Tagarchief: Assen

Balloo, the place to be tijdens Pinksteren, vanwege een artistieke wereldprimeur


Bezig in het keramiekatelier van Giampietro Rampini in Gubbio

Ik ben weer op de terugweg naar Nederland. Met een echte primeur achterin de auto. Een aantal keramische objecten uit mijn ei-project. En met in mijn herinnering vier intens werkzame maar ook zeer bevredigende weken in Gubbio. Lees en bekijk hier en hier de vorige twee afleveringen van dit blog er maar op na.

Maar rust en kalmte straks in Middelburg? Vergeet ’t! Ik moet gelijk weer aan de bak. Want in het Pinksterweekeinde van 4,5 en 6 juni start een solotentoonstelling van mij in het Drentse Balloo, een paar kilometer ten oosten van Assen. Een prachtig authentiek boerderijendorp met alle bebouwing in een groot ovaal aaneen geweven rond een open ruimte. Heel speciaal.

oude kaart met daarop duidelijk de vorm van Balloo te zien

In één van die boerderijen bevindt zich de Galerie Drentsche Aa van Jan en Hilde Wekema. Met wie ik alweer een aantal jaren samenwerk.

Galerie Drentsche Aa
overleg met Jan Wekema bij een eerdere expositie

Maar onze voor 2020 geplande solo expositie kwam er dus niet van. ‘Het virus’. Nu is ’t echter zover. Met daarbij zelfs een artistieke wereldprimeur. Want natuurlijk zijn een paar van die nieuwe ei-objecten van mij op de tentoonstelling te bewonderen.

Over dat project is vanzelfsprekend wel een en ander te vertellen. Maar waarom zou ik eigenlijk niet gewoon het persbericht gebruiken dat Jan de galeriedeur heeft doen uitgaan? Af en toe mag gemak best de mens dienen.

‘De verwondering’

expositie van Toos van Holstein bij Galerie Drentsche Aa

‘For me art is travelling the mind’ is al heel lang de slogan van Toos van Holstein, Nederlands Briljanten Kunstenaar van het jaar 2016. Maar zo zegt ze “om die slogan inhoud te geven, is het noodzakelijk het kleine meisje in mezelf te behouden en te koesteren. Zo’n nieuwsgierig meisje dat zich alsmaar kan blijven verwonderen over de wereld om zich heen, over wat ze daarin waarneemt”. Op die manier blijft Toos steeds nieuwe ervaringen opdoen, nieuwe ontdekkingen doen. Net zoals de Alice van ‘Alice in Wonderland’. Voor haar een blijvende inspiratiebron.

Alice, olieverfschilderij van Toos van Holstein (150-120 cm)

Vandaar dus ook die titel ‘De Verwondering’ voor Toos van Holstein’s solo expositie bij Galerie Drentsche Aa in Balloo. Een tentoonstelling waarin ze haar altijd weer herkenbare kunstenaarshandschrift tot uitdrukking laat komen in haar olieverfschilderijen, haar mixed media werken op aludibond en haar kunststofbeelden.

Maar Galerie Drentsche Aa heeft ook de nationale primeur van het nieuwe keramische werk van Toos van Holstein. Keramiek naar eigen ontwerp die ze nog afgelopen maand beschilderde in de Italiaanse keramiekstad Gubbio. Ook weer in haar stijl natuurlijk. Want wat Toos van Holstein ook creëert,  met welk materiaal dan ook, het blijft haar wereld.

detail van een van de ei-objecten

Een wereld die de kijker denkt te kennen maar die feitelijk alleen bestaat in haar rijke fantasie. Nog een citaat van haar: “Als ik vorm geef aan een moderne wolkenkrabberstad kun je je afvragen of dat nu New York of Chicago, Sjanghai of Hongkong is. Nou, eigenlijk geen van alle, die stad bestaat alleen in mijn verbeelding.” Net zoals dat het geval is bij schilderijen met haar lievelingsstad Venetië als onderwerp. Je ziet direct dat ’t Venetië is, die stad met haar unieke sfeer. En toch is de geschilderde plek er nooit en te nimmer te vinden. Want die bestaat namelijk alleen in Toos haar gedroomde Venetië.

Nebbia a Venezia, olieverfschilderij van Toos van Holstein (65-45 cm)

Nog steeds blijft de kunstenaar, net als dat kleine meisje, de wereld om haar heen gretig absorberen. De middeleeuwse steden van Zuidelijk Europa, de warme kleuren van India, de specifieke cultuur van Midden-Amerika, de diverse sferen van het Midden-Oosten, de drukke moderne metropolen. Dat alles sublimerend in die geheel eigen wereld van ‘for me art is travelling the mind’. ’t Mag dan ook geen wonder heten dat Toos bij de gerenommeerde landelijke verkiezing van Kunstenaar van het jaar 2022 behoort bij de 25 populairste kunstenaars van ons land.

Legendary, olieverfschilderij van Toos van Holstein (100-90 cm)

De officiële opening van de expositie vindt plaats op zondag 5 juni. Voorbezichtiging is al mogelijk op zaterdag 4 juni. Toos van Holstein is zelf aanwezig op Pinksterzondag en maandag 5 en 6 juni.

Galerie Drentsche Aa, Balloo 27, 9458 TA Balloo (Drenthe)

expositie ‘De Verwondering’  van Toos van Holstein  4 juni-17 juli

open vr, za, zo 13-17 uur en op Pinkstermaandag 6 juni

tel. 0592 241214

www.galeriedrentscheaa.nl

Daar heb ik op dit moment niks meer aan toe te voegen. Behalve dan dat ik hoop dat ’t tijdens de Pinksterdagen gezellig druk wordt in Balloo. Tot volgende week.

TOOS

Met de Rembrandtkaart in de hand komt men door -bijna- gans Museumland


voorkant van de Rembrandtkaart 2022
‘De vaandeldrager’ van Rembrandt

‘De vaandeldrager’ van Rembrandt gaat binnenkort uitgebreid op reis door Nederland. En in deze blogaflevering ga ik op een kunstige reis langs Den Haag, Amsterdam, Arnhem, Assen, Leeuwarden en Axel. De verbinding tussen dit alles? De Vereniging Rembrandt en haar Rembrandkaart. Daarom leek bovenstaande titel, als parafrasering van het aloude ‘met de hoed in de hand komt men door het ganse land’, me wel toepasselijk.

Die Vereniging (https://www.verenigingrembrandt.nl/nl ) heeft al sinds 1883 het doel heeft om behoud, restauratie en uitbreiding van ons kunsterfgoed te ondersteunen.  Met particuliere fondsen en giften die er zijn ondergebracht.

een pagina van de website van de Vereniging Rembrandt

Een doel dat ik als persoon, als kunstenaar en als lid samen met zo’n 16.000 anderen volledig ondersteun. Persoonlijk krijg ik er ook nog wat voor terug. Zoals die Rembrandtkaart. Een soort Museumkaart maar dan anders. Met z’n allen echter krijgen we die Vaandeldrager-rondreis door al onze provincies cadeau. Omdat de Vereniging Rembrandt vorig jaar financieel heeft bijgedragen aan de verwerving van dat schilderij door het Rijksmuseum.

En dit jaar? Eind januari stond ik in het Kunstmuseum Den Haag voor dit onderdeel van een drieluik van Paula Rego (lees deze aflevering maar). En wat bleek in maart? Met ook weer financiële steun van de Vereniging Rembrandt heeft het museum dit werk kunnen aankopen. Die expositie bezocht ik natuurlijk gratis met mijn Rembrandtkaart . Net zoals trouwens Museumkaart-bezitters dat konden. Maar niet onaardig, levensgezel en ik betalen, als zogenaamde duo-gezellen van de club met elk een eigen kaart, minder dan voor twee Museumkaarten. Waarbij we dus ook nog eens bijdragen aan ons cultureel erfgoed. Mooi toch? Zeker ook vanwege nog veel andere extraatjes.

een grote Rijksmuseumzaal even helemaal voor ons alleen, samen dan wel met Marten en Oopjen van Rembrandt

Wat voorbeeldjes? Die foto hierboven. Een speciale avond enkele jaren geleden in het Rijksmuseum,  voor alleen Rembrandtleden.  Waarbij we ‘Marten’ en ‘Oopjen’ van Rembrandt op een bepaald moment helemaal  alleen voor onszelf hadden. Of de speciale lezingen over kunst. Of al mogen rondlopen in het gedurende vijf jaar lang verbouwde en uitgebreide Museum Arnhem voor de officiële opening op 13 mei plaatsvindt . Het museum met een prachtige verzameling 20ste eeuwse realistische kunst. En ook nog eens sterk gericht op vrouwen in de kunst. Een ander extraatje? Het mooie magazine dat elk kwartaal in de bus komt.

voorjaarsuitgave van het R-Bulletin van de Vereniging Rembrandt

Nog een financieel dingetje. Toen ik begin maart rondliep in het Drents Museum bij de expositie ‘Viva la Frida’ betaalden, zo las ik, Museumkaart-houders  € 10 extra. En levensgezel en ik? Niente, nichts, rien! Iets dat ik al vaker meemaakte. Een prachtige expositie trouwens, die Frida Kahlo expositie. Een prima aanvulling op de tentoonstelling vorig jaar in Het Amstelveense Cobra Museum over Frida en haar op-en-af-en-op-liefde Diego Rivera (hier beschreven). Wat foto’ uit Assen.

Ik sta altijd weer verrast van de prachtige exposities daar in Assen. Elke keer weet men er de grote tentoonstellingsruimte ingenieus anders in te richten.

op het bordes van het Princessehof in Leeuwarden

Een paar dagen later al toonde ik trouwens mijn Rembrandkaart opnieuw. In het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Mijn allereerste bezoek daar. Want sinds ik me in het Italiaanse Gubbio heftig bezig houdt met keramiek vul ik graag kennislacunes op dat gebied op. Wat een prettige noordelijke verrassing, dat museum. Gevestigd in een prachtig 17e eeuws stadspaleis van de stadhoudersdynastie van de Nassau’s. De dynastie waaraan ons koningshuis en dus ook Willem Alexander zijn ontsproten. Ook weer wat foto’s.

Maar, en dat moet ik eerlijk toegeven, af en toe heeft de Museumkaart z’n voordelen.  Zoals bij ‘Museum Het Warenhuis-museum Land van Axel’ in Zeeuws-Vlaanderen. Wel gratis toegang met de Museumkaart, niet met de Rembrandtkaart. Toch wilde ik erheen. Vanwege de Zeeuw Johnny Beerens. Hè, hoe, wat, wie? Die reactie kan ik me voorstellen. Want echt bekend is hij niet bij het grote publiek. Maar wel een fantastisch kunstenaar. Die met heel doordachte, ingewikkelde technieken een soort driedimensionale schilderijen maakt. Schilderij-sculpturen met zee en strand als inspiratiebron. Zijn werk kende ik al wel maar nu was er een overzichtstentoonstelling in dat Museum Het Warenhuis. Eigenlijk moet je zijn schilderijen in ’t echt zien. Maar hier toch ter illustratie een korte video en wat foto’s.

een paar details
detail

Conclusie van dit alles? Ik ga voor de Rembrandtkaart en de Vereniging Rembrandt. Vooral omdat je zo ons beeldende kunst erfgoed mee helpt ondersteunen. Een nobel streven toch? Daar waar de overheid heel erg heeft gesneden. Tot volgende week.

TOOS

Oh, Oh, Omikron en Neerlands Beroemdste Filosoof van de Kouwe Grond


Van Middelburg even op en neer naar Assen? Of Enschede? Nee, toch net iets teveel van het verre. Maar als ik levensgezel vraag om beide steden in te passen in een zowel familiale, kunstzakelijke als  logistiek verantwoorde Tour des Pays-Bas weet ik dat ’t wel voor elkaar komt. Maar waarom Assen en Enschede? Natuurlijk vanwege ‘Viva la Frida’ in het Drents Museum en ‘Artemisia, Vrouw & Macht’ in het Rijksmuseum Twenthe.

Dat Rondje Nederland was weer eens even noodzakelijk. Er moest kunst van mij naar kopers in Bergen en Nijmegen. Ook had ik beloofd om een keer in Borne (bij Hengelo)gezellig te komen borrelen bij de enthousiaste bezitters van twee recent bij Galerie Álafran (Diepenheim)aangekochte grote Toos-schilderijen. Verder stond er al een familiebezoek in Friesland in onze agenda’s. Terwijl ook zakelijke kunstafspraken in Emmen en Nijmegen moesten worden geëffectueerd. Net zoals het brengen van flink wat werken naar de galerie van museum Musiom in Amersfoort. Voor een nieuwe solo expositie daar. Maar dat verhaal komt nog wel.

Dat alles combineren in een Tour des Pays-Bas met ook Assen en Enschede er nog bij? Geen probleem voor levensgezel.

Alles dus geregeld, zijn we via Bergen in Friesland aangeland, komen Rutte en De Jonge op nota bene zaterdagavond hun zoveelste coronaconference geven. Lockdown! Musea dicht! Vergeet Frida op maandag maar. En Artemisia op dinsdag? Mooi niet dus!

persconferentie of conference, ik weet ’t eigenlijk niet meer

Bij ‘Viva la Frida’, over schildersicoon Frida Kahlo, valt daarmee voor nu wel te leven. Die expositie loopt nog tot 27 maart. En over haar en haar grote liefde Diego Rivera zag ik deze zomer al een prachtige tentoonstelling in het Amstelveense Cobra Museum. Lees hier maar.

een beroemd zelfportret van Artemisia, 1638-39

Maar bij mijn 17e eeuwse schildersheld en dijk van een wijf Artemisia Gentileschi? Vorig jaar boorde Covid-19 mij nog een grootse expositie over haar in Londen door de neus. Zou ik voor het eerst met de Eurostar naar die stad, was alles met hotel en kaartjes voor de National Gallery geregeld, komen er quarantaineregels op dat Brexit-eiland en rijdt die trein ook niet meer. Daaraan wijdde ik vorig jaar juli al een blog.

zie ook maar dit viseo opwarmertje voor de expositie

Met Artemisia zit ’t dus niet mee. Maar ingedachtig de uitspraak van onze beroemdste Filosoof van de Kouwe Grond (oh ja, en ook nog onze Beste Voetballer Ooit) ‘elk nadeel hep ze voordeel’ , houd ik op deze manier natuurlijk wel iets over om naar uit te kijken. Nu maar hopen dat als het Orakel van het Haagse Torentje begin volgend jaar nieuwe Omikron-uitspraken doet, ik het Rijksmuseum Twenthe toch nog kan bezoeken voor de sluitingsdag 23 januari van  ‘Artemisia, Vrouw & Macht’. Dan toch maar gewoon even op en neer van Middelburg naar Enschede? Een halfvol glas is ten slotte beter dan een halfleeg.

En of Assen nog wat later aan de beurt kan komen? Dat zou wel fijn zijn. Dan zou mijn glas zomaar meer dan half vol raken. Ook omdat de stad, buiten het museum, volop meedoet met Frida-uitingen, zo zag ik bij onderstaande foto’s.

muurschildering in Assen vanwege Viva la Frida
veel Frida, maar wel dicht natuurlijk

Trouwens, na al die andere afspraken wel te hebben kunnen afhandelen, met  als laatste het in etappe 4 afleveren van mijn schilderijen bij het Amersfoortse Musiom, voelde ik me in finishplaats Middelburg best wel wat moe.

mijn schilderijen aflevern voor een solo expositie in de galerie van het Musiom die hopelijk ergens in januari van start kan gaan

Hoe zou dat zijn geweest met nog die twee expositiebezoeken erbij? Best nog wel een beetje moeier, schat ik zo in. Eigenlijk dus, op z’n Cruijffiaans, nog zo’n voordeel bij een nadeel.

Nu op naar 2022. Maak er ondanks, of misschien juist dankzij de Omikronvariant een mooie, vuurwerkvrije en gedenkwaardige Oud en Nieuwjaarsviering van.  Tot volgende week.

TOOS

Kunstkilometers vreten


Hoezo zou Nederland klein zijn? Ben je wel eens van het zuidwestelijk gelegen Middelburg naar het noordoostelijke Bad Nieuweschans in Groningen bij de Duitse grens gereden? Meer dan 380 km schoon aan de haak! Van Middelburg naar Parijs is korter.

Hoe ik dat weet? Omdat ik die rit in de loop der jaren een aantal malen vice versa heb gemaakt. Ook de afgelopen twee weekeinden weer. Vanwege een nieuwe expositie bij Galerie Wiek XX in dat Bad Nieuweschans. Eerst zo’n ritje om schilderijen te brengen, een week later voor de officiële opening. Heel veel kunstkilometers vreten dus. Maar levensgezel en ik maken dat dan met kunstavonturen zo aangenaam en nuttig mogelijk. Hoe? Lees maar!

Toevallig had ik kort geleden een schilderij verkocht via een in Parijs gevestigde online-kunstorganisatie. Aan een liefhebber van mijn werk in Berlijn. Maar dat schilderij was nog in consignatie bij Galerie Drentsche Aa in Balloo, even ten oosten van Assen. Kwam dat even goed uit! Kon ik ’t op zaterdag 16 februari gelijk ophalen als ik dat weekeinde toch noordwaarts ging. En kon ik ook te gelijkertijd met galerist Jan Wekema wat zomerse toekomstplannen doornemen die hier ongetwijfeld nog ter sprake gaan komen.

met Jan bij zijn Toos van Holstein wand

Zo dicht bij Assen konden we natuurlijk niet de expositie ‘Nubië: Land van de Zwarte Farao’s’ in het Drents Museum links laten liggen. Levensgezel en ik hebben elkaar ten slotte voor ’t eerst in Caïro ontmoet vanwege onze belangstelling voor het oude Egypte en het zuidelijk daarvan gelegen Nubië. ’t Bleek een heel interessante weekendtoevoeging.

Maar er wachtte ons in het Drents Museum nog een extra kunstverrassing. Een prachtige tentoonstelling van Carolijn Smit. Een keramist van wie we werk al vaak tegen kwamen op kunstbeurzen en dat ons elke keer opnieuw aansprak. Bleek ze daar zomaar ineens een heel grote tentoonstelling te hebben. Sommigen gruwen misschien van haar beelden maar ik vind het ongelooflijk intrigerend en ook nog eens perfect afgewerkt.

Opgetild door al die kunst was het toen nog maar een kippeneindje naar ons gebruikelijke verblijfadres in Friesland. Een klein dorpje waar familie van levensgezel resideert.

bij Galerie Wiek XX

Zondag. Eerst op naar Bad Nieuweschans om daar mijn schilderijen af te leveren en daarna terug via Ameide. Een eeuwenoude plekje, gelegen aan de Lek tussen Vianen en Schoonhoven. Daar hield kunstgenoot Lon Buttstedt open huis. Ze ging verhuizen van haar gigantisch grote 17e eeuwse pand van waaruit ooit het waterschap de polder bestierde naar iets veel kleiners. Altijd interessant om te zien wat ze zoal kwijt wilde. Op die manier is nu een heel grote houten, met stof beklede leeuw de mijne geworden. Dus alweer opgetild door iets moois bleek Middelburg ineens verrassend dichtbij.

een rij prachtig oude panden in Ameide

En het afgelopen weekeinde met die opening bij Galerie Wiek XX? Heel kort! Op vrijdag vanuit het domicilie van levensgezel in Den Haag naar Leiden. Opnieuw voor Egypte. Met de tentoonstelling ‘Goden van Egypte’ in het Rijksmuseum van Oudheden. Ook weer prachtig! Met als toegift nog onze eigen Zeeuwse godin Nehalennia. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

Zaterdag noordwaarts via Dirkshorn in Noord-Holland voor een lunchafspraak bij Ronald en Elisabeth Leyen. Die Elisabeth die afgelopen oktober ‘Stalkunst’ organiseerde als onderdeel van de Kunst10daagse Bergen. Over mijn deelname daaraan schreef ik toen hier. Behalve die lunch had Elisabeth nog een extra lokkertje in de vorm van een prachtig groot fotoboek over onze ‘Stalkunst’.

samen met Elisabeth op de bank met dat fotoboek

’s Middags door naar het Fries Museum in Leeuwarden. Voor ‘Rembrandt en Saskia: liefde in de Gouden Eeuw’. Want om Rembrandt kunnen we dit jaar absoluut niet heen. Maar dat komt nog wel. Nog een ander verhaal.

Uiteindelijk weer door naar dat Friese dorpje van hierboven om van daaruit op zondag richting Nieuweschans te gaan. Voor die opening.

En afgelopen maandag? Nog even naar ‘ZWF Ontwerp’ in Bolsward. Daar waar ik al mijn alu-dibonds laat maken en waar ik wat ideeën te bespreken had met baas Geoffey Schippers. Over bijvoorbeeld Gubbio in Italië en mijn 70-Series. Raadselachtig? Zekers! Maar ook dat zijn komende verhalen.

met Geoffrey Schippers in de grote hal van ZWF Ontwerp

En wat ik tussen die twee weekeinden in heb gedaan? Werken natuurlijk. In mijn atelier. Tot volgende week.

TOOS

Er werd wat afgedronken in het oude Perzië


Drents Museum in Assen

Naarmate je meer hebt gereisd door allerlei landen, blijft er steeds minder nieuws te ontdekken over. Een ijzeren logica die Johan Cruijff wel zou hebben aangesproken, vermoed ik zomaar. Dus zaten levensgezel en ik een poosje geleden wat te brainstormen over nog te bezoeken interessante streken. Interessant in de zin van een combinatie van oude cultuur buiten Europa, oude steden, gevarieerde landschappen en ook nog een aangenaam klimaat. Daarbij passeerde ook Iran de revue. Regelmatig in het nieuws, nietwaar? Als Trump himself er niet voor zorgt, doen de zuurdoordesemde ayatollahs daar ’t wel. Er is altijd wel iets met politieke verdragen, Yemen of Sjiieten en Soennieten. Maar daarnaast is het land ook een bakermat van zeer oude beschavingen. En met een zeer vriendelijke, nieuwsgierige en behoorlijk hoog opgeleide bevolking zoals we hoorden van vrienden en relaties die er zijn geweest. Een mogelijke reisoptie dus. Reden dan ook om naar Assen af te reizen. Assen? Iran? Ja hoor. Want in het Drents Museum draait nog tot 18 november de tentoonstelling ‘Iran-Bakermat van de beschaving’.

overzicht van deel van de expositie

In dat Drents Museum ben ik al regelmatig geweest. Heel vaak  weten ze er echt interessante exposities te organiseren over oude culturen. Zo ook nu over Iran, grotendeels eigenlijk het oude Perzië. Een regio die deel uitmaakte van een veel groter gebied waar zo’n 12.000 jaar geleden de landbouw zich kon ontwikkelen door een gunstige geografische ligging en een gevarieerde flora en fauna.

de regio

Jaren geleden las ik al over het waarom daarvan in het uitermate interessante boek ‘Zwaarden, Paarden & Ziektekiemen’ van Jared Diamond. Een aanrader. Die weet heel boeiend duidelijk te maken waarom juist in dat gebied de landbouw kon ontstaan. Met ook weer alle gevolgen van dien. Zoals een zich steeds meer ontwikkelende beschaving waarvan nu in Assen prachtige uitvloeiselen zijn te zien. In deze context trouwens een heel toepasselijk woord, dat uitvloeiselen. Want er werd blijkbaar heel wat afgedronken in dat oude Perzië van duizenden jaren geleden. Prachtige drinkbekers en voorraadvaatjes voor de inhoud daarvan tonen dat.

schenkkan 850-550 v.Chr.

schenkkannen in de vorm van een bultrund 1150-850 v.Chr.

drinkbeker waarbij het mannetje uit zijn eigen beker lijkt te drinken, 800-700 v.Chr.

zilveren drinkbeker 850-550 v.Chr.

massief gouden drinkbeker 559-331 v.Chr

deel van de gouden beker

Eigenlijk heel intrigerend dat de vormen  hier en daar heel sterk doen denken aan de geabstraheerde bronzen dierenbeelden zoals die nu in de moderne Nederlandse kunst worden gemaakt. Door bijvoorbeeld Frans van Straaten en Evert den Hartog. Qua vormgeving trouwens ook niet altijd lekker makkelijk om uit te drinken, zo lijkt me. Vooral voor die gouden beker moest je toch wel regelmatig naar de sportschool om je armspieren te oefenen. Twee kilo zwaar zonder vloeibare inhoud!

Maar ja, wie ’t breed heeft, laat ’t breed hangen. Je bezit ten slotte niet zomaar van de 6e tot de 4e eeuw voor Christus een rijk dat groter was dan het Romeinse Rijk daarna ooit zou worden. Met bijvoorbeeld het legendarische Persepolis als een van de hoofdsteden. Gesticht door Darius I, ook wel de Grote genoemd. Dat ie groot was, wilde hij ook wel heel graag weten. Daar getuigt een in de expositieruimte op ware grootte nagebouwd reliëf van.

het reliëf zoals getoond op de expositie

het reliëf in werkelijkheid

Met in de rots uitgehouwen teksten in verschillende talen van die tijd over zijn glorieuze overwinningen. Logisch ook dat hij één voet zet op een op de grond liggende verslagen koning met nog een hele rij geketende vorsten voor hem. Trump kan er alleen maar van dromen. Maar dat aan alle machtsplezier ooit een eind komt, bewees Alexander de Grote toen hij uiteindelijk Darius III over de kling joeg en een eind aan dat grote Perzische imperium maakte.

Al met al een heel interessante en mooi vorm gegeven expositie. Met veel kleine, prachtig uitgewerkte voorwerpen maar ook imposante beelden. Klik maar eens hier voor een korte video over dit alles op MuseumTV . Een site met heel veel museumvideo’s over exposities.

Hulde dus voor het Drents Museum. En wie weet voor levensgezel en mij die extra impuls om toch maar eens naar Iran te gaan. Tot volgende week.

TOOS

‘The Great Liao’ in het Drents Museum


in een graftombe op ‘The Great Liao’

Als ik van Middelburg met de auto richting Bayonne aan de Frans-Spaanse grens ga, ben ik zo’n 1150 km onderweg. Diezelfde afstand geldt ook voor Bayonne naar Gibraltar aan het zuidelijke puntje van Spanje. Als een Liao-steppekrijger op zijn paard rond het jaar 1100 van de ene kant naar de andere kant van het Liao-rijk zou rijden was hij er dan nog lang niet. Want daarvoor zou hij 4000 km moeten afleggen. Ga je vanaf Gibraltar die afstand noordwaarts, dan kom je enkele honderden kilometers noordelijk boven Oslo uit. Dit om maar even aan te geven hoe groot het Liao-rijk in zijn hoogtijdagen was.

Nog nooit gehoord van die Liao? Dan moet je spoorslags naar het Drents Museum in Assen.  Daar wordt de 10de en 11de eeuwse geschiedenis onthuld van dit door veroveringen en allianties groot geworden Oost- Aziatische imperium van de Khitan-nomaden. Op een prachtige manier.

in het geel het Liao-imperium

Dat rijk? Het kaartje hierboven zegt heel veel. Delen van Rusland en zelfs hoofdstad Peking van het huidige China vielen toen binnen de grenzen ervan. Dat er heel lang weinig over dit nomadenland  bekend was, ligt aan het feit dat de geschiedenis meestal geschreven wordt door de overwinnaar. En die overwinning lag uiteindelijk toch bij de meerderheid van de Han-Chinezen in het zuidelijk deel van het imperium. Hoogontwikkelde, beschaafde Chinezen, volgens henzelf dan wel. En dan zijn nomaden en steppekrijgers natuurlijk al heel snel weg te schrijven als minderwaardig en onontwikkeld. Dat gebeurde dus en dat bleef ook eeuwenlang het beeld van hen.

Tot zo’n 40 jaar geleden bij toeval een aantal graftombes van de Khitan werden ontdekt. Wat daaruit naar boven kwam veranderde als bij donderslag hun historie. Grafgiften van goud en zilver terwijl  de Chinezen dat toen nauwelijks gebruikten. En prachtige wandschilderingen die blijk geven van een hoogontwikkelde cultuur. Iets dat we eigenlijk ook wel hadden kunnen weten als je kijkt naar de Boeddhistische pagodes die de Liao hebben nagelaten en die nog steeds het landschap sieren. Ook geven archeologische vondsten aan dat er enorme ommuurde Liao-steden hebben bestaan.

de graftombe met nagemaakte muurschilderingen

de Witte Pagode van Qingzhou

aardewerken drakenkop als versiering van een pagode

In het Drents Museum wordt heel sterk de nadruk gelegd op de grafvondsten en op versieringen van en voorwerpen uit de pagodes. Maar hoe doe je dat met heel veel kleinere voorwerpen die in vitrines moeten liggen? Door een bijna hallucinerende, gigantisch grote vloerbedekking te leggen die de steppegrond imiteert. Met rondom doorlopende foto’s van de steppe op de wanden. Door een paar van die graftombes na te bouwen met nageschilderde de bijbehorende wandversieringen erin. Een op de normale manier, een door met oplichtende contouren ervan te werken. Ook door de totale opstelling zo neer te zetten dat je heel makkelijk je oriëntatie in de expositiezaal kwijtraakt. Echt knap gedaan. En mooi dat in Assen de geschiedenis van die paar eeuwen Liao-rijk  wordt herschreven.

deel van de grote tentoonstellingsruimte

de speciaal vormgegeven graftombe

verguld zilveren kroon uit een tombe

Een rijk dat begin 12de eeuw uit elkaar viel door onderling getwist. Maar dat vacuüm werd snel opgevuld. Want vanuit het oosten rukten de opstandige Jürchen op, een Mongoolse stam. De Jürchen? Gaat er bij de naam Gengis Khan (1162-1227) of Dzjengis Khan wellicht wel een lampje branden? Alweer een steppekrijger wiens dynastie door zeer gewelddadige veroveringen het grootste aaneengesloten imperium stichtte dat er ooit heeft bestaan. Het Mongools Keizerrijk dat zelfs doorliep tot in Oost-Europa en angst en vrees in heel Europa veroorzaakte. Tja, geschiedenis en oorlog, twee onverbrekelijk met elkaar verbonden begrippen.

gouden dodenmasker van een prinses uit een tombe

de gouden laarzen die ze aan had

Daarom miste ik eigenlijk iets bij die tentoonstelling ‘The Great Liao’. Een grote landkaart van ons Europa met daarop geprojecteerd het Liao-rijk. Ik denk dat de huidige EU en dat oude rijk elkaar dan in grootte ongeveer bedekken. Als je bedenkt dat de EU pas zo’n 50 jaar bezig is zich op vreedzame wijze te vormen en dus nog zo’n 150 jaar te gaan heeft om de twee eeuwen van de Liao vol te krijgen, zouden er dan niet allerlei interessante bespiegelingen op gang kunnen komen? Tot volgende week.

TOOS

De Russen zijn er!


de Peredvizhniki
de Peredvizhniki

’t Kan verkeren. Was nog niet eens zo lang geleden de kreet “de Russen komen” reden tot het graven van diepe schuilkelders, nu hebben ze met groots onthaal Assen mogen innemen! Of om nauwkeuriger te zijn, het Drents Museum daar. ’t Is me de bende wel, die Russen. Een groep van woest uitziend snorren en baardenvolk, de Peredvizhniki, de zwervers, de trekkers. Maar ach, ’t zijn maar kunstenaars en dus niet gevaarlijk. Zeker ook omdat ze allemaal al lang dood zijn.

het Drents Museum met de nieuwe, halfondergrondse uitbreiding
het Drents Museum met de nieuwe, halfondergrondse uitbreiding

Omdat ik naar het hoge Noorden moest om een beeld af te leveren, lag een bezoek aan dat Drents Museum eigenlijk wel voor de hand. Allereerst omdat ik de nieuwe, half ondergrondse uitbreiding van al weer vijf jaren geleden nog steeds niet had aanschouwd en daar best nieuwsgierig naar was. En ten tweede vanwege de expositie van dat eind 19de eeuwse snorren en baardenvolk. Een kunstenaarsgroep waarvan ook de beroemde Ilja Repin(1844-1930) deel uitmaakte. De schilder die in Nederland pas bekend werd door een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk in 2002 in het Groninger Museum. Aan bezoekers toen geen gebrek. In totaal 250.000 en daar was ik niet bij. Dus kon ik nu die scha inhalen. Daar heb ik geen spijt van gekregen.

assen03

Die Peredvizhniki vormden rond 1870 een groep die het strenge regime van de Keizerlijke Kunstacademie in St.Petersburg wilde ontvluchten en meer kunstzinnige vrijheid wilde. Vrijheid om te schilderen zoals ze zelf wilden. Vrijheid om naast het Russisch landschap en de Russische cultuur ook het Russisch plattelandsleven te vereeuwigen. Dat gigantisch uitgestrekte platteland waar het grootste gedeelte van de bevolking leefde. In overwegend heel diepe armoe. Vrijheid ook om met hun schilderijen door het hele land te trekken en ver buiten Moskou en St.Petersburg de bevolking met kunst in aanraking te brengen. Vandaar die naam Peredvizhniki , de Zwervers. Schrijnende schilderijen zaten daarbij. Met als grote voorbeeld “De Wolgaslepers” van Ilya Repin uit 1873. Destijds in Groningen al het icoon van zijn solotentoonstelling en ook nu weer in de groepsexpositie.

De Wolgaslepers
De Wolgaslepers

detail
detail

Figuurlijk en letterlijk een meeslepend schilderij. Met daarop een groep armoezaaiers in vreselijke lompen gehuld die een schip op de Wolga voorttrekken. Zogezegd het lompenproletariaat. Als je zoiets ziet, begrijp je direct dat uit een dergelijke maatschappij met een gigantisch verschil tussen arm en rijk een revolutie moet voortkomen. Daarom is het ook zo frappant dat dit werk werd aangekocht door de zoon van de tsaar die toevallig ook nog directeur was van de kunstacademie en die het werk zelfs uitleende voor buitenlandse tentoonstellingen. Hoe verdraaid kan je kijk op je eigen maatschappij zijn! Hoe werkt dat in het hoofd van zo’n man die volledig buiten de werkelijkheid van zijn eigen volk leeft?

In dat opzicht trof mij ook een werk uit 1905 van Valentin Serov(1865-1911), “Soldaatjes, stoere jongens, waar is jullie glorie nu?”.

assen06

Daarin geeft hij weer hoe een vreedzame demonstratie waarin het hongerige volk een petitie aan de tsaar wil afgeven, door het leger in een bloedbad wordt veranderd. Werken dus die voor mij de revolutionaire omwenteling in Rusland verklaren.

Zo waren er meer van die eye openers. Wat te denken van onderstaande twee schilderijen “Na de nederlaag” en “Na de overwinning” van Vasily Vereshchagin(1842-1904) uit 1868?

assen07

Is er sinds die tijd veel veranderd in de wereld? Bij de linker moest ik gelijk denken aan de foto’s uit de Abu Ghraip gevangenis in Irak die in 2004 de Westerse wereld schokten vanwege het gedrag van Amerikaanse soldaten. En bi j de rechter had ik direct de walgelijke beelden van onthoofdingen door IS voor ogen.

Ook hangt er werk dat voor mij eigenlijk best onder de noemer edelkitsch zou mogen worden geschaard als ’t niet die harde werkelijkheid van destijds zou weergeven.

assen08 assen09

Want als je ouders allebei dood zijn, wat wacht er je dan als wees nog voor leven? Bovenal heel veel ellende. Eigenlijk vreselijk sentimentele schilderijen. Maar toch ook weer voorbodes van die revolutie.

Er is natuurlijk veel meer dan dit. Zoals voorlopers van het sociaal realisme dat onder het Sovjet bewind zo’n opgang maakte. Of enkele heel interessante landschapsschilderijen. Ook werken over sprookjes en geschiedenis die aangeven dat de Russische cultuur echt een heel andere is dan die van de Westerse wereld.

assen10 assen11 assen12 assen13

En nog één werk van Repin. Want hij springt er voor mij, vergeleken met de rest van zijn baardige medebroeders, toch echt wel uit.

assen14

Een stel dat langs de zee loopt die net aan het bevriezen is. Bijna magisch realistisch. Een aanrader, die Peredvizhniki tentoonstelling. Tot volgende week.

TOOS