Tagarchief: Jan van Eyck

Mythe, Magie en Mystiek, het Kunstenaarsatelier leent zich er wel voor (III)


Van de Rijksmuseumse Eregalerij vorige keer terug naar mijn belofte over die eenzame monnik aan zijn lessenaar in de week daarvoor. Want die plotsklapse actualiteit van de Gouden Eeuwse vrouwelijke kunstenaars die eindelijk, eindelijk hun eigen plek kregen in de Eregalerij drong zich er even tussen.  Nu verder met mijn schrijfsels over de plek waar toch ook die vrouwen hun schilderijen maakten: het kunstenaarsatelier. Met bijbehorende geschiedenissen en persoonlijke ervaringen. Met de mythen, de magie en de legenden die er vaak aan de haren bij worden gesleept. En met ook mijn eigen werkplekken. In zowel Middelburg als Nice.

bezig in mijn atelier in Nice
het Palais Venise in Nice met op de 1e etage achter de witte balustrade en de draaimolen mijn atelier

Zeg nou zelf, is dat atelier in Nice zoiets speciaals? Een doodgewone kamer in een trois pièces, een driekamer appartement. Maar dan wel in het heerlijk barokke Palais Venise. Alleen de naam al! ’t Is een plek waar ik me heel goed thuis voel. Waar ik me als een monnik kan terugtrekken in mijn cel en me kan afsluiten van de drukte in Nederland. Waar ik de Mediterrané en de beroemde Promenade des Anglais heel dichtbij weet en waar ik helemaal tot rust kan komen. Maar waar ik dus door dat rottige virus nu al een heel jaar niet heen heb gekund. Lees hier maar eens terug hoe ik er vorig jaar maart weg moest vluchten.

illustratie uit de 11e eeuw, gemaakt in de abdij van Echternach
monnik in het scriptorium

Goed, die plaatjes met monniken. Die doen daar wat ik in Nice ook zo graag in alle rust en stilte doe. Gewoon lekker bezig zijn. Zij vooral met het nijver overschrijven en kalligraferen van teksten. Want de boekdrukkunst?  Die liet in die periode van de Middeleeuwen nog honderden jaren op zich wachten. Waar komt, dacht je, de uitdrukking ‘dat is monnikenwerk’ vandaan? Juist, ja! Maar al die ter ere van God beschreven perkamenten bladen werden ook regelmatig verluchtigd met miniaturen. Van heel eenvoudig tot meer kunstzinnig.

al veel mooier, een afbeelding vermoedelijk gemaakt door de beroemde Jan van Eyck rond 1420

Een twee-eenheid tussen tekst en verklarend plaatje. Op die manier werd het scriptorium mee ook een atelier. Simpel weliswaar, maar wel een voorloper van de veel latere schildersateliers.

Maar hoe zat ’t nu eigenlijk ver voor de Middeleeuwen? In de Griekse Oudheid en het Romeinse rijk. Want die hadden toch ook hun kunstenaars. En wat voor! Kijk maar.

Weten we ook iets van hun ateliers? Zoals van de legendarische schilder Apelles of de befaamde beeldhouwer Phidias. Het korte antwoord is, voor zover ik weet, nee. Wel kennen we het prachtige verhaal van de mythische Pygmalion. Die beeldhouwde een zo perfect marmeren beeld van het vrouwelijk lichaam dat hij er zelfs heimelijk verliefd op werd. Gelukkig was daar Aphrodite, de godin van de liefde. Met haar hulp kon hij het beeld tot leven brengen door het zacht op de lippen te kussen. Een moment dat Jean-Léon Gérôme (1824-1904) prachtig verbeeldde.

Maar of hij het beeldhouwatelier historisch een beetje correct heeft weergegeven? Slechte vraag natuurlijk bij deze zeer persoonlijke, romantische 19e eeuwse interpretatie. Pygmalion en zijn Galatea leefden in ieder geval nog lang en gelukkig. Maar dat dit verhaal in de middeleeuwen aanleiding was om dan maar te veronderstellen dat de perfecte vrouwelijkheid alleen kon bestaan dankzij de mannelijke scheppingskracht? Vast eenzijdig denkende mannen die dit idee kregen.

Ook die legendarische Apelles (370-306 v.C.) heeft heel wat kunstzinnige inspiratie op zijn geweten. Maar ja, hij werd in het Romeinse rijk dan ook gezien als de grootste schilder aller tijden. Dankzij beschrijvingen van Plinius de Oudere in zijn Naturalis Historia weten we het nodige over hem en zijn schilderijen. Waarvan niets is overgebleven. Wel zou onderstaande muurschildering uit Pompeï gebaseerd zijn op zijn schilderij ‘Venus Anadyomene’ (Venus oprijzend uit de zee) dat ooit in bezit was geraakt van keizer Augustus.

Een geweldig verhaal over Apelles heeft veel en veel later trouwens nog heel wat kunstwerken door anderen opgeleverd.

Jan Wierix, Apelles en Alexander de Grote

Zo zou Alexander de Grote hem opdracht hebben gegeven om een naaktportret te maken van Campasne, een belangrijke minnares van onze wereldveroveraar. Maar wat gebeurt er? Tijdens het poseren wordt Apelles straalverliefd op Campasne. Als Alexander dit te weten komt en weer op bezoek gaat in het atelier is hij zo sterk onder de indruk van het portret dat hij subiet zijn minnares schenkt aan Apelles als tegenprestatie voor dat schilderij. Of Campasne hierover iets te zeggen had? Goeie vraag! En of het geschetste atelier hier wel klopt? Kleine kans, schat ik zo in. Maar ’t kan nog veel erger.

Willem van Haecht (II), Alexander de Grote bezoekt het atelier van Apelles, in bezit van het Mauritshuis

Ja, ook hier wordt Apelles’ atelier verbeeld.  Kijk maar linksonder waar hij een in dit geval min of meer keurig gekleed poserende Campasne op het doek zet terwijl Alexander in extase toekijkt.

Volgende keer meer over dit curieuze schilderij en andersoortige atelierverhalen. Of? Nee, toch eerst maar Dante700. Tot volgende week.

TOOS

Was Jan van Eyck bijziend en andere afleidingen voor corona-dips


Man met rode tulband, vermoedelijk een zelfportret van Jan van Eyck, 1433

Soms zit ’t mee en soms zit ’t tegen. Was je één van die 70.000 die van te voren al een kaartje had gekocht voor de ‘once in a lifetime’ expositie in Rome over kunstenaarsgenie Rafaël (1483-1520)? Dan had je dus dikke pech. Op 4 maart geopend, drie dagen later weer dicht. Coronavirus! Had je een ticket op 13 maart of later voor de ook ‘once in a lifetime’ tentoonstelling over Jan van Eyck (1390?-1441) in Gent? Idem dito! Maar voor mij zat ’t mee. Levensgezel en ik hadden toegangsbewijzen met datum 2 maart. Voor toen de wereld, nog maar vijf weken geleden, er radicaal anders bij lag. Niks dicht, alles open. Hoe lang geleden lijkt dat al.

Ik had er naar uitgekeken, naar die tentoonstelling ‘Van Eyck, een optische revolutie’. Daarbij, ik was ’t eigenlijk ook wel moreel verplicht er heen te gaan. Want had ik niet diverse keren in de jaren 90 geëxposeerd onder het toeziend oog van de gebroeders Jan en Hubert van Eyck? Nou ja, van hun standbeeld dan, op het grote marktplein van hun vermoedelijke geboorteplaats Maaseik.

Met op de hoek de prachtige Galerie Den Peroun. Dat waren schone exposities, al zeg ik ’t zelf op z’n Vlaams. Maar ja, galerieën komen en galerieën gaan terwijl kunstenaars blijven bestaan. Den Peroun is niet meer. Maar hun Maaseikse beeld en de schilderijen van de Van Eyck’s, vooral van Jan, bestaan nog steeds.

uitsnede met de aartsengel Gabriël van een van de delen van het grote veelluik Het Lam Gods

Een twintigtal werken zijn dat maar, verspreid over de hele wereld. Met voor het eerst de helft daarvan ingevlogen vanuit alle windstreken naar dat nu gesloten Museum voor Schone Kunsten in Gent. Om daar volgens schema tot 30 april getoond te worden in samenhang met acht recent gerestaureerde zijpanelen van ‘Het Lam Gods´. Het grootse, wereldberoemde veelluik dat al eeuwenlang alleen maar te zien was in de Gentse Sint Baafskathedraal. Nu kon je er bijna met je neus op gaan staan. En toen kwam die vraag bij me op. Was Jan van Eyck mogelijk bijziend­? Die vraag lijkt me best relevant als je ziet hoe ongelooflijk gedetailleerd Van Eyck op de vierkante centimeter schilderde. Even een voorbeeld.

links het grote scherm, rechts het gerestaureerde deel van Het Lam Gods

In de entreezaal van de expositie staat een metershoog scherm met daarop een deel van één van die gerestaureerde zijpanelen (middelste rij, 2e van links). Heel sterk uitvergroot dus. En die gigantische uitvergroting staat nog als een huis. Ongelooflijk!

Ik moest gelijk denken aan vriend, collega en fijnschilder Poen de Wijs. Die kon je best behoorlijk kippig noemen met zijn brillenglazen van min zeven. Als hij die bril omhoog schoof op zijn voorhoofd kon ie letterlijk met zijn neus op het doek de fijnste details schilderen. Zou dat bij Van Eyck ook hebben kunnen spelen? Maar dan rijst natuurlijk de vraag hoe ’t dan in zijn tijd met brillen zat. Geen Specsavers of EyeWish om de hoek. Vergeet ’t maar. En waarom wordt Van Eyck juist ook geroemd om zijn waarnemingsvermogen van de omgeving? Hij was de eerste in zijn tijd die gedetailleerde stadsgezichten als achtergrond voor zijn schilderijen gebruikte. Als Poen zijn sterke bijziendheidsbril niet op had, was de buitenwereld voor hem niet veel meer dan een vage brei aan beelden.

Nog een ander voorbeeldje. Van Eyck’s formidabele Annunciatie, ook hangend op de expositie. Een werk van 90 bij 34 cm.

links de Annunciatie, rechts een tip van de op de vloer hangende mantel van aartsengel Gabriël (speur maar eens daar dat stukje)

Kijk eens hoe ongelooflijk gedetailleerd en goed geschilderd zelfs zo’n klein stukje uit de mantel van de engel nog is. Dus hoe zat dat nou eigenlijk met die ogen van Van Eyck? Waren dat uitzonderlijke haviksogen of was hij stevig bijziend? En zo ja, hoe zat ’t dan met de rudimentaire brillen in zijn tijd? En hoe kon hij dan scherp zien in de verte? Zou daar ooit wetenschappelijk onderzoek naar zijn gedaan? In mijn ogen best een interessante vraag.

Ook nog even de Heilige Barbara, mijn lievelingswerk van hem. Maar 32 bij 18 cm groot!! Zelfde verhaal dus.

het paneel van de Heilige Barbara links, een detail ervan rechts

Al met al een prachtige expositie, verspreid over vele zalen met heel veel werk van tijdgenoten van Jan van Eyck. Maar helaas, dicht, dicht, dicht! En of ’t daar voor 30 april nog weer open gaat?

grote zaal met daarin een videoprojectie over Het Lam Gods

 een paar persfoto’s zonder de grote groepen bezoekers

Toch is er nog een lichtpuntje. Want op 24 september staat in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel de opening gepland van ´Facing van Eyck-The Miracle of the Detail’. Daar sluit dan mooi een prachtige en heel informatieve nieuwe website bij aan http://closertovaneyck.kikirpa.be/. Met daarop alle werken van de gebroeders in een ongelooflijk hoge resolutie.

En dan nu op naar een vreemde Pasen. Zie bijvoorbeeld deze overbekende frescoschildering. Daar is iets mee.

Wat dan wel? Na Pasen de oplossing. En mocht je tijdens de Paasdagen nog wat losse uurtjes over hebben en de Hermitage, dat overweldigende museum in Sint Petersburg, nog nooit hebben gezien?

Neem dan de tijd voor deze meer dan vijf uur durende, in één take opgenomen video. Heel bijzonder! Tot volgende week.

TOOS

De Twee-Eenheid van Knokke en Kunst


Elk voordeel hep ze nadeel, om maar eens een van onze beroemdste hedendaagse Nederlandse filosofen te parafraseren, de onnavolgbare Johan Cruijff, . Want als je op de boulevard in Vlissingen staat, zie je heel duidelijk Knokke liggen aan de overkant van de Westerschelde. Nam je vroeger de veerdienst Vlissingen-Breskens, dan was de tocht erheen een fluitje van een cent. En je had zelfs nog even die twintig minuten van rust en zilte zeelucht snuiven op het dek tijdens de overtocht. Nu ligt er de Westerscheldetunnel en is het veer al heel lang verdwenen. Terneuzen blij. Maar van Middelburg naar Knokke? Kijk, daar hep je het nadeel van het voordeel. Geen zilte zeelucht meer en mooi vijf kwartier onderweg. Als het meezit dan en niet half België richting kust wil.

beeld aan de Zeedijk in Knokke
beeld aan de Zeedijk in Knokke

Hoe ik ineens zo op Knokke kom? Een paar dagen geleden was ik er weer eens. Voor de kunst. Een aantal jaren geleden gebeurde dat veel vaker. Toen werkte ik samen met een galerie op de beroemde Zeedijk van dat mondaine Knokke. Die boulevard waar het stikt van de galerieën. Want Knokke is zo’n chique badplaats waar kunst en kapitaal samenklitten. Waar geld is, daar is ten slotte heel vaak ook kunst. Dat begon in de Middeleeuwen al met de puissant rijke Roomse Kerk. Later deden ook de adel en opkomende burgerij in de rijke steden een flinke duit in het kunstzakje. Denk maar aan Brugge en Gent met de Vlaamse Primitieven als de gebroeders van Eyck en Rogier van der Weyden. Aan Florence en de Renaissance met Leonardo da Vinci en Michelangelo. Of onze eigen Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de Gouden Eeuw. En wat te denken van de bloeiende kunstenaarskolonie in het Zeeuwse Domburg? Zouden die kunstenaars daar echt alleen gezeten hebben vanwege het bijzondere licht? Of zou de zomerse aanwezigheid van adellijke en zelfs vorstelijke kringen daar misschien ook een ietsiepietsie aan hebben bijgedragen?

Knokke 2 Knokke 3

sfeer"beelden" op de Zeedijk
sfeer”beelden” op de Zeedijk

Vandaar dus al die galerieën op de Zeedijk in Knokke. De bekende en beruchte familie Lippens, inderdaad die van de failliete Fortis-bank, mag dan een behoorlijk deel van de plaats bezitten, vele anderen hebben er een tweede of derde huis. Daarvoor hebben ze hun bankrekening dan wel aardig moeten plunderen, maar op dat type rekening schiet er dan altijd nog wel wat over voor kunst. Ik heb er dan ook flink keertjes geëxposeerd, bij Art Gallery Natascha van Anne van Hoof. Maar Anne stopte er een aantal jaren geleden mee.

plek waar ooit Art Gallery Natascha zat en nu kunst rond Kuifje wordt gepromoot
plek waar ooit Art Gallery Natascha zat en nu kunst rond Kuifje wordt gepromoot

Net voor dat beroemde bankenrampjaar 2008. En net dus voordat Knokkense bankrekeningen er ineens minder florissant uitzagen. Sindsdien ben ik minder toegekomen aan het flaneren op de Zeedijk. Maar een goede reden dat toch af en toe nog weer eens te doen is de Art Nocturne. De beurs voor moderne kunst en antiek. Een paar jaar achter elkaar was ’t er niet van gekomen door verblijf elders. Nu echter had ik de mogelijkheid.

Zomaar een kunstbeurs midden in het vakantieseizoen is eigenlijk heel bijzonder. Niemand waagt zich daaraan, maar voor Knokke als badstad is het geen probleem. Juist in de zomer komt tout le monde er graag. Voor de wat hoger geprijsde blinkertjes, voor de juiste merkkleding, om gezien te worden in de cabriolet. Met het dak open natuurlijk. En dus ook voor de kunst.

ergens op de Art Nocturne
ergens op de Art Nocturne

Maar die kunst viel behoorlijk tegen. Eigenlijk wel passend bij het herfstige accent van het weer die dag. Tekenend voor de huidige situatie in de kunstwereld, het belachelijk dure segment bij de beroemd veilinghuizen buiten beschouwing gelaten, was dat er nauwelijks gerenommeerde galerieën aanwezig waren. Een paar jaar geleden waren ze er nog wel, nu niet meer. De gevallen gaten werden opgevuld met minder bekende kunstaanbieders die blijkbaar het beursavontuur wel wilden aangaan tegen een lagere prijs per vierkante meter standoppervlak.  Geen vooruitgang! Ook op de Zeedijk was dat het geval. Nog wel steeds veel galerieën, maar ….. Er waren zelfs leegstaande ruimten te huur. Dat heb ik daar in het hoogseizoen nog nooit meegemaakt. De economische crisis is dus zelfs aan Knokke niet voorbij gegaan.

Gelukkig mocht ik ’s avonds al die kunstmalheur wegspoelen met champagne en wegeten met een florissant koud buffet bij die ex-galeriehoudster van me, Anne van Hoof van die ex-galerie Natascha.

op bezoek bij Anne van Hoof
op bezoek bij Anne van Hoof

Met daarbij vanzelfsprekend het naar boven halen van de vele gezamenlijke kunstavonturen bij exposities, beurzen en klanten gedurende onze jarenlange samenwerking. En zo werd het nog heel laat in Knokke en nog veel later voor ik ergens midden in de nacht mijn bed kon opzoeken. Tot volgende week.

TOOS

Boeddha’s, nog meer Boeddha’s en dan nog veel meer


Boeddhabeelden
Boeddhabeelden

Boeddha 2 In het Frans hebben ze er twee mooie woorden voor om het verschil aan te geven: artiste en artisan. Kunstenaar en ambachtsman/maker. Is bijvoorbeeld een architect of ontwerper nu een artiste of een artisan? Er lopen heel wat beroemde architecten en designersego’s rond die zichzelf graag onder de eerste categorie geschaard zien, maar ik neig toch meer naar die tweede.  Omdat voor mij kunst en emotie sterk met elkaar verbonden moeten zijn en de artisan veel meer bezig is met gebruiksfuncties. Maar ja, de scheidslijn is soms dun.

Bij mijn reis door Laos en Cambodja werd ik weer eens met dat dilemma van “is het kunst of is het prachtig vakwerk” geconfronteerd. Want je komt daar natuurlijk heel veel Boeddhistische tempels tegen met daarin dus heel veel beelden van Boeddha. En niet alleen in die tempels, vanzelfsprekend ook daarbuiten. Je kunt er zelfs wel eens een beetje Boeddha-moe van worden. Hoeveel honderden miljoenen Boeddhabeelden zouden er in de loop van de eeuwen niet zijn geproduceerd? Allemaal in een beperkt aantal voorgeschreven houdingen. Toch is er dan af en toe ineens weer een beeld dat er uitspringt, dat je door uitvoering en kleur raakt. Het over-overgrote deel is alleen maar artisan-werk, maar is dat af-en-toe beeld dat je raakt dan kunst?

Boeddha 3Boeddha 4Boeddha 5Boeddha 6Boeddha 7Boeddha 8

Boeddha 9 Ik ben er voor mijzelf niet uit omdat de scheppers van die beelden zo sterk aan voorschriften zijn gebonden. Heb je voor het maken van kunst niet veel meer vrijheid nodig? Waarom maakten in de 15de eeuw in Vlaanderen de zogenaamde Vlaamse Primitieven als Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hugo van der Goes en Hans Memling de prachtigste werken? Kort door de bocht geformuleerd omdat ze voor een rijke burgerij konden werken en als kunstenaar niet meer alleen van opdrachten van de kerk afhankelijk waren. En geldt datzelfde niet ook voor de opkomst van de Renaissance in  Florence? Ook in die 15de eeuw.

 

Hoe dan ook, ik kwam op mijn tocht in Zuidoost Azië heel veel Boeddha’s tegen en heb daar dus ook heel veel foto’s van. Oordeel zelf maar aan de hand van de selectie hier. Is het werk van een artiste of van een artisan?

Boeddha 10

Boeddha 11Tot volgende week.

TOOS

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Facebook http://www.facebook.com/TOOSvanholstein

Kunst, feest, Andy Warhol, Wenen en nog veel meer


Die kunstwereld is eigenlijk maar een raar wereldje. En als kunstenaar heb ik recht van spreken. Toch? Stel je voor. Bij je leven al ben je een superster, een levende  legende. Maar na je dood zak je peilloos diep weg in grote vergetelheid. En nu is je werk bezig met een sterke opmars. ’t Kan verkeren in de kunst.

Abundantia

Ik moest hieraan denken bij het schilderij “Abundantia”. Een uitbundig extraatje dat ik meekreeg in Museum Boijmans Van Beuningen toen ik daar laatst was  voor de tentoonstelling van Jan van Eyck. Maar over hem gaat dit niet, van Van Eyck kun je moeilijk beweren dat hij in vergetelheid raakte. Nee, ’t betreft  Hans Makart. Wie? Ja, goeie vraag. Nou, dat was dus de Andy Warhol van de 19de eeuw. Met wel het niet onbelangrijke verschilletje  dat Warhol na zijn dood beroemd is gebleven en de anekdotes rond zijn werkplaats The Factory en zijn New Yorkse societyleven nog steeds luidruchtig rondzingen. Ook Makart had zo’n heftig, beroemd en kort leven. Van 1840 tot 1884. Je moest in zijn stad Wenen, toen een machtig Europees centrum, en tot ver over veel landsgrenzen heen ook echt niet te vragen wie Hans Makart was.  In cultureel ingestelde kringen was je dan gelijk een ontzettende nitwit.

atelier Hans Makart

Stel je eens voor dat zich dagelijks voor mijn atelier in Middelburg  lange rijen vormden om tegen betaling dat atelier te mogen bezoeken. Dat zal voor mij wel bij een gedachtenexperiment blijven. Niet echter voor Makart. Maar ik moet natuurlijk wel toegeven dat mijn werkplaats ’t niet helemaal haalt bij die van hem. Dat blijkt wel uit bijgaande foto. Want de fotografie was net in die tijd volop in ontwikkeling. Daarom kunnen we ook zien dat Hans maar een klein mannetje was. Hans MakartOverigens wel een mannetjesputter.  Hij mocht voor de stad grootse praaloptochten ontwerpen waar gigantische volksmassa’s op af kwamen. Zijn huis was één groot partycentrum. Schilderijen van hem gingen op zegetocht langs Europese en zelfs Amerikaanse steden. Zo ook dat schilderij “Abundantia” van hierboven , genoemd naar een tweederangs Romeinse godin, die van de Hoorn des Overvloeds. Berlijn, Leipzig, Amsterdam, Londen, Philadelphia en New York deed ze aan. En toen verdween Makart dus helemaal van het toneel. Tot zijn barokke, uitbundige en feestelijke kunst de laatste tijd weer aan een nieuwe zegetocht bezig is. Met bijvoorbeeld een grote expositie in Wenen. Tja, waar anders!

 En zo stond ik dus een paar weken geleden voor een werk van zijn hand. Het enige dat er nu van hem in Nederland hangt. Zeg dus maar eens dat die kunstwereld geen raar wereldje is! Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag

Was Jan van Eyck bijziend?


1 miniatuur-Turijn-Milaan getijdenboekJan_van_Eyck Ken je dat? Bijvoorbeeld een interessante expositie duurt nog maanden. Dus heb je tijd zat om er heen te gaan. En dan ineens is die tijd bijna voorbij en moet je je alsnog haasten. Dat had ik dus bij de  tentoonstelling rond en over Jan van Eyck (Maaseik circa 1390-Brugge 1441). In zijn tijd al wereldberoemd in heel Europa.

Ik realiseerde me plotsklaps dat de deadline in het Museum Boijmans Van Beuningen op 10 februari lag. Reden dus om snel naar Rotterdam af te reizen. Er zijn namelijk maar enkele tientallen werken met zekerheid aan Van Eyck  toegeschreven. En dan is het wel heel bijzonder dat daarvan nu in Boijmans  vijf olieverven en twee miniaturen zijn te zien. Waar je ook nog  eens letterlijk met  je neus bovenop kunt komen. ’t Gebeurt niet vaak dat je van zo dichtbij zulk wereldberoemd werk kunt bekijken. En die neus er bovenop is echt nodig. Onze Jan moet zijn ogen trouwens ook heel dicht bij het paneel hebben gehad, zo ongelooflijk verfijnd en detaillistisch is alles geschilderd. Zouden er in die 15de eeuw al opticiens zijn geweest met digitaal opgeslagen klantgegevens, dan hadden we nu vast geweten hoever onze Jan met zijn ogen in de min zat. Want ik kan me absoluut niet voorstellen dat je zo verfijnd kunt schilderen als je niet behoorlijk bijziend bent.

Heilige Barbara - Jan van Eyck 4 Annunciatie Jan van EijckDie detaillering is prachtig te zien op een verrassend klein paneeltje dat overigens niet af is. De Heilige Barbara voor een toren in aanbouw waarin ze later zal worden opgesloten. Maar dat is een heel ander verhaal. Op alleen een foto (hierboven), krijg je echt de indruk  dat het veel groter  is. Voor mij was dit monumentale schilderijtje het hoogtepunt. Al is bijvoorbeeld de  Annunciatie, waar rechts een ooit verdwenen deel ontbreekt, ook hors categorie.

Opvallend was dat er steeds meer mediatoeters en bellen bij zo’n belangrijke expositie komen. Zijn begeleidende  “oortjes” met toelichtende teksten al standaard, nu hoorde er ook nog een schermpje bij. Opvallend was dat heel wat bezoekers meer naar uitvergrotingen op hun scherm keken dan naar de kleine werken zelf. Want om daar dichtbij te kunnen  komen, moest je in de drukte gewoon de tijd nemen. Interessante ontwikkeling, nietwaar, onze digitale revolutie?

2 restauratie Drie Maria's aan het graf Aanleiding tot deze expositie was de restauratie van Van Eyck’s paneel “Drie Maria’s aan het graf”. Een restauratie die ook op film werd  getoond. Op bijgaande samengestelde foto is het verschil tussen “voor” en “na” te zien. Durf maar eens te zeggen dat die restauratie  niet geslaagd is!

Overigens wordt het beroemdste werk van Jan van Eyck, het veelluik Het Lam Gods dat altijd in de kathedraal van Gent heeft gehangen, nu ook gerestaureerd. En als bezoeker kun je dat de komende paar jaar gadeslaan. Ik heb dus nog tijd zat om naar Gent te gaan. Hoewel? Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag

Kunststukjes bij donkere dagen


Is ’t een kunststukje om stukjes over kunst te schrijven? Nou, niet echt. Zeker niet als je, zoals ik, al van kleins af aan altijd met kunst bent bezig geweest. Onderwerpen liggen voor het oprapen. Kunst en krisis, de Apocalyps die er volgens de Maya-kalender zit aan te komen. En dan nog dat gevaar van lezende vrouwen. Eigenlijk doe ik in dit blog niet anders. Maar dat zijn altijd kortere stukjes. Gedurende zeven jaar al weer schrijf ik ze ook een stuk langer voor het kwartaalmagazine van de Nederlandse Club aan de Côte d’Azur. Hoezo dat? Nou, ik verkeer regelmatig in Nice in mijn atelier daar. Zodoende dus!

 Hebben de foto’s in deze blogaflevering daarmee toevallig iets te maken? Inderdaad. Maar wat is dan het verband tussen die plaatjes? Een gravure van Collaer (rond 1580) met het 15de eeuwse atelier van Jan van Eyck als onderwerp, een nogal opmerkelijke tekening van onze 17de eeuwse  Rembrandt en het olieverfschilderij “De korenraapsters” van de 19de eeuwse Franse kunstenaar Millet.

 Ben je  nieuwsgierig naar de link tussen die werken? Dan is hier de link http://www.toosvanholstein.nl/artikelen/artikel27.html die de nieuwsgierigheid kan bevredigen. Op mijn website www.toosvanholstein.nl staan namelijk alle Kunsstukjes die in dat Magazine tot nu toe zijn verschenen. Ook dus het laatst gepubliceerde “To innovate or not to innovate, that’s the question”.

 Maar er staan nog veel meer! Mocht je tijd hebben en behoefte voelen je in deze donkere dagen rond Kerst te laten verlichten door verhalen over kunst van vroeger en nu? Je kunt er te kust en te keur. Dan Brown en de DaVinci code, diepte zien, De vrouw in de kunst, De gephotoshopte wereld en nog zo een en ander. Klik maar op http://www.toosvanholstein.nl/artikelen/artikelen.html .

Tot volgende week,

TOOS.

www.toos.biz

www.toosvanholstein.nl

YouTube http://bit.ly/ij4Pag