernst Hanke in zijn grote steendrukpers

Maar Hanke ging er mee stoppen. Het was mooi geweest. En de populariteit van de steendruk was duidelijk over zijn hoogtepunt heen. Erger nog, de verkoop stortte jammer genoeg helemaal in door de opkomst van digitale kunstreproductietechnieken. Ook weer een verhaal apart. Dus hoe ging Toos nu nog litho’s maken? Heer Bommel had dan Tom Poes als listverzinner. Maar dit was werkelijkheid en geen stripverhaal. Via via kwam ik ten slotte uit bij een andere meestersteendrukker, Rudolf Broulim. Oorspronkelijk afkomstig uit, toen nog, Tsjecho-Slowakije, al jaren leraar aan de kunstacademie in België, met een eigen steendrukatelier in Ekeren bij Antwerpen en ook werkend met die éénsteentechniek.  Een geheel andere persoonlijkheid dan Ernst. Maar ook met hem kon ik het heel goed vinden. Dus volgde er weer een jarenlange samenwerking met als voordeel dat de afstand Middelburg-Ekeren ietsje korter is dan die van Middelburg naar Zwitserland.

vooroverleg met Rudolf Broulim over de feeststeendrukken
vooroverleg met Rudolf Broulim over de feeststeendrukken

de steendrukken staan te drogen
de steendrukken staan te drogen

En toen wilde ook Rudolf er mee gaan stoppen. Het pensioen lonkte. Maar niet zonder mij nog een mooi afscheidscadeau te geven. Vorig jaar september, tijdens een groot feest dat levensgezel en ik hadden georganiseerd vanwege allerlei mooie leeftijdsgetallen. Ik mocht bij hem nog een laatste litho maken. Bedoeld als herinnering voor alle 140 feestgangers aan een onvergetelijke avond. Dat hebben we tijdens dat feest dus ook luid en duidelijk aan een ieder verkondigd. Zo duidelijk zelfs dat ik kort geleden nog een mailtje kreeg van een toen aanwezige die heel nieuwsgierig was naar de stand van zaken rond die feeststeendruk. Het heeft inderdaad ook even moeten duren.  Want Rudolf was druk bezig allerlei pensioenzaken rond zijn atelier af te wikkelen. Zoals bijvoorbeeld het verkopen van zijn grote pers naar China. Want de Chinezen kopen niet alleen wereldwijd grote bedrijven op, maar ook mooie, oude, grote steendrukpersen. Zij hebben daar voor de steendruktechniek nu veel meer belangstelling dan wij hier in Europa.

feestgangers op de tweede etage achter de balustraden
feestgangers op de tweede etage achter de balustraden

Het duurde dus even voor Rudolf voor mij een steen kon prepareren. Een steen zelfs, zo bleek, waarop ik twee litho’s van A4-formaat kon maken. Altijd makkelijk nietwaar, als zo’n kunstwerk over de post moet worden verstuurd. Want natuurlijk is ’t heel leuk om de feestgangers persoonlijk een exemplaar te overhandigen als dat logistiek goed uitkomt. Maar ja, ze wonen verspreid over het hele land. Dus ik zal toch hier en daar de ouderwetse post moeten gebruiken.

feeststeendruk 2
feeststeendruk 2

Resten nog twee vragen. Eén. Wie wordt mijn volgende meestersteendrukker? Want dat steendrukken is toch veel te leuk om niet meer te doen, na  al die ervaringen met een paar van de echte grote Europese meesters. De tijd gaat het leren. En twee. Stel nu eens dat levensgezel niet in die Adelheidstraat terecht was gekomen en ik Poen de Wijs niet had leren kennen. Zouden dan ooit twee feeststeendrukken zijn ontstaan in het atelier van Rudolf Broulim? Van het een komt het ander, maar of daar logica in zit? Tot volgende week.

TOOS

Terug naar Ekeren


“Nou, dat was dan de laatste keer”, zo dacht ik, toen ik vorig jaar naar buiten stapte en de deur in de Pastoor Goedschalkxstraat in Ekeren bij Antwerpen achter mij in het slot viel. De laatste keer dat ik die licht schuifelende tred van Rudolf had gehoord bij die klassieke muziek zachtjes op de achtergrond. En met het uitzicht op de groene binnentuin, zittend op die bekende stoel aan die bekende tafel met een dikke, platte, rechthoekige Solnhofener kalksteen voor me met een potje speciale tusche ernaast. Want, zo meldde ik destijds, mijn meestersteendrukker Rudolf Broulim ging er mee stoppen. Het was mooi geweest, hij ging met pensioen en zijn steendrukatelier ontmantelen. Gewoon nog even een paar kleine klusjes en dan was ’t gedaan.

Maar toen was hij vorig jaar september met zijn Marie te gast op het grote feest dat mijn levensgezel en ik gaven voor zo’n 140 mensen in mijn Middelburgse pakhuis.

nog een paar impressies van dat feest
nog een paar impressies van dat feest

feeststeendruk 2

Een feest waarvoor we nog steeds complimenten krijgen als we feestgangers van toen weer spreken. Een van de mooiste complimenten kregen we al op die avond zelf. Van Rudolf. “Toos”, zo sprak hij met zijn licht Vlaamse accent, “deze avond verdient een cadeau. Jij komt bij mij helemaal gratis en voor niks nog één keer een steendruk maken die je dan aan alle gasten van deze grandioze avond kunt toesturen als speciale herinnering. We moeten alleen nog even bekijken wanneer dat kan gaan gebeuren vanwege dat uitruimen van mijn atelier.”

Dat uitruimen is dus nog niet afgerond. Eigenlijk staat het wel vast dat een aantal van de steendrukpersen naar een academie in China gaan. Daar willen ze graag de steendruktraditie voortzetten die in Europa, net zoals Rudolfs atelier, aan onttakeling onderhevig is. Maar de bureaucratische molens in China draaien traag. Regeltje hier, stempeltje daar, vergunningkjes, nog meer belangrijke ambtenaren, ach, eigenlijk de bekende riedel.

vooroverleg met Rudolf over de steendruk
vooroverleg met Rudolf over de steendruk

met tusche tekenen op de steen
met tusche tekenen op de steen

feeststeendruk 5a Dus zat ik een dikke week geleden toch nog weer aan die tafel op die stoel in Ekeren. Met die klassieke muziek zachtjes op de achtergrond. Met de vertrouwde licht schuifelende tred van Rudolf op de ateliervloer. En met uitzicht op een nog kale binnentuin want de lente liet wat langer op zich wachten dan ons verlangen daarnaar. Overigens wel met vlak voor mijn neus de musjes en de vinkjes die zich tegoed deden aan van die voedselbolletjes in netjes in de boom. Want Marie en Rudolf zorgen goed voor die gevederde vriendjes. Net zoals Rudolf ook altijd goed zorgt voor mij. Met koffie, met zo’n dikke Solnhofener kalksteen weer voor mijn neus en een potje van zijn zo speciale tusche ernaast. Plus natuurlijk de penselen en de speciale lithopotloden. Ik was weer helemaal blij.

En die steendruk? Dat worden twee verschillende afbeeldingen. Het onderwerp ervan? Natuurlijk dat feest waaruit deze geste van Rudolf voortkwam. Een kleine video impressie staat hierboven.

Wanneer ze klaar zijn, hoor ik vragen. Tja, dat zal mee worden bepaald door die Chinese bureaucratie en de ambtenaren van Ekeren. Want voor de ontruiming van het atelier moet de Pastoor Goedschalkxstraat worden afgesloten, moet er een grote hijskraan komen en moeten die grote steendrukpersen vanuit het atelier aan de achterkant van het huis over die binnentuin en het voorhuis heen op een grote vrachtwagen worden getakeld.  Ook nog Vlaamse bureaucratie dus. Maar ik houd jullie op de hoogte. Tot volgende week.

TOOS

4 Van Gogh’s en 1 van Holstein


Afgelopen zaterdag vierde ik het Sinterklaasfeest in Friesland en dan is een omweggetje naar galerie Kesk in Workum een voor de hand liggende actie. Eigenaren Sophie en Klaas Elzinga vertegenwoordigen mij al een paar jaar met hun galerie in het Noorden des lands en dan is ’t altijd goed even bij te praten. Bij Friese koffie en Fries gebak. Dat bijpraten was nu zeker de moeite waard want er hangen ten slotte tegenwoordig een viertal Van Gogh’s in hun galerieruimte. In combinatie dus met mijn werk. Nou, dat overkomt je als kunstenaar niet vaak. Hangen naast Vincent van Gogh. Niet onaardig toch? Overigens moet ik wel zeggen dat die werken in de galerie kopieën zijn van de echte die ergens in een kluis staan. Want ga er maar aanstaan, echte Van Gogh’s verzekeren!  Alhoewel, echt?

Samen met Sophie Elzinga bij de 4 Van Gogh's en die Van Holstein
Samen met Sophie Elzinga bij de 4 Van Gogh’s en die Van Holstein

Daar zit nu net het grote pijnpunt voor Sophie en Klaas. Want alleen als het Amsterdamse Van Gogh Museum een Van Gogh label wil plakken op een vermeend werk van Van Gogh, dan pas is ’t een echte Van Gogh. Wereldwijd. En dat wil het Van Gogh Museum dus niet. Ondanks heel veel feiten die er voor pleiten.  Daar zit natuurlijk een onverkwikkelijk verhaal achter.

De Aardappeleters van Van Gogh
De Aardappeleters van Van Gogh

In 1884 woont Vincent in Nuenen. In deze periode, waarin het beroemde “De aardappeleters” ontstaat, trekt hij veel op met amateurschilder Anton Kerssemakers. In een brief uit die tijd van Vincent aan zijn broer Theo schrijft hij “Heb nog een schilderijtje gemaakt zo groot als de knollenpluksters in de sneeuw, van de korenoogst. Een maaier en een vrouw die opbindt”. Laat nu net zo’n schilderijtje, niet gesigneerd trouwens, bij Kerssemakers achterblijven als Van Gogh in 1885 vertrekt naar Antwerpen. Samen met nog drie andere, ook niet gesigneerde werken van vrijwel dezelfde afmetingen.

"Een maaier en een vrouw die opbindt" uit de brief van Van Gogh
“Een maaier en een vrouw die opbindt” uit de brief van Van Gogh

Dat alles is feitelijk geheel onomstreden. Via de familie Kerssemakers komen de schilderijen ten slotte in bezit bij een familie Keunen. Die probeert in de jaren 90 van de vorige eeuw de schilderijtjes door het Van Gogh Museum als echt te laten erkennen. Volstrekt achteloos wordt hun verzoek terzijde geschoven.

Anderen, zoals de conservator van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, raken wel overtuigd van de echtheid. Met dat soort belangrijke mensen in zijn vaarwater wil Senior Researcher Van Tilborgh dan uiteindelijk de schilderijen wel onderzoeken. Intussen heeft de familie Keunen al aan Sophie en Klaas gevraagd of die hun belangen willen behandelen. Ze zijn al dat jaren durende en vertragende gedoe helemaal spuugzat.

Modern technisch materiaalonderzoek wijst één ding uit. Alles, doek, ondergrond en pigmenten wijst naar één persoon, Vincent Van Gogh. Eitje dus! Ja, dat had je gedacht. De Senior Researcher acht in 2006, na twee jaar onderzoek, de variatie in de penseelstreek te weinig, vindt die niet bijzonder trefzeker en weinig spontaan terwijl er ook te weinig contrast en durf in kleurgebruik is. Wat is hier subjectief, wat objectief? Weer wat jaartjes later weet hij echter te melden dat Van Gogh in zijn Nuenense tijd nog geen eigen stijl had en experimenteerde met verschillende stijlen. Tja, wat moet je daar dan weer mee?

Nog een foto van Sophie en mij bij die schilderijen
Nog een foto van Sophie en mij bij die schilderijen

Het televisieprogramma Pauw raakt geïnteresseerd. Afgelopen oktober zou de directeur van het Van Gogh Museum daar in discussie gaan met Sophie en Klaas. Maar wat doet deze directeur? Vlak voor de uitzending weigert hij om met hen aan één tafel te zitten. In de uitzending zelf mag Sophie nu nog een paar opmerkingen vanuit het publiek plaatsen. Doet de directeur dat vanuit sterkte of juist zwakte? In ieder geval is duidelijk dat de leiding van het museum de hakken in het zand zet. Eerlijk of oneerlijk? Ik ben gezien de feiten geneigd tot het laatste. Maar die Van Gogh’s zijn intussen dus nog steeds niet erkend.

Ik ga er voorlopig toch maar vanuit dat ik hang bij een paar echte Van Gogh’s. Gemaakt in de omgeving van Nuenen, het dorp waar ik een flink deel van mijn jeugd heb gewoond. En dat is een leuke gedachte. Nietwaar? Tot volgende week.

TOOS

Een eindigende traditie?


Broulim1 Nee, natuurlijk niet die van Sinterklaas en Zwarte Piet. Die zit zo diep geworteld in onze cultuur, die blijft nog heel lang. Ook met Zwarte Piet erbij. Daarin geloof ik heilig. Ik bedoel hier de traditie van de nieuwjaarssteendruk van Rudolf Broulim. Die is een ietsje minder bekend dan die van onze Sint Nicolaas, maar toch óók heel leuk. Zeker voor degenen die er mee te maken hebben. Waaronder ik dus.

Regelmatige lezers van dit blog “TOOS&ART” weten ‘t, ik werk al een aantal jaren samen met Rudolf Broulim in zijn steendrukatelier te Ekeren aan de noordkant van Antwerpen. Heel wat steendrukken heb ik daar gemaakt in samenwerking met deze zeer ervaren meestersteendrukker van de oude garde. Niet alleen litho’s voor mijzelf maar ook voor zeer gelimiteerde Franse uitgaven van de Ilias en Odyssee van Homerus en de Légende dorée. En ook dat nieuwjaarssteendrukje dus. Dat is een mooi gebaar van Rudolf voor “zijn kunstenaars”. Waarbonder bijvoorbeeld Jan Decleir. Bij ons vooral bekend als acteur in films als Mira, Karakter en Kruistocht in spijkerbroek. Maar in België ook als beeldend kunstenaar. Wij krijgen dan ieder een stukje ter grootte van een ansichtkaart ter beschikking op een grote steen om daar een eigen ontwerp op te maken. In de loop van december  wordt dat in ’t zwart 100x doorgedraaid op de steendrukpers. Zo krijg ik dan honderd originele kunstwerkjes van eigen hand cadeau waarmee ik aan het begin van het nieuwe jaar vrienden en goeie relaties blij kan maken.

Ik heb hier voor de nieuwsgierigen nog een filmpje ingebouwd over het ontstaan van zo’n steendruk  (ook te zien op YouTube met de link http://youtu.be/FllnbULjCqY).

Maar aan alles komt een eind. Want Rudolf gaat er mee stoppen. Op zijn leeftijd, met een lang werkzaam leven achter zich, heeft hij dat ook beslist verdiend. Maar jammer genoeg heeft hij geen opvolger. Steeds minder kunstenaars werken met die prachtige lithotechniek, waardoor er met het steendrukken hooguit nog droog brood is te verdienen. Veel steendrukpersen worden nu zelfs verkocht aan kunstacademies in China, waar de lithografie juist in opkomst is. Natuurlijk blijven er, verspreid over Europa, nog wel wat ateliers over met nieuwe bevlogen steendrukkers aan het hoofd. Maar de oude garde die het vak werkelijk tot in de vingertoppen beheerst, sterft langzaam aan uit.

Broulim3

Overigens, we hebben in ons land in Valkenswaard  nog wel het zeer interessante Nederlands Steendrukmuseum. Onder de bezielende leiding van directeur Frank van Oortmersen en zijn team wordt daar met speciale exposities en demonstraties “de steendruk” in al zijn facetten meer dan levend gehouden. Echt de moeite waard (www.steendrukmuseum.nl).

Broulim5

Een paar dagen geleden zat ik in Ekeren dus waarschijnlijk voor het laatst gebogen over een steen om daar op mijn eigen stukje mijn nieuwjaarsafbeelding te maken. Hoe die eruit ziet? Dat blijft nog geheim. En wie ‘m gaan krijgen? Ook dat blijft natuurlijk nog geheim tot ergens in januari. Wel kan ik al vast verraden dat ie dit keer een heel speciaal doel heeft. Maar welk doel? Inderdaad, ook dat blijft nog geheim. Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Zacht als steen


01 steendruk

02 steendruk Senefelder wist wel wat ie deed, zo rond 1800, toen hij bezig was zijn uitvinding van het steendrukken te ontwikkelen. Graniet, dat was ’t niet, te hard. Had hij even mazzel dat bij hem in Beieren de Solnhofer kalksteen ruim voorradig was.  Daarop kon je met inkt tekenen en het oppervlak was makkelijk weg te schuren. Zacht als steen dus. En daarvan maak ik op het moment gebruik. In het steendrukatelier van Rudolf Broulim in Ekeren bij Antwerpen. Daar ga ik een paar duizend jaar terug in de tijd om een paar jaar vooruit te kunnen werken. Cryptisch taalgebruik? Oké, ik leg ’t uit.

Rudolf is van een uitstervend soort.  De soort “meestersteendrukker”. Binnen die soort zijn alle kneepjes en geheimen van het steendrukvak bekend. Maar steendrukken is uit, zodat de op leeftijd komende meesters er de brui aan geven en er nauwelijks nieuwe voor in de plaats komen. Zo gaat Rudolf eindelijk met pensioen en bij wie moet ik dan mijn litho’s gaan maken? Om dat probleem voor te zijn, ben ik al vast aan de gang gegaan met een serie die waarschijnlijk pas in de openbaarheid zal komen in 2015. Vandaar dus dat vooruit werken voor een paar jaar. Overigens, ik ben nu pas aan de gang met de eerste stappen voor de eerste drukgang.  Er zullen nog heel wat volgen.

03 steendruk

En die paar duizend jaar terug? Dat is de schuld van Jean Paul Aureglia, eigenaar van galerie Qvadrige/drukkerij La Diane Française in Nice. Geen onbekende voor de lezers van dit blog, net zo min als Rudolf Broulim trouwens. Met Jean Paul heb ik al aan diverse van zijn bijzondere projecten meegedaan. Gelimiteerde oplagen van iconen uit de wereldliteratuur als de Divina Commedia van Dante en de Ilias van Homerus. Geïllustreerd met originele kunst in de vorm van steendrukken, zeefdrukken, etsen en houtsneden.

Nu heeft Jean Paul een nieuw project op stapel staan. De Odyssee van Homerus. In feite het vervolg op de Ilias. Verhaalt die alles rond de strijd om Troje, in de Odyssee worden de avonturen van Odysseus beschreven als hij probeert na de verovering van Troje weer op huis aan te gaan. Daarbij wordt hij door sommige goden heftig tegengewerkt, door andere juist geholpen. Kijk, die Grieken houden nu dan wel hun handje op, maar in het verleden hebben ze ons ook heel wat nagelaten waaraan we nog steeds inspiratie ontlenen. Ik wel in ieder geval, omdat Jean Paul me heeft gevraagd ook weer aan deze nieuwe uitgave deel te nemen. Een editie dus die pas over een paar jaar het licht zal zien. Maar in de tussentijd zal ik er vast nog wel eens over berichten. Zoals nu. Tot volgende week.

04 steendruk

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag

Tweeduizendendertien?


We zitten in het jaar 2013. Alhoewel? De Chinese en Joodse jaartelling vertellen heel iets anders. Zo’n getal is dus maar betrekkelijk. Maar ach, van goeie tradities moet je niet afstappen. Vandaar ook het steendrukje dat ik als nieuwjaarswens naar bijna 100 adressen stuurde. Ik schreef er al over in een vorige aflevering. Nu kan ik wel onthullen wat voor afbeelding het is. Samen met de bijbehorende tekst staat de afbeelding dus hieronder  ook in “TOOS&ART”.

steendruk blog

“Het kunstgen is nog niet gevonden, maar het bestaat vast wel. Want kunst zit in ons allemaal. Kunst verbroedert. Kunst roept heftige discussies op. Kunst reikt van het pure conceptuele tot het “zigeunerjongetje met de traan”. Kunst wordt in de politiek wel eens onderschat. Kunst wordt op de veiling wel eens overschat. Een wereld zonder kunst is een arme wereld. Kunst in al haar facetten verrijkt ons leven. Laten we met z’n allen dat vooral zo houden.

In 2013 zal ik weer proberen daaraan mijn steentje bij te dragen. Dat begint dan met dit steendrukje. Een uniek kunstwerkje, gemaakt met een techniek die dreigt te verdwijnen. Honderd drukte ik er in samenwerking met meestersteendrukker Rudolf Broulim uit Antwerpen. Eén houd ik er zelf. Deze hier hoort bij de resterende 99. Een verzamelaarsitem dus.

Wij wensen een ieder hiermee een heel goed, gezond en kunstzinnig 2013 toe.”

En direct een steengoed begin!

HOF_3378

Op de kerst/nieuwjaarsborrel  bij galerie Peter Leen XL in Breukelen (www.galeriepeterleen.nl) werd ik volstrekt onverwacht verrast met een prijs. Elk jaar reikt Peter Leen de zogenaamde Brooklyn Gallery Award uit aan één van “zijn kunstenaars”. En dit jaar was ik dat dus! Een bekroning van een al jaren durende vriendschappelijke en zakelijke relatie met een bevlogen kunstliefhebber die van kunst zijn business heeft gemaakt. Als ik over een poosje weer eens in New York ben ga ik in Brooklyn beslist  goede sier maken met die prijs. Tot volgende week.

TOOS

www.toos.biz

www.toosvanholstein.nl

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag