Tagarchief: La Serenissima

De Januskop van Venetië, La Serenissima, de Meest Serene


Venetië, La Serenissima, de Meest Serene, de stad waar ik gek op ben. De stad waar ik onlangs weer een heerlijke week doorbracht. De stad zonder auto’s, zonder brommers, zonder fietsen. Voortbewegen? Te voet en te water. Maar ook de stad waar, zoals Ilja leonard Pfeijffer het in zijn magistrale roman ‘Grand Hotel Europe’ zo plastisch uitdrukt, “miljoenen toeristen met hun stinkende slippers en gympen stampen op de verzakkende stenen van een zinkende stad”.

De stad waar in 1960 nog bijna 150.000 mensen woonden en nu geen 50.000 meer. De ooit zo machtige lagunestad die leefde van haar handelsvloot, nu van het massatoerisme. Waardoor veel inwoners de coronaperiode als één lange verademing hebben ervaren. De stad ook waar, net als in Amsterdam, door dat toerisme het aantal tweede huizen, de Airbnb’s en de huizenprijzen de pan uitrijzen. De stad waar het aantal toeristenshops met vooral made-in-China’s de hoeveelheid levensmiddelenzaken gigantisch overstijgt. Zodat je als inwoner dus makkelijk kunt beslissen om je huis maar te verkopen.

een van de vele, vele soortgelijk etalages

Maar ook de stad waar ik, zoals nu weer opnieuw, nog steeds in alle rust kan ronddwalen en verdwalen en voor mijn schilderijen inspiratie aan ontleen (zie verderop in dit blog). Terwijl Pfeijffer in ‘Grand Hotel Europe’ ook terecht het volgende beeld  kan schetsen als hij op zoek is naar een bloemenzaak.

de Rialtobrug met de hele dag door dit beeld

“En toen was er de Rialtobrug nog. Dat was ooit in een ver verleden een arabesk van elegantie in het hart van de stad die met één gedurfde, trefzekere boog het hele Canal Grande overspande, een project van Antonio da Ponte uit 1588, dat in 1591 werd voltooid. Op de foto’s van een afstand is iets van die elegantie nog steeds herkenbaar. Maar van nabij is de brug een kermis. ……… (stukje overgeslagen). Wat hij in de zestiende eeuw echter niet had voorzien, was dat daar aan de relingen met uitzicht over het Canal Grande door iedereen selfies gemaakt zouden worden. Er was werkelijk geen doorkomen aan. ………. Overigens werd mij op de Rialtobrug ongelogen tot drie keer toe in gebroken Engels gevraagd waar de Rialtobrug was.”

Conclusie: voor mij de mooiste stad van de wereld, maar dan wel een met twee heel verschillende gezichten. Een museale stad met een gigantische Januskop. Die van het massatoerisme en die van kunst en rust. Die van de botendrukte op het Canal Grande met particuliere watertaxi’s, allerlei soorten vrachtbootjes en de publieke vaporetto’s. En die van de stille kanalen in middeleeuwse woonwijken.

het Canal Grande
en de rust
een paar stille kanalen

Want die jaarlijks vele, vele miljoenen toeristen bewegen zich, zoals levensgezel dat dan zegt, vooral door de Kalverstraat. In feite een Kalverstratennetwerk van met elkaar door bruggetjes verbonden bredere, smallere en steegnauwe straten die lopen van het grote busplein en het treinstation naar de voorgeschreven hoogtepunten die iedereen blijkbaar gezien moet hebben. Die Ponte di Rialto, de Ponte dell’ Academia en het San Marcoplein met z’n schijtduiven, de verbazingwekkende basiliek en het imponerende Dogenpaleis.  En die iedereen durft zich daar, gelukkig, nauwelijks buiten te begeven. Je zult als dagjesmens, en dat is het overgrote deel, maar eens verdwalen in dat doolhof en nooit meer worden teruggevonden!

vaporettohalte bij de Rialto, de mondmaskers zijn daarop nog steeds verplicht
San Marcoplein met op de achtergrond de gevel van het Dogenpaleis
San Marcoplein met basiliek en Dogenpaleis
even boven de massa uit de San Marco basiliek
een van de zalen van het Dogenpaleis waarbinnen vanwege de massa een eenrichtingsroute is uitgezet

Wat betreft de rest van de stad? ’t Zal ze, godzijdank, worst wezen. Daar, in die overblijvende prachtige en rustige stukken, verkeer ik het liefst.

rust voor de verliefden
rust om lekker bij te lezen
rust voor de was om te drogen
rust voor de jonkies na schooltijd

Het is alweer jaren geleden dat ik de Rialtobrug ben overgestoken. Waarom zou ik? Want met een plattegrond op zak en te voet in combinatie met de uitgekiende vaporettoverbindingen  kunnen we meestal heel aardig de grootste drukte mijden. Daar doe ik dan de inspiratie op voor mijn Venetië-schilderijen. Die in onderstaande video door een vriend gebruikt zijn om zijn mooie lied ‘Mijn stad’ in beeld te begeleiden.

Één plek is er echter in de stad waar ik absoluut niet te voet kan komen. Zonder vaporetto kom je er niet, tenzij je wilt zwemmen. Dat is Giudecca. Aan de overkant van het Canale della Giudecca. Nog echt een aparte, niet toeristische woonwijk van waaruit je een prachtig uitzicht hebt. En waar we van harte aan het einde van de middag neerstrijken op het terras van Bar La Palanca. Voor een Campari Spritz. Of, als ie lekker is en dat is ie, twee. Maar dat is een ander verhaal.

terras van La Palanca met een prachtig uitzicht op het Venetië van de overkant
deel van de kade van Giudecca
nog een ander deel ervan

Net zoals de verhalen over de prachtige, imponerende en adembenemende kunst die ik er nu weer zag in musea, kerken en palazzi.

een paar lekkermakertjes voor de komende weken

Tot volgende week.

TOOS

Het Arsenale: hoe een gouwe ouwe verviel tot zieltogend eendje en toch nog een trotse zwaan werd


kaart van rond 1720 van het Arsenale terrein

Het Arsenale di Venezia. Ik kondigde het vorige week al aan. Nu een magisch gebied voor de kunst, voor de Biënnale van Venetië. Maar eeuwen geleden naast symbool voor de grote macht van de Republiek Venetië ook de plek waar die macht concreet werd gemaakt. Elke keer opnieuw onderga ik daar de speciale sfeer van dat eeuwenoude, geheimzinnig complex. Drie jaar geleden, toen ik er voor het laatst was, en ook nu weer. Op m’n gemak dwalend door die aaneengeregen rij van hoge stenen hallen met de stoere zuilen. Nu gevuld met moderne kunst. Toen, heel ver voor de Industriële Revolutie, met duizenden handwerkslieden. Die er seriematig de handels en oorlogsschepen bouwden die La Serenissima haar geweldige rijkdom bezorgden. In een soort lopende band  proces, ver, ver avant la lettre. Elke dag zo’n schip. Kun je ’t je voorstellen?Een gigantische logistieke prestatie.

de toegang tot het Arsenale, schilderij van Canaletto uit 1732

Leeg ziet het begin van die hallen er nu uit als hieronder.

Maar als de Biënnale losbarst, is dat heel anders. Dan heeft de curator van dienst, elke twee jaar een andere, honderden meters lengte ter beschikking om zich helemaal uit te leven. Niet alleen daar, maar ook in het hoofdpaviljoen op het Giardini-terrein. Dit jaar dus Cecilia Alemani  die ik vorige week al noemde.

begin van het Arsenale bij deze Biënnale

In de jaren 90 begon dat allemaal. Toen kwam men op het idee een flink deel van het Arsenale bij de Biennale Arte di Venezia te trekken. Een gouden idee voor een gouwe ouwe die daar toch maar stond te verloederen en te vervallen. Napoleon, daar is ook hij weer, had er grootse uitbreidingsplannen mee, liet daarom al delen afbreken maar verdween toen van het wereldtoneel. Net als eigenlijk ook het ooit machtige Venetië.

Nu heb ik de afgelopen twintig, dertig jaar steeds meer hallen opgebouwd en gerenoveerd zien worden en is ’t een feest er rond te lopen. Waarbij je dan wel een aantal van dezelfde kunstenaars tegenkomt als in het hoofdpaviljoen. Zelfde expositiesamensteller ten slotte! Maar dan wel in een heel andere ambiance waarbinnen die curator met groot, hoog, lang en veel kan uitpakken.

nu volgt een ruime selectie aan foto’s
hier ben ik even de weg kwijt
maar dit was een detailfoto waard
tja, wat doe ik hier tussen dit object?

Ben je uiteindelijk door die eerste honderden meters aan hallen heen, dan maak je een haakse bocht naar links waarna er nog heel veel meer wat kleinere ruimten volgen.

andere gebouwen op het Arsenale-terrein, zelfs al met roltrap
nog een paar oude dokken

Waar landen aan de bak komen die destijds bij de inrichting van de Giardini geen eigen officiële plek verwierven om een paviljoen te laten bouwen. Van te voren weet ik dan al dat er ruimten zijn waar ik zal blijven hangen en ruimten waar ik me niet snel genoeg aan kan ontworstelen. Omdat ik dan niet snap wat er zich afspeelt in de bovenkamers van de aangestelde en ongetwijfeld zeer kunstgeleerde curatoren. Hier een kort beeldverslag van wat me wel en niet boeide.

leuk uitgelicht toch?
als ruimten best boeiend
maar de vulling?
positieve verrassing van Slovenië met Marko Jakse, goed geschilderd en een volstrekt eigen, boeiende wereld vol symbolen

Weer heel veel meters en tijd verder op dat uitgebreide Arsenale-terrein eindig je uiteindelijk bij het paviljoen van China. Dit keer volstrekt oninteressant. Waarna op het terras grenzend aan de afsluitende beeldentuin een koud pilsje heel erg verdiend voelt.

de volstrekte afknapper van het Chinese paviljoen
foto uit de beeldentuin helemaal aan het eind van de route

Mocht je er ooit belanden, neem dan daar de stille achteruitgang van het Arsenale. Nogal verborgen in de nog steeds bestaande muur die het hele terrein omringd. Een muur van meer dan drie kilometer lengte. Zo omvangrijk was dus dat ooit zo bruisende Arsenale.

een heel klein stukje van die hele lange muur

Maar waarom je nou juist daar er uit zou moeten willen? Omdat er een verrassing wacht. De heel authentieke, heel rustige Venetiaanse woonwijk Castello. Daar waar de eerste nederzettingen in de Venetiaanse laguna ontstonden. Nauwelijks toeristen, wel de prachtige Basilica di San Pietro di Castello. Eeuwenlang de zetel van het bisdom Venetië. Die door Napoleon, daar is ie weer, werd overgebracht naar de nu door toeristen overlopen Basiliek van San Marco. Tot die tijd alleen maar het niet onaangename huiskapelletje van de Doge.

straatje in Castello
waar iedereen natuurlijk een eigen bootje heeft
die Basilica di San Pietro di Castello

Hoe je dan vanaf die kalme noordoostelijke punt van Venetië terugkomt naar het drukke centrum? De vaporetto natuurlijk, de waterbus. Met als voordeel dat je langzaam weer dat prachtige silhouet van Museum Venetië ziet opdoemen.

Tot volgende week.

TOOS

Venetië, altijd een feessie!


Venice by night

gondelfile bij de Brug der Zuchten, niet doen, zoiets

Als ik vertel dat ik Venetië altijd een feest vind om heen te gaan, krijg ik vaak de reactie ‘maar Toos, dat is een soort Disneyland geworden, daar loopt ’t toch over van de toeristen ‘. Klopt. Zo’30 miljoen per jaar. En dat gaan er vast nog meer worden. Maar toch! Als je de stad kent, en dat doe ik na vele bezoeken zo langzamerhand wel, valt ’t heel erg mee. Gewoon de Venetiaanse varianten van de Amsterdamse Dam en Kalverstraat mijden en zie daar, rust! Want al die dagjestoeristen, 80% van het totaal, willen alleen maar naar de Rialtobrug en het San Marcoplein. Want dan hebben ze Venetië gezien. Denken ze. Ik ben vorige week, toen ik in La Serenissima, de Allerdoorluchtigste, verkeerde dan ook niet één enkele keer op dat plein met al die schijtduiven geweest.

buiten de Kalverstraat

Nee , ik kwam voor de wereldberoemde Kunstbiënnale van Venetië. Die heeft twee kernterreinen. De oude Giardini met heel veel landenpaviljoens en het Arsenale. Het uit de middeleeuwen stammende industrieterrein met zijn indrukwekkende gigantisch lange en hoge hangars. En weet je hoeveel bezoekers daar komen in de Biënnale periode van mei tot november? Ongeveer een half miljoen! In het veel kleinere Rijksmuseum komen er meer. Maar daarover een andere keer. Nu gewoon eerst  ‘mijn’ Venetië, waar ik in de loop der tijden drie keer heb geëxposeerd.

Daardoor maak ik elke keer ook een vaste gang naar het restaurant Aciugetha. Afkomstig van acciuga, Italiaans voor anchovis. Ergens in de jaren 90 aten we daar met een stel kunstenaars na een opening en heb ik een aquarelletje gemaakt voor de eigenaar. Dus moet ik toch regelmatig even controleren of mijn kunstwerk er nog aanwezig is. En ja hoor, ’t hangt er nog steeds. Zelfs op een officiële foto van hun website kon ik het ontdekken. Daar laat ik mijn kunstenaarsego toch graag door strelen.

het plein waaraan het restaurant Aciugheta

bij mijn aquarel daar

Het woord kunst  zou je trouwens wel als een synoniem kunnen zien voor Venetië. Afgezien van de moderne biënnale en alle andere eeuwenoude kunstschatten  is de stad al kunst van zichzelf. Die je dan al wandelend of varend tot je kunt nemen. Want lopen zul je! Geen auto’s, geen brommers, geen fietsen. Alleen de benenwagen en de vaporetto, de waterbus. Heerlijk gewoon. Daar horen natuurlijk ook terrassen bij. En dan niet die aan de Kalverstraat maar gewoon in de wijken waar de echte Venetianen wonen. Zoekt en gij zult vinden.

aan het tekenen op zo’n rustig terras

op een Venetiaans feest tussen de Venetianen met een Venetiaanse vriendin, curator Efthalia Rentetzi

de kade van Giudecca

Dan geniet je daar van je spritz in relatieve rust, want ’t blijven vanzelfsprekend wel italianen waar je tussen zit. Dit keer zaten we veel op Giudecca, een wijk en eiland even buiten alle drukte. Op een terras met het kanaalwater klotsend tegen de kade bij je voeten en een heerlijk uitzicht. Tussen de Italiaanse bambino’s en bambina’s met bijbehorende moeders en grootmoeders. Met de arbeiders die er einde middag hun aperitief komen halen. En de enkele  erheen gedwaalde toeristen. Leven als God in Venetië!

het Canal Grande, gezien vanuit een van de prachtige paleizen

ook het huisvuil moet vanuit Venetië per boot vervoerd worden

zo’n prachtig verweerde muur in Venetië

een zaal in een van de vele prachtige paleizen

hoezo geen rustige plekjes in Venetië?

Oh ja, en die spritz die tegenwoordig zo heel erg in is, overal in Europa, schijnt dus echt uit Venetië te komen. We ontdekten dat drankje daar al weer heel wat jaren geleden. Heerlijk: voor ons 1/3 prosecco, 1/3 bruisend mineraal water en 1/3 Campari. Want met dat wat bittere laatste is ie veel lekkerder dan met die zoetige Aperol. Proost! En tot volgende week.

TOOS

La Serenissima


Hierbij nog weer een van mijn serie speciale zomerblogs. ’t Is ten slotte augustus en nog steeds vakantie dus een versnellinkje lager mag best. Gewoon wat makkelijker. Één foto erin van een schilderij van mij met een daarop geïnspireerde tekst. Een praatje bij een plaatje zogezegd.

Toos van Holstein, Nebbia a Venezia, olieverf 65-45 cm

Vorige week schreef ik ’t nog. De stad, oud of modern, fascineert me altijd. Maar als er één oude stad is waarvoor dat geldt, is ’t wel Venetië. Een week Venetië is voor mij altijd een feest. En dat gebeurt meestal in de oneven jaren. Als de wereldberoemde kunstbiënnale daar weer bezit neemt van het bijbehorende expositieterrein, van het oude industriële Arsenale en van allerlei palazzi. Volgend jaar ben ik dus wel weer van de partij. Maar eens kijken of het er opnieuw drukker is geworden met al die horden toeristen die de stad het hele jaar lang overstromen. Want de stad zelf mag dan af en toe te lijden hebben van de aqua alta, de te hoge waterstand waarbij het water bezit neemt van bepaalde pleinen en straten, de toeristengolven spoelen er het hele jaar doorheen. Maar dan vooral in de Venetiaanse Kalverstraat, de wirwar van aan elkaar geschakelde straten en straatjes die het treinstation via de Ponte di Rialto verbindt met het Piazza San Marco. Want daar moeten en zullen alle dagtoeristen natuurlijk heen. Gelukkig, zou ik bijna zeggen! Want daardoor zijn er ook nog grote delen in de stad waar het veel rustiger is. Daar verkeer ik dan ook het liefst. Daar komen die eeuwenoude sfeer en schoonheid van La Serenissima nog steeds heel goed tot hun recht. Dan voelt ’t nog steeds als een voorrecht in die stad te kunnen ronddwalen en verdwalen en te genieten van al het moois dat de mens daar aan architectuur heeft gecreëerd. En loop je een kerk binnen, dan sta je eigenlijk altijd gelijk oog in oog met de prachtigste kunst van oude Italiaanse meesters. Echt genieten.

Dat is het ook als de dagtoeristen zijn verdwenen en de nacht over Venetië valt. Pure, feeërieke schoonheid. Net zoals bij de af en toe binnenvallende nevel. Vandaar bovenstaand schilderij Nebbia a Venezia. Mist in Venetië. Tot volgende week.

TOOS 

De venetianisering van Venetië


Je leest er tegenwoordig regelmatig over, Amsterdam is aan het venetianiseren. Maar wat betekent dat eigenlijk? Een paar maanden geleden was ik voor de tigste keer weer eens een week in dat Venetië, het grootste en mooiste openlucht museum ter wereld. Dus een beetje ervaringsdeskundige mag ik mijzelf wel noemen.

Het is beslist een feit dat steeds grotere massa’s toeristen de Amsterdamse binnenstad als een soort tsunami overstromen. Met, naar verluid, de bijbehorende geluidstsunami  van dag en nacht voort denderende rolkoffers en brallende, niet meer zo sobere toeristen. Met een toenemend aantal Airbnb kamers en appartementen die de eigenaar menige euro doen toevloeien. Met plaatselijke stanktsunami’s  in de openbare ruimte van soms minder en soms meer verteerde vloeistof en voedselresten die juist van toeristen afvloeien. En met, niet te vergeten, de fietstsunami  van grote groepen die hun leenfiets als een oneigenlijk voorwerp onder hun achterste ervaren en al zwalkend moeten anticiperen op het nogal gehaaste, agressieve fietsgedrag van de autochtonen. Gevolg? Fietsfiles, menige fietsbotsing en bijbehorende Babylonische taal en vloekverwarringen.

Hoe zit dat dan in La Serenissima Repubblica Venezia, de allerdoorluchtigste Republiek Venetië, zoals de naam ooit luidde?  Maar even een paar  foto’s.

bij het Dogenpaleis

‘rustige’ vaporetto, ’t kan veel en veel voller

fotootje maken op de Rialtobrug

om de hoek bij het San Marcoplein

Één ding ontbreekt in ieder geval op die plaatjes. Fietsers. Want in Venetië zult gij lopen of varen. Alleen kindertjes mogen op hun fietsjes over de pleinen heen en weer scheuren. Meestal onder het toeziend oog van moeder. Als die ten minste dat oog niet even heeft afgewend vanwege de niet te versmaden gesprekken met andere toeziende moeders. Met natuurlijk de laatste Venetiaanse roddels. Want in dat opzicht is Venetië echt een dorp. Al lopend komt iedereen altijd iedereen tegen. Maar ‘iedereen’ wordt snel kleiner. Het aantal inwoners is al gezakt tot ergens rond de 50.000. Terwijl het aantal toeristen exponentieel is gestegen. Zo’n 30 miljoen nu per jaar.  Gemiddeld dus meer dan 80.000 per dag. Let wel, gemiddeld! Er zijn dus dagen met een veel groter aantal. En die persen zich dan met z’n allen op de vaporetto’s, de waterbussen, en door de smalle straten. Maar godzijdank vooral door de Kalverstraat die zich vanaf het station langs de Rialtobrug naar het San Marcoplein wringt. Want juist die plekken, daar moeten we als lemmingen heen met z’n allen. Die Kalverstraat overigens is meer een netwerk van zich aaneenrijgende, vaak haaks op elkaar staande straten met allerlei vernauwingen, verbredingen en heel veel bruggetjes.

de rolkofferbrigade op stap

filevorming op het water

Daar moet je dus ook niet willen zijn. Mijd de diersoort die zich daar in kudden voortbeweegt: de dagjesmens. Een asociale diersoort die het blokkeren van straten voor anderen als vanzelfsprekend beschouwt. Militaire wegblokkades zijn er niets bij is. Als het dan ook nog gaat regenen en de paraplu’s te voorschijn komen, moet je, al maaiend met armen en handen, echt een gevecht leveren voor het behoud van je ogen. Je ziet dan ook gelijk wie de echte Venetianen zijn. Die hebben een superieur paraplugebruik ontwikkeld waardoor ze vrijwel niemand tot last zijn. Maar goed, dat is dus  in die Kalverstraat. Als ’t ook maar even kan, mijd ik die dus.

het Canal Grande kent ook rustige tijden

Sla zoveel mogelijk de zijstraatjes in, neem gewoon het risico dat je doodloopt tegen een kanaal of toch de kaart erbij moet pakken om te zien hoe je verdwaald bent. Hoewel? Echt verdwalen kun je nooit. Je zit ten slotte op een stelsel van eilandjes met maar één verbindingsweg naar de kust. Dan ervaar je wat La Serenissma echt is en hoe rustig grote delen zijn. Dan snap je dat geboren Venetianen niets liever willen dan in hun prachtige stad blijven wonen. Maar ja, als je moet huren, is dat nauwelijks meer op te brengen. Veel te duur. Huiseigenaren verhuren liever aan toeristen, dan vangen ze heel veel meer.

Toen wij ‘ons’ appartementje, midden tussen Rialtobrug en San Marcoplein in, jaren geleden ontdekten, waren er volgens de eigenaar zo’n tweehonderd van dat soort verhuurappartementen. Nu, met de vlucht die Airbnb heeft genomen, zo’n tweeduizend. Afgezien nog van de groei van het aantal hotels.

ergens daar achteraan zit ik op een heerlijk terras

Dus is Venetië gevenetianiseerd? Ja en nee! Lallende, bezopen toeristen? Nauwelijks. Prachtige plekken waar de dagtoeristen niet komen? Vele. Terrassen waar je in alle rust kunt zitten met een koele spritz in de hand? Zoekt en gij zult vinden. Als je daar dan zit met een zonnetje erbij kan Venetië niet kapot. Nooit niet! Loop je in de schemering door de stad als de lemmingen zijn verdwenen? Een ervaring die je nooit vergeet. En doe je dat ’s avonds laat? Één grote museale ervaring. Venetië is voor mij altijd een feest.

Venetië ’s nachts

Maar één ding moet absoluut gebeuren. Die joekels van cruiseschepen moeten uit de stad worden verbannen. Een absolute schande dat die ooit zijn toegestaan. Dat vinden de bewoners ook. Maar ja, overheid, geld en corruptie? De doorsnee Venetiaan kan daar heel veel over verhalen.

een absolute schande, die cruiseschepen in Venetië

Tot volgende week.

TOOS

Venetiaanse sferen in Middelburg op 1 en 2 juli


Zomer in Zeeland, het hele jaar Middelburg800 (jaar stadsrechten) en daardoor komend weekeinde Voga Veneta, roeien op z’n Venetiaans in de Middelburgse grachten. Met als extraatje Venetiaanse kunst in de Abdij en in mijn atelier aan de Korendijk 56. Zeg maar eens dat ’t op Walcheren, afgezien van de branding aan de kust, niet bruist.

Maar hoe komen die Venetiaanse roeiers en hun boten in Middelburg terecht? Nou niet slim zijn en zeggen ‘met de auto natuurlijk!’. Want over water zou het inderdaad langer duren. Nee, het goede antwoord is Helen Verwijs. Toevallig ook nog mijn zakelijke accountant. Misschien herinneren lezers zich nog enkele blogafleveringen van twee jaar geleden. Toen exposeerde ik in Venetië tijdens de beroemde kunstbiënnale daar. En regelde Helen voor mij goedkoop boottransport van mijn kunst over de Venetiaanse kanalen naar de Iglesia de San Lorenzo, de expositieplek. Want Helen en man en dochter verkeren regelmatig in de Dogenstad. Voor hen geen inburgeringscursus, die hebben ze echt niet meer nodig.

in 2015 in de transportboot met Helen (rechts)

 Vandaar ook hun contact met de roeivereniging daar. Waarbij je dan niet moet denken aan de overbekende en overbetaalde toeristische  gondeliers. Je kent ze wel van de foto’s. Van die stoere Italiaanse mannen in horizontaal rood-wit of blauw-wit gestreepte shirts en zwarte broek. Achterop hun prachtig versierde en glimmend opgepoetste gondels staand met vooral Japanse, Chinese of Koreaanse toeristen als lading. En as ’t vanwege de dollars effe kan ook nog een Italiaanse aria’s voortbrengende sopraan erbij in. Nee, dan moet je denken aan de liefhebber die het fijn vindt om op de speciale Venetiaanse manier te roeien in een het meer industriële type gondel.  Het type dat eeuwenlang zorgde voor het transport van goederen in de stad. Een soort pakjesbezorger als DHL avant la lettre. Maar dan over water.

Die roeiers komen nu op initiatief van Helen in het kader van Middelburg800 met hun boten helemaal naar Middelburg. Om daar demonstraties te geven en wedstrijden te houden op zaterdag en zondag 1 en 2 juli. Juist ook als op die 1ste zondag van de maand de Middelburgse Kunst en Cultuurroute plaatsvindt. Kijk voor het hele Voga Veneta programma maar onder https://middelburg800.com/agenda/30-juni-tm-2-juli-voga-veneta .

En met hun komt ook Maurizio Molin mee. Een Venetiaans kunstenaar en ontwerper die een aantal van die stoere roeiers van vroeger en nu heeft vereeuwigd in schilderijen.

Maurizio Molin, portret van Igor

Maurizio Molin, portret van Sustin

Die komen te hangen in de kloostergangen van het Abdijcomplex aan het mooiste plein van Nederland, het Abdijplein. En ook in mijn atelier. In combinatie met mijn eigen werk. Want dat leek me interessant. Ik ben tenslotte al jaren verliefd op La Serenissima, de allerdoorluchtigste, al eeuwen de bijnaam van de lagunestad, en heb er diverse keren geëxposeerd. Daaruit zijn heel wat ‘Venetiëschilderijen’ onstaan. Kijk maar eens op mijn website bij http://www.toosvanholstein.nl/venetiemozaiek1.html  .

Toos van Holstein, La dolce far niente

Zo’n speciale eenmalige combinatie, met kunstwerken van een echte Venetiaan en van een Zeeuwse Venetiëliefhebster, vraagt natuurlijk ook om speciale openingstijden. Vandaar dat mijn atelier het hele weekeinde van 1 en 2 juli open is van 13-17 uur. En dus niet alleen op de zondag van de kunstroute.

Op naar een bruisend Venetiaans weekeinde in de 800 jaar oude stad Middelburg. Tot dan of tot volgende week.

TOOS

Nog even Venetië, maar dan heel anders in het Vlaamse Edegem


Toos van Holstein, Venezia, olieverf 130 cm-100 cm
Toos van Holstein, Venezia, olieverf 130 cm-100 cm

Nog even en ik kom weer langzaam boven de internethorizon. Maar nu nog niet. Vandaar ook deze keer nog  een al weken geleden klaar gezet blog. Een soortement vervolg op de Venetië-aflevering van vorige week.

koor-2

Kunst veroorzaakt kronkelwegen die volstrekt onverwacht kunnen zijn. Want ik had nooit kunnen bedenken dat ik eind vorig jaar op een zondag in de Sint-Antoniuskerk in Edegem zou zitten. Een plaats iets ten Zuidoosten van Antwerpen waar die zondagmiddag het koor Sin’al Fine en het muziekensemble Tamburini vocale en instrumentale renaissancemuziek ten gehore brachten. Met boven hen hoog hangend in het kerkkoor de print van mijn schilderij “Venezia”.

koor-3

Een aantal maanden voor hun concert kreeg ik een mailtje van Sin’al Fine. Op mijn website www.toosvanholstein.nl hadden ze dat “Venezia” ontdekt. En of ze die afbeelding mochten gebruiken bij hun 20-jarig jubileumconcert. Venetië was in de baroktijd ten slotte een heel belangrijke stad met bijvoorbeeld componist Vivaldi bovenaan de toenmalige hitlijsten. Nou, dat mocht. Maar dan wilde ik wel graag een paar toegangskaarten voor hun concert ontvangen. Geen probleem.

koor-4

En zo zat ik daar die zondagmiddag als eregast. Met een toegangsbewijs in handen waarop dat “Venezia”, met een programmaboekje waarop dat “Venezia”, vlak bij een grote poster met daarop “Venezia” en met die grote print op alu-dibond hoog voor mij in de kerk. En met een heerlijk concert van een voor amateurs heel hoog niveau. Zijn dat geen heerlijk kunstige kronkelwegen? Tot volgende week.

TOOS

Venetië, mijn Droomstad


Riva, olieverf 100 cm-90 cm
Riva, olieverf 100 cm-90 cm

Ik verkeer al een paar weken onder de internetradarhorizon en dat zal ook nog een paar weken zo blijven. Dat komt wel eens meer voor, dan ben ik er dus gewoon even niet. Maar trouwe lezers hebben ’t al gemerkt, ik laat ze niet in de steek. Hier dus nog weer zo’n van te voren klaar gezette aflevering. Iets korter en iets anders van karakter dan normaal. Dit keer over Venetië.

La dolce far niente, olieverf 100 cm-120 cm
La dolce far niente, olieverf 100 cm-120 cm

Bij mijn eerste bezoek aan La Serenissima, de meest serene,  was ik gelijk verliefd op die stad. En u, heel veel jaren later, is dat nog steeds zo. Elke keer als ik er terugkom zuig ik de stad weer opnieuw in me op, elke keer is weer fascinerend. Dit oneven jaar 2017 gaat dat ook weer gebeuren. Want in de oneven jaren is er altijd de Biënnale. Een kunstgebeurtenis die ik eigenlijk niet mag missen en die altijd een goed excuus is om weer naar Venetië te gaan. Om weer te kunnen zien hoe dicht schoonheid en verval bij elkaar liggen. Om weer te verdwalen in tegen het water doodlopende steegjes. Om ’s avonds te dwalen door de volkswijken als de horden dagjesmensen zijn verdwenen. Om ergens rond vijven op een terras plaats te nemen met een spritz in de hand. Aan een plein zonder auto’s en brommers want die heb je niet in Venetië. Of op een kade waar de vaporetto’s, de openbare waterbussen,  en de vele vrachtbootjes en watertaxi’s voorbij komen.

Campo, olieverf 80 cm-70 cm
Campo, olieverf 80 cm-70 cm

Ricercatore, olieverf 80 cm-70 cm
Ricercatore, olieverf 80 cm-70 cm

Ik heb in de loop der jaren heel wat Venetiëschilderijen gemaakt. Elke Venetiaan zal daarin La Serenissima herkennen maar de weergegeven plekken nooit kunnen vinden. Die bestaan namelijk alleen in mijn gedroomde Venetië, het Venetië dat al schilderend in mijn atelier langzaam op het doek te voorschijn komt.

Mezzobuio, olierverf 80 cm-90 cm
Mezzobuio, olierverf 80 cm-90 cm

Nebbia a Venezia, olieverf 65 cm-45 cm
Nebbia a Venezia, olieverf 65 cm-45 cm

Nog heel lang hoop ik terug te kunnen komen naar één van de mooiste steden van de wereld. Zo niet de mooiste! Tot volgende week.

TOOS

Heel veel naakte curatoren in Venetië


het Arsenale terrein in Venetië
het Arsenale terrein in Venetië

Alweer een flink aantal jaren geleden begon het Venetiaanse Biënnaleterrein, de Giardini, helemaal uit zijn voegen te barsten. De organisatie  deed toen een gouden greep. Het Arsenale werd bij de expositie betrokken. Dat magische stuk van Venetië waar in de Middeleeuwen het eerste industriële complex ontstond. Een voor die tijd gigantisch, afgesloten en met grote geheimzinnigheid omgeven terrein dat alleen toegankelijk was voor de botenbouwers van de Venetiaanse vloot. De militaire en handelsvloot die destijds de Middellandse Zee beheerste en de basis vormde van het Dogenrijk. Over dat Arsenale is, ook in kunstopzicht,heel veel  te vertellen. Maar dat komt nog wel eens een keer. Nu eerst, al lijkt dat een onlogische link, naar Hans Christian Andersen.

impressie van een deel van het Arsenale in lege toestand
impressie van een deel van het Arsenale in lege toestand

Inderdaad, de schrijver van het sprookje “De nieuwe kleren van de keizer”. Die keizer die zich door bedriegers nieuwe kleren laat aanmeten,  gemaakt van zulke prachtige, edele stoffen dat alleen mensen van een hoog ontwikkeld niveau, zoals hij dus, die gewaden kunnen waarnemen en op juiste waarde weten te schatten. Een instinker van jewelste want hij loopt dus in zijn blootje maar niemand, ook hovelingen en ministers niet, durft dat te zeggen. Tot bij een keizerlijke optocht op straat een jongetje uitroept dat de heerser in zijn blootje loopt. Pas daarna durft iedereen, niet meer bang als onderontwikkeld minkukel te worden gezien, in die waarneming mee te gaan.

Ik moest regelmatig aan dat verhaal denken bij mijn bezoek aan het Arsenale. Zie hier dus de logische link. De keizer is daarbij dan wel vervangen door de kunstcurator. Het slag kunstheersers dat de laatste decennia steeds belangrijker is geworden in het bepalen van de nieuwste ontwikkelingen in de hedendaagse kunst. In de avantgarde zeg maar. Elke twee jaar heeft de Biënnale zo’n nieuwe kunstkeizer. Dit keer Okwui Enwezor, die het Biënnalethema “All the World’s Futures” verzon. Op grond van dat thema heeft hij een groot deel van het Arsenale terrein naar eigen kunstbevinden ingericht. Kort samengevat vindt hij dat onze aardse samenleving op dit moment één grote chaos is en dat kunstenaars daarin maar eens hun politieke statement moeten maken. Dat wil dan natuurlijk zeggen , de kunstenaars die hij ziet zitten. Ik ben er niet blij van geworden. Je weet van te voren dat je geen “kunst voor boven de bank” moet verwachten. Maar dit?

begin van de expo in het Arsenale
begin van de expo in het Arsenale

Het begint met heel veel zwaarden en sabels die op een esthetische manier gegroepeerd in de grond gestoken staan. Vervolgens bundels van cirkel en kettingzagen die, met zwarte pek overgoten, aan het plafond hangen. Nou, oké, als installatie niet onaardig. Daarna volgden, afgezien van af en toe een hoogtepunt of puntje, heel veel dark rooms met zogenaamde kunstvideo’s, meestal met een politieke boodschap. Video’s die blijkbaar kunst zijn vanwege het vage en schokkerige beeld.  Echt vreselijk af en toe. Van de vele die ik er zag, waren er zo weinig goed  dat je voor het tellen genoeg had aan de hand van een timmerman die door zijn werk vingers heeft verloren. Er waren dus maar enkele kunstenaars die geen filmopleiding meer nodig hadden. Of die misschien juist wel hadden gehad. Eigenlijk zeer verbazingwekkend als je weet hoe lang video in kunstland al is geaccepteerd als medium. ’t Is natuurlijk vloeken in de kunstkerk om te beweren dat je al heel veel kunt leren over het vak door goed te kijken naar een paar Hollywoodfilms. Maar voor de meeste van die videokunstenaars zou het eigenlijk verplicht moeten worden gesteld. En trouwens, wat moet ik bij de kunst met films die eigenlijk alleen maar gewone documentaires zijn?

vervolg van de expo
vervolg van de expo

Zoals gezegd was er, in mijn ogen dan, beslist ook goeie kunst te bewonderen. Ik heb wat foto’s tussendoor gestrooid. Van mooie installaties en zelfs ook nog schilderijen.

arsenale 05

arsenale 06

indrukwekkende schilderijen van de 77 jarige Baselitz, hoezo "All the World's Futures"?
indrukwekkende schilderijen van de 77 jarige Baselitz, hoezo “All the World’s Futures”?

beeld in paviljoen van Argentinië
beeld in paviljoen van Argentinië

Want schilderen? Nee, daar doen we in de avantgarde eigenlijk niet meer aan. Dat is zo passé! Nee, dan hangen we in verband met de vluchtelingenproblematiek liever krantenpagina’s en slechte foto’s daarover op. Ik neig er door deze Biënnale toe te beweren dat kunst vooral slechter wordt, uitzonderingen daargelaten, als kunstenaars zo nodig aan politiek moeten gaan doen.

Want niet alleen Okwui Enwezor vind ik zo’n curator in zijn nieuwe naakte kleren, ook diverse landencuratoren in het Arsenale verdienen beslist een nominatie. En dan mag je tegenwoordig nog blij zijn als zo’n curator niet in veel grotere, vettere letters en ook nog boven jou als kunstenaar op de affiches staat.  Ik vraag me echt af hoe ’t in de kunstwereld verder gaat als dit soort curatoren de macht houdt. Mijn mening is dat er heel veel kleine jongetjes nodig zijn die allemaal heel hard roepen dat de keizer in z’n nakie loopt. En dan maar hopen dat er daarna een nieuw realiteitsbesef ontstaat. Ook onder de kunstcritici en journalisten.

arsenale 09

arsenale 10

deel van Italiaanse paviljoen
deel van Italiaanse paviljoen

deel van Italiaanse paviljoen
deel van Italiaanse paviljoen

Interessant vind ik nog een paar cijfers.  Van de veel meer dan 20 miljoen toeristen die Venetië jaarlijks bezoeken, gingen er in 2013 ongeveer 450.000 naar de toenmalige Biënnale. Daarbij zij aangetekend dat die ongeveer een half jaar duurt. Bij de Late Rembrandt in het Rijksmuseum waren er meer dan een half miljoen in drie maanden. Geen slechte score dus voor directeur Wim Pijbes met zo’n oude meester! Tot volgende week.

TOOS

De geheugenmuur


Mijn geheugen heb ik met lijm op een muur geplakt. Ten minste, het tentoonstellingsgedeelte van dat geheugen. Op een muur in de keuken van mijn atelier in Nice. Een muur vol met affiches van exposities van mij. Duidelijk een muur met een verleden. Dus als ik wil weten wanneer ook al weer een bepaalde tentoonstelling was, helpt die muur mij. Op voorwaarde natuurlijk van de aanwezigheid van een poster.

deel van de geheugenmuur
deel van de geheugenmuur

de affiche uit 1996
de affiche uit 1996

Bij zo’n geheugenmuur kun je af en toe heel wat afmijmeren. Maar dat kan ook weer leiden tot actie. Daardoor stond ik een paar dagen geleden in Venetië in restaurant Aciugetha. Ik ben namelijk weer in die stad vanwege het einde van de tentoonstelling waaraan ik deelneem. En ook trouwens om nu op m’n gemakkie de kunstbiënnale te kunnen bezoeken. Waarom ik dan zo nodig dat restaurant Aciugetha vlak bij het San Marco plein moest bezoeken? Dat is de schuld van een affiche uit 1996 op die geheugenmuur.

Toen, bijna 20 jaar geleden dus, nam ik ook al deel aan een groepsexpositie in La Serenissima, zoals Venetië ook wordt genoemd. Is er een mooiere bijnaam te verzinnen?Maar goed, die tentoonstelling was een heel speciale, bedoeld om geld bij elkaar te sprokkelen voor het beroemde operagebouw van Venetië,  La Fenice. Dat was weer eens afgebrand, voor de zoveelste keer in zijn paar eeuwen oude bestaan. En het ontbrak de stad op dat moment aan voldoende financiën voor een grondige restauratie. Zonde! Want die prachtige bonbondoos vormt een onmisbaar deel van de culturele geschiedenis van de Dogenstad.

La Fenice binnen
La Fenice binnen

Dus bedachten mijn galerist Jean-Paul uit Nice en zijn branchegenoot Antonio uit Venetië een plan om de wederopbouw van La Fenice een beetje mee te helpen financieren. “Un mese per La Fenice”, een maand voor La Fenice, een goede-doelen-groepstentoonstelling van een maand met een aantal van hun internationale kunstenaars. Inclusief mijn persoontje. Want toen ik daarvoor werd gevraagd, hoefde ik niet lang na te denken.  Welke kunstenaar wil dat nu niet? Exposeren in de stad van oude schildermeesters als Bellini, Titiaan, Veronese,Tiepolo. Daar is helemaal niks mis mee.

Maar oude meesters of moderne kunstenaars, ze moeten toch eten. Vandaar dat we na de opening van onze expositie terecht kwamen in dat Aciugetha om de inwendige mens op  mediterrane manier te  versterken.

restaurant Aciugetha
restaurant Aciugetha

Dat had Antonio voor een heel soepele prijs geregeld. Als Venetiaan wist hij namelijk heel goed dat je als niet-Venetiaan, en zeker als duidelijke toerist, per definitie wordt gesneden. Voor koffie, voor bier, voor wijn of pasta, je betaalt altijd teveel. Een factor twee is beslist niet ongebruikelijk. Als je ooit in die stad bent geweest, moet je bij het afrekenen wel beseft hebben dat een gewone Venetiaan die toeristenprijzen nooit kan betalen. Dan zou zijn of haar inkomen beduidend boven het gemiddelde Italiaanse salaris moeten liggen.

Maar goed, Antonio had op z’n Italiaans een en ander geritseld en wij, arme kunstenaars, hoefden zelfs helemaal niets te betalen. Uiteindelijk zorgden wij al voor een heel klein restauratiestukje van La Fenice.  Ik heb toen uit dankbaarheid daarvoor een aquarel gemaakt voor de restauranteigenaar. Nu, in 2015, was ik benieuwd of die er nog hing.  En ja hoor, mijn kunstwerk hing er nog, tussen een paar andere die daar waarschijnlijk ook op zo’n soort manier terecht zijn gekomen.

de aquarel
de aquarel

Een aquarel met een grote school ansjovissen die oprukken in de stad. Ansjovissen? Inderdaad. Want acciuga is Italiaans voor ansjovis. En hoe heette dat restaurant ook al weer? Kijk, dat soort herinneringen kun je niet op een muur plakken. Tot volgende week.

TOOS

De katten van San Lorenzo


“Hé, de katten zijn verdwenen”. Blijkbaar ontstond er ineens weer mentale ruimte voor die constatering in mijn brein. Ik was lichamelijk en geestelijk zo geconcentreerd bezig geweest mijn kunststukken te transporteren van de boot in het kanaal bij de Campo San Lorenzo naar de Sala del Portale op die campo dat ik mijn omgeving helemaal had weggedrukt.

de transportboot aan de Campo San Lorenzo
de transportboot aan de Campo San Lorenzo

De beroemde katten van de Campo San Lorenzo waren verdwenen! Samen met het houten poezenpaleis waarin ze huisden en dat al jaren het Venetiaanse klimaat had doorstaan. Een bouwsel dat eerst tegen het front van de eeuwenoude Iglesia San Lorenzo stond maar bij mijn bezoek aan Venetië in 2013 verplaatst bleek naar de linkerhoek van de campo. Met als oorzaak de beroemde Biënnale van Venetië. Al sinds mensenheugenis stond die kerk, een van de oudste in de toch al zo oude Dogenstad,  vervallen en gesloten te zijn. In de beroemde boekenreeks van Donna Leon over de Venetiaanse Commissario Brunetti vraagt hij zich zelfs regelmatig af of die kerk ooit nog tijdens zijn leven weer open zal gaan. Ook die katten brengt Donna Leon af en toe zijdelings ter sprake. En Brunetti heeft op dat alles goed zicht vanuit zijn kamer in de Questura. Die bevindt zich namelijk recht tegenover de kerk met alleen de Rio di San Lorenzo en het plein ertussen. Die rio dus waar ik samen met vrienden de transportboot aan het uitladen was.

de oude plaats van het kattebouwsel links achterin
de oude plaats van het kattebouwsel links achterin

de nieuwe plaats in 2013 links onderaan de kerktrap
de nieuwe plaats in 2013 links onderaan de kerktrap

Mexicaanse kunst in 2013 in de San Lorenzo
Mexicaanse kunst in 2013 in de San Lorenzo

Maar in 2013 stond er ineens een kerkdeur open. Met daarnaast een groot bord dat aangaf dat binnen het kunstpaviljoen van Mexico was te vinden. ’t Bleek dat de staat Mexico met de stad Venetië een contract had gesloten om een deel van het interieur te restaureren. Als tegenprestatie mocht de kerk dan voor de komende jaren als paviljoen gebruikt worden. Voor de kunstbiënnale in de oneven jaren en voor de, minder beroemde, architectuurbiënnale in de even jaren.

Dus liep ik in 2013 zomaar onverwacht in een geopende San Lorenzo. Van de kunst was ik niet zo onder de indruk, van de kerk des te meer. Een prachtig koor in combinatie met ruige vervallenheid en nog openliggende vloeren. Kijk naar mijn schilderijen en je begrijpt waarom mij dat zo aansprak. Overigens is daar in 1324 nog ergens Marco Polo begraven. Maar tijdens een verbouwing in de 16de eeuw heeft men het zicht op zijn begraafplek verloren. Of hij daar nog steeds ergens ligt? Aangenomen wordt van wel.

het inwendige van de San Lorenzo in 2013
het inwendige van de San Lorenzo in 2013

Vanwege Mexico dus moesten de katten een aantal meters verhuizen. Maar ze gedroegen zich op de nieuwe plek nog net zo autonoom als katten altijd al doen. Ze namen je wel waar vanuit hun eigen appartementje maar voor de rest kon je gewoon het dak op. Zolang dat het dak van hun condominium dan maar niet was natuurlijk. Dat dak reikte tot bijna een raam waar een doek je de inkijk belemmerde. Laat dat nu net een raam zijn van die Sala del Portale waarheen ik mijn kunst, nu in 2015, heen moest dragen. En waarbij ik me dus plotseling realiseerde dat die katten er niet meer waren. Dat vroeg natuurlijk om nader onderzoek. Het bleek dat de vrouw die jaren lang voor die beestjes had gezorgd en werkte in het verzorgingstehuis naast de Sala daar weg was. Blijkbaar had niemand haar vrijwillige poezenverzorgingstaak overgenomen. Ook kwam me nog een ander verhaal ter ore. Waarschijnlijk een broodje aap verhaal, maar toch! Want het viel me dit jaar wel op, na twee jaar afwezigheid in La Serenissima,dat ik nauwelijks meer katten zag. Terwijl je die anders toch in veelvuldigheid tegenkwam. Iemand vertelde me dat dit door de Chinezen komt. Die eten graag kattenvlees en in Venetië zie je inderdaad wel steeds meer Chinezen in winkeltjes werken. Broodje aap, of beter gezegd, broodje kat verhaal? Geen idee!

op weg naar expositie in de Sala del Portale links achterin
op weg naar expositie in de Sala del Portale links achterin

Wel waren er voor mijn gevoel nu veel meer honden. Mode? Zou kunnen. Vaak zelfs twee of drie per uitlater of laatster. Van die buikschuivers op veel te korte pootjes tot Golden Retrievers toe. En dat in een stad die nauwelijks openbaar groen kent. Het gevolg laat zich natuurlijk raden. Veel van die door schoenen langwerpig uitgesmeerde strontvlekken op straat. Met bij de vorming ervan ongetwijfeld de bijbehorende instantane hondenvervloekingen van de slachtoffers die onbedoeld in het bezit raakten van anders gekleurde en anders ruikende schoenzolen. En er zijn per definitie heel veel wandelaars in Venetië. Dat alles ondanks het feit dat ik ook heel wat keurige hondeneigenaren met papiertjes of plastic zakjes in de weer heb gezien. Wat ze er daarna mee deden? Ik weet ’t niet zeker,  maar in Venetië is er bijna altijd wel een kanaal onder handbereik.

typische "Venetiëhonden"
typische “Venetiëhonden”

Overigens heb ik zelf ook nog een hond aan het Venetiaanse arsenaal toegevoegd. Die bewaakt de tentoonstelling. Maar ik weet zeker dat Little Cerberus zich keurig gedraagt.

Oh ja, en de kerk is weer dicht. Het paviljoen van Mexico zit nu, na een paar jaar, ergens anders. Hoe ’t dan zit met dat contract? Dit is natuurlijk wel Italië. Tot volgende week.

TOOS    

Waarom Dan Brown mij irriteerde in Laos


Toeval? Geen toeval? Hoe dan ook, bij mijn terugkomst uit Zuidoost Azië las ik dat Dan Brown op bezoek was in Nederland. Je weet wel, die Dan Brown van “De Da Vinci Code” en het recente “Inferno”, het meest verkochte boek in Nederland in 2013. En toevallig of niet, in Laos had ik dus net dat “Inferno” gelezen.

La Mappa dell'Inferno, Botticelli
La Mappa dell’Inferno, Botticelli

Op zo’n reis neem ik namelijk altijd flink wat leesvoer mee. ’t Is heerlijk om me bij alle nieuwe indrukken in een nog onbekend land af en toe met een boek even terug te trekken in mijn eigen wereld. Daarbij was “Inferno” eigenlijk wel verplichte kost. Want De Hel uit de Divina Commedia van Dante ligt aan de basis van Brown’s nieuwste boek. En trouwe lezers van dit blog weten dat ik via Galerie Qvadrige in Nice betrokken was bij de illustratie van een nieuwe Franstalige uitgave van Dantes middeleeuwse meesterwerk. Om “Inferno” kon ik dus niet heen. Ook al omdat Brown vaak beeldende kunst een grote rol geeft in zijn avontuurlijke verhalen.  Denk maar aan de schilderijen van Leonardo da Vinci in de “Da Vinci Code”. In “Inferno” is dat het geval met een werk van de beroemde Sandro Botticelli (1445-1510). “Kaart van de Hel”, één van de illustraties die Botticelli destijds maakte bij de Divina Commedia (zie boven en hieronder).

detail Mappa dell'Infernol
detail Mappa dell’Infernol 

Maar waarom dan die irritatie over “Inferno” in dat verre Laos?  Omdat Dan Brown een deel van het verhaal zich laat afspelen in Venetië en omdat hij daarbij een volstrekt onwaarachtig beeld van die stad geeft. Van “mijn” Venetië nog wel, van die stad waarop ik verliefd ben en waar ik al heel wat keertjes ben geweest!  Even tegengas geven dus.

Venetië, Canal Grande
Venetië, Canal Grande

Zo schrijft hij, als zijn hoofdpersoon Robert Langdon het station uitkomt,  “tientallen schippers zwaaiden met hun armen en riepen naar de toeristen, in de hoop passagiers te lokken voor hun watertaxi, gondel, vaporetto of speedboot”. Dat beeld heb ik daar dus nog nooit gezien. En schippers van de vaporetto, de openbare waterbus van Venetië, die naar toeristen zwaaien? Kom nou toch. Wat te denken van de “drijvende verkeersopstopping” en “op de een of andere manier was een filevorming die hem in Boston tot wanhoop zou drijven in Venetië schilderachtig”. Tja, alles in Venetië is schilderachtig, maar filevorming? Ik verbaas me er juist altijd over dat al dat verkeer op het water zo soepel langs elkaar heen glijdt. Ondanks die drukte op sommige plaatsen. Het wemelt van dat soort beschrijvingen die echt voor geen meter kloppen.

cruiseboot bij de Riva San Biaggio, Venetië
cruiseboot bij de Riva San Biaggio, Venetië

Zo heb ik zelf ervaren dat er af en toe zo’n groot cruiseschip met ik weet niet hoeveel dekken boven elkaar bij het San Marco plein langs vaart. Echt geen gezicht! Dan lijkt Venetië ineens een soort Madurodam dat in het niet valt bij zo’n gigant met enkele duizenden passagiers die zich op de bovenste dekken verdringen om letterlijk over de stad uit te kijken. Maar dat er “dag en nacht een eindeloze reeks cruiseschepen voorbij voer”? Dat slaat helemaal, maar dan ook echt helemaal nergens op. Overigens wordt er al wel heftig geprotesteerd tegen dit gedoe met cruiseschepen. Volkomen terecht.

cruiseboot in de Bacino di San Marco, Venetië
cruiseboot in de Bacino di San Marco, Venetië

Interessant in het boek is ook dat onze Harry Langdon van het een op het andere moment van het San Marco plein de San Marco basiliek instapt. Als je ooit de rijen bezoekers buiten die basiliek hebt ervaren, weet je dat een uur wachttijd heel normaal is. Maar ja, “Inferno” speelt zich af binnen 48 uur. Een uurtje wachten gaat dan vanzelfsprekend niet.

Jammer van dat soort missers. Dat doet af aan het verhaal, voor zover dit al geloofwaardig is. Want geloofwaardig is natuurlijk iets anders dan spannend. Dat laatste is het zeker, ’t leest als een trein.  En met alle culturele en kunstzinnige info die het boek geeft, zij het Dan Brown dan maar vergeven dat hij “mijn” Venetië onrecht aandoet. Tot volgende week.

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Hoe vat je Venetië in foto’s?


Venice, Giudecca

Hoe pak je in foto’s de sfeer, de ambiance, het gevoel dat een stad je geeft? Dat is een kunst op zich. Zeker bij zo’n unieke stad als Venetië. In schilderijen lukt me dat voor mijn eigen gevoel  best aardig. Ik heb in de loop der jaren ook al flink wat olieverven gemaakt met de Dogenstad als onderwerp. Zoveel zelfs dat daarvoor op mijn website een aparte link staat: http://www.toosvanholstein.nl/venetiemozaiek1.html

In mijn atelier fantaseer ik mijn eigen beeld. Ik probeer dan iets te creëren dat de kijker direct ervaart als Venetiaans, maar dat als werkelijkheid nergens in de stad is terug te vinden. Ook voor een inwoner niet die alle calles, fondamentas, sottoportos, canales, enz. kent. Het is gewoon mijn eigen gedroomde La Serenissima. Hierbij een voorbeeld daarvan.

Venice

Old wall in Venice Bij foto’s is dat natuurlijk compleet anders. Daarin pak je wel de werkelijkheid. Een momentane werkelijkheid overigens, want die werkelijkheid verandert natuurlijk voortdurend. Het weer, lichtinval, reflectie op al dat water, verlichting, de ochtend, de avond, het toeval, dat alles speelt  daarbij een grote rol. Daarom is ’t juist ook weer heel spannend  om met een camera rond te lopen en dat moment te vatten. Iets totaal verschillends dus vergeleken met  in mijn atelier een aantal maanden aan een schilderij werken.

Na thuiskomst  wacht dan natuurlijk nog het selecteren van die plaatjes met daaraan gekoppeld het in elkaar draaien van een fotoboek. Echt zo’n mooie verworvenheid van deze tijd, dat laatste. Achter je computer een fotoboek samenstellen, op knopje “verzend” klikken en wachten tot het uiteindelijk door de brievenbus naar binnen valt.

 Venice traffic

Venice by night

Dit keer heb ik voor mijzelf een lekker dik boek gemaakt vanwege een niet te versmaden aanbieding. Nadeel was alleen dat het niet op internet werd gezet met een tijdelijke link erheen. Een optie die er regelmatig wel bij hoort en voor nieuwsgierige vrienden best prettig is. Nu dus echter niet. Maar dan kent internet weer andere mogelijkheden. Gewoon met die foto’s een filmpje maken voor YouTube. Met nog wat extra  toeters en bellen die een fotoboek niet biedt. Zo gezegd zo gedaan. Daarna nog muziek eronder uit “De vier Jaargetijden” van Antonio Vivaldi,  zo’n beetje de huiscomponist van Venetië in de eerste helft van de 18de eeuw, en klikken op “upload”. Simple comme bonjour. ’t Kost wel wat tijd, maar dan kan ik ook laten zien waarom Venetië mij zo fascineert.

 Venice

palazzo in Venice

Het filmpje is voor de luiaards onder ons hier al ingebouwd. Op mijn eigen kanaal op YouTube staat het onder de link http://youtu.be/tN4sWp3y6JU . Veel plezier ermee.

Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

 

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

La Traviata in La Fenice in La Serenissima


En waarom een héééél klein ietsiepietserig stukje van het beroemde operagebouw Teatro  La Fenice in Venetië eigenlijk van mij is. Dat zou namelijk ook boven deze aflevering kunnen staan. Maar voor een titel is dat toch wat lang. Overigens, zowel de lange als de korte titel verdienen natuurlijk wel enige uitleg.

Fenice1

Uit voorgaande stukjes is wel duidelijk dat ik kort geleden een week in Venetië doorbracht. Eén van de mooiste steden ter wereld en ook een lievelingsstad van mij. Die speciale binding begon ergens in de tweede helft van de jaren 90. La Fenice was weer eens afgebrand, niet voor de eerste keer dus in haar bestaan sinds 1792. Zoiets gaat natuurlijk geld kosten, heel veel geld voor restauratie en herbouw. Vanuit mijn Niçoise galerie Qvadrige ontstond het idee om met een aantal kunstenaars een benefiettentoonstelling te organiseren in Venetië in samenwerking met een bevriende galerie daar. De verkoopopbrengsten zouden voor het opbouwfonds van La Fenice zijn. Zo gezegd, zo gedaan. Vandaar dat er ineens werk van mij in Venetië hing en ik daar vanzelfsprekend ook was. Daar begon mijn liefde voor La Serenissima, een liefde die nog steeds voortduurt.

fenice2

Er hangt overigens nog steeds werk van mij. Vanuit verkoop aan particulieren maar ook in een restaurant. Aciugheta, vlak bij de Piazza San Marco, een naam die met ansjovis heeft te maken. Door de connecties van onze Venetiaanse galeriehouder Antonio konden we daar toen voor een inboorlingprijs eten. En dat scheelt behoorlijk met de toeristenprijs, neem dat maar van mij aan. Als tegenprestatie hebben wij, de kunstenaars, destijds elk een klein kunstwerkje gemaakt. Ik een tekening met oprukkende ansjovisjes. Een paar weken geleden ben ik even op controle geweest, en ja hoor, het hangt er nog steeds (zie links boven op de foto).

fenice3 Door die benefietactie kan ik dus met recht beweren dat een heel klein restauratiestukje van La Fenice  door mij is bekostigd. Maar van het bijwonen van een voorstelling daar was ’t tijdens al mijn Venetiaanse bezoeken nog nooit gekomen. Nou kost je dat ook echt een rib uit je lijf. Maar voor alles in het leven is er een eerste keer. Ook dus voor zo’n opera in La Fenice. Zeker toen ik op internet zag dat La traviata van Verdi werd opgevoerd. Dat beroemde werk beleefde er ten slotte zijn wereldpremière in 1853 en was ook de eerste productie bij de heropening in 2004. Mooier kon gewoonweg niet!

 

Ik heb ontzettend genoten. Wat wil je ook bij zo’n operadrama  met bijna alleen maar klassieke tophits en een prachtige bezetting. Maar dat laatste zijn ze daar aan hun stand wel verplicht. Het blijft natuurlijk een draak van een verhaal met alle bijbehorende liefde, zieligheid, leed, ziekte, opofferingsgezindheid en dood. Maar die muziek! Kippenvelmomenten zoals goeie muziek die kan veroorzaken. Bij een volgende keer in Venetië, en die komt allicht, misschien toch maar weer die rib uit mijn lijf?

fenice4

Tot volgende week.

TOOS

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Is de Biënnale van Venetië 2013 de moeite waard?


Bien01

Nederlands paviljoen
Nederlands paviljoen

 Dat is zo’n gewetensvraag, elke keer weer dat ik er ben geweest. En dat is toch al heel wat keertjes, vier jaar geleden voor ’t laatst. Van te voren weet ik al dat ik flink wat kunstzinnig gedoe en kunstprietpraat tegen ga komen waaraan ik mij erger. Of waarbij ik gewoon mijn schouders ophaal. Zo van “nou, dat zal dan wel”. Maar ook dat ik getroffen ga worden door kunst die me echt iets doet. De vraag is alleen hoe het positieve zich verhoudt tot het negatieve en wat al die curatoren van de verschillende landen nu weer verzonnen hebben. Daarover straks meer. Wel strooi ik al foto’s als sfeerbeelden er tussendoor. Ik ga overigens nog aan een fotoboek beginnen dat ik te zijner tijd mijn blogbezoekers niet onthoud.

Bien03Bien04Bien05Hoe dan ook, het blijft een bijzondere belevenis, die Biënnale. Dagenlang kun je in Venetië ronddwalen van kunstplek naar kunstplek. De Giardini, het officiële en oorspronkelijke expositieterrein met de landenpaviljoens waaronder ook het Nederlandse. Het Arsenale, ’t eeuwenoude, robuuste, geheimzinnige industrieterrein van de stad dat sinds 1999 bij de Biënnale is getrokken. En de vele gebouwen in de stad zelf die worden afgehuurd door landen die geen plek hebben in de Giardini of het Arsenale. Dat worden er gelukkig zelfs steeds meer. Gelukkig, omdat je als bezoeker op die manier op de prachtigste plekken komt die normaal niet toegankelijk zijn. Niet meer gebruikte middeleeuwse kerken, paleizen waarvan plotsklaps de deuren openstaan en waar je zomaar gratis doorheen mag wandelen. Voor nop een prachtige inkijk in de oude grandeur van La Serenissima met ook nog gratis uitkijk op het Canal Grande. Dat alleen al maakt een bezoek de moeite waard.

Bien06

Bien07

Bien08

Bien10 Maar nu de kunst. Veel dus dat voor mij onder de noemer “de kleren van de keizer” valt. Wie kent niet het wereldberoemde sprookje van Hans Christian Andersen. Een naakte keizer die denkt in de prachtigste kleren rond te lopen omdat iedereen tot de keizerlijke kring wil behoren en niemand de moed heeft te zeggen dat die prachtige kleren helemaal niet bestaan. Mijn lief gebruikt hiervoor wel de term “gebakken lucht”. Gebakken lucht dus naast  veel conceptueel blabla waarbij je lappen tekst tot je moet nemen in een vaak tot mislukken gedoemde poging om te begrijpen wat er mee wordt bedoeld. Het Nederlands paviljoen met “onze” Middelburgse curator Lorenzo Benedetti , directeur van museum De Vleeshal, en kunstenaar Mark Manders onttrok zich hieraan. Echt een hoogtepunt naast nog een paar andere.

Bien09

Het ronddwalen door het Arsenale is dat so wie so altijd al. Die langgerekte hallen met hun gigantische pilaren onder de houten daken, het schaarse licht, de geheimzinnige sfeer, in één woord prachtig. En als ik dan af en toe ook nog kunst zie die me optilt, kan die dag niet meer stuk.

Bien11 Opvallend vond ik trouwens het gebrek aan goeie schilderkunst. Vooral veel installaties, foto’s en heel veel  video. En bij dat laatste vind ik nog steeds dat de meeste makers/kunstenaars maar eens naar een echte filmacademie of naar Hollywood moeten gaan om het vak te leren. Alhoewel, op dat gebied beginnen toch wel steeds meer goed gemaakteprojecten te ontstaan. Maar als ’t zogenaamd kunstzinnig vaag, vlekkerig,  schokkerig en onbegrijpelijk moet zijn, haak ik af.

Om uiteindelijk de vraag in de titel te beantwoorden: ja. Al die “kleren van de keizer” zijn nodig om de echte parels eruit te halen. Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

 

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Venetië …. en een bijziende Leonardo da Vinci?


Al weer drie jaar geleden was ik voor het laatst in Venetië. Dus werd het vanwege mijn verslaving aan die stad beslist tijd voor een herhalingsbezoek. Zeker ook omdat er drie jaar geleden geen Biënnale was. En enig denkwerk maakt dan snel duidelijk dat die er dit jaar dus wel is. Voorwaar een extra reden voor het boeken van een ticket naar de mooiste stad van de wereld. Want dat is La Serenissima, de bijnaam van Venetië, in mijn ogen. Telkens opnieuw als ik er ben, geniet ik weer met volle teugen. Maar daarover en over mijn speciale band met de dogenstad een volgende keer.

daVinci0

Nu eerst Leonardo da Vinci. Een poos geleden schreef ik al over hem omdat hij toen weer eens in het nieuws was. En wat wilde het toeval? In de Gallerie dell’Accademia, het mooiste museum van Venetië voor oude kunst, is een expositie met heel veel tekeningen van deze homo universalis. Die kans kon ik mij niet laten ontgaan. Dus van te voren al kaartjes on line gereserveerd en de dag na aankomst ’s morgens gelijk naar de Gallerie. Met de vaporetto natuurlijk, naast de benenwagen het belangrijkste openbare vervoermiddel van de stad. Heerlijk om weer over het Canal Grande te varen.

daVinci1

daVinci2 Zoveel tekeningen van da Vinci had ik nog nooit bij elkaar gezien. Verbazingwekkend wat er na zo’n zes eeuwen allemaal nog is overgebleven. Want die krabbels,  schetsen en wat meer uitgewerkte ontwerpen waren in feite vooral  voorstudies. Maar wat een kracht, wat een kunde, wat een artistiek vermogen! Elk stukje leeg papier gebruikte hij. Met tekst, vaak in spiegelschrift, en tekeningen door elkaar heen. Opvallend  hoe ongelooflijk klein en nauwkeurig sommige tekeningen zijn! Leonardo moet er letterlijk met zijn neus bovenop hebben gezeten. Zou ie soms wat bijziend zijn geweest? Hoe kun je anders zo tekenen? Zou daar ooit onderzoek naar zijn gepleegd?

Absoluut direct al een hoogtepunt van mijn bezoek aan Venetië. Vooral ook door de aanwezigheid van de zogenaamde Vetruviusman, gemaakt rond 1490. Wie kent die tekening niet? Eén van de iconen van de Renaissancekunst. En die kunst kwam weer voort uit de herontdekking destijds van de oude Romeinse cultuur. Die Vetruvius had tegen het jaar 0 een boek geschreven over o.a. architectuur en de geometrische verhoudingen binnen het menselijk lichaam. Daarvan, en van eigen onderzoek en metingen, maakte da Vinci weer gebruik voor zijn beroemde tekening. Oog in oog daarmee geeft toch een gevoel van sensatie.

daVinci3

En als je daarna de Gallerie dell’Accademia weer uitkomt en gelijk tussen de prachtige middeleeuwse architectuur van Venetië staat, dan kan zo’n dag dus op geen enkele manier meer stuk. Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube http://bit.ly/ij4Pag