‘Together’: Toos van Holstein, steendruk 15-10 cm (oplage 100)
‘Together’, is dat geen mooi uitgangspunt en geen mooi motief voor het jaar 2023 dat nu voor ons ligt? Vandaar ook bijgaande steendruk met die naam, die ik een paar weken geleden in het steendrukatelier van Hans Van Dijck in Antwerpen speciaal voor deze Nieuwjaarswens kon maken.
Samen, dat is de manier om dictatoriaal en oorlogsgedrag tegen te gaan. Saamhorigheid, dat is de manier om ongewenste machtsuitoefening en discriminatie op alle niveaus in onze maatschappij te bestrijden. Together, dat is de manier om virusbestrijding, om emancipatie, om kennis en welvaartsspreiding te bevorderen. Gewoon met z’n allen, om met behoud van al die verschillende culturen van ons continent toch langzaam, standvastig en doordacht de grenzen te doen vervagen . Want als er iets is dat de laatste paar jaren ons hebben geleerd is dat ’t wel. En als kunst daarbij een rol kan spelen, zoals vaak wordt beweerd, waarom dan niet op deze manier met deze steendruk een kleine bijdrage daaraan!
Ik wens een ieder een goed, gezond, creatief en Together-2023 toe.
Tegenwoordig is een gebeurtenis al heel snel een ‘experience’, een ‘once in a liftetime’, een ‘super event’. Want én in het Engels én met ‘super’ ervoor ben je natuurlijk helemaal up to date in je spraakgebruik. Nou, een paar dagen geleden, op 15 mei, heb ik een echte ’ESPERIENZA SUPERBA’ meegemaakt. Het Festa dei Ceri, in het Italiaanse Gubbio. Vorige week gaf ik al even een voorzetje, maar ’t echt meemaken? Daar kan beslist niets tegenop.
Toen ik in juli/augustus 2019 door de kunst in het unieke Gubbio verzeild raakte, werd ’t me er door iedereen daar al heel snel op mijn hart gedrukt: ‘Toos, die Ceri moet je assoluto mee gaan maken’. En omdat ik toen het levendige, middeleeuwse Gubbio al in datzelfde hart had gesloten, was mijn voornemen snel gemaakt.
Maar ja, er kwam iets met corona tussen! Mensenmassa’s werden verboden dus het Festa dei Ceri ook. Dat heeft hier in 2020 en 21 ontzettend veel pijn gedaan, dat merk ik aan alles. Dus hoe groot was de opluchting dat het dit jaar weer werd toegestaan door ‘Rome’. Ze mogen, met enige beperkingen, weer bijna helemaal los! Want dat Festa ligt niet alleen al eeuwenlang volledig verankerd in de geschiedenis en cultuur van Gubbio maar ook in het DNA van de Eugubino, de bewoners. Het word je van baby af aan met volle paplepels, wapperende vanen, kleurige kledij, denderend tromgeroffel en spetterende voorfeesten al spelenderwijs ingeprent.
overal vanen in de stad met de bijbehorende kleuren van de heiligen
ook in de kledij van de kinderen
en af en toe een trommelfeestje
de drie heiligen waarom alles draait bij het Festa dei Ceri: in het midden Sant’Ubaldo (geel), links San Giorgio (basiskleur blauw) en rechts Sant’Antonio (zwart) met een vlam in zijn hand
Die drie beelden van stadsbeschermheilige Sant’Ubaldo, van drakendoder San Giorgio en van asceet Sant’Antonio moeten en zullen op hun ceri, hun pilaren, eens per jaar al hollend door de oude stad en tegen de berg op naar de Basilica di Sant’Ubaldo gebracht worden. Om dan ’s avonds laat in processie de berg weer af te dalen.
helemaal boven op de berg de Basilica di Sant’Ubaldo
de drie ceri die daar het grootste deel van het jaar staan
De drie ceri blijven dan wel achter in de basiliek. Die mogen pas het jaar daarop, op 1 mei, in een andere processie weer naar beneden.
in de processie naar beneden
Best logisch, toch? Of is dat een volstrekt verkeerde vraag? Ja, natuurlijk! Want zulke eeuwenoude tradities zijn ooit een keer met een idee begonnen, om daarna verder uitgebouwd te worden. Maar de eventuele logica erachter, zo die er al was, is natuurlijk lang geleden al in een dikke historische mist verdwenen. Nu is ’t gewoon zoals ’t is. En terecht. Waar zou onze cultuur zijn zonder mooie tradities? Vormen die er geen onverbrekelijk geheel mee?
Zo ook dus de happening op het Piazza Grande waar de ceri op 1 mei aankomen om daar ceremonieel het Palazzo dei Consoli te worden binnengedragen. Hoewel, ceremonieel? Bekijk het gigantische gekrioel en geduw maar eens waar levensgezel zich met levensgevaar in stortte.
Maar deze ceremonie is slechts een voorproefje voor die 15e mei. Dan pas gaan de Eugubino, na zich vooraf al een paar dagen ingefeest te hebben, echt hélemaal uit hun dak. Met een programma dat ’s morgens om half zes begint en ’s avonds onbepaald laat pas eindigt. Met daarbij de ceraioli in de hoofdrol. De drie groepen van stevige mannen (hoezo emancipatie, traditie is traditie!) die dat jaar uitverkoren zijn om de ceri te dragen. Een grote eer maar ook een volstrekte uitputtingsslag. Wat ze er overigens niet van weerhoudt om, samen met de andere Eugubini, Gubbio tot in de vroege uurtjes nog lang onrustig maar ook veilig te laten blijven. Ondanks alle gewring in de drukte heb ik geen wanklank meegemaakt. Echt een ongelooflijk mooi volksfeest! Hier wat foto’s.
ongelooflijke drukte in de straten
en op de Piazza Grande met allemaal belangrijke deelnemers op het bordes van het Palazzo dei Consoli
Piazza Grande
jong geleerd, oud gedaan
En een paar video’s. Eerst een korte eigen film die ook op Facebook staat en dan een paar prachtige professionele. Die moet je echt zien!!!
Mijn keramist Giampietro brak ooit een keer een knieschijf toen hij als ceraiolo viel. Einde ceraioli-carrière! En mijn pottendraaier Daniele (lees vorige week) heeft er na een aantal jaren een punt achter gezet. Hij voelde dat zijn lijf het niet meer aan kan. Reken maar dat hij daarvan baalt.
de ceri tijdens een rustpauze op weg naar de berg
met de bijbehorende ceraioli, de dragers
En reken er ook maar op dat ik nog wel eens ga terugkomen op dit Festa dei Ceri.
Oh ja, en op 16 mei wordt dan nog de sterfdag van Sant’Ubaldo herdacht. Kun je ’s morgens bij de mis in de Basilica boven op de berg devoot en in alle rust bijkomen.
het lichaam van Sant’Ubaldo in zijn eigen basiliek
Ik verdwijn voor een viertal weken onder de internetradarhorizon. Dat gebeurt vaker, maar zoals gewoonlijk laat ik mijn lezers daarbij niet in de steek. Dus verschijnt er toch elke week een aflevering die ik van te voren heb klaar gezet. Maar noodgedwongen wat korter en anders van karakter. Laat je verrassen.
Toos van Holstein, Zocalo, olieverf 90 cm-120 cm
Regelmatig hoor ik bij mijn werk de opmerking “oh, Toos van Holstein, die met de poorten”. Op zich klopt dat. Want poorten komen regelmatig voor op mijn schilderijen. Zij het op maar een beperkt gedeelte ervan. Maar zoals dat voor mij ook het geval is, laat een poort blijkbaar sterke indrukken achter bij velen. Die poort is dan ook een archetype, een sterk symbool voor het bestaan van de mens.
Toos van Holstein, Dame blanche, olieverf 70 cm-50 cm
Ga maar na. Al duizenden jaren komt ze in allerlei architectonische vormen voor bij allerlei culturen verspreid over de hele aarde. Maar is ’t ook niet een poort die ons bij de geboorte toegang geeft tot het leven? En krijgen mensen met een bijna doodservaring niet vaak een beeld van een tunnel met aan het eind een opening, een poort met heel veel licht erachter?
Daagt ook de fysieke poort de van nature nieuwsgierige mens niet uit om er doorheen te gaan en nieuwe gebieden, nieuwe verten aan de andere kant te ontdekken? Maar symboliseert ze juist ook niet het omgekeerde? De geborgenheid van de thuiskomst? Na een korte of lange reis, na een dag werken of na een avontuurlijke periode?
Te gelijkertijd kun je die poort zien als afweermiddel tegen het onbekende, tegen gevaar. Dan doen we ‘m dicht uit angst of als afweer tegen de vijand. Je zou kunnen zeggen dat daardoor die poort tegenwoordig ook weer een sterk symbolische functie heeft. Hoe doen we ’t met de poort naar Europa? Open of dicht?
Toos van Holstein, Harmony, olieverf 80 cm-120 cm
Voor mij heeft de poort dus een veelvormige symbolische betekenis. Daarbij vind ik ’t gewoon een heerlijke vorm om van tijd tot tijd op het doek te zetten. Maar dat lukt me alleen als ik mijn poort openzet, er in gedachten of in werkelijkheid op uit ga om de uitingen van andere culturen te absorberen en te verwerken in die schilderijen. Ik denk dan ook dat ik nog lang niet klaar ben met het weergeven van de poort in al haar variaties en alle mogelijke contexten. Mijn slogan is ten slotte niet voor niets “for me art is travelling the mind”. Tot volgende week.
We hebben in het verleden flink wat Arabische landen afgereisd, levensgezel en ik. Tunesië, Yemen, Syrië, Jordanië, Marokko en Egypte. Georganiseerd met een groep of als backpackers op onszelf. Landen met een grote historie, met interessante oude kunst en een aparte cultuur. Destijds natuurlijk niet wetende dat je nu een aantal van die streken maar beter even kunt mijden. Heel erg jammer. Levensgezel en ik hebben elkaar zelfs in Egypte ontmoet. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
sfeer in Alexandrië
Vanwege die vroegere reizen en de in eerdere blogs beschreven uitnodiging deel te nemen aan de Biënnale voor kunstboeken in Alexandrië was ’t dus heel interessant om eind april, na heel veel jaren, weer eens in Egypte rond te neuzen. Nou ja, Egypte? Alleen Alexandrië en Caïro dan, om nauwkeurig te zijn. Logisch dat je dan gaat vergelijken met de Egyptische ervaringen van toen, van de tijd dat onze haren absoluut minder of misschien zelfs nog niet grijs waren. Dit keer daarom even geen kunst, maar wat willekeurige notities bij dat recente verblijf.
Alexandrië
Taxichauffeurs
Taxichauffeurs? Altijd oppassen. Bij aankomst ’s avonds op het vliegveld van Caïro zou er één op ons staan wachten voor de rit naar het hotel in het centrum. Levensgezel had dat via internet geregeld met een als betrouwbaar bekend staand bedrijf. Er was zelfs al vooraf betaald. Maar hoeveel chauffeurs er bij de uitgang ook stonden met omhoog geheven kartonnetjes, geen bordje met onze naam. Nou hebben die zonder bordje natuurlijk feilloos snel in de gaten dat je zoekend rondloopt. Keus te over dus om naar Caïro te komen. Maar levensgezel bekijkt zoiets altijd op z’n gemak. Maakt een rondje, maakt een praatje, kiest voor zichzelf al vast een chauffeur, vraagt naar de prijs, loopt nog een rondje, vraagt nog eens naar de prijs, enz. Want Egypte en dan niet onderhandelen? Dat gaat er bij hem niet in. Dus ging de eerst gevraagde 18 dollar via 15 naar 12 en ten slotte naar 10. Niet dat het daarvoor zou gaan lukken, dat wist hij ook wel. Er is altijd wel weer een truc waardoor die prijs toch nog omhoog gaat. Maar dat hoort bij het spel.
de chaos van Caïro
Dus de taxi in voor 10 dollar. Bij de slagboom bij het verlaten van de parkeerplaats voor taxi’s moest de chauffeur wel ineens geld aan de parkeerwacht daar overhandigen. Vijf dollar naar zijn zeggen. Of dat ook klopte? Dat hadden we zo gauw niet kunnen zien. Dus werd die rit toch ineens weer 15 dollar. Kijk, daar heb je de truc! Ook bleek zijn korte termijn geheugen niet helemaal op orde want van die 10 dollar kon hij zich absoluut niets meer herinneren. “We hebben toch echt 15 afgesproken, my friend!” Daar moet je je dan ook niet druk over maken. Andere cultuur en een domme westerling die er toch niets van snapt. Go with the flow, zoals dat heet. Dus betaalde levensgezel keurig 15 dollar na aankomst bij het hotel. Maar in één van de biljetten zat een kreukje. En dat is in Egypte een doodzonde voor dollarbiljetten. Dat hoort niet. Een verschijnsel dat we van vroeger al kenden. Bij kreukjes schijnt de waarde te dalen. Toen heeft levensgezel laten blijken dat hij en de chauffeur beslist niet in de wieg waren gelegd om vrienden voor het leven te worden. En de taximan begreep dat uiteindelijk ook wel.
aan de thee in Caïro
Overigens was die 15 dollar een redelijk gangbare prijs. Want voor die taxi die niet was komen opdagen hadden we €16,32 moeten betalen. Dat is na een klacht achteraf trouwens keurig terug gestort. Blijft natuurlijk de vraag wat de prijs zou zijn geweest als levensgezel in eerste instantie niet had afgedongen.
Hotelveiligheid
detectiepoortjes in de hotels
In alle hotels bleken ineens van die veiligheidspoortjes te staan. Zoals op het vliegveld. Van die dingen die gaan piepen bij onverantwoord aanwezig metaal. Zo werden we toch maar uitstekend beveiligd tegen het gevaar van terroristen. Hoewel? Bij zo’n poortje zat altijd een mannetje die natuurlijk moest ingrijpen bij calamiteiten. Als ie er ten minste al zat. Want zo iemand moet natuurlijk ook regelmatig even een plasje doen of naar buiten voor een sigaret of een kletspraatje. Indommelen of verdiept zijn in de krant hoorde er trouwens ook bij. Toch bestond er beslist een kans dat hij opkeek bij een piep van onze kant. Maar dan werden we met een wuivend handgebaar gelijk doorgelaten. Wat moeten we er toch vertrouwenwekkend hebben uitgezien, elke keer weer. Of we ons er veiliger door hebben gevoeld? Is dat van belang? Hoe dan ook is zo’n staatsmaatregel natuurlijk wel goed voor baantjes in een land waar de werkloosheidscijfers gigantisch hoog zijn. En vergeet ook die andere cultuur niet. Westerse efficiency is niet overal zaligmakend.
Deze schots en scheve notities lopen uit de hand. Dat heb ik al wel in de gaten. Dus heb ik achter de titel maar snel een Romeinse I geplakt. Tot volgende week.
Op zondag 1 februari is het opnieuw zover. Dan start in Middelburg de Kunst en Cultuurroute weer. Het hele jaar 2015 door, telkens op de 1ste zondag van de maand van 13-17 uur. En dat nu al voor de 16de keer. Want afgelopen jaar vierden we het 15-jarig jubileum van onze kunstroute. Als zo’n kunstevenement al 15 jaar bestaat, kun je dat dus rustig 15 redenen noemen om Middelburg en de kunst daar te bezoeken.
Niet voor niets komen er altijd veel bezoekers op af. Maar wat wil je ook? Een aangename mix van galerieën, ateliers en kunstwinkels. In een middeleeuwse binnenstad waarvan, zo is mijn ervaring, mensen bij hun eerste bezoek vaak zeggen “ik wist niet dat Middelburg zo mooi was”. Daarbij kom je ook nog eens binnen in panden die normaal gesloten zijn. Want dan wordt er gewerkt. Het zijn ten slotte vaak kunstenaarsateliers. Maar voor die 1ste zondag van de maand wordt een uitzondering gemaakt. Zo ook voor mijn atelier aan de Korendijk 56. In een oud pakhuis uit 1738 dat ik helemaal heb laten restaureren.
een 1ste zondag van de maand in mijn atelier
Niet alleen echter maken de kunst,die binnenstad en de oude panden waar je binnen kunt de Kunst en Cultuurroute aantrekkelijk. Daar werken ook de diverse thema’s duidelijk aan mee.
Zo is er in maart altijd “Van Klassiek tot Populair”. Daarbij wordt op verschillende adressen van de route live muziek gemaakt in, zoals de naam al suggereert, allerlei soorten. Met vaak opkomende talenten maar ook met gevestigde namen. In mijn atelier zijn er al regelmatig zulke optredens geweest.
een optreden in mijn atelier tijdens “Van Klassiek tot Populair”
Of wat te denken van Middelburg Boekenstad in mei. Gestart als initiatief van de kunstroute is deze grootste, jaarlijkse boekenmarkt in Zuid-West Nederland uitgegroeid tot een belangrijke spin off.
Iets dat ook geldt voor Middelburg VÓL-Koren tijdens het 1ste weekeinde van juni. De organisatie daarvan heeft zoveel succes dat nu op vrijdagavond al begonnen wordt met inzingen. En dat gaat met de zo ongeveer 100 optredende koren op zaterdag en zondag onverdroten door. Volle bussen met koren, groepen die het treinstation uitstromen, vaak herkenbaar aan hun kleding. Dat Middelburg VÓL-Koren heeft via de kunstroute een grote vlucht genomen.
Nog meer? Jazeker. In augustus is er de Kunstmarkt op het Abdijplein. Voor mij één van de mooiste pleinen van Nederland, die plek waar ooit Middelburg begon met de bouw van een klooster. En dan de extra aandacht voor Poëzie in november. Maar dat is nog ver weg. Eerst de kop eraf op 1 februari. Waarbij de deur van mijn atelier dus ook open staat. Tot volgende week.
Ooit genoten van een oorlog? Ik wel de laatste tijd. Van een heftige stedenoorlog, in Nederland nog wel. Niet dat men elkaar de kop inslaat en over en weer beschietingen uitvoert, dat zeker niet. Maar wel wordt er flink gesmeten met grote buidels vol harde munt. En de oorzaak? Het jaar 2018. Dan mogen Nederland en Malta de Culturele Hoofdsteden van Europa leveren. Daarvan hebben we er namelijk twee in Europa, elk jaar weer en elk jaar andere.
Maar Culturele Hoofdstad word je natuurlijk niet zomaar. Daarvoor moet heftig gestreden worden. Dat wilden Leeuwarden, Utrecht, Den Haag, Eindhoven en Maastricht dus wel. Met elk vele tientallen miljoenen,met commissies, ideeën, concepten, bidboeken. En nieuwe kunstgebouwen, zoals in Den Haag een nieuw cultuurpaleis voor 181 miljoen (zie de artist impression hierboven) . Reken maar dat zoiets sterke regionale onderbuikgevoelens los maakt. Positief en negatief. Zo zit cultuur het ene moment in het financiële verdomhoekje en is het een linkse grachtengordelhobby volgens die geblondeerde politicus. En zo slaan ze elkaar bijkans de hersens in om een jaar lang cultuur in al haar facetten de hoofdrol te mogen geven. Begrijp je dat ik dat niet begrijp maar er als kunstenaar wel van geniet?
Heel toevallig in samenhang hiermee kreeg ik een poosje geleden het verzoek om voor een Nederlandse club in Zuid-Frankrijk een lezing te houden. Over, je raadt ’t nooit, Marseille Culturele Hoofdstad van Europa 2013. Want Marseille voert die titel namelijk volgend jaar.
Maar eerst nog over Nederland. Net afgelopen week bepaalde een internationale jury dat Den Haag, ondanks dat cultuurpaleis, moest afvallen. Evenals Utrecht. Leeuwarden, Eindhoven (zie affiche) en Maastricht mogen dus voorlopig nog proberen hun miljoenen in goede ideeën om te zetten. Maar uiteindelijk blijft er toch, eind volgend jaar, maar één over.
Zo ging dat dus ook met Marseille. Het is echt gigantisch wat daar allemaal al is gebeurd en nog staat te gebeuren. Meer dan 600 miljoen is er geïnvesteerd in culturele infrastructuur, zoals een aantal nieuwe musea. Ik heb nog maar een spectaculair plaatje bijgevoegd. Over een paar weken, als ik mijn lezing in Les Arcs in de Provence heb gehouden, vertel ik daar wel meer over. Het is echt indrukwekkend. Tot volgende week.
Sinds 1 juli kan ’t weer, stemmen voor de Kunstenaar van het Jaar. Dat is al voor het 10de achtereenvolgende jaar. En het mooie is, ik ben ook weer genomineerd!! Toch niet onaardig, al zeg ik ’t zelf. Daarom heb ik boven dit stukje maar een feestelijk schilderij van mijn hand gezet. Want zoiets mag toch best lichtelijk worden gevierd. Het zegt ten slotte iets over mijn positie als beeldend kunstenaar. Ik wil me zeer beslist niet meten met kunstenaars als de oude Armando, fotografe Rineke Dijkstra (die nu exposeert in het beroemde Museum of Modern Art in New York), Marlene Dumas (die op veilingen boven de miljoen Euro zit met haar schilderijen), kunstenaar/societystar Ans Markus of good old schilder/schrijver Jan Cremer, die ook op de lijst staan. Maar het streelt me natuurlijk wel.
Even wat meer uitleg over die verkiezing. Sinds 2003 wordt door de Stichting Kunstweek een verkiezing gehouden voor de Kunstenaar van het Jaar. Die steeds populairder wordende verkiezing verloopt vooral via internet. Alweer een aantal jaren zorgt een groot kunstpanel voor een voorselectie van genomineerden. In dat panel zitten zo’n 100 museumdirecteuren, kunstcritici, kunstkenners, leraren van academies en kunstverzamelaars. Een representatieve doorsnee dus van de kunstwereld in ons land. Elk voor zich mogen zij 20 kunstenaars opgeven. En dan wordt het tellen. Welke namen zijn het vaakst opgegeven. Daardoor blijven er uiteindelijk 90 beeldende kunstenaars over die op de genomineerdenlijst komen te staan. Die lijst is vanaf 1 juli publiek geworden op de site www.kunstweek.nl/verkiezing2012/ . En op die alfabetische lijst val ik dus onder de H.
Aan de lijst zijn nog allerlei toeters en bellen verbonden, maar dat zie je vanzelf als je er heen gaat via de link hierboven. Uiteindelijk blijven er via deze eerste publieke stemmingsronde 20 van de 90 genomineerden over. Wat daarna volgt leg ik tegen die tijd wel uit.
Ik zou het natuurlijk best leuk vinden om bij die 20 te zitten! Tot half september kan er worden gestemd. Tot volgende week.
Wat heeft Peking met fort Rammekens te maken? Nou, in direct opzicht eigenlijk niet zoveel. Alhoewel het natuurlijk best denkbaar is dat er in de Gouden Eeuw wel eens schepen op de juiste wind hebben liggen wachten bij de rede bij Rammekens om af te varen naar de Oost met China als één van de bestemmingen.
Indirect is er wel degelijk een connectie. In de vorige aflevering vermeldde ik dat ik in 2008 een maand lang in Peking heb gebivakkeerd als “artist in residence”. Daarbij was ik uitgenodigd door een galerie om in Peking een tentoonstelling te realiseren. Ik vertelde dat ik over dat verblijf ook een blog heb bijgehouden. Naar aanleiding daarvan kreeg ik een paar keer de vraag waar dat blog dan te vinden was.
Op de expositie in het fort hangen trouwens een 8-tal grote banners die bij mijn tentoonstelling in Peking een rol hebben gespeeld. Over die banners maakte ik een poosje geleden een video “Banners on the move” die nog steeds is te zien op mijn YouTube-kanaal http://bit.ly/ij4Pag .
Als je geïnteresseerd bent in het Peking en China van nu is ‘t beslist de moeite waard mijn verslag over het verblijf daar te lezen. Ik was er al een keer eerder op vakantie geweest in 1994 en was werkelijk ongelooflijk verrast door de gigantische veranderingen die er sinds die tijd hadden plaatsgevonden. Lees erover en bekijk de vele foto’s.