Tagarchief: klooster

Cisterciënzer monnikenwerk en hoe te knielen op een harde grafsteen, een ReisKunst-verhaal


inspiratiebron

Lang geleden, in mijn academietijd, maakte ik er een tekening van zonder er ooit te zijn geweest. Al minder lang geleden stond ik er in werkelijkheid naast en deed ook nog inspiratie op voor een paar schilderijen. Zoals bijvoorbeeld dit.

Toos van Holstein, Règne (olieverfschilderij 110-90 cm)

En recent was ik er opnieuw. Maar nu met levensgezel die een lacune in zijn culturele kennis zo langzamerhand wel eens opgevuld wilde zien. En toen die foto bovenaan maakte. Met mij opnieuw naast het onderwerp van die tekening. Een waterput, gewoon alleen maar een overkapte waterput, meer niet. Maar wel met aanleiding te over voor een nieuwe aflevering in mijn reeks ReisKunst-verhalen. Waarin bijvoorbeeld deze enkele weken geleden verscheen, met Nice en Place Masséna als onderwerp.

Abbaye du Thoronet

Waar dit ReisKunst-verhaal zijn oorsprong vindt? Zo’n anderhalf uur rijden ten westen van Nice. In de Abbaye du Thoronet, een cisterciënzer klooster uit de 12e eeuw. Het was juist de architectuur van die cisterciënzer abdijen die me destijds. in mijn academiejaren, aansprak. Ook al kende ik die dan alleen maar van foto’s en bouwtekeningen. Een in al zijn eenvoud prachtig gotische bouwkunst die helemaal paste bij de ideeën en leefwijze van deze kloosterorde.  Voldoen aan de regels van de Heilige Benedictus door arbeidzaam en in grote eenvoud ver van de wereldse verleidingen te leven in afgelegen gebieden in sobere kloosters.

bij ons bezoek was er ook nog een mis gaande met Gregoriaanse gezangen, prachtig hoe die weerklonken in die ruimte
ook werden er nu exposities georganiseerd met hedendaagse kunst
wegdromen in de kloostergangen naar het middeleeuwse monnikenleven

Mijn liefde voor die bouwkunst heb ik toen zelfs in een scriptie verwerkt met als illustratie een tekening van die waterput die ik alleen kende van een zwart-wit plaatje . Een tekening waarvan ik ook niet meer weet of ik die nog bezit en waar die zich dan mogelijk in een grote stapel al jarenlang verscholen houdt.

Nu wil het toeval dat ik veel later uitgebreid kwam te exposeren in een zes eeuwen oude kerk in Nederland, gebouwd in dezelfde eenvoudige cisterciënzer stijl. De Martinikerk in Franeker. Prachtig was dat! Ook omdat ik me er helemaal kon uitleven op de oude grafstenen in de vloer van de kerk. Niet met satanische rituelen trouwens. Nee, gewoon op een heel nette manier. Door uitgehouwen teksten op die stenen over te nemen met rubben met olievetkrijt op oud, blauw zeildoek en nog maagdelijk wit schildersdoek.

een jongere uitgave van mij die aan het rubben is op de grafstenen in de Martinikerk van Franeker

Want waar zouden al die letters en woorden vandaan komen op dat schilderij ‘Règne’ van hierboven? Van die steenharde grafstenen in Franeker. Reken maar dat die hard waren! Ik was in al mijn enthousiasme zo onverstandig geweest een paar maanden lang regelmatig op mijn blote knietjes, nou ja, met nog wel een broek aan, op die stenen neer te zijgen. Nou, dat heb ik geweten. Nog tot lang erna heb ik er last van gehad. Levensgezel veronderstelt zelfs dat ik daardoor zoveel boetedoening heb gedaan dat al mijn zonden van voor die tijd en ook van alle daarna me tot in de verre toekomst volledig zijn vergeven. Maar bij latere rubbingsessies in de Martinikerk, want er zijn nog vele gevolgd in de jaren daarna, heb ik toch maar iets zachts onder die gevoelig geworden knieën van mij gelegd.

op oudere en wijzere leeftijd, nu met een kussentje onder mijn knieën

Een paar van die gerubde doeken met tekst en grafemblemen heb ik eens meegenomen naar mijn atelier in Nice. Om ze daar verder door te werken tot een ode aan de cisterciënzer bouwkunst en het monnikenwerk dat er werd verricht. Want de oorsprong van die term ligt in de middeleeuwen. Toen juist monniken zorgden voor de verspreiding van teksten en boeken door die zorgvuldig met de hand te kopiëren. Boekdrukkunst? Die bestond nog niet. Uren achter elkaar waren ze bezig met  kopieerwerk met hun in onze ogen primitieve schrijfmiddelen.

nog wat foto’s van de abdij

Wie weet zijn daar in de abdij van Thoronet wel kopieën gemaakt van de beroemde  Legenda aurea, La Légende dorée,  die vorige week in mijn blog ter sprake kwam. Hoe dan ook, onderstaand schilderij is uiteindelijk ook het gevolg van mijn waterputtekening lang geleden en van mijn latere reis naar de prachtige Thoronet abdij.

Toos van Holstein, Fontfroide (olieverfschilderij 90-80 cm)

Tot volgende week.

TOOS

Mijn Schatplichtige Dante700 Kunstmijmeringen (II)


Zou Dante dik 700 jaar geleden, net als ik op deze foto, ook hebben zitten genieten van de Italiaanse zon tegen die muur van het duizend jaar oude Monastero di Fonte Avellana. Gekke vraag? Nee, zekers niet. Want zoals ik vorige week al beschreef , bezocht hij ooit ook dit afgelegen Benedictijner klooster waar ik in september 2019 de eer had een persoonlijke rondleiding van de abt te krijgen. Dat hij hier was, laten ze ook graag weten.  Zie de gedenksteen in de kloostermuur. Ik vermoed zomaar dat die eer mij niet te beurt gaat vallen.

Het bewijs van zijn bezoek? Dat levert Dante zelf. In de regels 106-111 van Canto XXI uit ‘Paradiso’, het laatste deel van zijn La Divina Commedia.

“Daar waar de bergen hoge kammen dragen,

Niet ver verwijderd van uw vaderstad,

Hoog boven het geweld der donderslagen

Ligt bij de Catria een klooster dat

Bewoond wordt door een aantal metgezellen

Dat er als kluizenaars de Heer aanbad.”

(vertaling Ike Cialoni en Peter Verstegen)

Het Monastero is nu met de auto goed bereikbaar via een omhoog  slingerende, geasfalteerde weg. Maar Dante, die heeft op zijn reis vast veel meer moeten afzien dan ik bij de mijne. Te voet, te paard, smalle, steile en stenige bergpaden? Zo zat ik daar tegen die muur van alles te bemijmeren, in volledige rust en stilte, met alleen wat bladergeruis om me heen. Mijmeringen als ‘zal ik die abt bij een volgend bezoek ‘mijn’ Divina Commedia katern uit het Purgatorium met die vier zeefdrukken cadeau doen voor hun bibliotheek?’

met abt en mijn gastheer Giampietro Rampini in de bibliotheek

Want ook die bibliotheek mocht ik bezoeken. Ooit stonden daar de prachtigste door monnikshanden geschreven middeleeuwse folianten. Nu jammer genoeg niet meer. Ze staan opgeslagen in de gigantische bibliotheek van het Vaticaan. Misschien maar goed ook. Want zo kunnen te grijpgrage handjes dat soort zeldzame boeken zich niet onrechtmatig toe eigenen in een niet zo geweldig beveiligd klooster. Nog meer mijmeringen? Mijn eigenste Dante-exposities. Zoals bijvoorbeeld die in Nice, in 2004. In Galerie Quadrige.

uitnodiging voor de expositie

Dat was namelijk de afspraak. Elke kunstenaar die meedeed aan de nieuwe Franstalige uitgave van La Divine Comédie (lees vorige week) maakte rond die bijdrage ook nog een tentoonstelling in de galerie. Gericht op Dante natuurlijk. En aldus geschiedde.

Zo maakte ik een hele reeks Dante-schilderijen, vooral gebaseerd op de Louteringsberg, ook wel betiteld als Vagevuur of Purgatorium. Het gebied waar je alsnog je toegang naar het Paradijs kon verdienen als ’t je lukte je te louteren voor nog niet uitgeboete zonden. Ook het gebied trouwens waar voor-christelijke zielen mochten verkeren. Want tja, hoe kon de kerk die kwijt? Die hadden hun zonden niet vergeven kunnen krijgen omdat Jezus pas na hen op aarde kwam. Voor het Paradijs konden ze dus niet in aanmerking komen, dat was echt alleen voor christenen bedoeld.

nog wat foto’s van de opening van die expositie in Galerie Quadrige in Nice

Dante had daardoor eigenlijk best mazzel. Want op die manier kon de grote Romeinse dichter Vergilius (70-19 v.C.), van wie Dante een grote fan was, zijn begeleider worden door Hel en Louteringsberg. Gebieden die Vergilius op zijn duimpje kende omdat hij er al eeuwen vrij rond kon dwalen. Wie beweert er hier nog dat logica ver te zoeken in is de leer van de Rooms-Katholieke kerk?

galerie eigenaar Jean-Paul Aureglia in gesprek met een bezoekster

Toch heb ik mij destijds ook nog wel schilderkundig bezondigd aan het Paradiso. Met een schilderij van die naam waarop ik mijn interpretatie weergaf van Beatrice. De voor Dante onbereikbare jonge vrouw, eigenlijk meisje nog, waarop hij verliefd werd en die jong stierf. Zij huisde vanzelfsprekend in het Paradijs en werd daar ook zijn begeleidster nadat hij aan het eind van zijn tocht over de Louteringsberg afscheid had moeten nemen van Vergilius. Die mocht natuurlijk geen stap zetten over de hemelse drempel.

mijn schilderij ‘Paradiso’

Maar dit schilderij ‘Paradiso’ hing duidelijk niet in galerie Quadrige. Nee, deze foto is, ook in 2004, genomen in de Martinikerk in Franeker. Waar toen mijn expositie ‘De Mens op Weg’ werd tentoongesteld. Met daarin een heel duidelijke Dante-exponent. Alweer zo’n persoonlijke Dante-link! Hoe dat zit? Ach, Dante700 duurt het hele jaar zodat ik ook nog wel wat tijd heb. Tot volgende week.

TOOS

Bordeauxrood monnikenwerk


Vanuit Nederland sijpelt er natuurlijk altijd wel een en ander door naar mijn kunstcocon in Nice. ’t Is maar net of en wanneer ik de deur van dat cocon op een kier zet. Het oranje van de schaatssupporters ligt natuurlijk al een poos in de klerenkast maar is recentelijk, zo begreep ik, in de vorm van voetbalsupporters oranje weer opgedoken. In Bulgarije en in de Amsterdam Arena. Niet dat ik een schaats of voetbalsupporter ben, maar ik vind die kleur oranje altijd zo mooi. Of ie nou wel of niet moreel gedeukt uit de strijd tevoorschijn komt. Daar heeft onze Vader des Vaderlands in de 16de eeuw toch maar mooi voor gezorgd door op jonge leeftijd via vererving prins van de Franse stad Orange te worden. Die Franse invloed draagt nu dus toch maar mooi bij aan onze zo vaak bediscussieerde Nederlandse identiteit.

Door dat Nederlandse oranje moest ik ineens ook denken aan het Thaise, Laotiaanse en Cambodjaanse oranje. Ook in die streken een heel populaire kleur. Maar dan voor de kleding van Boeddhistische monniken. Dus had ik me er eigenlijk automatisch op ingesteld dat tijdens mijn recente reis door Myanmar ’t oranje heel vaak op mijn netvlies zou vallen. Ga maar na. Het aantal monniken daar, jong of oud, mannelijk of vrouwelijk, tijdelijk of permanent, wordt tussen de 300duizend en een half miljoen geschat. Moeilijk te missen dus. Zeker als een groot deel  ’s morgens op hun blote pootjes op stap gaat om naar Boeddhistische traditie in de straten hun etenskom te laten vullen door gulle gevers.

meisjesmonniken in hun roze habijt

Maar wat bleek?Hebben de manmonniken in Myanmar dat oranje ingeruild voor hoofdzakelijk bordeauxrood! Tja, ’s lands wijs, ’s lands eer zogezegd. Waar ik gelijk aan wil toevoegen dat bordeauxrood ook een heel aangename kleur is. En dat echt niet alleen vanwege de dieprode wijn uit de Bordeaux streek. Want je kunt er ook prima mee schilderen. Of schilderachtige, kleurrijke monnikenfoto’s van maken. Toevallig ben ik hier in Nice de laatste tijd ook bezig met het sorteren van foto’s voor mijn Birma boek. Best een monnikenwerk trouwens  gezien de gigantische hoeveelheid door te spitten plaatjes. Maar ook een goeie reden om al vast een bordeauxrood monnikenvoorproefje  te geven. Met hier en daar toch nog een toefje mannelijk oranje of vrouwelijk roze.

Monnik kun je al heel jong zijn. Zo bleek uit het verhaal van een ruim 20-jarige gids met wie we een dag op stap waren. Samen zittend in een boot en wandelend door dorp en land kom je natuurlijk wel tot een gesprek. Hij was al twee keer monnik geweest. Zij ’t elke keer maar voor enkele weken.

jong geleerd, oud gedaan

Want dat kan dus, monnik worden voor korte tijd. Het hoort bij de traditie, geeft aanzien en staat goed op je cv. Kost trouwens wel een behoorlijke grijpstuiver als je het goed wilt doen bij die eerste keer. Feest in de tempel, speciale kleren voor de hele familie, uitgebreide maaltijd, enz.

inwijdingsritueel voor jonge kinderen tot monnik in de tempel

Dus is ’t ook weer niet voor iedereen weggelegd. Hele dorpen organiseren daarom wel eens een centrale ceremonie voor veel kinderen te gelijkertijd. Iedereen draagt een steentje bij en het drukt de kosten. Onze gids wilde na zijn trouwen met toestemming van zijn vrouw misschien nog wel een derde en laatste keer voor een tijdje het klooster in.

George Orwell schreef ’t in 1954 al in zijn beroemde Animal Farm: alle dieren zijn gelijk, maar sommige zijn gelijker

Vaker dan drie keer in je leven mag namelijk niet. En ben je getrouwd, dan moet je vrouw dat ook goed vinden. Alles dus een tikje anders dan bij het katholieke kloosterleven. Tot volgende week.

TOOS

De Maior Ecclesia van Cluny


 

de abdij van Cluny een aantal eeuwen geleden
de abdij van Cluny een aantal eeuwen geleden

Vliegen naar Nice? As ’t effe kan graag.  Dat heeft toch zo zijn voordelen boven de auto. ’t Gaat een ietsiepietsie sneller, is dus comfortabeler als je ten minste voor een paar uurtjes de behoorlijk krappe knieruimte in Transavia-vliegtuigen voor lief neemt en is ook nog eens een heel stuk goedkoper. Vloog levensgezel ergens eind jaren 90 voor zo’n 500 harde Nederlandse florijnen met gedwongen Parijse tussenstop op en neer met Air France, nu ben je rechtstreeks nog geen € 60 kwijt als je de goeie dagen eruit pikt. Dus geef mij het vliegtuig maar als ik weer eens naar mijn atelier in Nice wil.

Maar ja, soms moet ’t wel met de auto. Met grote schilderijen onder je arm het vliegtuig in? Nee, niet erg handig. Maar dan is ’t toch dik 1300 km vanaf Middelburg. En, oh wonder, terug ook weer die afstand. Dus al heet een groot deel van de weg heel lieflijk Route du Soleil, ’t blijft een rottig lang stuk. Maar “La douce France” biedt gelukkig allerlei mogelijkheden dat toch wat te veraangenamen. Want heeft ’t niet een heel lange geschiedenis met heel veel bijbehorende culturele overblijfselen?

maquette van de abdij op het hoogtepunt in de 13de eeuw
maquette van de abdij op het hoogtepunt in de 13de eeuw

Vandaar een poosje geleden een tussenstop in Cluny, een uurtje noordwaarts vanaf Lyon. Historisch en cultureel gezien een magische plek. Want zo’n duizend jaar geleden l;ag hier het machtige christelijke hart van Europa. Met z’n in het jaar 910 gestichte gigantische Benedictijner abdij en de zogenaamde Maior Ecclesia. Eeuwen lang de grootste kerk in de christelijke wereld. Tot in 1626 in Rome de Sint Pieter werd ingewijd.

achterkant van de Maior Ecclesia
achterkant van de Maior Ecclesia

Heel lang geleden was ik er voor de eerste keer en lang geleden voor de tweede. Wat kon ik daar mijn fantasie laten gaan! Want van al die macht en pracht in de Romaanse bouwstijl rest niet veel meer. Van die kerk volgens de geleerden nog maar zo’n 10%. Alleen het deel van het kerktransept met de twee torens dat op onderstaande foto in de verte is te zien. Een foto gemaakt bij genoemde tussenstop. Bij mijn derde bezoek dus.

cluny04

Je moet de rest van de later neergezette gebouwen wegdenken om de 180 meter lengte van die kerk  goed te kunnen invoelen. Mee dankzij de basementen van de dikke pilaren met meters omtrek die hier en daar nog staan. Stel je eens voor dat je daar als middeleeuwer ergens rond 1100 voor het eerst binnenloopt. Wij raken nog maar zelden geïmponeerd door een of ander gigantisch hoog atrium in een nog gigantischer architectonisch modern hoogstandje. Zie je tegenwoordig overal, gesneden koek. Maar zo’n middeleeuwer?  Een onvoorstelbare lengte voor een gebouw. Met een ook onvoorstelbaar hoog dak. Wij kunnen ons eigenlijk helemaal niet meer voorstellen hoe iemand uit die tijd zich daar moet hebben gevoeld. Maar ik denk overweldigd en nietig in het kwadraat.

cluny05 cluny06

En dan zie je op bovenstaande reconstructiefoto’s nog niet eens de drukte die er geheerst moet hebben. Op het hoogtepunt, zo rond 1200, vielen in heel Europa bijna 1500 kloosters onder de orde in Cluny. Een soort Rooms-katholieke EU in een verrommelde lappendeken van allerlei grotere en kleinere machtsgebieden. Nou, daar horen heel wat monniken bij om dat alles in goede banen te geleiden, afgezien nog van de horden devote bezoekers. Waar nu toeristen in alle rust rondlopen, moet toen onder het hoge kerkdak en tussen de missen door een luid resonerend geroezemoes hebben geklonken. Hoe mooi zullen daar ook de Gregoriaanse gezangen van de monniken hebben gegalmd. Daar is die fantasie weer. Alhoewel die nu toch wat onderdrukt werd. Het terrein was voller geworden. Er bleken een paar nieuwe musea bijgekomen in gerestaureerde gebouwen en overal staat uitleg. Er was zelfs een 3D-animatiefilm van de vroegere toestand. Op zich natuurlijk prima voor de bezoekers. Maar ook prima voor mijn rijke fantasie die graag zelf invulling geeft? Eigenlijk niet.

Toch, ook bij dit derde bezoek, kreeg ik weer zo’n nietig gevoel bij die nog staande torens.

cluny07a cluny08a cluny09

Waar de rest is gebleven? Heel kort samengevat: verval, godsdiensttwisten, hoogmoed, slecht kerkelijk en financieel bestuur,maar vooral ouderwets, gedegen handwerk. Want tijdens het regime van de Franse Revolutie eind 18de eeuw en de daarop volgende Napoleontische periode waren staat en kerk even geen echte vriendjes meer. Het archief van de abdij en de grootse bibliotheek werden verbrand. Een nationalisatie volgde en de prachtige abdij werd letterlijk een stenenmijn. De gebouwen werden afgebroken, stenen netjes afgebikt en verkocht voor hergebruik elders. Cultuurbarbaren? Nu wel in onze ogen. Maar toen? Dat waren andere tijden. Alhoewel? Die opgeblazen grote Boeddha beelden in Afghanistan en de Taliban nog niet zo lang geleden? En de tempelvernietiging in Palmyra door IS? Tot volgende week.

TOOS

15 Redenen om de kunst in Middelburg te bezoeken


kc 1

Op zondag 1 februari is het opnieuw zover. Dan start in Middelburg de Kunst en Cultuurroute weer. Het hele jaar 2015 door, telkens op de 1ste zondag van de maand van 13-17 uur. En dat nu al voor de 16de keer. Want afgelopen jaar vierden we het 15-jarig jubileum van onze kunstroute. Als zo’n kunstevenement al 15 jaar bestaat, kun je dat dus rustig 15 redenen noemen om Middelburg en de kunst daar te bezoeken.

Niet voor niets komen er altijd veel bezoekers op af. Maar wat wil je ook? Een aangename mix van galerieën, ateliers en kunstwinkels. In een middeleeuwse binnenstad waarvan, zo is mijn ervaring, mensen bij hun eerste bezoek vaak zeggen “ik wist niet dat Middelburg zo mooi was”. Daarbij kom je ook nog eens binnen in panden die normaal gesloten zijn. Want dan wordt er gewerkt. Het zijn ten slotte vaak kunstenaarsateliers. Maar voor die 1ste zondag van de maand wordt een uitzondering gemaakt. Zo ook voor mijn atelier aan de Korendijk 56. In een oud pakhuis uit 1738 dat ik helemaal heb laten restaureren.

een 1ste zondag van de maand in mijn atelier
een 1ste zondag van de maand in mijn atelier

Niet alleen echter maken de kunst,die binnenstad en de oude panden waar je binnen kunt de Kunst en Cultuurroute aantrekkelijk. Daar werken ook de diverse thema’s duidelijk aan mee.

Zo is er in maart altijd “Van Klassiek tot Populair”. Daarbij wordt op verschillende adressen van de route live muziek gemaakt in, zoals de naam al suggereert, allerlei soorten. Met vaak opkomende talenten maar ook met gevestigde namen. In mijn atelier zijn er al regelmatig zulke optredens geweest.

een optreden in mijn atelier tijdens "Van Klassiek tot Populair"
een optreden in mijn atelier tijdens “Van Klassiek tot Populair”

Of wat te denken van Middelburg Boekenstad in mei. Gestart als initiatief van de kunstroute is deze grootste, jaarlijkse boekenmarkt in Zuid-West Nederland uitgegroeid tot een belangrijke spin off.

Iets dat ook geldt voor Middelburg VÓL-Koren tijdens het 1ste weekeinde van juni. De organisatie daarvan heeft zoveel succes dat nu op vrijdagavond al begonnen wordt met inzingen. En dat gaat met de zo ongeveer 100 optredende koren op zaterdag en zondag onverdroten door. Volle bussen met koren, groepen die het treinstation uitstromen, vaak herkenbaar aan hun kleding. Dat Middelburg VÓL-Koren heeft via de kunstroute een grote vlucht genomen.

kc 4 Nog meer? Jazeker. In augustus is er de Kunstmarkt op het Abdijplein. Voor mij één van de mooiste pleinen van Nederland, die plek waar ooit Middelburg begon met de bouw van een klooster. En dan de extra aandacht voor Poëzie in november. Maar dat is nog ver weg. Eerst de kop eraf op 1 februari. Waarbij de deur van mijn atelier dus ook open staat. Tot volgende week.

TOOS

15 Jaar Kunst en Cultuur in crypten van Middelburgse Abdij


kloostergangen in Middelburgse Abdij
kloostergangen in Middelburgse Abdij

Al vijftien jaar lang, elf keer per jaar, altijd de eerste zondag van de maand. Dat is de score van de Kunst en Cultuurroute in Middelburg tot nu toe (http://www.kunstroutemiddelburg.nl/). Er zijn veel kunstroutes in ons land, vaak maar één of twee keer in een jaar. Maar maandelijks vijftien jaar op rij met alleen januari als uitzondering? Die zijn er echt niet veel!

Reden dus voor een feestje, een kunstfeestje. De Kunstcarrousel. Een feest waar ik ook bij ben betrokken. Want sinds februari 2002 is mijn atelier aan de Korendijk altijd onderdeel geweest van die kunstroute. Toen was mijn monumentale pakhuis uit 1738 zodanig verbouwd en gerestaureerd dat ik er naar eigen tevredenheid mijn kunst kon tonen aan de routebezoekers.

in gesprek met een bezoeker van de Kunstcarrousel
in gesprek met een bezoeker van de Kunstcarrousel

deel van de crypten
deel van de crypten

Er vallen wel eens wat adressen af, er komen er ook altijd weer bij. Daardoor blijft het aantal deelnemers steeds zo rond de 40 hangen. Galerieën, kunstenaarsateliers, kunstinitiatieven, enz. Die zijn nu dus betrokken bij de viering van die Kunstcarrousel. Op een wel heel speciale locatie. Daar waar Middelburg ooit is ontstaan. Daar waar begin 12de eeuw monniken een klooster bouwden. De plek waar nu de Abdij, de kerktoren de Lange Jan, de Koorkerk en de Nieuwe Kerk staan. Een prachtig middeleeuws, gotisch complex met kruidentuin, kloostergangen en ondergrondse crypten.

In die gangen en crypten speelt zich tot 10 augustus die Kunstcarrousel af. Met bijdragen van de deelnemende routekunstenaars.

nog meer crypten
nog meer crypten

kunst 5

Die combinatie van hedendaagse kunst met de middeleeuwse omgeving maakt dit al heel speciaal. Maar extra speciaal is ’t omdat ook de crypten erbij zijn betrokken. Geheimzinnige ruimten met prachtige oude muurstenen en gotische bogen. Zelden toegankelijk voor het publiek. Maar nu dus wel. Echt de moeite waard om te bezoeken. Maak er gebruik van. Tot 10 augustus. Dan sluiten de cryptedeuren zich weer. En wanneer ze weer opengaan? Geen idee! Tot volgende week.

TOOS

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Facebook http://www.facebook.com/TOOSvanholstein

Oranje Nederlands? Hoezo?


Schaatsen, Olympische Winterspelen. Dus de kleur oranje is al een aantal dagen niet van het televisiescherm weg te branden. Dat hoeft trouwens ook niet wat mij betreft. ’t Is gewoon een mooie, opvallende, warme kleur. Eentje die in Nederland is geannexeerd als “onze” nationale kleur. Oranje is van ons! Nou, mooi niet dus.

Laos, Cambodja
Laos, Cambodja

Ooit in een boeddhistisch land rondgedwaald? Dan weet je dat oranje daar al eeuwenlang het straatbeeld en de tempels kleurt. Boeddhistische monniken in oranje gewaden, je komt ze de hele dag door tegen. Prachtig, dat oranje dat er ineens uitspringt in het totaalbeeld! Daarom gebruik ik in mijn schilderijen ook liever gedekt oranje schakeringen. Een feller oranje is veel te bepalend in een compositie. Tijdens mijn recente reis door Laos en Cambodja heb ik dat heel wat keertjes mogen ervaren.

oranje 2

oranje 3

 

 

 

 

 

 

 

 

Je blijft voortdurend plaatjes schieten van die monniken in hun helder oranje, eenvoudige gewaden. Zonder oorlogskleuren op het gezicht trouwens en zonder uitzinnige hoofdtooien en uitdossingen, zoals dat in Nederland dan blijkbaar weer verplicht is. Het leek me leuk juist nu, tijdens de Nederlandse oranje euforie, wat van die monnikenfoto’s van mijn reis te laten zien.

oranje 4

oranje 5 ’s Morgens vroeg, vanaf 6 uur, begint ’t al. Als ze langs de straten lopen en hun dagelijks voedsel van de plaatselijke bevolking krijgen. Een ritueel dat in Luang Brabang in Laos eigenlijk al te veel een toeristische attractie begint te worden, zo moest ik jammer genoeg ervaren.

Dan is daarentegen de rust in heel veel tempels weer een verademing. Vaak prachtig onderhouden gebouwen met in de woongedeelten al die oranje gewaden aan de waslijn er tussendoor. Want als monnik kun je er vanzelfsprekend niet smerig bijlopen.

Maar ook de moderne techniek is ze natuurlijk niet vreemd meer. Want ze staan wel midden in het leven. Zelfs getatoeëerd. Kijk zelf maar in welke foto. En heel wat heb ik er met hun smartphone of digitale camera zien rondlopen bij toeristische attracties. Of in musea. Want in hun eigen, eeuwenoude cultuur zijn ze beslist geïnteresseerd.

oranje 6

oranje 7

oranje 8

oranje 9

Overigens zag ik heel soms bij tempels en heilige plaatsen ineens witte gewaden. Vrouwen, vaak ouder, en ook kaal geschoren net als de mannen. Vrouwelijke monniken dus, in hun voorgeschreven wit. Maar veel minder in aantal dan de mannen. Want een man hoort in de boeddhistische traditie toch in ieder geval minstens enkele maanden van zijn leven in een klooster door te brengen. Een verplichting die voor de vrouwen niet geldt.

oranje 10

Tot volgende week.

TOOS

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Soms zit ’t mee, soms tegen


Dat laatste is het geval bij een voornemen dat ik een poos geleden aankondigde. Het op  internet zetten van mijn fotoboek over Noord- Ethiopië. Bij dat over het Zuiden was er geen probleem. Nu dus wel. Want wat blijkt? Het boek was wel in te zien via het net, maar de toegangscode ervoor verloopt na een aantal weken. Zelfs ik kan er nu niet meer bij. Maar ja, ik heb natuurlijk wel het gedrukte boek, anderen niet. Een typisch geval van jammer!

Vanzelfsprekend zet ik hier een aantal foto’s. ’t Is alleen heel jammer dat die onvoldoende recht doen aan de rijke cultuur die het Noorden van Ethiopië biedt.

 

Al duizenden jaren lang hebben daar machtige koninkrijken bestaan die voor archeologen allerlei nog te ontdekken lekkers hebben achtergelaten. Denk maar aan de koningin van Sheba die, ver voor het begin van onze jaartelling, vanuit Ethiopië koning Salomon in Jeruzalem bezocht. Of aan het feit dat in Ethiopië al in de 2e eeuw kerstening plaatsvond. De Ethiopisch Orthodoxe Kerk getuigt daarvan nog steeds. De helft van de bevolking is diepgelovig christelijk. Overal zijn nog oude kerken en kloosters te vinden waar drukbezochte missen urenlang duren. En dan wel blijven staan natuurlijk!

Overal in het Noorden kom je de priesters tegen. Maar ook de islam speelt een belangrijke rol. Ik vond het heel prettig te constateren dat beide bevolkingsgroepen vredig met elkaar leven. Nog wel. Ik hoop van harte dat extremisten geen greep krijgen op dit land. Iets wat in een aantal andere landen nu wel gebeurt.

 

Wat kunst betreft kom je daar vooral kerkelijke kunst tegen, zowel eeuwenoud als nieuw. Met afbeeldingen van allerlei heiligen die ons niet zoveel zeggen. En ook met verhalen waarbij je even met de ogen knippert. Zo blijkt het kind Jezus met Maria en Jozef na de bekende vlucht uit Egypte nog even een jaren durend ommetje te hebben gemaakt naar Ethiopië. Daar zou hij ook nog een aantal wonderen hebben verricht waarvan wij in het Westen nog nooit hebben gehoord. Maar ja, als 40 miljoen Ethiopiërs dat tot in het diepste van hun ziel geloven, wie zijn wij dan om daaraan ook maar een moment te twijfelen!

                                                                               

 

 

 

 

 

 

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de Ark des Verbonds. Dat Joodse symbool bij uitstek waarin de stenen tafelen van Mozes met daarop gebeiteld de tien geboden werden bewaard. Nou, die bevindt zich dus al een paar duizend jaar in Ethiopië. Maar ja, niemand mag er natuurlijk bij in de kapel waar die Ark streng wordt bewaakt.

Tot volgende week.

TOOS.

 www.toos.biz

www.toosvanholstein.nl

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag

De wondere wereld van Ethiopië


Een paar weken geleden nog maar reisde ik bij zeer aangename temperaturen door een wel heel bijzonder land. Ethiopië! De reiskeus was daarop gevallen omdat dit gebied, ondanks de armoede van nu, in het verleden grote en rijke culturen heeft gekend. Ook omdat het een Afrikaans land is waar christenen en islamieten nog vredig naast en door elkaar leven. En omdat het land een heel bijzondere kerk kent, de Ethiopisch Orthodoxe Kerk. Al heel vroeg, vanaf de 4de eeuw, kreeg die vaste grond onder de voeten in vooral het noordelijk deel van het land. Geïsoleerd en ver van de Roomse en andere orthodox christelijke geloofsgebieden ontwikkelde deze kerkrichting zich met daarin duidelijke invloed van het Joodse geloof dat daar al ver voor het begin van onze jaartelling was geïntroduceerd. Zoiets maakt heel nieuwsgierig, vooral ook naar de bijbehorende kunstontwikkeling in die afgelopen paar duizend jaar. Maar dat spreekt bij mij natuurlijk voor zich!

 Nou, voor die kunst kon ik terecht in de vele eeuwenoude kloosters en kerken die er nog te vinden zijn. Op bijgaande foto’s is te zien dat de manier van schilderen bijna naïef is te noemen. Ook kwam ik voortdurend dezelfde, geschilderde verhalen tegen. Echt een kenmerk voor orthodox christelijke kerken waar vaak strenge voorschriften gelden voor de manier van afbeelden. Denk maar aan al die iconen uit de Russisch Orthodoxe Kerk die alleen volgens vastomlijnde regels mogen worden gemaakt.

 Prachtig was ’t om allerlei verhalen tegen te komen die we hier in het Westen helemaal niet kennen. Ik ben katholiek opgevoed en heb daardoor heel wat kerkverhalen meegekregen. Maar ik wist echt niet dat Maria, Jozef en het kind Jezus op hun vlucht naar Egypte nog een ommetje hebben gemaakt naar Ethiopië. En dat Jezus daar nog allerlei wonderen heeft verricht waar ik nog nooit van had gehoord. Logisch ook dat er natuurlijk allerlei heiligen zijn afgebeeld die voor ons ook onbekend zijn.

Over die wondere wereld van Ethiopië en die kunst is natuurlijk veel meer te vertellen, maar dat komt een volgende keer nog wel.

Tot volgende week,

TOOS.

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube http://bit.ly/ij4Pag