Tagarchief: blockbuster

‘Und ein letztes Glas im Stehen‘ bij Vermeers ‘Het glas wijn‘, dankzij Vereniging Rembrandt


Wie ‘Met het Oog op Morgen’ kent, al decennia lang elke avond 11 uur op NPO Radio 1, kent natuurlijk ook de begintune:

“Es wird Zeit für mich zu gehen
Was ich noch zu sagen hätte
Dauert eine Zigarette
Und ein letztes Glas im Stehen“…….

Een prachtig lied van en gezongen door Reinhard Mey.

bij ‘Het glas wijn’ van Vermeer

De laatste regel ging gelijk door me heen bij deze door levensgezel gemaakte foto. Plaats Rijksmuseum Amsterdam, tijdstip 22 uur woensdag 15 februari, expositie ‘Vermeer’, schilderij ‘Het glas wijn’. Een behoorlijk unieke foto, vermoed ik. Want dit gaat de komende maanden vast een stuk moeilijker worden.

detail van ‘Het glas wijn’

We voelden ons dan ook wel bevoorrecht, zelfs een beetje VIP-achtig. Want het Rijksmuseum en de blockbuster-expositie ‘Vermeer’ worden natuurlijk niet zomaar even een avondje vrijgemaakt. Maar wel voor ons als leden van de Vereniging Rembrandt.

Toen die uitnodiging een paar maanden geleden binnenkwam, was de beslissing snel genomen. Gaan!! Een heel goed besluit, zo bleek. Want ga maar na. Al honderdduizenden kaartjes aangeschaft in de voorverkoop. Nog nooit vertoond. En vlak na de opening alles uitverkocht! Zelfs met drie wekelijkse avonden met sluitingstijd 22 uur. Een Vermeer-hype? Hoezo! Terwijl dat, als je naar de kunstgeschiedenis kijkt, helemaal niet in de lijn der verwachting lag. Vermeer is echt een prachtig voorbeeld voor de wonderbare kronkelwegen der kunstgeschiedenis.

Stel namelijk dat je in het Nederland van de eerste helft 19e eeuw als kenner de namen  Vermeer en Rembrandt even achteloos liet vallen in een aangenaam en goed kunstzinnig onder-ons-gesprek. Rembrandt? Oh ja, Rembrandt, de meester! Maar Vermeer? Gigantische kans op glazige blikken.

Eigenlijk ook best begrijpelijk gezien de feiten. Vermeer heeft, als succesvol Delfts kunstenaar, niet meer dan zo’n 45 à 50 schilderijen geproduceerd. Vooral kleine formaten en niet van die imponerende joekels. Daarvan verkoopt hij tijdens zijn leven (1632-1675) zelfs een 20-tal aan één Delftse familie. Zijn schilderijen plezieren dus maar een zeer select gezelschap van liefhebbers. Bezoekers van zijn atelier, ook buitenlandse, had hij meestal nauwelijks iets te tonen. Hoe raakt een kunstenaar dan, ook nog na een vroegtijdige dood op 42-jarige leeftijd, in bredere kringen bekend? Niet dus. Vermeer zakte weg in vergetelheid. Niet als enige trouwens. Denk maar aan veel vrouwelijke kunstenaars.

een van de zalen van de Vermeer-tentoonstelling
net of ‘Het melkmeisje’ even alleen voor mij inschenkt

Maar terugkomend op dat onder-ons-gesprek, stel dat je daarin bij leven en welzijn eind 19e eeuw opnieuw die namen van Rembrandt en Vermeer had laten vallen? Vermeer? Ja, natuurlijk, Vermeer! De oorzaak? Een Fransman. Ja, geen eens een Nederlander maar nota bene  een Fransman. De kunstcriticus Théophile Thoré-Bürger (1807-1869). Die zich in 1842 in het Mauritshuis plots stond te vergapen aan Vermeers ‘Gezicht op Delft’. Wat een ontdekking! Daarover diende geschreven te worden. En aldus geschiedde, met alle onvoorspelbare gevolgen van dien. Zoals de hype nu. Met in de eerste zaal van de expositie gelijk al dat ‘Gezicht op Delft’ (uit 1660-61). Ik wordt bij het zien ervan altijd weer blij.

Vermeer, ‘Het gezicht op Delft’

Waarom? Daarover begin ik maar geen uitleg, dikke boeken zat daarover. In de romancyclus ‘À la recherche du temps perdu’ (‘Op zoek naar de verloren tijd’, begin 20ste eeuw) van Marcel Proust, verdorie alweer een Fransman, valt er van emotie zelfs iemand pardoes dood neer voor dat schilderij.

Het interessante van de expositie is dat in de tweede zaal gelijk Vermeers eerste werken hangen. Die hij maakte na op zijn 20ste als meesterschilder te zijn toegelaten tot het Delftse schildersgilde Sint Lucas. Schilderijen met mythologische en Bijbelse thema’s. Voor zijn latere doen best grote doeken. Maar bij lange na niet de Vermeer van later. Ik durf te stellen dat als hij zo was blijven schilderen we nu geen Vermeer-hype hadden gehad.

die tweede zaal
met daarin ‘Diana en haar nimfen’
en ‘Sint Praxedis’

Maar toen kwamen die prachtig verstilde en technisch volmaakte Vermeer-interieurs. Met hooguit enkele personen erin. DE Vermeer zoals we die nu kennen!

Van te voren was ik nog een beetje sceptisch. Ik had al zoveel van zijn schilderijen gezien. Ook die nog nooit eerder uitgeleende drie werken uit de Frick Collection in New York. Ging ‘Vermeer’ nog iets nieuws toevoegen aan mijn Vermeer-gevoel? Ja dus! Met als toegift natuurlijk nog dat ‘letztes Glas im Stehen’.

Het is een echt prachtige tentoonstelling. Magnifiek ingericht en prima toegelicht. Dichter bij Vermeer ga je niet meer komen. Tenzij je natuurlijk dit doet.

de klimaatklevers een aantal maanden geleden in het Mauritshuis bij ‘Het meisje met de parel’
nu in het Rijksmuseum

Wist je trouwens dat ‘Het meisje met de parel’ in 1881 op een Haagse veiling voor het ongelooflijke bedrag van 2 gulden en 30 cent werd aangekocht door een verzamelaar?

Nog even ter informatie, vanaf 6 maart komen er mogelijk nog nieuwe kaartjes beschikbaar. Iets om met je vinger bij de knop te gaan zitten?

nog een paar foto’s
met hier die twee heel kleine schilderijtjes op de foto hierboven
allemaal tevreden bezoekers/Vereniging Rembrandt leden

En anders vind je via de Rijksmuseum site nog machtig veel interessante beelden en video’s met toelichting. Zoals bijvoorbeeld hier, hier en hier. Tot volgende week.

TOOS

Kunst voor in je brievenbus en zou Hugo de Jonge misschien stiekem Rolling Stones fan zijn?


Wat deze foto hier doet? verklaring verderop.

Sinds vorige week is in Zeeland een nieuw lichtpuntje te ontwaren in het diepe duister waarin de Nederlandse cultuursector zich al tijden bevindt. Maar daarover straks.

Eerst nog wat extra licht op dat diepe duister. Dat ging twee weken geleden toch echt wel lijken op een zwart gat. Geen toneellampen meer aan in de theaters. Concertzalen als donkere, holle ruimten. Geen oplichtende schermen in de bioscopen. Zelfs musea moesten minimaal twee weken de uitlichting van hun kunst staken. Reden onder andere? Het aantal verkeersbewegingen terugbrengen Maar Ikea? Die filialen mochten open blijven. Een absolute gotspe! Stel dat alle auto’s richting musea links zouden moeten voorsorteren en die voor Ikea rechts. Gokkie leggen dat je rechts één grote, urenlange file had gekregen en dat de museumbezoekers links gewoon konden doorrijden? Bezoekers, doordeweeks voornamelijk ‘grijze koppen’, die zich keurig voor zo’n tijdslot hadden aangemeld waarin maar een minimaal aantal mensen was toegestaan. Bezoekers die zich, zo weet ik uit ervaring, keurig aan alle afstandsregels houden. Want zijn zij niet de begerenswaardigste doelgroep voor dat pluizige coronabolletje met die gretige grijparmpjes? Bezoekers ook die de regelmatig beslagen brillenglazen op de koop toenemen bij hun net niet goed zittende gezichtsmaskers.

drie weken geleden bij Kasteel Het Nijenhuis ten oosten van Zwolle, ongelooflijk toch, die drukte, met alle bijbehorende verkeersbewegingen?

Maar nee, dicht moesten ze, die musea, absoluut dicht! En nog geen week later? Minister Hugo de Jonge op tv. Met droge ogen en zonder enige schaamte weet ie te melden dat ze zeer waarschijnlijk snel weer open mogen. Gewoon nog wat nachtjes rustig slapen en ’t is zo ver. Wat is er daar achter de schermen gebeurd? Welk visioen, welk voortschrijdend inzicht had zich binnen zeven dagen zo plotseling aan hem geopenbaard? Maar goed, met zijn Bijbelse achtergrond zal de spreuk ‘beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ hem niet onbekend zijn.

De bioscopen, theaters en ook musea mogen dus nu toch eind deze week ineens weer open. Wel natuurlijk met alle bijbehorende en beperkende corona-voorwaarden. Zwalkende cultuur-lichtpuntjes zogezegd. Met in Zeeland zelfs nog die al genoemde extra lichtbron. De herintroductie van Kunstbezord.nl.

Hé, zullen sommige lezers mogelijk denken. Ken ik dat niet? Jazekers ken je dat. In april en mei schreef ik daarover al. Nog even kort samengevat. Alles wat kunst betrof lag op z’n gat. Reden voor het Centrum Beeldende Kunst Zeeland om te beginnen met die actie Kunstbezorgd.nl. Alle bij het CBK ingeschreven professionele kunstenaars konden foto’s aanleveren van opstuurbare, brievenbusveilige kunstwerken met maximaal A4-formaat. Alles te koop voor de vaste prijs van €100 per kunstwerk. Gelijke monniken, gelijke kappen dus. Het idee vond ik zo sympathiek dat ik me over mijn bezwaar tegen die toch wel lage prijs heen zette.

Ik ging aan de slag met een stapel dunne, makkelijk snijdbare aluminiumplaten die al jaren in mijn atelier lag. En met succes. Veertig maakte ik er in die lockdown-maanden, allemaal verkocht. Een heerlijk gevoel dat ik in die sombere tijd best wel kon gebruiken. Zo’n heerlijk gevoel dat ik er ook nog een brochure van 40 pagina’s aan ga wijden. Maar dat wordt een ander verhaal.

afbeelding op de omslag van die komende brochure over de XX-XX Serie

Toen galerieën en musea weer opengingen sloot het CBK de site af. Tot ik twee weken geleden bericht kreeg dat in deze opnieuw duistere tijden de Kunstbezord site weer internetleven wordt ingeblazen. Oh,had ik nog wat van die aluminiumplaten liggen? Ja! Vandaar onderstaande foto van vorige week.

bezig in mijn atelier aan nieuwe kunstwerken voor Kunstbezorgd.nl

Kunstbezorgd.nl is intussen actief in de cyberspace en in de shop staan ook alweer heel wat werken te koop van heel wat kunstenaars. Zoals van mij. Ten minste, op dit moment van schrijven. Want zoals dat door de bancaire wereld tegenwoordig heet ‘resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst’. Je hoeft trouwens niet door alles heen te scrollen, je kunt ook op naam zoeken.

een screenshot van vorige week van de verkoopsite van Kunstbezorgd.nl met daarin het kunstwerk dat je al zag staan, helemaal bovenaan
een nieuw kunstwerk dat er nu op staat

En wat Hugo de Jonge betreft? Ik vroeg me ineens af of hij niet stiekem een fan is van de Rolling Stones. Want op vrijdag 20 november mogen de musea weer open. Komt dat even goed uit voor het Groninger Museum met de opening van de nieuwe blockbuster expositie ‘Unzipped’ over dat fameuze stel jonge ouwe mannen. Waarbij Mick Jagger de officiële opener is op donderdag 19 november om 17.00 uur. Dat gebeurt online via rollingstonesgroningen.nl. Door iedereen te volgen. Toeval? Bij Hugo de Jonge gebeuren wel meer rare dingen. Tot volgende week.

TOOS

High Society in het Rijksmuseum, Lower Society in Zuid-India


Ik verkeer nog steeds in Niçoise dreven, al een flinke tijd. En daar is helemaal niks mis mee. Maar ’t betekent natuurlijk wel dat ik van een aantal recente kunstige belevenissen in Nederland alleen op de hoogte kan blijven via internet. Tot voor een paar jaar moest ik daarvoor naar buiten. Zoals naar een terrasje tegenover het prachtige oude complex waarin mijn atelier zit.

Een terrasje dus met wifi en ook vaak zon. iPad’je erbij en, afhankelijk van het tijdstip, een cappucino, een pilsje of een glas wijn. Ook alweer niks mee mis. Maar het moderne communicatieleven schrijdt voort. Niet gestadig, maar in een continue sprint. Dus heb ik me hier uiteindelijk toch maar overgegeven  aan die niet te stuiten ontwikkeling en me gewaagd aan een huiselijke internetverbinding. En nu? Wat went een mens toch onafwendbaar snel aan zoiets. Een leven zonder cyberspace op mijn Niçoise afzonderingsplek? Ik kan ’t me bijna niet meer voorstellen.

Daardoor heb ik alle berichtgeving over de nieuwe blockbustertentoonstelling ‘High Society’ in het Rijksmuseum goed kunnen volgen. Wie kan ’t trouwens ook zijn ontgaan? Overal is er wel aandacht besteed aan die van over de hele wereld verzamelde collectie van menshoge portretten. Met onze eigen afgestofte en opgefriste Marten en Oopjen van Rembrandt als stralend middelpunt.

Rembrandt, Marten en Oopjen

Paolo Veronese, Graaf en Gravin da Ponte, 1552

Een soort parade van machtigen en rijken door eeuwen heen. Want machtig of rijk moest je natuurlijk wel zijn als je je vroeger op die manier liet vereeuwigen. Nu, met de fotografie, laat je gewoon voor niet al te veel geld even een paar meter hoge foto van jezelf afdrukken. Hoewel?

Zijn van Barack en Michelle Obama niet net een paar maanden geleden hun officiële geschilderde, ook menshoge portretten onthuld?

Ze hadden zo in ‘High Society’ in het Rijksmuseum ingepast kunnen worden. De portretschilderkunst wordt blijkbaar nog steeds hoger gewaardeerd dan de portretfotografie. Ga maar eens na hoeveel mensen graag van zichzelf en van hun kinderen een geschilderde beeltenis aan de muur hebben hangen. Hele volksstammen, schat ik zo in. Maar ’t is natuurlijk ook wel zo dat een echt goeie portrettist heel veel extra’s in een schilderij kan leggen. Kijk maar bij Barack en Michelle. Zoiets gaat volgens mij niet lukken bij een foto, hoe goed ook.  Terecht dus dat zowel destijds de schilders van ‘High Society’ als hun moderne opvolgers nu een leuk belegde boterham kunnen verdienen. Bij Kehinde Wiley en Amy Sherald, die respectievelijk Barack en Michelle heel mooi en persoonlijk in de verf zetten, zal dat beleg zelfs wel extra dik gaan worden. Want reken maar dat ze nu lange wachtlijsten hebben voor klanten die een aardige duit in hun schilderszakje willen doen. En ook weer daarmee is niks mis. Kunstenaars die hun vak verstaan, verdienen dat.

Net toen de portretten van het ex-presidentspaar werden onthuld, reisden levensgezel en ik rond in Zuid-India. Zie een paar voorgaande afleveringen. Bij de vele foto’s van de reis zitten natuurlijk ook heel wat mensenplaatjes. Geen dure portretten dus van de rijken en machtigen der aarde waaraan lang is gewerkt. Maar gewoon momentopnamen van vaak karakteristieke koppen waar het leven op heeft ingewerkt en de tijd overheen is gegaan. Noem het maar snapshots van de ‘Lower Society’ van India. Geen vooraf bepaalde poses en geen voor de selfie ingestudeerde tandpastaglimlachjes, maar de dynamiek en bijbehorend toeval van net die ene halve seconde. Dit leek me wel leuk als tegenstelling met bovenstaande. Bij deze een selectie.

Maar as ’t effe kan, ga ik natuurlijk nog wel naar het Rijksmuseum. Want de expositie daar duurt tot begin juni. En voor die tijd ben ik zeker weer terug in Nederland.

TOOS

Alma-Tadema: de kringloop van roem en vergankelijkheid in de kunst


Fries Museum in Leeuwarden
Fries Museum in Leeuwarden

Sir Lawrence Alma-Tadema
Sir Lawrence Alma-Tadema

Even een quiz-vraag. Wie was de beroemdste en bekendste Nederlander in Engeland rond 1900? Antwoord? Geen twijfel mogelijk. Dat was Sir Lawrence Alma-Tadema (1836-1912). Geboren als Laurens Alma Tadema in het Friese dorpje Dronrijp. En eigenlijk ook geboren als kunstenaar. Want de drang tot tekenen en schilderen zat er al op jonge leeftijd in. Uiteindelijk beroemd, rijk en gevierd kunstenaar geworden in Londen. En als je dan ook nog geridderd wordt tot Sir behoor je echt tot de Victoriaanse society. Met natuurlijk de bijbehorende feesten in je grote, zelf ontworpen villa. Waarin ook een prachtig atelier met grote ramen en met aluminiumverf beschilderd  koepeldak om via reflectie een prachtig, helder en zonnig licht te krijgen. Ja, dat Friese jongetje had ’t aardig voor elkaar.

schilderij met daarin verwerkt de koepel van Alma-Tadema's atelier, maar dan zonder aluminiumverf
schilderij met daarin verwerkt de koepel van Alma-Tadema’s atelier, maar dan zonder aluminiumverf

Maar had je rond 1950 in Londen zijn naam laten vallen, dan had met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid iedere Londenaar je mistig aangekeken. Wie zei u? Alma-Tadema? Nee, nooit van gehoord. En nu? Nu waren een poos geleden in alle Nederlandse bushokjes  affiches van zijn grote expositie in het Fries Museum in Leeuwarden prominent aanwezig! Een expositie die over een aantal maanden na Wenen ook Engeland aandoet. Met andere woorden, ’t kan verkeren.

gigantische affiche in museumhal, zie mij maar links bovenaan
gigantische affiche in museumhal, zie mij maar links bovenaan

Die trend van beroemd naar onbekend naar weer beroemd is trouwens al een aantal jaren gaande. Dat bleek wel toen ik in 1997 de overzichtstentoonstelling van Alma-Tadema in het Van Gogh Museum bezocht. Sinds die tijd is zijn werk aan een steile opmars bezig. Met als gevolg nu die grote expositie in zijn geboorteprovincie. Ook die mocht ik natuurlijk niet missen. Zeker omdat ik toch in Friesland moest zijn vanwege een niet kapot te krijgen oersterke familiale Sinterklaastraditie.

Wat in het Van Gogh Museum niet was te zien en nu wel is het schilderij “Mozes gevonden”. Een van de grootste schilderijen die Alma-Tadema maakte.

Mozes gevonden, 1904
Mozes gevonden, 1904

Dat werk uit 1904 illustreert op uitstekende wijze die kringloop van roem en vergankelijkheid. Ergens in de jaren 50 vond iemand het namelijk in een Londens steegje, vlakbij een galerie daar. Een echtpaar had het schilderij voor een paar honderd pond gekocht. Maar dan alleen vanwege de prachtige gouden lijst er omheen. Met die mierzoete kitsch op het doek hadden ze niks van doen! Ze namen dus de lege lijst mee en het opgerolde doek belandde in dat steegje waar een galeriemedewerker het vond. Die bood het gratis, let wel, gratis, aan diverse musea aan. Maar niemand wilde ’t hebben. De clou van het verhaal? Juist dit schilderij is recent geveild voor bijna 36 miljoen dollar. De hoogste prijs ooit betaald voor een werk van Sir Lawrence! Ik zou wel eens willen weten hoe de gevoelens hierover zijn bij de nazaten van dat echtpaar uit de jaren 50. Lijkt me best interessant.

De rozen van Heliogabalus, 1888
De rozen van Heliogabalus, 1888

Ingang van het theater, 1866
Ingang van het theater, 1866

Wat Alma-Tadema zelf van al dit gedoe zou hebben gevonden? Geen idee natuurlijk. In ieder geval heeft hij tijdens zijn leven volop verdiend aan en genoten van zijn schilderscarrière. Dat hij al snel na zijn dood in 1912 wegzakte in de populariteitspolls van de kunst is eigenlijk ook wel te begrijpen. Kubisme, de gevolgen van het impressionisme, het heftige kleurgebruik van de Duitse expressionisten en Franse Fauvisten, de kunstwereld was in rep en roer. Weg dus met die compositorisch zo afgewogen en vaak wat zoetige schilderijen van Sir Lawrence. Daarnaast was de wereld ook nog heftig in beroering. Denk aan de Eerste Wereldoorlog. Woelige tijden dus waarin bevallige Egyptische, Romeinse en Griekse dames in lange, soepel vallende en regelmatig wat doorschijnende gewaden, liggend, zittend en lopend in steeds historisch verantwoorde monumentale stedelijke of villa-achtige setting en weidse panorama’s niet veel meer te zoeken hadden.

Sappho en Alcaeus, 1881
Sappho en Alcaeus, 1881

Maar regisseurs van Romeinse spektakelfilms hebben hem nooit uit het oog verloren. Zijn schilderijen vormden vaak uitgangspunten voor bekende filmscènes. Kijk maar eens naar deze foto uit het epos van De Tien Geboden. Die blockbusterfilm uit 1956 van Cecil B.De Mille met Charlton Heston en Yul Brynner.

beeld uit De Tien Geboden
beeld uit De Tien Geboden

En kijk dan nog eens naar dat schilderij “Mozes gevonden”. Zo laat die tentoonstelling in het Fries Museum op een heel knappe manier nog veel meer overeenkomsten zien tussen Alma-Tadema’s schilderijen en latere films. Zelfs het veel recentere “The gladiator” heeft leentjebuur gespeeld. Een aanrader, die expositie. Nog tot begin februari.

alma-10

Wist je overigens dat onze Sir en Friese schilder zijn achternaam Tadema in Londen combineerde met zijn tweede voornaam Alma tot Alma-Tadema? Nou, ik ook niet. Dat deed hij om gelijk onder de A vooraan te komen in allerlei alfabetische rangschikkingen. Niet alleen een goeie schilder, die Tadema, maar ook een slimme zakenman. Tot volgende week.

TOOS

De slag om El Bosco


de zaal met El Bosco in het Prado bij mijn bezoek in september
de zaal met El Bosco in het Prado bij mijn bezoek in september

Iedere Madrileen begreep natuurlijk direct, toen ik vorig jaar september in Madrid was, dat ik naar de werken van Goya in “hun” Prado wilde. Maar dat ik daar ook naar ene Jeroen Bosch ging kijken? Hing die er dan ook? Raar hoor, die kenden ze niet. Tja, dat krijg je als “onze” Jeroen daar El Bosco heet. Terwijl hij zijn schilderijen toch echt officieel signeerde met zijn artiestennaam Jheronimus Bosch. Die fout zal ik in Spanje nu dus niet meer maken.

zoals Jeroen Bosch er uit zou hebben gezien, tekening uit 1550, dus na zijn dood
zoals Jeroen Bosch er uit zou hebben gezien, tekening uit 1550, dus na zijn dood

Ik moest daar weer aan denken omdat we de laatste tijd worden gebombardeerd met nieuws over Jheronimus, of Jerôme zoals hij in Frankrijk heet, of Hieronymus op z’n Engels. Je zult ’t weten dat ze in Bois le Duc, oh ja, ‘s-Hertogenbosch of Den Bosch in het Nederlands,iets te vieren hebben! Namelijk de 500-ste sterfdag van Bosch (circa 1450-1516), geboren met de familienaam van Aken. Een feestje met de blockbuster “Jheronimus Bosch-Visioenen van een genie” als centraal hoogtepunt. Wil je de komende jaren een beetje over kunst kunnen meepraten en niet als cultuurbarbaar worden beschouwd, dan moet je daar absoluut geweest zijn. Er zijn dan ook al meer dan 100.000 kaarten online verkocht. Ook door mij. Voor ergens in maart.

In 1967 was dat heel anders. Het leuke van al die publiciteit in kranten, tijdschriften, social media en op tv is dat ineens de eerste Nederlandse blockbuster ooit, ’t woord was zelfs nog niet uitgevonden, ook weer aandacht krijgt. In 1967 dus, ook in Den Bosch en ook over Jeroen Bosch. Een onbedoelde megatentoonstelling trouwens. In eerste instantie werd op niet meer dan 50.000 bezoekers gerekend. ’t Werden er uiteindelijk meer dan 275.000! Een ongelooflijk aantal destijds. Met ook een voor nu ongelooflijk lage begroting. Zeven ton. In guldens natuurlijk. Die van nu werkt met meer dan 10 miljoen. Euro’s dus! Met destijds als museum een wrakke kerk die beslist niet ingesteld was op de vele bezoekers.

expositie in 1967
expositie in 1967

Stel je maar eens voor! Het echtpaar dat de horeca beheerde zette ’s morgens een teiltje met heet water klaar want er was geen warmwatervoorziening.  Daar gingen op een drukke dag zo’n 2000 lege koffiekopjes in voor de afwas en ’s avonds werd dat teiltje leeg gekieperd. Ik heb het lichte vermoeden dat de gang van zaken nu een tikje anders zal zijn.

Maar toch zijn er ook parallellen. Werd de expositie toen geopend door kroonprinses Beatrix, nu was de beurt aan Willem-Alexander.

opening in 1967 door Beatrix
opening in 1967 door Beatrix

opening nu door Willem Alexander
opening nu door Willem Alexander

Stonden er toen dagelijks ellenlange rijen voor de ingang, nu was die rij er ook weer op de eerste openingsdag.

rijen in 1967
rijen in 1967

rij op de openingsdag nu
rij op de openingsdag nu

Zijn er nu 17 schilderijen en 19 tekeningen van de oude meester te zien, toen waren ’t er eigenlijk maar enkele minder. Destijds van over de hele wereld bij elkaar gebluft door organisator Ton Frenken. Naar een stad die zelf geen enkel werk van Bosch bezit. En nu ook weer met de nodige bluf en slimheid daarheen gepraat. Dat is prachtig te zien in twee documentaires. Eén in het programma “Andere tijden” over die eerste expositie (zie  http://bit.ly/1WrdMqB  op Uitzending Gemist) en één over de voorbereidingen van de huidige http://bit.ly/1nUArQZ. Je kunt je eigenlijk niet voorstellen dat destijds soms een schilderij in een deken gewikkeld zo het vliegtuig mee in kon worden genomen. Zet dat eens af tegen al die verplichte verzekerings en vervoersmaatregelen van nu.

Maar dan moet je natuurlijk eerst  al die oh zo belangrijke museumego’s van o.a. het Prado en de Gallerie dell’Accademia in Venetië ervan overtuigen dat ze er toch echt bij moeten zijn. Daar in de geboortestad van Bosch. Heel interessant om te zien hoe men als egeltjes om elkaar heen draait voor het tot een daad komt. Ook is treffend gefilmd hoe de organisatie in Den Bosch zich genomen en teleurgesteld voelt door de directeur van Museum Boymans van Beuningen. Want die versiert ’t om het beroemde schilderij De Hooiwagen vanuit het Prado eerst naar Rotterdam te laten komen voordat ’t naar het Noordbrabants Museum mag.

"De hooiwagen" zoal ik die in het Prado fotografeerde
“De hooiwagen” zoal ik die in het Prado fotografeerde

Maar ja, in Rotterdam hebben ze als enig Nederlands museum een paar werken van Jheronimus. Zoals bijvoorbeeld De Marskramer. En die wil het Prado ook graag wel eens lenen. Machtsvertoon en leed op de Nederlandse vierkante centimeter.

De marskramer, Boymans van Beuningen
De marskramer, Boymans van Beuningen

Leed trouwens ook op die eerste openingsdag. Dat hoorde ik van een paar goeie vrienden die op die zaterdag als nummer twee en drie al vroeg in de wachtrij stonden. Nummer één voor hun werd uitgebreid geïnterviewd door de regionale omroep. Ja, hij wilde echt dolgraag als eerste naar binnen. Gaat het hek open, loopt hij snel naar een van de dames die de tickets controleren en blijkt juist bij haar het scanapparaat nog niet goed afgesteld. Kinderziektes bij de opening! En bij de andere scandames ziet hij de bezoekers hem links en rechts passeren. Er zijn vele vormen van menselijk leed, maar dit lijkt me er beslist een van. Tot volgende week.

TOOS