Tagarchief: Inferno

Geen drieluik maar een driebord en meer wereldpremières


Koud tijdens die tien kunstdagen in een niet verwarmde ouwe koeienstal bij de goed bezochte Kunst10Daagse in het Noord-Hollandse Bergen (zie aflevering vorige week)? Hoe kom je erbij! Gewoon een beetje harden. Daardoor was  het inpakken en laden met een ritje terug van twee en een half uur naar Middelburg een zacht eitje.

nog een beeld van de voorbije K10D in Bergen

 Maar na alle succes zelfvoldaan in een makkelijke stoel neerzijgen bij de verwarming om bij te komen en op te warmen? Nee, nog even niet. Want komende zondag 7 november wacht al weer een heel speciale aflevering van onze Kunst en Cultuurroute Middelburg, de KCM (https://kunstroutemiddelburg.nl/). Zoals altijd op de 1e zondag van de maand van 13-17 uur, nu met het thema Poëzie. En dat wordt niet zomaar een doorsnee zondagmiddagje. Want naast optredende dichters elders word je in mijn pakhuis/atelier (Korendijk 56) getrakteerd op twee ware wereldpremières! Rond een nieuwe poëziebundel en ‘poëtische keramiek’.

Regelmatige lezers van dit blog zal ’t niet zijn ontgaan dat ik in september/oktober een flink aantal weken in het Italiaanse Gubbio doorbracht. Een prachtige middeleeuwse keramiekstad in Umbrië. Dat valt hier na te lezen.

bezig in Gubbio

Van de daar door mij beschilderde borden en vazen ging er een flink aantal mee in de auto naar Middelburg. Goed ingepakt en voorzichtig gestapeld. Allicht, nogal breekbaar spul. Heel gevoelig voor de Italiaanse wegen die, voorzichtig uitgedrukt, niet altijd in optimale staat verkeren! Dus maakte mijn hart een gelukkig huppeltje  toen alles goed bleek te zijn overgekomen. Zelfs geen schrammetje, laat staan breuk, te bekennen. Vandaar die eerste wereldpremière. Want mijn keramiek ga ik nu zondag tonen. Voor de allereerste keer! Niemand heeft er nog een blik op mogen werpen. Behalve dan bij het bord dat ik al op de social media en in zowel mijn blog als mijn recente Nieuwsbrief toonde.

Inferno, keramiek
met ook nog een beschilderde achterkant

Inferno, geïnspireerd door de Divina Commedia van Dante. Maar die Divina is natuurlijk wel opgebouwd uit drie delen: Inferno, Purgatorio en Paradiso (Hel, Purgatorium en Paradijs). Dus heb ik er maar gelijk een drieluik van gemaakt. Alhoewel, is driebord niet een veel origineler benaming? Hieronder het Paradiso-bord.

Maar er is veel meer. Zoals bijvoorbeeld deze eenzijdig gefotografeerde vaas.

De andere kanten? Gewoon langskomen om er een pirouette omheen te draaien. En natuurlijk de rest te bekijken. Daarover ga ik je hier niet wijzer maken.

Maar door dat thema Poëzie is er nog meer in de aanbieding. Nog een wereldpremière namelijk! Het uitkomen van de dichtbundel ‘Zeebries’ van de Middelburgse dichter Tanja Harpe.

Tanja Harpe

Hoe dat zit? Nou, zo! Ik ken Tanja al een aantal jaren en mocht in 2017 de voorkant van haar derde dichtbundel ‘Zee-Kracht’ sieren met mijn schilderij ‘Rolling over’.

de poëziebundel Zee-Kracht met mijn ‘Rolling over op de omslag

Dat de presentatie van die bundel toen ook  in mijn atelier plaatsvond? Logisch toch! Het werd destijds zo’n leuke happening dat Tanja vond dat haar vierde bundel ‘Zeebries’ ook weer in mijn atelier ten doop moest worden gehouden. Ik had totaal geen reden dat tegen te spreken.

Om 14 en 16 uur zal ze er een aantal gedichten uit voordragen en kun je Tanja ongetwijfeld een opdracht in die nieuwe bundel laten schrijven, mocht je er een aan willen schaffen. En natuurlijk wordt er een feestje omheen gebouwd.

Eigenlijk is ’t die middag een en al poëzie, zo bedacht ik me. Want vormen die door mij beschilderde keramische voorwerpen niet een soort gedichten in beelden? Ga maar na. Als je mijn olieverfschilderijen beschouwt als  romans, kun je mijn aquarellen zien als novellen en mijn tekeningen als korte verhalen.  Dus onder welke noemer valt dan mijn beschilderde keramiek? Juist ja, gedichten. ‘Poëtische keramiek’ zogezegd. Tot volgende week.

TOOS

De iconische kop van Dante, de Sommo Poeta, en mijn Dante-reis: ReisKunst deel IV


Wie herkent niet een afbeelding van Marilyn Monroe’s hoofd? Of de gestileerde kop van guerillastrijder Che Guevara? Moderne iconen. Of dat portret hierboven, met die bochtige neus en vooruitstrevende kin?  ‘Oh ja, Dante natuurlijk’. Il Sommo Poeta (1265-1321), de Opperste Dichter uit Florence, de man van de Divina Commedia. En de hoofdpersoon in Dante700, met wereldwijd manifestaties rond zijn 700ste sterfjaar. Reken maar dat ik een paar weken geleden zijn sterfdag op 14 september meekreeg. Ik zit namelijk in Italië. In keramiekstad Gubbio. De prachtige middeleeuwse stad in Umbrië waar ik, net als twee jaar geleden, opnieuw voor een maand ben neergestreken. Om keramiek te beschilderen. Maar dat verhaal komt nog. Nu eerst Dante. Daar kom je hier met goed fatsoen echt niet omheen. Kijk maar.

het septembernummer van het maandelijkse magazine voor Gubbio

En dan heb ik ’t nog niet eens over Ravenna, de stad waar hij stierf in 1321. Op dus 14 september. Ik was er vorige week een paar dagen. Dat was ik zondermeer aan Dante verplicht vanwege de inspiratie die hij mij heeft opgeleverd zoals verderop wel blijkt (en bijvoorbeeld al eerder hier en hier). Eerst trouwens een mini-mini selectie van wat ik in Ravenna aan Dante700 tegenkwam. De maxi-maxi? Dat wordt een ander verhaal.

zomaar een affiche ergens

Maar nou die kop van hem, die iconische kop. In alle variaties altijd herkenbaar. Maar ook altijd gebaseerd op maar één portret uit 1495, dat helemaal bovenaan. Van de beroemde Florentijnse Renaissancekunstenaar Sandro Botticelli. Die kwam pas in 1444 de wereld verkennen, meer dan 120 jaar na de dood van Dante. Terwijl dit toch echt het allereerste schilderij is met Dante’s kop. Ra, ra! Mogelijk is het gebaseerd op een nog bestaand fresco (in Museo Bargello, Florence) van Giotto (1267-1337). Ook verkerend in Florence en mogelijk vriend van Dante. Een fresco waarin mogelijk Dante staat afgebeeld.

dat fresco met daarin onderstaand fragment, zoek maar eens

Maar dat fresco is mogelijk pas geschilderd ergens rond 1335 terwijl Dante in 1301 om politieke redenen al uit Florence was verbannen. En terwijl een beschrijving door dichter Boccaccio (1313-1375), die van de Decamerone en de Vita di Dante en natuurlijk ook uit Florence, weer niet helemaal klopt met die figuur op het fresco. Let ook even op dat verbanningsjaar 1301 en Boccaccio’s geboortejaar 1313. Heeft Boccaccio die beschrijving mogelijk misschien pas ver na Dante’s dood alleen van horen zeggen? Dit alles is natuurlijk uitgebreid bediscussieerd door degenen die er voor hebben doorgeleerd.

Maar stel je nou eens voor dat Botticelli’s kop van Dante niet echt lijkt op de werkelijke uitgave? Een soort avatar avant la lettre is, waar we met z’n allen in zijn gestonken? Intrigerende gedachte, nietwaar? Overigens blijkt uit een recente wetenschappelijke reconstructie m.b.v. wat beenderen van de Sommo Poeta dat die haakneus wel eens zou kunnen kloppen.

Die avatar-gedachte doet natuurlijk niets af aan de Divina Commedia die hij ons heeft nagelaten. En aan de inspiratie die hij met zijn beeldend taalgebruik in de loop der eeuwen bij heel veel kunstenaars heeft opgeroepen. Gewoon omdat hij in zijn geest op reis ging door het Inferno, Purgatorio en Paradiso. En aan die reis zijn uitgebreide kennis koppelde over zowel personen en gebeurtenissen in zijn eigen tijd als uit de oudheid. Waardoor hij er voor gezorgd heeft dat ook ik conform mijn lijfspreuk ‘for me art is travelling the mind’ in mijn geest in zijn gezelschap op reis ging. Met bijvoorbeeld dit schilderij als gevolg.

Toos van Holstein, Dante en Beatrice (olieverfschilderij)

Met daarin Dante die door zijn in het werkelijke leven onbereikbare geliefde Beatrice door het Paradijs wordt rondgeleid. Want hoe moet je je in godsnaam het Paradijs voorstellen? Met allemaal engelen met bazuinen aan hun mond? Met allemaal heiligen zittend op wolkjes en aureolen rond hun hoofd? En ergens helemaal bovenaan God, Jezus en Maria? Best saai allemaal. Niet voor niks hebben de meeste kunstenaars zich op de Hel en het Purgatorium gestort. Daar vind je veel interessanter zaken. Storm, verdrinkingen, Furiën, in bomen vergroeide en in zee ingevroren zielen, aan elkaar knagende personen en nog zo wat leuke dingen voor de mensen. Maar Beatrice in het Paradijs heb ik me toch niet laten ontnemen.

Toos van Holstein, Beatrice (olieverfschilderij)

Met natuurlijk veel bladgoud erin. Wat ’t weer heel moeilijk maakte er een goeie foto van te nemen. Veel schittering, vanuit welke kijkhoek dan ook. Maar ergens in Nederland siert ze met haar paradijselijke aanwezigheid op prachtige wijze een muur. Net zoals trouwens nu dit nieuwe Inferno-bord van mij in de etalage van keramist  Gampietro Rampini schittert.

Toos van Holstein, Inferno (schildering op keramiek)

Tot volgende week.

TOOS

Waarom Dan Brown mij irriteerde in Laos


Toeval? Geen toeval? Hoe dan ook, bij mijn terugkomst uit Zuidoost Azië las ik dat Dan Brown op bezoek was in Nederland. Je weet wel, die Dan Brown van “De Da Vinci Code” en het recente “Inferno”, het meest verkochte boek in Nederland in 2013. En toevallig of niet, in Laos had ik dus net dat “Inferno” gelezen.

La Mappa dell'Inferno, Botticelli
La Mappa dell’Inferno, Botticelli

Op zo’n reis neem ik namelijk altijd flink wat leesvoer mee. ’t Is heerlijk om me bij alle nieuwe indrukken in een nog onbekend land af en toe met een boek even terug te trekken in mijn eigen wereld. Daarbij was “Inferno” eigenlijk wel verplichte kost. Want De Hel uit de Divina Commedia van Dante ligt aan de basis van Brown’s nieuwste boek. En trouwe lezers van dit blog weten dat ik via Galerie Qvadrige in Nice betrokken was bij de illustratie van een nieuwe Franstalige uitgave van Dantes middeleeuwse meesterwerk. Om “Inferno” kon ik dus niet heen. Ook al omdat Brown vaak beeldende kunst een grote rol geeft in zijn avontuurlijke verhalen.  Denk maar aan de schilderijen van Leonardo da Vinci in de “Da Vinci Code”. In “Inferno” is dat het geval met een werk van de beroemde Sandro Botticelli (1445-1510). “Kaart van de Hel”, één van de illustraties die Botticelli destijds maakte bij de Divina Commedia (zie boven en hieronder).

detail Mappa dell'Infernol
detail Mappa dell’Infernol 

Maar waarom dan die irritatie over “Inferno” in dat verre Laos?  Omdat Dan Brown een deel van het verhaal zich laat afspelen in Venetië en omdat hij daarbij een volstrekt onwaarachtig beeld van die stad geeft. Van “mijn” Venetië nog wel, van die stad waarop ik verliefd ben en waar ik al heel wat keertjes ben geweest!  Even tegengas geven dus.

Venetië, Canal Grande
Venetië, Canal Grande

Zo schrijft hij, als zijn hoofdpersoon Robert Langdon het station uitkomt,  “tientallen schippers zwaaiden met hun armen en riepen naar de toeristen, in de hoop passagiers te lokken voor hun watertaxi, gondel, vaporetto of speedboot”. Dat beeld heb ik daar dus nog nooit gezien. En schippers van de vaporetto, de openbare waterbus van Venetië, die naar toeristen zwaaien? Kom nou toch. Wat te denken van de “drijvende verkeersopstopping” en “op de een of andere manier was een filevorming die hem in Boston tot wanhoop zou drijven in Venetië schilderachtig”. Tja, alles in Venetië is schilderachtig, maar filevorming? Ik verbaas me er juist altijd over dat al dat verkeer op het water zo soepel langs elkaar heen glijdt. Ondanks die drukte op sommige plaatsen. Het wemelt van dat soort beschrijvingen die echt voor geen meter kloppen.

cruiseboot bij de Riva San Biaggio, Venetië
cruiseboot bij de Riva San Biaggio, Venetië

Zo heb ik zelf ervaren dat er af en toe zo’n groot cruiseschip met ik weet niet hoeveel dekken boven elkaar bij het San Marco plein langs vaart. Echt geen gezicht! Dan lijkt Venetië ineens een soort Madurodam dat in het niet valt bij zo’n gigant met enkele duizenden passagiers die zich op de bovenste dekken verdringen om letterlijk over de stad uit te kijken. Maar dat er “dag en nacht een eindeloze reeks cruiseschepen voorbij voer”? Dat slaat helemaal, maar dan ook echt helemaal nergens op. Overigens wordt er al wel heftig geprotesteerd tegen dit gedoe met cruiseschepen. Volkomen terecht.

cruiseboot in de Bacino di San Marco, Venetië
cruiseboot in de Bacino di San Marco, Venetië

Interessant in het boek is ook dat onze Harry Langdon van het een op het andere moment van het San Marco plein de San Marco basiliek instapt. Als je ooit de rijen bezoekers buiten die basiliek hebt ervaren, weet je dat een uur wachttijd heel normaal is. Maar ja, “Inferno” speelt zich af binnen 48 uur. Een uurtje wachten gaat dan vanzelfsprekend niet.

Jammer van dat soort missers. Dat doet af aan het verhaal, voor zover dit al geloofwaardig is. Want geloofwaardig is natuurlijk iets anders dan spannend. Dat laatste is het zeker, ’t leest als een trein.  En met alle culturele en kunstzinnige info die het boek geeft, zij het Dan Brown dan maar vergeven dat hij “mijn” Venetië onrecht aandoet. Tot volgende week.

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag