Iedereen heeft zo haar of zijn helden. Vrijheidshelden, politieke helden, sporthelden, ze zijn er in allerlei soorten. Maar ik laat me regelmatig inspireren door helden zoals ons die in de loop van de afgelopen millennia via oude teksten en middeleeuwse en recente literatuur zijn overgeleverd. Daarom laat ik de komende weken een paar van die helden, van mijn helden dus, hier voorbij komen. Met natuurlijk het bijbehorende kunstwerk.
oude afbeelding bij Alice in Wonderland
Wie heeft er nog nooit gehoord van Alice in Wonderland! Speelfilms, tekenfilms, illustraties, het is bijna onmogelijk Alice niet te kennen. Lewis Carroll (1832-1898) maakte van haar een onsterfelijke held in ‘Alice in Wonderland’.
Toos van Holstein, Alice, olieverf 150-120 cm
Voor mij is ze gewoon dat kleine, nieuwsgierige meisje dat onbevreesd de wereld wil ontdekken. En als ’t goed is, hebben we op latere leeftijd altijd nog zo’n klein meisje, of jongetje natuurlijk, in ons die nieuwsgierig blijft naar het onbekende, het avontuurlijke. Ik probeer zelf altijd dat kleine meisje in me te koesteren, want op die manier kan ik al schilderend en boetserend met was mijn eigen wereld, mijn monde interieur, blijven ontdekken.
Zo ontstond niet alleen dit olieverfschilderij maar ook een reeks beelden in kunststof. Voor mij is dat Alice, het meisje dat Wonderland aan kan!
Zo zit je in Venetië met een expositie, zo in Workum. In het alfabet scheelt ’t maar één letter, in temperatuur een aantal graden, alhoewel ook niet altijd zoals de laatste dagen bleek, en in afstand een rijkelijk aantal kilometers. Maar dat maakt het niet minder leuk. Want ook Workum heeft als één van die Friese elf steden weer een geheel eigen charme. Daarbij was het mooie dat van te voren al vast stond dat ik voor deze nieuwe tentoonstelling in galerie Kesk de atmosfeer en ambiance van Venetië zou meenemen.
Vandaar dat galerie eigenaren Sophie en Klaas Elzinga de titel “De schoonheid van verval” heel passend vonden. Met daarbij de onderstaande tekst die ik jullie niet wil onthouden.
———————————-
De schoonheid van verval
Nebbia a Venezia, olieverf
Wie het werk van Toos van Holstein kent, zal direct begrijpen wat ze bedoelt met “De schoonheid van verval”, de titel van haar expositie bij galerie Kesk. De een zal bij een muur waar het geverfde stucwerk van afbrokkelt en de onderliggende steen te voorschijn komt zeggen “daar moet nodig wat aan gedaan worden”. Een ander, in dit geval Toos, ziet er juist schoonheid in. Een schoonheid die ze op het doek terugtovert bij het schilderen van verweerde muren en van gebouwen waarvan je je kunt afvragen of ze nu wel of niet bestaan. Architectonische vormen en ruimten, met altijd menselijke aanwezigheid, waarvan je weet dat ze er zouden kunnen zijn, ergens op deze aarde, maar waarvan je te gelijkertijd beseft dat ze ontsproten zijn aan het creatieve brein van de kunstenaar.
Vandaar dat de schoonheid en ook het verval van een stad als Venetië Toos van Holstein heel erg aanspreken. Regelmatig toveren het paletmes en penseel in haar hand dan ook een “Venetiëschilderij” op het schildersdoek. Olieverven waarbij je gelijk ruikt en proeft dat ze met die oude Dogenstad hebben te maken. Maar als je daar zou gaan zoeken naar de plek die Toos heeft weergegeven, zul je die nooit vinden. Die bestaat namelijk alleen in haar fantasie. Een gedroomd Venetië.
Overigens nam Toos in de maanden mei en juni nog deel aan een expositie in het reële Venetië tijdens de beroemde kunstbiënnale die daar nu gaande is. Een extra reden om er trots op te zijn dat ze de komende maanden exposeert in Galerie Kesk.
La dolce far niente, olieverf
In deze expositie zal, naast andere, dus een aantal nieuwe “Venetiëschilderijen” te bewonderen zijn, samen met het driedimensionale werk van Toos van Holstein. Want als veelzijdig kunstenaar beheerst zij ook die kunstdiscipline.
———————————-
opbouw van de expositie met hulp van Sophie
Kijk, dan krijg je toch maar mooi een aantal veren in het zitgedeelte van je lijf gestoken. Gelukkig figuurlijk want anders was dat zitten toch wel een probleempje geworden.
Adagio, olieverf
De opening was afgelopen weekeinde, maar de expositie duurt nog tot in september. Dus als je Toosiaanse en Venetiaanse sferen wilt proeven in een aangename Friese ambiance ben je altijd welkom bij Klaas en Sophie op
Sûd 114 8711CX Workum
van woensdag t/m zondag 13-17 uur
uitleg aan openingsbezoekersop de foto met bewonderaars van mijn werk
Misschien ook een idee om dan maar gelijk die andere tien Friese steden te bezoeken. Van die Elfstedentocht op de schaats komt ’t toch nooit meer. Zeker niet nu zelfs de Paus er van overtuigd is dat er iets met het klimaat aan de gang is. En als er één instituut is op aarde dat denkt op de lange termijn dan is dat toch wel de kerk in Rome. Dus maak ’t je makkelijk en neem de auto in plaats van de schaats voor die Friese Elf Steden. Maar vergeet galerie Kesk in Workum niet. Tot volgende week.
“Hé, de katten zijn verdwenen”. Blijkbaar ontstond er ineens weer mentale ruimte voor die constatering in mijn brein. Ik was lichamelijk en geestelijk zo geconcentreerd bezig geweest mijn kunststukken te transporteren van de boot in het kanaal bij de Campo San Lorenzo naar de Sala del Portale op die campo dat ik mijn omgeving helemaal had weggedrukt.
de transportboot aan de Campo San Lorenzo
De beroemde katten van de Campo San Lorenzo waren verdwenen! Samen met het houten poezenpaleis waarin ze huisden en dat al jaren het Venetiaanse klimaat had doorstaan. Een bouwsel dat eerst tegen het front van de eeuwenoude Iglesia San Lorenzo stond maar bij mijn bezoek aan Venetië in 2013 verplaatst bleek naar de linkerhoek van de campo. Met als oorzaak de beroemde Biënnale van Venetië. Al sinds mensenheugenis stond die kerk, een van de oudste in de toch al zo oude Dogenstad, vervallen en gesloten te zijn. In de beroemde boekenreeks van Donna Leon over de Venetiaanse Commissario Brunetti vraagt hij zich zelfs regelmatig af of die kerk ooit nog tijdens zijn leven weer open zal gaan. Ook die katten brengt Donna Leon af en toe zijdelings ter sprake. En Brunetti heeft op dat alles goed zicht vanuit zijn kamer in de Questura. Die bevindt zich namelijk recht tegenover de kerk met alleen de Rio di San Lorenzo en het plein ertussen. Die rio dus waar ik samen met vrienden de transportboot aan het uitladen was.
de oude plaats van het kattebouwsel links achterinde nieuwe plaats in 2013 links onderaan de kerktrapMexicaanse kunst in 2013 in de San Lorenzo
Maar in 2013 stond er ineens een kerkdeur open. Met daarnaast een groot bord dat aangaf dat binnen het kunstpaviljoen van Mexico was te vinden. ’t Bleek dat de staat Mexico met de stad Venetië een contract had gesloten om een deel van het interieur te restaureren. Als tegenprestatie mocht de kerk dan voor de komende jaren als paviljoen gebruikt worden. Voor de kunstbiënnale in de oneven jaren en voor de, minder beroemde, architectuurbiënnale in de even jaren.
Dus liep ik in 2013 zomaar onverwacht in een geopende San Lorenzo. Van de kunst was ik niet zo onder de indruk, van de kerk des te meer. Een prachtig koor in combinatie met ruige vervallenheid en nog openliggende vloeren. Kijk naar mijn schilderijen en je begrijpt waarom mij dat zo aansprak. Overigens is daar in 1324 nog ergens Marco Polo begraven. Maar tijdens een verbouwing in de 16de eeuw heeft men het zicht op zijn begraafplek verloren. Of hij daar nog steeds ergens ligt? Aangenomen wordt van wel.
het inwendige van de San Lorenzo in 2013
Vanwege Mexico dus moesten de katten een aantal meters verhuizen. Maar ze gedroegen zich op de nieuwe plek nog net zo autonoom als katten altijd al doen. Ze namen je wel waar vanuit hun eigen appartementje maar voor de rest kon je gewoon het dak op. Zolang dat het dak van hun condominium dan maar niet was natuurlijk. Dat dak reikte tot bijna een raam waar een doek je de inkijk belemmerde. Laat dat nu net een raam zijn van die Sala del Portale waarheen ik mijn kunst, nu in 2015, heen moest dragen. En waarbij ik me dus plotseling realiseerde dat die katten er niet meer waren. Dat vroeg natuurlijk om nader onderzoek. Het bleek dat de vrouw die jaren lang voor die beestjes had gezorgd en werkte in het verzorgingstehuis naast de Sala daar weg was. Blijkbaar had niemand haar vrijwillige poezenverzorgingstaak overgenomen. Ook kwam me nog een ander verhaal ter ore. Waarschijnlijk een broodje aap verhaal, maar toch! Want het viel me dit jaar wel op, na twee jaar afwezigheid in La Serenissima,dat ik nauwelijks meer katten zag. Terwijl je die anders toch in veelvuldigheid tegenkwam. Iemand vertelde me dat dit door de Chinezen komt. Die eten graag kattenvlees en in Venetië zie je inderdaad wel steeds meer Chinezen in winkeltjes werken. Broodje aap, of beter gezegd, broodje kat verhaal? Geen idee!
op weg naar expositie in de Sala del Portale links achterin
Wel waren er voor mijn gevoel nu veel meer honden. Mode? Zou kunnen. Vaak zelfs twee of drie per uitlater of laatster. Van die buikschuivers op veel te korte pootjes tot Golden Retrievers toe. En dat in een stad die nauwelijks openbaar groen kent. Het gevolg laat zich natuurlijk raden. Veel van die door schoenen langwerpig uitgesmeerde strontvlekken op straat. Met bij de vorming ervan ongetwijfeld de bijbehorende instantane hondenvervloekingen van de slachtoffers die onbedoeld in het bezit raakten van anders gekleurde en anders ruikende schoenzolen. En er zijn per definitie heel veel wandelaars in Venetië. Dat alles ondanks het feit dat ik ook heel wat keurige hondeneigenaren met papiertjes of plastic zakjes in de weer heb gezien. Wat ze er daarna mee deden? Ik weet ’t niet zeker, maar in Venetië is er bijna altijd wel een kanaal onder handbereik.
typische “Venetiëhonden”
Overigens heb ik zelf ook nog een hond aan het Venetiaanse arsenaal toegevoegd. Die bewaakt de tentoonstelling. Maar ik weet zeker dat Little Cerberus zich keurig gedraagt.
Oh ja, en de kerk is weer dicht. Het paviljoen van Mexico zit nu, na een paar jaar, ergens anders. Hoe ’t dan zit met dat contract? Dit is natuurlijk wel Italië. Tot volgende week.
Mijn moeder zei dat wel eens. “Misschien doen de kaboutertjes ’t vannacht wel”. Nou, mooi niet dus! Ze moest het de volgende dag toch allemaal zelf doen. Soms heb ik die gedachte ook wel eens bij het voorbereiden en inrichten van een tentoonstelling. Want daar zit toch altijd een hele hoop werk aan vast, zoals gisteren in de Martinikerk van Franeker. Natuurlijk was er daarbij wel de hulp van Anita van Os van galerie De Roos van Tudor uit Leeuwarden, want samen met haar heb ik deze expositie opgezet.
Zij had zelfs nog hulptroepen meegenomen waardoor alles toch relatief snel ging. Maar bij zo’n uitgebreide tentoonstelling als “Helden”, daar in die grote middeleeuwse kerk, is het hoe dan ook een heel gesjouw en gehang voordat alles is uitgezet en opgehangen . “Was ik nog maar die jonge meid van vroeger” ging even door me heen. Een reële gedachte maar geen reële wens natuurlijk. Want het is toch echt een natuurkundig gegeven dat de tijd alleen maar vooruit gaat en niet, zoals wij mensen regelmatig doen, achterom kijkt. Maar uiteindelijk geeft ’t altijd weer een goed gevoel als het totaal er bij de definitieve aanschouw mooi en esthetisch uitziet.
Er moeten nu nog een paar kleine puntjes op i’s worden gezet voor komende zondag 28 april bij de opening, maar dat gaat wel lukken. Een aantal beelden plaatsen, bijbehorende teksten naast de schilderijen bevestigen en nog een paar van die teksten afmaken. Want bij heel veel schilderijen van “Helden” heb ik persoonlijk getinte beschouwingen gemaakt. ’t Leek me namelijk zowel leuk als interessant voor de bezoekers om te kunnen lezen hoe ik tot al die werken kwam. Daarbij zijn er trouwens ook weer geen kaboutertjes die ze bedenken, uittikken, printen en ophangen.
En dan na zondag is het afwachten wat de vele bezoekers, zo’n 15.000 is de schatting, er de komende vier maanden van gaan vinden. Altijd weer spannend! Tot volgende week.
In het leven van een kunstenaar kun je tegenwoordig echt niet meer alleen volstaan met het uitoefenen van je vak en ook, zoals bij mij, het voldoen aan een zeer sterke levensbehoefte. Want naast mijn schilderen en beelden maken komt er nog heel wat meer kijken.
Bijvoorbeeld het gebruik van al die huidige communicatiemiddelen. Wat dat betreft leven we echt in een revolutionaire tijd. De tijd van de digitale revolutie. Email, Facebook, Twitter, Linkedin, blogs, fotosites waarop we al onze foto’s kunnen dumpen, Marktplaats, smartphones, the cloud. En bovenal natuurlijk ook internetsites! Die laatste, daar kun je als kunstenaar helemaal niet meer zonder. En dan heb ik er nog wel twee! Eentje, www.toosvanholstein.nl, al sinds vele jaren actief en de relatief nieuwe www.toos.biz. De eerste heeft vooral te maken met mijn schilderijen, beelden en verdere aanverwante artikelen, de tweede sinds mijn grote expositie in fort Rammekens vorig jaar met mijn zogenaamde TOOS-kunst.
Maar zulke sites moeten natuurlijk wel worden onderhouden en geactualiseerd. Dat kost energie en ook tijd. Tijd die me soms iets teveel door de vingers glipt. Er is rondom de kunst namelijk zoveel leuks en interessants te doen in dit leven. Het was eigenlijk alweer te lang geleden dat ik er toe kwam nieuwe olieverven op die eerste site te zetten. Maar dat is dus nu gebeurd. Tegelijkertijd was dit ook een prima gelegenheid om het uiterlijk van de Nederlandse openingspagina na een aantal jaren eens wat aan te passen.
Een paar van die nieuwe werken illustreren vanzelfsprekend deze blogaflevering. Want plaatjes spreken voor zich. Die hebben geen verdere praatjes nodig. En kijk voor de andere maar eens onder de knop “Nieuwe schilderijen” op www.toosvanholstein.nl.
Het zit er bijna op, die expositie “TOOS- de ontdekkende mens” in dat prachtige fort Rammekens. Alleen deze week nog met zondag 9 oktober als laatste dag. Met terugkijken op die lange en enerverende tentoonstelling wacht ik dus nog even. Eerst moet er op 10 en 11 oktober nog worden afgebroken. Dat wordt flink doorwerken, maar gelukkig is de temperatuur in de kazematten van het fort altijd zodanig laag dat de spreekwoordelijke zweetdruppels waarschijnlijk ook echt spreekwoordelijk blijven.
De kunstwerken die er nu nog hangen en staan, komen vast en zeker wel weer ergens anders tevoorschijn. En daarvan zal ik dan ongetwijfeld verslag doen in dit blog. Want het lijkt me leuk om er mee door te gaan, gezien alle positieve reacties die ik op “TOOS in Fort Rammekens” kreeg. Alleen de naam zal natuurlijk wel veranderen. Hoe? Dat merk je wel.
21ste bij de verkiezing Kunstenaar van het Jaar
Afgelopen weekeinde werd bekend welke kunstenaars door het kunstpanel van de verkiezing genomineerd zijn voor de laatste acht, die nu de laatste publieke verkiezingsronde ingaan. Daar zit ik niet bij. Maar ik ben er al heel tevreden mee dat van al die duizenden kunstenaars in Nederland mijn persoontje is geëindigd op nummer 21. Kijkend naar de totaallijst van 100 kunstenaars met daarin heel bekende namen vind ik dat helemaal geen gek plekkie! Nieuwsgierig naar die lijst? Kijk maar eens op http://www.kunstweek.nl/verkiezing/galerie2012.asp .
Wie nog een stem wil uitbrengen op maximaal twee van de kunstenaars bij de laatste acht kan dat doen via http://www.kunstweek.nl/verkiezing . Ik heb ‘t al gedaan natuurlijk.