Tagarchief: contrareformatie

Barocker Rubens centraal in Antwerpen


aanzicht van Antwerpen in de tijd van Rubens met heel wat kerktorens meer dan tegenwoordig
standbeeld van Rubens bij de kathedraal

Stel dat Antwerpen in 1585 niet was heroverd door het Spaanse regime en daardoor onderdeel zou zijn gebleven van de Noordelijke Nederlanden. Van de calvinistische Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden dus. Zou die stad dan dit jaar de manifestatie ‘Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert’ hebben kunnen organiseren? Een intrigerende vraag die in me opkwam na een huizenruil met vrienden. Zij voor een paar dagen in mijn Middelburgse pakhuis en wij in hun appartement in het centrum van Antwerpen. Om daar op ’t gemakkie dat groots aangepakte evenement te kunnen bewandelen. Met barok, heel veel swingende barok. Het kunstige paradepaardje van de roomse Contrareformatie in de 17e eeuw. Dat die kunststroming ’t in ons landje van Reformatie en protestante ketters nooit echt heeft kunnen maken is natuurlijk wel duidelijk.

Wij hebben natuurlijk wel ‘ons’ schildergenie Rembrandt (1606-1669) en het woord Rembrandtesk. Maar de Antwerpenaren hebben als antwoord daarop ‘hun’ barokke ster Rubens (1577-1640) en zijn voluptueuze Rubensiaanse vrouwen. Rembrandt en Rubens, beiden dus min of meer tijdgenoten en beiden heel succesvol. Alhoewel bij Rubens de florijnen zijn leven lang in grote golven bleven binnenstromen terwijl dat bij Rembrandt uiteindelijk nog hooguit golfjes waren. Maar zou de roomse Rubens zonder die Spaanse overwinning in een calvinistisch Antwerpen zijn internationale kunstcarrière wel hebben kunnen ontplooien? Met al die opdrachten uit o.a. Frankrijk, Spanje en van de katholieke kerk? Of zou hij dan verhuisd zijn? En had Antwerpen dan niet, zoals nu, met hem kunnen uitpakken? Want dat doen ze, uitpakken!

interieur van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal

Ben je ooit in Antwerpen in de Sint-Carolus Borromeuskerk, de Sint-Jacobskerk of de Sint-Pauluskerk geweest? Ik tot onlangs in ieder geval niet. Ja, wel natuurlijk in de overal bovenuit torenende Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Dat grote kerkse museum met prachtige kunst in een middeleeuwse ambiance van hooggotiek.

kathedraal: Rubens, De kruisoprichting 1609-10
Rubens, De kruisafname 1611-14
Rubens, Tenhemelopneming van Maria 1626

Maar in die andere, wat meer verscholen liggende eeuwenoude kerken? Nee dus. En nu? Gaan, zeg ik enthousiast! Zoals naar die Sint-Jacobskerk. Rubens eigen parochiekerk waar zich ook zijn graf bevindt. Met natuurlijk een altaarstuk van zijn hand.

de Sint-Jacobskerk
de graftombe van Rubens met zijn altaarschilderij geheimzinnig verlicht via een glas-in-lood-raam

Mooi ook dat er in die kerken heel enthousiaste gidsen rondlopen. Vrijwilligers met mappen vol informatie in hun hand die ongelooflijk veel weten van de kerken, van de Antwerpse geschiedenis en van de kunst. Je kunt ze zomaar in het wild aanspreken en anders doen ze dat jou wel. Vrouwen en mannen met heel veel plezier in hun vrijwilligerstaak. Zo spraken we minstens een half uur lang in die Jacobskerk met een gids die een uitstekende bron van informatie bleek.

Datzelfde gebeurde trouwens ook nog eens in de dominicaner Sint-Pauluskerk met weer een enthousiaste verteller.

in de Sint-Pauluskerk bij een altaarstuk van Rubens
nog meer werk van Rubens daar

En als je ’t over barok hebt? Nou, dan daar wel. Met vanzelfsprekend weer  Rubens. Maar ook met beroemdheden als Anthony van Dijck (1599-1641) en Jacob Jordaens (1593-1678), beiden Antwerpenaren van geboorte. Opnieuw zo’n gratis museum waar je overal je ogen de kunstkost kunt geven.

Het mooie van deze kerkenzoektocht is dat je straatjes en pleintjes ontdekt waar je anders nooit komt. En dan te beseffen dat er in al die eeuwen ook heel wat kerken zijn verdwenen. Door vernielingen tijdens de Reformatorische beeldenstormen in 1566. Door rigoureuze afbraak onder het zeer antiklerikale, revolutionaire regiem van de Fransen, zo tegen 1800. Of gewoonweg door brand en verval. Maar de Sint-Carolus Boromeuskerk staat er nog.

de Sint-Carolus Boromeuskerk
Rubens, De terugkeer van de Heilige Familie 1620

Met ook weer barok in een overdadig en toch groots interieur. En van wie is er daar natuurlijk weer kunst te zien? Inderdaad, Rubens! Ten minste, zijn handtekening staat eronder. En niet die van één van zijn vele medewerkers. Want zou hij al die vele joekels van doeken in zijn eentje hebben vol geschilderd? Reken maar van niet. Dat komt wel tot uiting in het Rubenshuis.

het oorspronkelijke atelier van Rubens en zijn medewerkers in het Rubenshuis
in de achtertuin van het Rubenshuis

Nu een museum, destijds zijn woonhuis annex atelier. Niet onaardig toch, zo’n verblijfplaats?

In Nederland gaan we nu trouwens ook een flink Rubensgraantje meepikken. Met een net geopende en alom al bejubelde expositie in Museum Boymans. Barocker Rubens swingt hier dus vast nog wel weer een keertje voorbij. Tot volgende week.

TOOS

Hoe Plantin en zijn Garamond de wereld via Antwerpen, Nice en Middelburg rond maken


In 1546 stierf Maarten Luther, in 1555 drukte Christoffel Plantin zijn eerste boek en 462 jaar later stond ik vorige maand december even te wachten op een aantal kleurkopieën die een machine in hoog tempo uitspuugde. Cryptisch? Jazekers. Maar daarom niet minder associatief logisch.

portret van Christoffel Plantin

Want een paar weken geleden schreef ik over de Luther-expositie in het Museum Catharijneconvent. Daar leerde ik dat hij vijf jaar na publicatie van zijn 95 stellingen al de meest gelezen auteur in Duitsland was geworden. Mee natuurlijk dankzij zijn voor het eerst in het Duits vertaalde bijbel. Een bijbel die dan weer dankzij de boekdrukkunst wijd en zijd verspreid kon worden. Stel je eens voor dat dit nog had moeten gebeuren met handgeschreven exemplaren, de enige manier in de eeuwen daarvoor. Zou de Reformatie dan zo snel de Europese geloofswereld op zijn kop hebben kunnen zetten? Vast niet. De boekdrukkunst was voor Luther dus cruciaal, hoe arbeidsintensief dat drukproces toen ook nog verliep. En tegenwoordig? Nu stond ik op m’n gemakkie bij die machine te wachten op een stapeltje kleurkopieën van mijn nieuwjaarswens. Vanzelfsprekend gedrukt via een bestandje op een USB-stick. Over moderne zegeningen gesproken!

Museum Plantin-Moretus in Antwerpen

Dat besefte ik onlangs in Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. De stad waar de hierboven al genoemde Fransman Christoffel Plantin (1520-1589) neerstreek, een drukkerij begon en in 1555 zijn eerste uitgave de wereld in stuurde. In dat prachtige drukkersmuseum ga je figuurlijk en letterlijk ver terug in de tijd. Omdat je er rondloopt in de oorspronkelijke woonruimten en drukkerswerkplaatsen van vele generaties  Plantin en Moretus, de aangetrouwde tak.

Steeds rijker wordend kochten ze uiteindelijk een carré van aaneengesloten eeuwenoude woningen bij elkaar rond een grote binnentuin. Nu is dat een grandioos monument uit de Gouden Eeuw van Antwerpen. Een toen van de handelslui vergeven kosmopolitisch  Antwerpen dat in die 16de eeuw bruiste aan alle kanten en een van de belangrijkste Europese havensteden was.

de binnentuin van het complex

Een vrijzinnig Antwerpen ook waar de humanistisch ingestelde Plantin zich goed thuis voelde en al snel zijn drukkerij opstootte in de vaart der volkeren en zelfs uitbouwde tot de grootste ter wereld. Met 22 persen en meer dan 80 werknemers. Met boeken op zowel religieus, humanistisch, taalkundig, kartografisch als wetenschappelijk gebied. Gedrukt in vele talen. Van o.a. Latijn, Grieks en Nederlands  tot zelfs Oud-Syrisch en Armeens. Echt ongelooflijk. Hoeveel verschillende soorten loden lettertekens moeten ze daar wel niet hebben gehad?

opslagruimte met de letterbakken

Daarnaast zette Plantin zelf nog een filiaal op in Leiden en werd hij zelfs officiële drukker van onze Staten Generaal werd. Achteraf gezien heel belangrijk omdat Leiden zich daardoor, na de oprichting in 1575 van de universiteit door Willem van Oranje,  tijdens de Tachtigjarige Oorlog tot een belangrijke en vrije drukkersstad  kon ontwikkelen.

Dat in tegenstelling tot Antwerpen. In 1585 was de stad weer in Spaanse handen gevallen. Veel protestantse kooplui verlieten de stad richting Noordelijke Nederlanden. Achteraf gezien betekende dat stuivertje wisselen van Gouden Eeuw. Amsterdam nam het havenstokje van Antwerpen over. Ook omdat die vervelende protestantse Zeeuwen en Hollanders nu tol eisten voor de toegang tot de Westerschelde. Een heffing die officieel pas in1863 werd afgeschaft. Maar om nou te zeggen dat ’t tegenwoordig helemaal pais en vree is tussen Vlaanderen en Nederland rond die Westerschelde? Niet echt toch? Nog steeds animositeit genoeg.

gravure over de bezigheden in een drukkerij destijds
schilderij van een proeflezer die de teksten controleert

Hoewel Antwerpen dus economisch wegzakte, wist die drukkerij van de Plantijnen en Moretussen zich goed te handhaven. De Officina Plantaniana had namelijk het recht kregen van de Spaanse regering alle religieuze geschriften voor hun rijk te drukken. Best een leuk contract als je beseft dat ook al die veroverde gebieden in Midden en Zuid-Amerika er onder vielen. Zodoende stond in Antwerpen de grootste drukkerij van de Contrareformatie. Maar aan alle moois komt ooit een eind. Meer dan drie eeuwen na de oprichting verkocht nazaat Edward Moretus drukkerij en gebouwen aan de stad Antwerpen. Nu dat stijlvolle en heel interessante Museum Plantin-Moretus.

de oudste nog bestaande drukpersen ter wereld
de privé-bibliotheek van de familie

Zo leerde ik er dat Christoffel Plantin ook de Garamond had ontworpen. Een lettertype dat nog steeds in zwang is. Toen ik dat las, had ik direct mijn Niçoise galerist/uitgever Jean-Paul Aureglia in zijn werkplaats voor ogen. De man met wie ik samenwerkte aan nieuwe uitgaven van onder andere de Divina Commedia en de werken van Homerus.

Griekstalige uitgave van Homerus, gedrukt in de Officina Plantiniana

De man die de teksten van zijn uitgaven nog ouderwets handmatig zet met loden lettertjes. Letters in van die letterbakken die ooit heel populair waren als wandversiering. En weet je welk lettertype hij daarin heeft zitten? De Garamond! Thuis in Middelburg staat dus een hele reeks livres d’art met daarin illustraties van mij en Franse teksten uit Nice in de Garamond, de letter die Plantin in Antwerpen ontwierp. Prachtig toch?

deel van galerie/werkplaats van Jean-Paul in Nice met ook nog een schilderij van mij

Tot volgende week.

TOOS