Tagarchief: kerkinterieur

Tijdreizen? Een makkie! Oftewel waarom de Campari Spritz juist bij Bar San Martino zo goed smaakt.


de Via dei Consoli in Gubbio met uitzicht op een deel van de gevel van de Chiesa di San Domenico

Tijdreizen? Onmogelijk? Nee hoor. Fluitje van een eurocent.Tijdens mijn verblijf in het Italiaanse Gubbio in april/mei hoefde ik er alleen maar vanaf het terras van de Bar San Martino  de Piazza Giordano Bruno voor over te steken en door de grote deur de Chiesa di San Domenico  binnen te lopen. Oké, daar kwamen dan dus wel due santi aan te pas. Maar daaraan in Italië ontkomen? Dat kun je rustig vergeten. Laat ik dus eerst die twee heiligen maar eens langslopen.

  de Piazza Giordano Bruno ’s avonds

Die San Martino, onze Sint Maarten of Martinus, de Romeinse soldaat die zijn mantel letterlijk deelde met een arme zwerver, is de naamgever van de oudste wijk in het middeleeuwse Gubbio. En heeft dus ook zijn naam verbonden aan mijn Campari Spritz bar. De Bar Pizzeria San Martino. Onze stambar zogezegd. Ontdekt in 2019 bij mijn eerste verblijf in Gubbio, op wat we al snel ‘ons plein’ doopten. Het gezelligste, markantste plein van de stad. De terrasplek waar levensgezel me regelmatig heen sleept na een dag hard werken in het keramiekatelier van maestro Giampietro Rampini. Om bij te komen met een overheerlijke Campari Spritz. Let wel, geen zoetige Aperol maar lekker bittere Campari!!Met ook nog gratis hapjes. Maar daarover straks meer.

heerlijk bijkomen met een Campari Spritz en mijn e-reader op het terras van de Bar San Martino, met recht boven het dichtsbijzijnde glas de openstaande tijdreisdeur

Eerst nog die San Domenico, onze Sint Dominicus, stichter van de Orde der Dominicanen.  Maar dat dus niet alleen. Nee, ook geëerd met de naam van de oudste kerk van Gubbio. Die 12e eeuwse, in bouw best eenvoudige Chiesa di San Domenico. Met in de gevel  die speciale tijdreisdeur.

Als je daar door naar binnengaat, kom je echt direct in een andere tijd terecht. Eigenlijk in diverse tijden tegelijk. Want dat is het interessante aan oude Italiaanse kerken. Daar zijn geen 16e eeuwse  protestante beeldenstormen overheen gegaan zoals in onze Lage Landen. Of, zoals in Frankrijk, eind 18e eeuw de Revolutie. Met als gevolg heel wat vernielde kerkinterieurs.

het interieur van de San Domenico

Nee, In Italië konden ze ongestoord eeuwenlang hun kerken telkens weer aanpassen aan de modetrends. Van de Italiaanse Gotiek via de Renaissance, het Maniërisme, de Barok en Rococo naar het Neoclassicisme. Om maar wat stromingen te noemen.

Zo loop je in de San Domenico direct het begin van de 15e eeuw binnen. Met in de kapellen  links en rechts fresco’s van  ene Ottaviano Nelli (1375-1444?). Een echte Eugubino, geboren en getogen in Gubbio.

de fresco’s van Ottaviano Nelli

Ik had, eerlijk gezegd, voor 2019 nog nooit van hem gehoord, maar hij was wel wereldberoemd in Umbrië en wijde omstreken. In kerk na kerk schilderde hij fresco’s, muren vol fresco’s. In Gubbio alleen al in vier stuks. Allemaal min of meer bewaard gebleven. In Nederland zingen we uit volle borst hosanna bij elk kleinste stukje fresco dat nog ergens onder allerlei dikke lagen schilder en stucwerk te voorschijn komt. En daar in Italië, in Gubbio, in de San Domenico? Vierkante meters vol, gewoon zomaar voor je neus. Als begin van een kunstzinnige tijdreis. Want een paar stappen verder sta je oog in oog met de vrijwel onvermijdelijke Maria Magdalena. In 1612 geschilderd door Giovanni Baglione, in zijn tijd een bekend kunstenaar in Rome.

Maria Magdalena, olieverfschilderij van Giovanni Baglione (1612)

Laat ik nou net vorig jaar een paar blogs aan haar hebben gewijd toen ik in Frankrijk op een soort Maria Magdalena speurtocht was! Naar de Bijbelse vrouw die nooit heeft bestaan. Best magnifiek zoals het Vaticaan al eeuwen lang weet rond te strooien met fake news. Lees m’n stukjes er hier, hier en hier maar op na. Maar de tijdreisverrassingen houden niet op.

San Antonio Abate, terracottabeeld van Maestro Georgio

Want het terracottabeeld van San Antonio hierboven, gemaakt door Giorgio Andreoli (1470-1555), is echt heel bijzonder. Als mijn eigenste keramist Giampietro de naam van Maestro Giorgio uitspreekt, valt hij bijkans in aanbidding op z’n knieën. Zó belangrijk is deze in Gubbio werkzame keramist geweest in het vervolmaken van de zogenaamde lustro-techniek die vandaag de dag nog overal wordt toegepast.  Zijn keramiek vind je over de hele wereld terug in allerlei musea. En dan staat daar zomaar zijn ‘San Antonio Abate’ in een relatief eenvoudige kerk rustig een beetje voor zich uit te staren!

Echt één van de vele verrassingen op mijn tijdreizen in de San Domenico. Maar altijd was Bar San Martino vertrek of eindpunt voor levensgezel en mij.

door de tijdreisdeur weer terug naar de moderne tijd en de Bar Pizzeria San Martino op de achtergrond

Om daar, in de huidige tijd, met onze Campari Spritz in de hand de Commedia dell’arte van het Italiaanse leven gade te staan. Het leven zoals zich dat daar al eeuwen afspeelt. Op dat plein waar jong en oud zich mengt, waar iedereen elkaar kent, waar de laatste roddels en politieke nieuwtjes worden besproken, waar de dochter de oude moeder meeneemt voor een drankje, waar kinderen die stijl van leven van de oudjes meekrijgen. Machtig om dat gade te slaan.

effe bijkomen op de trappen van de kerk
weet je nog wel, toen …..
vrouwenproblemen?
wat ik nou toch heb meegemaakt!
je kunt er niet jong genoeg mee beginnen, met dat pleinleven in Gubbio
hier worden de wereldproblemen opgelost
hier vermoedelijk niet
foto’s vanaf ongeveer hetzelfde punt, de trap van de kerk, overdag en ’s avonds
herken je die regelmatige pleingangster rechts al?
leuke pleinfeestjes zijn natuurlijk ook nooit weg
ook nog maar even de stevige achterkant van de Chiesa di San Domenico

Vaak leenden die taferelen zich voor een tweede glas. Ook vanwege de uitgebreide happen erbij. Dan hadden we gelijk zoveel gegeten dat aan ons avondmaal was voldaan. Ontken maar eens dat gemak de mens dient. Tot volgende week.

TOOS

Hoe dichter bij Dordt hoe …….


Heb je ooit een groot huis kunnen kopen voor een halve euro en dat niet gedaan? Waar die vraag mee te maken heeft? Met een recent bezoek van mij aan Dordrecht.

de Grote Kerk in Dordrecht

Dordrecht, een stad die niet alleen een belangrijke rol heeft gespeeld in mijn vroegere, jonge leven maar ook in de nog veel oudere Nederlandse geschiedenis. Ga maar na: een belangrijke middeleeuwse handelsstad, de grootste van Holland, sterk bepalend voor de Tachtigjarige Oorlog en godsdienstig zeer bepalend door de Dordtse Synode van 1618-19.

overzicht van de bijeenkomst van de Dordtse Synode

Bij mijn bezoek moest ik weer denken aan de uitspraak ‘Hoe dichter bij Dordt hoe rotter ’t wordt’. Een uitspraak die ik nooit heb begrepen. En terecht. Want werd onlangs niet in The Times, toch echt geen miezerig krantje, Dordrecht aangemerkt als een verborgen parel? En heeft ook  niet een miljoenenpubliek  op tv de recente  optocht van The Passion door de oude stad kunnen bewonderen? Dat van die parel wist ik dus al heel lang. Gewoon omdat ik rond 1970 een aantal jaren in Dordrecht heb gewoond en gewerkt. Ik had er zelfs met enkele vrienden een gigantisch monumentenpand kunnen kopen vlak naast de voor Dordt zo beeldbepalende Grote Kerk.

bij dat monumentenpand

de ligging ervan naast de Grote Kerk

Dat moest dan één gulden kosten. Jazeker, één hele gulden! Maar dan namen we wel de verplichting op ons om dat patriciërshuis helemaal volgens de regeltjes te restaureren en renoveren. Op eigen kosten natuurlijk. Want de gemeente had geen sous. En rijkssubsidie? Wat was dat? Dus ’t zat er toen voor ons als jonkies financieel niet in. Afgezien nog van de vele jaren die ’t zou gaan kosten naast onze banen. Een typisch geval van jammer.

Die herinneringen kwamen boven toen ik de Grote Kerk bezocht vanwege een expositie daar  van de bekende stillevenschilder Henk Helmantel en ik ook nog door ging naar museum Het Hof van Nederland vanwege de Statenbijbel. Beide onderdelen van de festiviteiten rond die Dordtse Synode van 400 jaar geleden.

interieur van de Grote Kerk

Maandenlang waren ze toen in Dordrecht aan het steggelen, de rekkelijken en preciezen, oftewel de Arminianen en Gomaristen, oftewel de remonstranten en contraremonstranten. Een akkefietje over de goddelijke predestinatie. Maar over hun hoofden heen woedde een politieke strijd tussen stadhouder Maurits en raadspensionaris Van Oldebarnevelt. De gevolgen? Van Oldebarnevelt werd nog in 1619 letterlijk een kopje kleiner gemaakt en in 1637 verscheen de eerste officiële editie van de Statenvertaling van de bijbel.

de Statenbijbel

In dat geheel past Henk Helmantel heel mooi vanwege zijn gereformeerde achtergrond en zijn schilderijen van kerkinterieurs. Want ook die maakt hij namelijk. Hij had er zelfs een op een ezel staan in de keuken van zijn prachtig herbouwde middeleeuwse pastorie in het Groningse Westeremden toen ik daar een aantal jaren geleden met hem gezellig de kunstwereld zat door te nemen. Mee een reden om in de Grote Kerk te gaan kijken hoe hij die nu in beeld had gebracht.

schilderijen van Henk Helmantel in de Grote Kerk

Dit kon ik dan gelijk combineren met een bezoek aan dat Hof van Nederland. Een prachtig nieuw museum in oude gebouwen, geopend in 2015, en gewijd aan de geschiedenis van het ontstaan van onze Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. En de belangrijke rol die Dordrecht daarin speelde.

museum Het Hof van Nederland

expositie over de Statenbijbel

Echt een moetje, alleen al vanwege de moderne manier van presenteren. Maar ik was er voor de speciale expositie over de beroemde Statenbijbel. Het boek dat vanaf 1637 mee het fundament legde voor onze Nederlandse taal nu. Met bijvoorbeeld woorden en uitdrukkingen als: muggeziften, de dood in de pot, de geest is gewillig maar het vlees is zwak, in zak en as zitten.

In zak en as heb ik zeker niet gezeten toen die koop van dat monumentenpand in Dordrecht er niet in bleek te zitten. Nog steeds ga ik graag iets drinken op een terras van het Groothoofd, gelegen aan een van de drukst bevaren plekken van Europa, waar drie rivieren samenvloeien. En zou de liefde op het eerste gezicht voor mijn Middelburgse pakhuis uit 1738 iets met het oude Dordrecht en alle water daar te maken kunnen hebben? Vast wel! Tot volgende week.

het Groothoofd in Dordrecht

TOOS