Tagarchief: bloemstilleven

Een krater op Mercurius en een winnend lot uit een 18e eeuwse loterij


De kans dat er ooit nog eens een krater op de planeet Mercurius naar mij wordt genoemd, schat ik niet overmatig groot in. Maar Rachel Ruysch is die eer wel te beurt gevallen. Zij ’t pas in 2013, dus 263 jaar na haar dood. En dat die krater ook nog maar 64 kilometer in doorsnee meet terwijl Rembrandt er een heeft van wel 700 km? Ach, typisch mannenvoortrekkerij. Maar ook, hoeveel Nederlandse vrouwelijke kunstenaars kunnen haar dit nazeggen? Hier dus het beloofde vervolg op mijn Ruysch-cyclus van de afgelopen twee weken.

detail uit ‘Bloemen in vaas’ van Rachel Ruysch (1700), Mauritshuis
portret van Rachel Ruysch

Eigenlijk is ’t onvoorstelbaar dat ik pas begin jaren 90 voor het eerst over haar hoorde! Maar ja, kunsthistorie en vrouwelijke kunstenaars? Die combinatie was in mijn studieboeken op de academie volstrekt onbekend. Dat is gelukkig anders aan ’t worden. Maar daardoor hoorde ik Rachels naam pas voor ’t eerst zo’n dertig jaar geleden. Uit de mond van mijn schildergenoot Poen de Wijs (1948-2014). Als begenadigd fijnschilder had hij grote bewondering voor de ongelooflijk technische beheersing van Rachel. Poen had regelmatig letterlijk met zijn neus en bijziende ogen boven op haar werk gestaan in het Mauritshuis en wist dus waarover hij sprak. Nu ik ook.

Gekrulde randjes bij verwelkende bloemen, piepkleine vreetgaatjes in bladeren van insecten en die insecten zelf. Dat alles in bloemschikkingen die in werkelijkheid nooit konden voorkomen. Lente, zomer en herfst door elkaar, ’t maakte Rachel niet uit. Alles kon! Geprepareerde bloemen te over in het biologisch museum, de Wunderkammers, van vader Frederik Ruysch (zie vorige week). Zoals ook insecten. Die waren bij honderden, zoniet duizenden, geconserveerd en opgeprikt. Inspiratie genoeg in dat grote huis aan de Bloemgracht in Amsterdam. Dat ook een rol speelt in het boek ‘Frederik Ruysch (1638-1731), op het snijvlak van kunst en wetenschap’ dat in 2018 verscheen.

Frederik Ruysch door Juriaen Pool (1694, Universiteit Amsterdam)

Hing in dat huis misschien ook bovenstaand portret van haar vader? Geschilderd door Juriaen Pool (II), de echtgenoot van Rachel met wie ze, zoals ik al schreef, op 29-jarige leeftijd trouwde en met wie ze tien kinderen kreeg. De laatste zelfs nog toen ze al 47 was. Moet je je voorstellen, 10 kinderen in minder dan 20 jaar. Gemiddeld elke twee jaar negen maanden zwanger. En dan wel gewoon doorgaan met schilderen! Maar krijsende en aan haar rokken hangende kinderen zal ze, vermoed ik, niet zo vaak hebben meegemaakt in haar atelier. Want gezien haar grote populariteit als kunstenaar in Nederland en ver daarbuiten kon ze een paar meiden vast wel betalen. Wat dacht je van de vijftienhonderd harde guldens die een Amsterdamse koopman betaalde voor twee schilderijen. Of van de Duitse bezoeker die het thuisfront per brief informeerde dat hij in haar atelier twee stukken had zien staan voor Cosimo de Medici, de groothertog van Toscane. Of van haar aanstelling in 1708 als hofschilder van Johann Wilhelm, keurvorst van de Palts in Duitsland. Maar daarvoor bedong ze dat ze niet naar hoofdstad Düsseldorf hoefde te verhuizen. Tegen de gewoonte in werd ’t haar toegestaan om in Amsterdam te mogen blijven wonen. Als ze maar elk jaar, tegen natuurlijk een vorstelijke vergoeding, één schilderij voor hem maakte. Goeie deal toch? Manlief Juriaen deed daarbij ook nog een duit in het goed gevulde zakje. Door in 1716 een opdracht voor Johann Wilhelm af te ronden: een portret van Rachel en hem met hun tiende kind.

Zelfportret van Juriaen Pool II (1666-1745 ) met Rachel Ruysch en hun zoon Jan Willem Pool (ontstaan 1708-1716)
Juriaen Pool, Allegorische voorstelling met zelfportret in wezenkleding (want Juriaen was als jongen wees geworden)

Vermoedelijk niet geheel vrij van vleierij had dat zoontje de naam Jan Willem gekregen. Johann Wilhelm werd natuurlijk prompt een gulle peetvader die strooide met kostbare cadeautjes. Alsof het allemaal niet op kon, won Rachel met een zoon samen in 1722 ook nog eens 75.000 gulden in een Amsterdamse loterij. Vijfenzeventigduizend in die tijd! Dat staat nu voor een koopkracht van € 850.000. Euro’s dus, geen guldens.

Rachel Ruysch, Stilleven met bloemen in een glazen vaas (1709), Rijksmuseum
Rachel Ruysch, Stilleven met bloemen op een marmeren tafelblad (1716), Rijksmuseum

Maar Rachel ging gewoon door met schilderen. Tot aan haar dood in 1750, op de hoge leeftijd van 86. Dan is je kunstgen toch wel heel overheersend, dan is schilderen gewoon je lust en je leven. Iets dat ik me persoonlijk heel goed kan voorstellen. Zalig, lekker in je atelier bezig blijven! Daardoor hangt er bijvoorbeeld nog een schilderij van haar uit 1746 in een Heidelbergs museum.

Rachel_Ruysch,_Blumenstilleben (1746), Kurpfälzisches Museum, Heidelberg
Rachel één jaar voor haar sterven, geportretteerd door Aert Schouman (1749)

Wat zou ’t interessant zijn als Rachel Ruysch eens een uitgebreide expositie zou krijgen. In het Rijksmuseum of Mauritshuis, dat doet er niet toe.  Met heel haar kunstzinnige entourage erbij. Zus Anna Ruysch, leraar Willem van Aelst, man en portretschilder Juriaen Pool, oud-oom Frans Post en wie al niet meer. En met natuurlijk ook delen uit de Wunderkammers van vader Frederik. Op te halen in  Sint Petersburg. In het oudste natuurhistorisch museum van Rusland waar zich de privécollectie bevindt van Tsaar Peter de Grote (1682-1725). Die ooit Frederiks legendarische rariteitenkabinet opkocht. Tot volgende week.

TOOS

Een dijk vaneen kunstwijf, die Rachel Ruysch


schilderij van Rachel Ruysch, gemaakt op 20-jarige leeftijd (1684)

Tijdens het creëren van een prachtig oeuvre aan schilderijen ook nog tien kinderen op de wereld zetten en bouwen aan een levensverhaal om u tegen te zeggen. Dat had Rachel Ruysch (1664-1750) allemaal gedaan  toen ze op 86-jarige leeftijd stierf. Terecht is ze nu een historisch kunsticoon. Want haar naam zul je tegenwoordig telkens weer tegenkomen als ’t gaat over de geschiedenis van de vrouw in de kunst. Een geschiedenis over de maar zeer weinige vrouwen die hun mannetje stonden in de kunstwereld maar in de pikorde van de mannelijke kunsthistorici in de 19e en 20e eeuw werden weggelaten .

Vorige week eindigde ik ermee om Rachel een hybride voorbeeld van zo’n kunstvrouw te noemen. Want vrouwelijke schilders waren destijds bijna altijd óf van rijke en vaak adellijke afkomst óf ze groeiden op in een kunstenaarsfamilie. Laat nou dat óf óf voor Rachel Ruysch min of meer én én zijn!  Moeder stamde namelijk uit een familie waarin het kunstgen rijkelijk aanwezig was en vader was een bekend en beslist niet onbemiddeld wetenschapper uit de gegoede burgerij.

moeder Maria Post, portret door Juriaen Pool (II), rond 1710

Eerst moeder Maria Post. Met een vader, Pieter Post, die bouwmeester was voor de Oranjes en bijvoorbeeld de interieuraankleding verzorgde van het Mauritshuis in Den Haag. Nu een beroemd museum, toen de pracht-en-praal-villa van graaf en koopman Johan Maurits van Nassau-Siegen. Als ex-gouverneur-generaal van de West Indische Compagnie in Brazilië, met dus suikerrietplantages en slavenhandel onder zich, kon zijn vermogen wel wat lijden. Aan hem is nu trouwens sinds vorig jaar een hele zaal gewijd in zijn eigen pronkhuis. Geheel in de geest van onze politiek correcte tijd. Maar dat wordt nog wel een ander verhaal.

Voor diezelfde Johan Maurits verbleef de broer van Rachels opa, Frans Post, een aantal jaren in dat door de WIC op de Portugezen veroverde stukje Brazilië. Om er landschap en leven in schetsen en uiteindelijk ook op schildersdoek vast te leggen. Had Rachel ooit kunnen bedenken dat ze samen met haar oud-oom nu op maar een paar meter afstand van het ‘torentje van Rutte’ hangt?

Frans Post, Braziliaans landschap met huis in aanbouw, hangend in Mauritshuis

En vader Frederik Ruysch? Die zal, denk ik, vanwege zijn financiële positie letterlijk best aardig wat duiten in het zakje hebben kunnen doen voor Rachels opvoeding. Want befaamd wetenschapper, bioloog, chirurgijn/lijkensnijder, beheerder van de botanische tuin van de Amsterdamse universiteit en nog zo een en ander.

portret van Frederik Ruysch
De anatomische les door dr.Ruysch, Adriaen Backer (1670)

Zoals bezitter van een in heel wetenschappelijk Europa bekend biologisch kabinet in hun eigen grote huis. Vijf kamers volledig ingericht met bijvoorbeeld gebalsemde kinderlijkjes en menselijke lichaamsonderdelen. Naast allerlei soorten dieren en zeldzame insecten. Dat alles dan weer gecombineerd met een grote diversiteit aan flora van heel ver tot dichtbij. Zodanig geprepareerd met een door Ruysch zelf ontwikkelde methode dat bloemen en blaadjes er nog net zo fris uitzagen als in de vaas. En de presentatie? Vernieuwend en curieus zou je kunnen zeggen! Zie een paar van de tekeningen die daarvan nog bestaan.

Wanneer je als kind dan een groot tekentalent blijkt te hebben, is zo’n huis natuurlijk een onuitputtelijke bron voor verwondering en inspiratie. Het verhaal gaat dan ook dat Rachel haar vader op een bepaald moment heeft kunnen leren hoe hij dat soort tekeningen van hierboven zelf kon maken. Maar daarvoor had ze eerst wel les gehad. Van niet de minste. Want Willem van Aelst (1627-1683) nam haar onder zijn hoede toen ze 14 was. En laat die van Aelst nou destijds de bekendste  stillevenschilder van Amsterdam zijn geweest. En laat van hem nou ook weer werk in de collectie van het Mauritshuis zitten!

Willem van Aelst, stilleven uit 1663 (Mauritshuis)
Willem van Aelst, jachtstilleven uit 1658 Rijksmuseum

Rachels passie werd het schilderen van bloemen en insecten. Voorbeelden genoeg thuis.Net zoals trouwens van dat kunstgen in de familie Post. Want ook jongere zus Anna Ruysch (1666-1741) bleek een aardig potje te kunnen schilderen. Met vermoedelijk ook weer Willem van Aelst als leraar.

Anna Ruysch, stilleven
Anna Ruysch, stilleven

Maar Anna stopte al snel met de kunst. Of dat te maken heeft met haar op 21-jarige leeftijd introuwen in een nogal stijf gereformeerde familie of gewoon omdat ze trouwde en dus huisvrouw werd? Geen idee. Maar ach, hoe lang is ’t geleden dat bij ons een vrouw die trouwde geacht werd te stoppen met haar baan? Toen ik trouwde in 1971 werd mij door de ongetrouwde directrice van de Dordrechtse school waar ik lesgaf nog gesuggereerd dat ik nu eigenlijk moest stoppen. Dan kon de man van een gezin met kinderen mijn plek wel overnemen. Nooit niet natuurlijk! Hoe dan ook, van Anna Ruysch bestaan dus maar weinig schilderijen.

Rachel Ruysch, bloemstilleven uit 1688 (National Museum of Women in the Arts, Washington)

Rachel echter had, zo schat ik in, een behoorlijk koppig karaktertje. Zo trouwde ze pas op haar 29ste. Best laat voor die tijd. En met nog wel een schilder! Ook ze bleef lekker doorgaan met haar bloemstillevens. Tussen het kinderen krijgen door. Of kreeg ze kinderen tussen het schilderen door? Maar ik heb mijn A4-tax alweer bereikt. Die Rachel is toch maar een onverwacht inspiratierijke schrijfbron. Komende keer meer dus. Tot volgende week.

TOOS

Niet heel veel, maar ze waren er: Gouden Eeuwse ‘Konstschilderessen’


portret van Rachel Ruysch door Godfried Schalcken (1706?)

Noem het volgende maar eens geen toeval! Ik liep er al aan te denken om op korte termijn Rachel Ruysch (1664-1750) eens uitgebreid in het winterzonnetje te zetten. Eén van de weinige vrouwelijke Nederlandse kunsticonen uit onze Gouden Eeuw. Bij Judith Leyster en Maria van Oosterwijck heb ik dat vorig jaar al eens gedaan. Toch kwam ik aan de laatste van dit beroemde Gouden-Eeuw- drietal steeds niet toe. Er was elke keer wel iets anders om over te schrijven. Maar na mijn stukjes over de Italiaanse Artemisia van een paar weken geleden dacht ‘ Kom op Toos, nu eindelijk eens die Amsterdamse Rachel Ruysch’. Ook net als Artemisia zo’n konstighe topper die werk verkocht door heel Europa.

Goed, dat vorige week maandag besloten hebbende, mijn blog voor die week was af, kwam het toeval om de hoek kijken. Want waarover bleek op dinsdag het tv-programma ‘Het geheim van de meester’ te gaan? Juist ja, over een schilderij van Rachel Ruysch. Ik was toch wel even flabbergasted! Een heerlijk Engels woord, dat flabbergasted. Voor mij toch wel veel sterker in gevoelswaarde dan ons ‘verbaasd’.

het team van ‘Het geheim van de meester’

Ken je dat programma? Echt een moetje voor kunstliefhebbers. Waarin van een beroemde, vrijwel altijd dooie Nederlandse  kunstenaar een schilderij uit een Nederlands museum centraal staat. Dat wordt dan wetenschappelijk onderzocht, historisch toegelicht en …… zo goed mogelijk nageschilderd. Om te kunnen ontdekken hoe de ‘meester’ dat schilderij van begin tot eind heeft opgezet. Dit seizoen heeft Lisa Wiersma de taak op zich genomen om als schilder/onderzoeker stijl en techniek van diverse ‘meesters’ onder de knie te krijgen. En daarvoor kan ik alleen maar mijn denkbeeldige petje afnemen en heel diep buigen. Als je dat hele proces volgt en uiteindelijk het echte en nageschilderde werk naast elkaar ziet, rest alleen bewondering. Vooral ook omdat ik dat zelf nooit niet van z’n leven zou kunnen.

Lisa Wiersma bezig aan de kopie van het schilderij van Rachel Ruysch

Ik krijg wel eens de vraag of ik een al verkocht schilderij van mij nog eens opnieuw zou willen maken omdat het bij een kunstfan heel erg in de smaak valt. Maar dat kan ik dus gewoonweg niet. Als ik aan het schilderen ben, zit ik in een soort trance. Of, om bijdetijds correct Nederlands te gebruiken, in een flow. Dan komt de ene streek met het paletmes of penseel voort uit de andere, een nieuwe kleur uit de voorgaande, een volgende verflaag uit de onderliggende. In een proces dat door kennis, kunde en ervaring zowel bewust als onbewust plaats vindt. Ben ik op een bepaald moment links bovenaan bezig om iets toch maar weer helemaal weg te schilderen of te veranderen, dan merk ik een poosje later plotseling dat ik linksonder ben aanbeland om daar iets te wijzigen. Omdat anders het geheel niet meer klopt.

aan het schilderen in mijn atelier

Nou, probeer zo’n proces later nog maar eens te reconstrueren en bij een nieuw op te zetten werk te herhalen. Dat gaat me dus echt niet lukken, dan raak ik echt letterlijk geblokkeerd. Wat wel gaat is zo’n schilderij in alle vrijheid min of meer dezelfde opzet te geven. Maar stel dat je uiteindelijk de eerste versie naast de tweede kon zetten, dan zou je echt een groot aantal grote detailverschillen zien.

Daarom vind ik het zo razend knap wat die Lisa Wiersma in deze nieuwe serie van ‘Het geheim van de meester’ presteert. Zoals bij ‘Het Melkmeisje’ (1660) van Vermeer en ‘Amo te ama me’ (1881) van Alma Tadema.

‘Amo te, ama me’ van Alma Tadema

En nu dus vorige week met ‘Vaas met bloemen’ (1700) van Rachel Ruysch. Een schilderij dat ik een paar jaar geleden al eens fotografeerde in het Mauritshuis toen ik op zoek was naar schilderijen daar van vrouwelijke kunstenaars.

Rachel Ruysch, Vaas met bloemen (1700), zoals ik dat in het Mauritshuis fotografeerde
de echte en de kopie naast elkaar, maar welke is nu welke?

Van die weinige vrouwen had je, door heel Europa, eigenlijk maar twee soorten. Óf komend uit schilderfamilies óf uit een rijke omgeving. Artemisia is van de eerste categorie een sprekend voorbeeld, Sofonisba Anguisola (zie deze aflevering) als kind van een adellijk geslacht van de tweede. Het interessante bij Rachel Ruysch is dat ze daarin min of meer hybride is. Want haar moeder kwam uit een familie die een duidelijk ……Oeps, merk ik plotseling in de flow van het schrijven dat ik zo’n beetje aan mijn voorgenomen tax zit: de grootte van een A4’tje. Dat is dus al net zo als bij het schilderen. Ben ik linksboven begonnen, zit ik ineens al weer rechtsonder. Maar maak je geen zorgen. ’t Is net als bij een schilderij, ook dit komt af. En die uitzending van ‘Het geheim van de meester’? Die valt hier op NPO Start terug te zien. Tot volgende week.

TOOS