Tagarchief: Leeuwarden

Geen Salade Niçoise maar wel Niçoise Inspiration + Hoe te SCHRIJDEN, een ReisKunst-verhaal


De beroemde Russische schrijver Anton Tsjechov liep er ooit rond. Net zoals toekomstig Russisch dictator Lenin. Duitsers Thomas Mann, bekend van zijn romans, en Bertol Brecht, denk aan zijn toneelstukken, frequenteerden er voor de Tweede Wereldoorlog de café’s.

Place Masséna met nog de niet overdekte rivier Paillon ervoor en zicht naar het binnenland

En laat ik me nou zo  gelukkig kunnen prijzen daar de laatste maand ook weer regelmatig voetstappen te hebben achtergelaten. Waar dan wel? Op het prachtige 19e eeuwse plein Place Masséna in Nice. Met prachtige en kleurige omringende bebouwing  schaduwrijke arcaden, die café’s, de winkels en niet te vergeten op een hoek het luxe Galleries Lafayette. De Franse Bijenkorf. 

Typisch zo’n plein dat vanzelf tot schilder-inspiratie leidde en daardoor nu tot een aflevering in mijn ReisKunst-reeks. Want al heb ik ’t daarin tot nu toe vooral over verweggistan-landen gehad als  Mexico, Jemen, Egypte, India en Jordanië, veel dichterbij is die inspiratie natuurlijk ook te vinden. Zoals op die Place Masséna.

Place Masséna met zicht naar zee en de nu wel overdekte Paillon, én de paardentram

Vorige week gaf ik ’t al aan, ik heb mezelf al een poos heerlijk stiekem weggestopt in Nice. Om er ongestoord te kunnen werken in mijn appartement/atelier in de wijk Libération. In het zo bruisende, kleurrijke centrum van die overheerlijke Mediterrane stad. Een klein kwartiertje wandelen van Place Masséna.

de arcaden nu

Te lang geleden al had ik me hier voor het laatst voor langere tijd in retraite gezet. Weg van de kunstruis die me in Nederland altijd wel omringt. Gewoon lekker een tijd zonder al te veel afleiding. In stilte mijn creativiteit laten borrelen. Daar was ik stomweg weer eens aan toe.

bezig met een project voor mijn Galerie Quadrige in Nice tweede helft volgend jaar
en natuurlijk de uitdaging van het maagdelijk witte doek

En wil ik er op uit, dan stap ik door de poort van mijn Palais uit 1908 zo de markt, winkel en horecadrukte in. Bijvoorbeeld linea recta naar de Mediterranée zo blauw zo blauw (denk maar aan het bekende lied van Toon Hermans) via Place Masséna. Een plein dat gigantisch verbeterd is vergeleken met de situatie op die parkeerplaatsfoto van hieronder!

weer zicht naar het binnenland zoals op de eerste foto

Verbeterd was het trouwens al toen ik in 1997 mijn atelier in Nice verwierf. Maar in 2007 vond de vervolmaking plaats. In juni werd toen het plein echt teruggegeven aan de inwoners in plaats van aan de auto’s.

Ik zie hem er nog lopen, nee, SCHRIJDEN, de toenmalige burgemeester Jacques Peyrat. Echt zo’n rijzige, grijzende Franse magistraat die wist hoe te schrijden. De handen op de rug in elkaar klemmen waardoor de rug zich vanzelf recht, dan stap voor stap met kalme schreden over het vernieuwde plein naar het podium. Maar hij mocht dan ook trots zijn! Nauwelijks meer auto’s, vooral voetgangers en de lang geleden verdwenen paardentram ging vervangen worden door de elektrische tramlijn Ligne 1.

het plein nu met zicht naar de zee
nog wat sfeerplaatjes van enkele dagen geleden

Maar ook aan de kunst was gedacht. Een aantal zittende kunststof mensfiguren op hoge palen die ’s avonds van binnenuit verlicht langzaam van kleur veranderen. Een echte blikvanger van de Spanjaard Jaume Plensa.

verbeelding van de zeven continenten op aarde waarbij Plensa de kijkers deelgenoot wil laten zijn van de interactie tussen de verschilende bevolkingsgroepen en culturen op onze planeet

Ooit op het plein voor het station van Leeuwarden geweest? Nou, die dus.

beeld van Plensa in Leeuwarden voor het station

De dag na de opening hadden de Niçois zich het plein al helemaal toegeëigend. Alsof het altijd al zo was geweest. En dat is zo gebleven.

Voor mij kwam er het olieverfschilderij ‘Place Masséna’ uit. Geen nageschilderd plaatje natuurlijk. Allicht niet. Maar wel met de sfeer, het geroezemoes en de kleuren, helemaal indachtig mijn kunstenaarsslogan ‘for me art is travelling the mind’.

Toos van Holstein, Place Masséna (olieverfschilderij 130-100 cm)

Tot volgende week.

TOOS

Met de Rembrandtkaart in de hand komt men door -bijna- gans Museumland


voorkant van de Rembrandtkaart 2022
‘De vaandeldrager’ van Rembrandt

‘De vaandeldrager’ van Rembrandt gaat binnenkort uitgebreid op reis door Nederland. En in deze blogaflevering ga ik op een kunstige reis langs Den Haag, Amsterdam, Arnhem, Assen, Leeuwarden en Axel. De verbinding tussen dit alles? De Vereniging Rembrandt en haar Rembrandkaart. Daarom leek bovenstaande titel, als parafrasering van het aloude ‘met de hoed in de hand komt men door het ganse land’, me wel toepasselijk.

Die Vereniging (https://www.verenigingrembrandt.nl/nl ) heeft al sinds 1883 het doel heeft om behoud, restauratie en uitbreiding van ons kunsterfgoed te ondersteunen.  Met particuliere fondsen en giften die er zijn ondergebracht.

een pagina van de website van de Vereniging Rembrandt

Een doel dat ik als persoon, als kunstenaar en als lid samen met zo’n 16.000 anderen volledig ondersteun. Persoonlijk krijg ik er ook nog wat voor terug. Zoals die Rembrandtkaart. Een soort Museumkaart maar dan anders. Met z’n allen echter krijgen we die Vaandeldrager-rondreis door al onze provincies cadeau. Omdat de Vereniging Rembrandt vorig jaar financieel heeft bijgedragen aan de verwerving van dat schilderij door het Rijksmuseum.

En dit jaar? Eind januari stond ik in het Kunstmuseum Den Haag voor dit onderdeel van een drieluik van Paula Rego (lees deze aflevering maar). En wat bleek in maart? Met ook weer financiële steun van de Vereniging Rembrandt heeft het museum dit werk kunnen aankopen. Die expositie bezocht ik natuurlijk gratis met mijn Rembrandtkaart . Net zoals trouwens Museumkaart-bezitters dat konden. Maar niet onaardig, levensgezel en ik betalen, als zogenaamde duo-gezellen van de club met elk een eigen kaart, minder dan voor twee Museumkaarten. Waarbij we dus ook nog eens bijdragen aan ons cultureel erfgoed. Mooi toch? Zeker ook vanwege nog veel andere extraatjes.

een grote Rijksmuseumzaal even helemaal voor ons alleen, samen dan wel met Marten en Oopjen van Rembrandt

Wat voorbeeldjes? Die foto hierboven. Een speciale avond enkele jaren geleden in het Rijksmuseum,  voor alleen Rembrandtleden.  Waarbij we ‘Marten’ en ‘Oopjen’ van Rembrandt op een bepaald moment helemaal  alleen voor onszelf hadden. Of de speciale lezingen over kunst. Of al mogen rondlopen in het gedurende vijf jaar lang verbouwde en uitgebreide Museum Arnhem voor de officiële opening op 13 mei plaatsvindt . Het museum met een prachtige verzameling 20ste eeuwse realistische kunst. En ook nog eens sterk gericht op vrouwen in de kunst. Een ander extraatje? Het mooie magazine dat elk kwartaal in de bus komt.

voorjaarsuitgave van het R-Bulletin van de Vereniging Rembrandt

Nog een financieel dingetje. Toen ik begin maart rondliep in het Drents Museum bij de expositie ‘Viva la Frida’ betaalden, zo las ik, Museumkaart-houders  € 10 extra. En levensgezel en ik? Niente, nichts, rien! Iets dat ik al vaker meemaakte. Een prachtige expositie trouwens, die Frida Kahlo expositie. Een prima aanvulling op de tentoonstelling vorig jaar in Het Amstelveense Cobra Museum over Frida en haar op-en-af-en-op-liefde Diego Rivera (hier beschreven). Wat foto’ uit Assen.

Ik sta altijd weer verrast van de prachtige exposities daar in Assen. Elke keer weet men er de grote tentoonstellingsruimte ingenieus anders in te richten.

op het bordes van het Princessehof in Leeuwarden

Een paar dagen later al toonde ik trouwens mijn Rembrandkaart opnieuw. In het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Mijn allereerste bezoek daar. Want sinds ik me in het Italiaanse Gubbio heftig bezig houdt met keramiek vul ik graag kennislacunes op dat gebied op. Wat een prettige noordelijke verrassing, dat museum. Gevestigd in een prachtig 17e eeuws stadspaleis van de stadhoudersdynastie van de Nassau’s. De dynastie waaraan ons koningshuis en dus ook Willem Alexander zijn ontsproten. Ook weer wat foto’s.

Maar, en dat moet ik eerlijk toegeven, af en toe heeft de Museumkaart z’n voordelen.  Zoals bij ‘Museum Het Warenhuis-museum Land van Axel’ in Zeeuws-Vlaanderen. Wel gratis toegang met de Museumkaart, niet met de Rembrandtkaart. Toch wilde ik erheen. Vanwege de Zeeuw Johnny Beerens. Hè, hoe, wat, wie? Die reactie kan ik me voorstellen. Want echt bekend is hij niet bij het grote publiek. Maar wel een fantastisch kunstenaar. Die met heel doordachte, ingewikkelde technieken een soort driedimensionale schilderijen maakt. Schilderij-sculpturen met zee en strand als inspiratiebron. Zijn werk kende ik al wel maar nu was er een overzichtstentoonstelling in dat Museum Het Warenhuis. Eigenlijk moet je zijn schilderijen in ’t echt zien. Maar hier toch ter illustratie een korte video en wat foto’s.

een paar details
detail

Conclusie van dit alles? Ik ga voor de Rembrandtkaart en de Vereniging Rembrandt. Vooral omdat je zo ons beeldende kunst erfgoed mee helpt ondersteunen. Een nobel streven toch? Daar waar de overheid heel erg heeft gesneden. Tot volgende week.

TOOS

Drie kunstvliegen in één Antibense klap


Ik wilde al lang eens op mijn gemak Le Nomade op het havenhoofd van Antibes gaan bekijken. Dus als je een paar weken geleden bij een blogaflevering  hebt gedacht ‘waarom zit Toos nou in de zon op een terras in Antibes terwijl er in Nice toch niet echt gebrek aan is’, dan ken je nu één van de redenen.

Van ver zie je dat prachtige beeld van de Catalaan Jaume Plensa al heel duidelijk zijn kop boven de oude havenmuren uitsteken. Gelukkig ook boven al die protserige jachten uit van lui die iets te luid en duidelijk verkondigen dat ze overmatig bij kas zitten. Maar winnen van Plensa? Voor mij niet. Maar ik ben dan ook een bewonderaar van zijn werk. Mee vanwege Leeuwarden en Venetië.

het beeld van Plensa in Leeuwarden voor het station

In Leeuwarden staat sinds 2018, toen de stad Culturele Hoofdstad van Europa was, ook zo’n aaibaar, groot beeld dat af en toe in stoom wordt gehuld. Esthetische en toegankelijke kunst. Je begrijpt meteen waarom zijn sculpturen veel andere moderne kunstuitingen in de openbare ruimte, waar een mens niet altijd direct blijmoedig van wordt, subiet de loef afsteekt. In 2015 bij de Biënnale van Venetië overkwam me datzelfde gevoel ook al.

in 2015 in de Chiesa di San Maggiore in Venetië

En dan was er afgelopen zomer ook nog een grote expositie van zijn werk in het Museum Beelden aan Zee. Dat intiem in de duinen verscholen museum aan de boulevard van Scheveningen. Altijd de moeite waard daar.

deze zomer in Beelden aan Zee in Scheveningen

Maar ik had nog andere kunstzinnige reden voor zo’n dagje Antibes. Het Musée Picasso. In een echt kasteel, het Chateau Grimaldi. Ja, inderdaad, ooit bezit van dezelfde Grimaldi’s die financieel onbehoeftigen met genoegen ontvangen in hun vorstendommetje Monaco. Tegen een kleine vergoeding. Dat dan weer wel, want ook zij moeten kunnen leven.

het Musée Picasso in Antibes

In 1946 mocht Pablo Picasso er een poos werken. Met als gevolg dat hij een groot aantal daar gecreëerde schilderijen en tekeningen schonk waaromheen nu dat museum is gebouwd. En omdat Pablo een paar jaar later een endje verder in Vallauris druk bezig was om keramiek te beschilderen, zijn er ook nog flink wat Picasso-borden en vazen bijgekomen. Ik kende ze al wel, maar nu keek ik er toch anders naar. Want was ik afgelopen zomer niet zelf bezig met keramiek in het Italiaanse Gubbio? Shuffle maar eens terug naar vorige afleveringen.

zelf aan het werk in Gubbio

Picasso’s productie zal ik van z’n leven nooit meer kunnen inhalen. Want hij was een snelle jongen die door zijn genialiteit met een paar pigmentstreken een bord een heel nieuw leven inblies. Maar toch? Met wat ik afgelopen zomer aan kennis opstak, bekroop me wel af en toe de gedachte ‘kom op Pablo, iets minder snel en ’t was een stuk beter geweest’. Maar ja, ’t blijft natuurlijk wel Picasso!

dav

Dat waren dus twee kunstvliegen, nu de derde. Bij mijn diverse bezoeken aan dat Musée Picasso raakte ik telkens weer geïntrigeerd door een paar beelden die lekker meditatief op de terrasmuur van het kasteel van hun Mediterrane omgeving stonden te genieten. Beelden van ene Germaine Richier (1902-1959). En nu bleek er van haar een solotentoonstelling te zijn. Gaan dus!

de beelden van Germaine Richier op het terras van Musée Picasso

Haar beelden spraken mij het meest aan, tweedimensionaal kwam ze, om ’t maar letterlijk uit te drukken, minder uit de verf. Een wereld met soms vreemde, organische en gedrochtelijke gestalten met zowel menselijke als dierlijke kenmerken. Ik kreeg het idee dat de ontwerper van het buitenaardse gedrocht in de bekende Alien speelfilms mogelijk door haar beelden was geïnspireerd. Richier had daarmee een mooie kunstcarrière opgebouwd, zo bleek.

Daardoor moest ik ineens weer denken aan de vele vrouwelijke kunstenaars die dat in de loop der eeuwen ook hadden verdiend. Maar die stomweg uit de kunstgeschiedenis zijn weggeschreven. Daar moet ik hier toch nodig weer eens aandacht aan geven. Tot volgende week.

TOOS

Om Rembrandt heen willen in 2019? Gaat niet lukken!


Zelfportret van Rembrandt als de apostel Paulus, olieverf 1661, detail

Er omheen, er overheen, er onderdoor of er dwars doorheen? Dat gaat je dit jaar bij Rembrandt, ons nationale 17e eeuwse schildersicoon, echt niet lukken. Want in 1669, nu dus  350 jaar geleden, stierf hij. En dat zullen we weten ook. Typisch eigenlijk, dat je de sterfdag van iemand heel uitgebreid gaat vieren. Maar ja, ook een overleden Rembrandt speelt natuurlijk nog wel steeds in de Eredivisie van BN’ers .

In zijn geval heb je in Amsterdam op dit moment alleen al drie feestjes. ‘Rembrandt Privé’ in het Stadsarchief, ‘Rembrandt’s Social Network’ in het Rembrandthuis en ‘Alle Rembrandts’ in het Rijksmuseum. En dan moet ik ‘Rembrandt & de Gouden Eeuw’ in het Haagse Mauritshuis en ‘Rembrandt en Saskia: Liefde in de Gouden Eeuw’ In het Fries Museum van Leeuwarden natuurlijk ook niet vergeten. Is dat dan alles? Nee hoor. In de loop van 2019 volgen er op allerlei plekken in Nederland nog andere, indirect aan Rembrandt en direct aan de Gouden Eeuw gekoppelde tentoonstellingen. Ook in mijn eigen Middelburg. Gevalletje van overkill? Zou kunnen. Maar je kunstzinnig vervelen is dus beslist niet nodig.

een paar van de vele zelfportretten van Rembrandt op de expositie

Een paar weken geleden was ik al in het Rijksmuseum. Zelfs voordat die tentoonstelling met ‘Alle Rembrandts’  officieel opende. Dat dankzij mijn Rembrandtpas. Bezitters daarvan en ook Vrienden van het Rijksmuseum hadden namelijk een dag eerder al toegang bij een voorbezichtiging. Best wel leuk dus, zo’n Rembrandtpas. Maar daar schrijf ik binnenkort nog wel eens over. Want die pas heeft, vind ik, allerlei voordelen boven de bekende Museumkaart.

zoals je het dus niet te zien zult krijgen (persfoto)

Kwam ik even bedrogen uit bij mijn gedachte dat het waarschijnlijk niet al te druk zou zijn!

Die gedachte was heel duidelijk bij meer pashouders en museumvrienden opgekomen. Maar dat mocht mijn kunstpret niet drukken. Want die ‘Alle Rembrandts’ is een absolute must. Grandioos! Alles wat ze in het Rijksmuseum aan prenten, tekeningen en schilderijen van ons icoon bezitten, hebben ze uit de temperatuur gecontroleerde depots en ladekasten gehaald en van de muren gehaakt om ze bij elkaar te brengen. Nou ja, één schilderij dan niet. De Nachtwacht. Die mocht blijven waar hij was. Daar kan ik me ook wel iets bij voorstellen.

Maarten en Oopjen, olieverf 1634

Oopjen, detail

Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem, olieverf 1630 en Musicerend gezelschap 1626, vroeg werk van Rembrandt

Johannes Wtenbogaert, olieverf 1633, voorvechter van religieuze tolerantie die een grote rol speelde bij de Synode van Dordrecht, weer een ander verhaal

Gezicht op Amsterdam vanaf de Kadijk, ets ca, 1641

Daniël in de leeuwenkuil, tekening ca. 1650

Drie vrouwen en een kind bij een huisdeur, tekening ca 1645

Maar de overige 22 schilderijen, 60 tekeningen en honderden etsen zijn te vinden in de vleugel voor tijdelijke exposities. Thematisch onderverdeeld. Zoals bijvoorbeeld Rembrandts vele selfies En dan natuurlijk heel wat beter en mooier dan bij al dat moderne gedoe voor de social media met selfiestick en  tandpastalachjes. Ook ‘Landschappen’, ‘Wandelen in en rond Amsterdam’, ‘Verhalen uit de Bijbel’, ‘Intimiteit’ en nog zo wat. Daardoor hangt klein en groot helemaal door elkaar. Van kleine etsjes waar je eigenlijk met je neus bovenop moet staan tot grote schilderijen waar je afstand van moet kunnen nemen. En dat veroorzaakt dan naar mijn mening gelijk een groot logistiek probleem bij deze megahappening. Ik vroeg me gelijk af hoe dat zal gaan als ’t echt druk wordt.

Heel veel bezoekers lopen namelijk rond met zo’n audio-ding aan hun oor. Die audiotoer kun je trouwens ook nog met een app van te voren gratis downloaden op je mobiel. Bij een lang verhaal schuifelen ze al luisterend steeds dichter op het kunstwerk. Moet je je even voorstellen dat er dan, zoals ik meemaakte, een paar bezoekers met hun neuzen op nog net gepaste sociale afstand van elkaar zowat staan te ruiken aan een heel klein etsje.

Voor hun niks mee mis natuurlijk. Maar voor al die anderen? Stel dat die ook allemaal de gratis app aan hun oor hebben en ook willen ruiken? Ik ben benieuwd hoeveel ongepaste sociale irritatie dat gaat oproepen.

Het monnikje in het korenveld, ets ca. 1646, best wel actueel gezien de recente bijeenkomst van de kerkprelaten in het Vaticaan

Jupiter en Antiope, ets 1659

De kruisafname ets 1633, detail

Presentatie van Jezus in de tempel, ets ca. 1640

Stilleven met pauwen, olieverf ca 1639

Isaak en Rebekka, bekend als ‘Het Joodse bruidje, olieverf 1665-69, detail, één van mijn lievelingsschilderij van Rembrandt

Maar hoe dan ook, gewoon gaan! ’t Duurt weer een hele poos voordat Rembrandt opnieuw een mooi aantal jaren dood is. Wel van te voren online kaartjes regelen met een tijdslot. Anders loop je bij de kassa misschien wel aan tegen ‘voor vandaag uitverkocht’. Voor mij gold dat gelukkig niet die dag vanwege mijn Rembrandtpas. Tot volgende week.

TOOS

Kunstkilometers vreten


Hoezo zou Nederland klein zijn? Ben je wel eens van het zuidwestelijk gelegen Middelburg naar het noordoostelijke Bad Nieuweschans in Groningen bij de Duitse grens gereden? Meer dan 380 km schoon aan de haak! Van Middelburg naar Parijs is korter.

Hoe ik dat weet? Omdat ik die rit in de loop der jaren een aantal malen vice versa heb gemaakt. Ook de afgelopen twee weekeinden weer. Vanwege een nieuwe expositie bij Galerie Wiek XX in dat Bad Nieuweschans. Eerst zo’n ritje om schilderijen te brengen, een week later voor de officiële opening. Heel veel kunstkilometers vreten dus. Maar levensgezel en ik maken dat dan met kunstavonturen zo aangenaam en nuttig mogelijk. Hoe? Lees maar!

Toevallig had ik kort geleden een schilderij verkocht via een in Parijs gevestigde online-kunstorganisatie. Aan een liefhebber van mijn werk in Berlijn. Maar dat schilderij was nog in consignatie bij Galerie Drentsche Aa in Balloo, even ten oosten van Assen. Kwam dat even goed uit! Kon ik ’t op zaterdag 16 februari gelijk ophalen als ik dat weekeinde toch noordwaarts ging. En kon ik ook te gelijkertijd met galerist Jan Wekema wat zomerse toekomstplannen doornemen die hier ongetwijfeld nog ter sprake gaan komen.

met Jan bij zijn Toos van Holstein wand

Zo dicht bij Assen konden we natuurlijk niet de expositie ‘Nubië: Land van de Zwarte Farao’s’ in het Drents Museum links laten liggen. Levensgezel en ik hebben elkaar ten slotte voor ’t eerst in Caïro ontmoet vanwege onze belangstelling voor het oude Egypte en het zuidelijk daarvan gelegen Nubië. ’t Bleek een heel interessante weekendtoevoeging.

Maar er wachtte ons in het Drents Museum nog een extra kunstverrassing. Een prachtige tentoonstelling van Carolijn Smit. Een keramist van wie we werk al vaak tegen kwamen op kunstbeurzen en dat ons elke keer opnieuw aansprak. Bleek ze daar zomaar ineens een heel grote tentoonstelling te hebben. Sommigen gruwen misschien van haar beelden maar ik vind het ongelooflijk intrigerend en ook nog eens perfect afgewerkt.

Opgetild door al die kunst was het toen nog maar een kippeneindje naar ons gebruikelijke verblijfadres in Friesland. Een klein dorpje waar familie van levensgezel resideert.

bij Galerie Wiek XX

Zondag. Eerst op naar Bad Nieuweschans om daar mijn schilderijen af te leveren en daarna terug via Ameide. Een eeuwenoude plekje, gelegen aan de Lek tussen Vianen en Schoonhoven. Daar hield kunstgenoot Lon Buttstedt open huis. Ze ging verhuizen van haar gigantisch grote 17e eeuwse pand van waaruit ooit het waterschap de polder bestierde naar iets veel kleiners. Altijd interessant om te zien wat ze zoal kwijt wilde. Op die manier is nu een heel grote houten, met stof beklede leeuw de mijne geworden. Dus alweer opgetild door iets moois bleek Middelburg ineens verrassend dichtbij.

een rij prachtig oude panden in Ameide

En het afgelopen weekeinde met die opening bij Galerie Wiek XX? Heel kort! Op vrijdag vanuit het domicilie van levensgezel in Den Haag naar Leiden. Opnieuw voor Egypte. Met de tentoonstelling ‘Goden van Egypte’ in het Rijksmuseum van Oudheden. Ook weer prachtig! Met als toegift nog onze eigen Zeeuwse godin Nehalennia. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

Zaterdag noordwaarts via Dirkshorn in Noord-Holland voor een lunchafspraak bij Ronald en Elisabeth Leyen. Die Elisabeth die afgelopen oktober ‘Stalkunst’ organiseerde als onderdeel van de Kunst10daagse Bergen. Over mijn deelname daaraan schreef ik toen hier. Behalve die lunch had Elisabeth nog een extra lokkertje in de vorm van een prachtig groot fotoboek over onze ‘Stalkunst’.

samen met Elisabeth op de bank met dat fotoboek

’s Middags door naar het Fries Museum in Leeuwarden. Voor ‘Rembrandt en Saskia: liefde in de Gouden Eeuw’. Want om Rembrandt kunnen we dit jaar absoluut niet heen. Maar dat komt nog wel. Nog een ander verhaal.

Uiteindelijk weer door naar dat Friese dorpje van hierboven om van daaruit op zondag richting Nieuweschans te gaan. Voor die opening.

En afgelopen maandag? Nog even naar ‘ZWF Ontwerp’ in Bolsward. Daar waar ik al mijn alu-dibonds laat maken en waar ik wat ideeën te bespreken had met baas Geoffey Schippers. Over bijvoorbeeld Gubbio in Italië en mijn 70-Series. Raadselachtig? Zekers! Maar ook dat zijn komende verhalen.

met Geoffrey Schippers in de grote hal van ZWF Ontwerp

En wat ik tussen die twee weekeinden in heb gedaan? Werken natuurlijk. In mijn atelier. Tot volgende week.

TOOS

Over fonteinen, de Oortwolk en de Heilige Martinus


één van de elf nieuwe fonteinen in Friesland

Een wat warrige titel? Klopt! En dat zit zo. Ruim een maand geleden, oftewel zo’n vijf blogs terug, verkeerde ik in onze Europese Culturele Hoofdstad van 2018. Leeuwarden dus. Om er de Reuzen-manifestatie uit Frankrijk te aanschouwen. De reis erheen verliep via de Afsluitdijk en tussenstops inHarlingen en Franeker. Twee van die bekende Elf Friese Steden. Maar waarom die tussenstops? De verklaring zit ‘m in fonteinen.

Kijk, die winterse Elfstedentocht kunnen we vanwege de warmere toekomst waarschijnlijk wel op onze buik schrijven, maar die steden willen natuurlijk toch wel een beetje in de toeristische running blijven. En vrijwilligers om die hele tocht elk jaar op heroïsche wijze zwemmend af te leggen zullen na Maarten van der Weijden waarschijnlijk dun gezaaid zijn. Maar daar hebben ze in Friesland iets op gevonden. Een Elffonteinentocht. In het kader van dat culturele hoofdstad zijn van Leeuwarden mochten de andere steden en stadjes ook meedoen. Ze kregen elk een fontein, ontworpen door een bekende, meestal buitenlandse kunstenaar. Over dat hele proces zijn op NPO zelfs drie documentaires vertoond (nog steeds terug te zien). Heel interessant op diverse manieren. Maar dat is een ander verhaal.

de walvis-fontein in Harlingen

Voor mij was dit een reden om onderweg al vast twee van de elf te bezoeken. Eerst die, op z’n Fries, in Harns en daarna die van Frentsjer. Die van Harlingen (zie foto hierboven) vind ik echt een sof. Een heel af en toe wat magertjes spuitende walvis in de Waddenzeehaven, veel te ver weg om te belopen en nog slecht zichtbaar ook. Jammer. Maar in Franeker wachtte een verrassing.

de fontein in Franeker waarover ik de uitleg sta te lezenWant waar stond daar die fontein? Precies op de plek waar ik in het verleden wel de auto parkeerde om schilderijen uit te laden voor mijn grote exposities in de Martinikerk. Zie daar dus die Heilige Martinus uit de titel. De Romeinse soldaat die bij een stadspoort van Amiens met zijn zwaard de helft van zijn Romeinse soldatenmantel afsneed om die aan een bedelaar te geven die het stervenskoud had. Heel wat middeleeuwse kerken, ook die in Franeker, benoemden hem tot schutspatroon.

de Martinikerk in volle glorie, nog zonder de fontein

In die prachtige 14e eeuwse pseudobasiliek had ik in 1996, 2004 en 2013 grote solotentoonstellingen in samenwerking met Anita van Os van galerie De Roos van Tudor. En dan moet je toch werk kunnen uitladen. ’t Liefst vlak bij de ingang. Nu dus de plek die defontein zich heeft toegeëigend. Op het verklarende bordje las ik waardoor de Franse kunstenaar Jean-Michel Othoniel zich voor zijn kunstwerk had laten inspireren. Namelijk door de in Franeker geboren wereldberoemde Nederlandse astronoom Jan Hendrik Oort (1900-1992) en zijn hypothese van de Oortwolk (klik maar hier voor meer astronomische informatie). Levensgezel, nog druk aan het fotograferen, bleek blij verrast bij mijn mededeling hierover. Goh, wat leuk, een fontein met wetenschappelijke inspiratie. En ja, met zijn natuurkundige achtergrond kende hij natuurlijk zowel Oort als de Oortwolk. Maar dat Oort in Franeker was geboren? Dat was nieuw voor hem.

Die Martinikerk heeft een dierbaar plekje in mijn hart. Vanwege die exposities en de vele uurtjes die ik er op mijn knieën doorbracht. Nee, niet om boete te doen. Maar wel om er op nog maagdelijk witte doeken delen van eeuwenoude grafstenen over te nemen met de rubbing techniek. Doek op de steen leggen en er dan met een oilstick overheen te wrijven. Zie onderstaande foto’s uit de verschillende jaren maar.

1996

2004

groot door mij beschilderd blauw zeildoek met de Heilige Christoffel (2004)

2013

Zo zie je ook gelijk mijn eigen verschillende jaargangen voorbij komen. Ik heb ’t altijd heerlijk gevonden er in de zomermaanden te kunnen werken en exposeren. Hierbij nog een paar foto’s van mijn expositie ‘Helden’ daar in 2013.

Prachtig toch, die kerk? En elke keer zo’n tienduizend bezoekers. Ook niet onaardig. Over die laatste expositie staat trouwens ook nog een filmpje op YouTube https://youtu.be/H3JmKOUojZQ. (als de video geblokkeerd blijkt deze link gebruiken)

En die resterende negen fonteinen? Die komen hier vast nog wel een keer voorbij. Tot volgende week.

TOOS

MCE, Leeuwarden en het oneindige zoeken


De Reuzen hebben Europese Culturele Hoofdstad Leeuwarden al een paar weken verlaten. Een ander interessant evenement daar, een tentoonstelling in het Fries Museum, duurt echter nog wel even. Absoluut de moeite waard en vandaar dit stukje.

Fries Museum: een wat overmaatse affiche met mij rechtsmidden

Eerst even een rijtje namen: Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Mondriaan. Die altijd opduikende rij als ’t gaat over Nederlandse kunstenaars die echt over de hele wereld gekend zijn. Maar stel nou dat je de vraag krijgt om er een vijfde kunstenaar aan toe te voegen. Dus ook iemand die in alle werelddelen herkenning oproept. Dan kom ik zelf direct uit op Maurits Cornelius Escher (1898-1972). Oftewel MCE, de ondertekening die je op al zijn werk vindt. Want wie kent niet die befaamde houtsneden en steendrukken van zijn realistische en toch onmogelijke bouwwerken waarin het spel met onder en boven je hersenen op zijn kop zetten? Constructies die niet kunnen maar in Eschers verwerking toch weer wel.

En wat te denken van die serie razend knappe Metamorfosen waarin verschuivende plant, dier of mensvormen heel ‘normaal’ in elkaar veranderen en verglijden?

Zou je je nu nog kunnen voorstellen dat een plafond van hem van 15 bij 15 meter met daarin insectenfiguren bij een verbouwing zonder aandacht van wie dan ook verwijderd wordt? Afgezien van één oplettende geest aan wie we ’t danken dat het nu nog bestaat? Lijkt me van niet! Toch gebeurde dat met een in 1951 door Escher gemaakt plafond voor het nieuwe Philips laboratorium in Eindhoven. Bij de opening daarvan werd zijn naam niet eens genoemd, laat staan bij die verbouwing 15 jaar later toen men er even niets mee kon.

Tientallen miljoenen Escher-posters later, die kamers over de hele wereld hebben gesierd, lijkt zoiets een onmogelijke gotspe. Best bijzonder voor iemand die ooit tegenover muzikant Graham Nash ( ja, die van de wereldberoemde groep ‘Crosby, Stills and Nash’) opmerkte dat hij eigenlijk geen kunstenaar maar een wiskundige was. Zie onderstaande trailer maar van de zeer recente documentaire ‘Escher: het oneindig zoeken’. Ik zag die vorige week in de bioscoop. Conclusie: indien mogelijk, gaan!!

Je kunt overigens ook naar Ljouwert, naar dat al genoemde Fries Museum. Voor de tentoonstelling ‘Escher op reis’. Zeg dus maar eens dat Escher niet in de belangstelling staat. Pure mazzel in feite voor Leeuwarden dat hij daar geboren is. Konden ze er als Culturele Hoofdstad toch maar mooi mee uitpakken. En dat doen ze ook.

een stiekem gemaakte foto, fotograferen op de expositie mag officieel namelijk niet

leuk om te doen: links een selfie in die bekende bol van Escher, rechts de oorspronkelijke houtsnede met daarin Escher zelf

officiële foto waarin je goed kunt zien hoe klein in feite de houtsneden van Escher in werkelijkheid zijn

Op heel informatieve en logische wijze wordt je daar door zijn leven geleidt. Via de prachtig verfijnde houtsneden die hij tijdens zijn langdurig verblijf in Italië maakte. Met de schetsen van zijn bezoek aan het Alhambra in Granada waar de abstracte Moorse herhalingsmotieven als een mokerslag bij hem binnenkwamen. En met al die bekende afbeeldingen waarmee hij in de jaren 60 uiteindelijk pas echt beroemd werd via de hippiecultuur die vanuit Californië de hele wereld overwaaide. Dol waren de hippies op zijn voor hen psychedelische afbeeldingen.

vroeg werk van Escher waarin al duidelijk is waarop hij heel veel later uitkomt

houtsnede gemaakt in Italië

schets van Escher, gemaakt in het Alhambra in 1936

Dat laatste komt in Leeuwarden jammer genoeg niet echt goed tot uiting. Maar daar is die documentaire dan weer goed voor. Expositie en film vullen elkaar in dat opzicht heel mooi aan. Zo wist ik niet dat Mick Jagger van de Stones ooit aan Escher gevraagd had een ontwerp voor een platenhoes te maken. Maar dat MCE daar door tijdgebrek geen zin in had. Hij begreep, curieus genoeg, trouwens helemaal niets van die hippietoestanden. Liever had hij contact met bètawetenschappers. Die begrepen ten minste waarmee hij bezig was in zijn zoektocht naar het weergeven van het begrip oneindigheid.

Eschers weergave van oneindigheid met een verdwijnpunt in het midden

kijkend door een grote loep naar zo’n verfijnde houtsnede

Die weigering bij Mick Jagger kon hij zich destijds financieel ook wel permitteren. In de jaren 50 zou dat wel een tikje anders zijn geweest. Door artikelen in 1951 in de Amerikaanse tijdschriften Time en Life brak hij daar wel door, maar met een verdienste van zo’n 2200 dollar bij de verkoop van 150 door Escher zelf gedrukte houtsneden in 5 jaar tijd kun je niet echt over een vetpot spreken. Vergelijk dat eens met de tienduizenden euro’s die nu voor sommige van zijn originele prenten worden neergeteld. ’t Kan verkeren. Maar het is wel terecht. Dus zullen we dat rijtje namen in het vervolg maar houden op Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Mondriaan en Escher? En wil je in 4 minuten tijd nog wat meer over hem opsteken? Kijk dan eens naar de volgende BBC minidocumentaire.

Tot volgende week.

TOOS

De Duiker, het Meisje en de Hond


Op doorreis van Friesland naar huis maakte ik afgelopen zaterdag een tussenstop in Breukelen. Bij Galerie Peter Leen. En toen ik daar mijn aluminium meisje zag staan op haar trapje (foto hierboven) dacht ik ineens ‘stom, stom, zet ik mijn meisje wel op een trapje en vergeet ik zelf zo’n ding mee te nemen’. Want dat zou daar in het Noorden verrekte handig zijn geweest. Waarom? Nou, ik was vrijdag in Ljouwert. Of op z’n Nederlands, Leeuwarden. Voor de manifestatie daar met de Reuzen van het Franse straattheatergezelschap Royal de Luxe. Verkeren in grote mensenmassa’s is niet echt mijn ding, maar dit mocht ik toch niet missen. Ljouwert is ten slotte niet voor niks dit jaar Culturele Hoofdstad van Europa en daar had ik tot nu toe nog niks aan gedaan. Iets waarin beslist verandering moest komen

Dus wilde ik het optreden van drie van Royal de Luxe’s gigantisch uit de kluiten gewassen marionetten, de Duiker, het Meisje en de Hond, live meemaken.

de Duiker nog in het water

het Kleine Reuzenmeisje en de Hond in ruste

Die 11 meter lange duiker zou om 11 uur vrijdagmorgen uit het water omhoog komen. Maar al tegen tienen bleken er ter plekke dichte en dikke rijen aan de waterkant te staan. Aanschuiven was het enig mogelijke in een daarna alsmaar uitgroeiende en steeds meer dichtslibbende mensenmassa. Vandaar dus in Breukelen dat veel te late idee van een trapje! Nu was ’t moeizaam om toch nog iets te kunnen zien, te fotograferen en te filmen. Daarmee vergeleken viel ’t op andere plekken langs de route in de loop van de dag dan weer mee. Hieronder vind je het resultaat van die filmerij dat nu ook op mijn YouTube kanaal staat (https://youtu.be/1aZU_knBRF4).

Ik heb er trouwens wel enkele videootjes van anderen in verwerkt. Met die bijna 100.000 bezoekers op vrijdag kon je ten slotte niet zomaar overal gaan en staan en tussendoor kruipen. Maar het was alleszins de moeite waard. De magie van zo’n mega-gebeurtenis kun je alleen maar voelen door er zelf ook te zijn. Dat is zoiets als die vibraties waar schilder Terpen Tijn, dat bekende karakter uit de Tom Poes strips, het altijd over had. “Eh … dinges!Vat je makker”. Zo’n magie die je af en toe ook overvalt bij toneelvoorstellingen, popconcerten of opera’s. Je moet er bij zijn om ’t te kunnen voelen.

het Meisje ’s morgens nog in slaap voor het station in Leeuwarden

de Duiker op stap in de stad

Lilliputters helpen de Duiker een handje

Nou, die vibraties, die magie waren volop aanwezig. Hoe al die op en rond de reuzenmarionetten heen en weer springende Lilliputters ze in beweging en tot leven brengen is echt fantastisch. Vooral hondje Xolo is daarbij heel speciaal. Nou ja, ….hondje? Kijk maar naar de scene in de video waarin Xolo en een echte hond elkaar besnuffelen. Overigens een video van een ander die dat toevallig meemaakte langs de route.

de Duiker in middagslaap

het meisje onderweg naar haar slaapplaats voor vrijdagnacht

de Hond vergezeld haar

overal een gigantische Reuzendrukte

Het heeft een lieve duit gekost om Royal de Luxe naar Leeuwarden te krijgen, zo’n 3,5 miljoen euro. Maar daarvoor heb je duidelijk ook wat. Die miljoenen zijn overigens al weer dik terug verdiend. Als je zag hoe alleen al op die vrijdag, de minst drukke van de drie Reuzendagen, de horeca draaide als een tierelierend orgel en las welke extreme prijzen werden betaald voor de laatste vrije hotelkamers, dan heeft Leeuwarden een gouden greep gedaan. En daarbij heb ik ’t nog niet eens gehad over die expositie van Escher in het Fries Museum. Want daar was ik natuurlijk ook. Daarover echter later. Tot volgende week.

TOOS

Alma-Tadema: de kringloop van roem en vergankelijkheid in de kunst


Fries Museum in Leeuwarden
Fries Museum in Leeuwarden

Sir Lawrence Alma-Tadema
Sir Lawrence Alma-Tadema

Even een quiz-vraag. Wie was de beroemdste en bekendste Nederlander in Engeland rond 1900? Antwoord? Geen twijfel mogelijk. Dat was Sir Lawrence Alma-Tadema (1836-1912). Geboren als Laurens Alma Tadema in het Friese dorpje Dronrijp. En eigenlijk ook geboren als kunstenaar. Want de drang tot tekenen en schilderen zat er al op jonge leeftijd in. Uiteindelijk beroemd, rijk en gevierd kunstenaar geworden in Londen. En als je dan ook nog geridderd wordt tot Sir behoor je echt tot de Victoriaanse society. Met natuurlijk de bijbehorende feesten in je grote, zelf ontworpen villa. Waarin ook een prachtig atelier met grote ramen en met aluminiumverf beschilderd  koepeldak om via reflectie een prachtig, helder en zonnig licht te krijgen. Ja, dat Friese jongetje had ’t aardig voor elkaar.

schilderij met daarin verwerkt de koepel van Alma-Tadema's atelier, maar dan zonder aluminiumverf
schilderij met daarin verwerkt de koepel van Alma-Tadema’s atelier, maar dan zonder aluminiumverf

Maar had je rond 1950 in Londen zijn naam laten vallen, dan had met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid iedere Londenaar je mistig aangekeken. Wie zei u? Alma-Tadema? Nee, nooit van gehoord. En nu? Nu waren een poos geleden in alle Nederlandse bushokjes  affiches van zijn grote expositie in het Fries Museum in Leeuwarden prominent aanwezig! Een expositie die over een aantal maanden na Wenen ook Engeland aandoet. Met andere woorden, ’t kan verkeren.

gigantische affiche in museumhal, zie mij maar links bovenaan
gigantische affiche in museumhal, zie mij maar links bovenaan

Die trend van beroemd naar onbekend naar weer beroemd is trouwens al een aantal jaren gaande. Dat bleek wel toen ik in 1997 de overzichtstentoonstelling van Alma-Tadema in het Van Gogh Museum bezocht. Sinds die tijd is zijn werk aan een steile opmars bezig. Met als gevolg nu die grote expositie in zijn geboorteprovincie. Ook die mocht ik natuurlijk niet missen. Zeker omdat ik toch in Friesland moest zijn vanwege een niet kapot te krijgen oersterke familiale Sinterklaastraditie.

Wat in het Van Gogh Museum niet was te zien en nu wel is het schilderij “Mozes gevonden”. Een van de grootste schilderijen die Alma-Tadema maakte.

Mozes gevonden, 1904
Mozes gevonden, 1904

Dat werk uit 1904 illustreert op uitstekende wijze die kringloop van roem en vergankelijkheid. Ergens in de jaren 50 vond iemand het namelijk in een Londens steegje, vlakbij een galerie daar. Een echtpaar had het schilderij voor een paar honderd pond gekocht. Maar dan alleen vanwege de prachtige gouden lijst er omheen. Met die mierzoete kitsch op het doek hadden ze niks van doen! Ze namen dus de lege lijst mee en het opgerolde doek belandde in dat steegje waar een galeriemedewerker het vond. Die bood het gratis, let wel, gratis, aan diverse musea aan. Maar niemand wilde ’t hebben. De clou van het verhaal? Juist dit schilderij is recent geveild voor bijna 36 miljoen dollar. De hoogste prijs ooit betaald voor een werk van Sir Lawrence! Ik zou wel eens willen weten hoe de gevoelens hierover zijn bij de nazaten van dat echtpaar uit de jaren 50. Lijkt me best interessant.

De rozen van Heliogabalus, 1888
De rozen van Heliogabalus, 1888

Ingang van het theater, 1866
Ingang van het theater, 1866

Wat Alma-Tadema zelf van al dit gedoe zou hebben gevonden? Geen idee natuurlijk. In ieder geval heeft hij tijdens zijn leven volop verdiend aan en genoten van zijn schilderscarrière. Dat hij al snel na zijn dood in 1912 wegzakte in de populariteitspolls van de kunst is eigenlijk ook wel te begrijpen. Kubisme, de gevolgen van het impressionisme, het heftige kleurgebruik van de Duitse expressionisten en Franse Fauvisten, de kunstwereld was in rep en roer. Weg dus met die compositorisch zo afgewogen en vaak wat zoetige schilderijen van Sir Lawrence. Daarnaast was de wereld ook nog heftig in beroering. Denk aan de Eerste Wereldoorlog. Woelige tijden dus waarin bevallige Egyptische, Romeinse en Griekse dames in lange, soepel vallende en regelmatig wat doorschijnende gewaden, liggend, zittend en lopend in steeds historisch verantwoorde monumentale stedelijke of villa-achtige setting en weidse panorama’s niet veel meer te zoeken hadden.

Sappho en Alcaeus, 1881
Sappho en Alcaeus, 1881

Maar regisseurs van Romeinse spektakelfilms hebben hem nooit uit het oog verloren. Zijn schilderijen vormden vaak uitgangspunten voor bekende filmscènes. Kijk maar eens naar deze foto uit het epos van De Tien Geboden. Die blockbusterfilm uit 1956 van Cecil B.De Mille met Charlton Heston en Yul Brynner.

beeld uit De Tien Geboden
beeld uit De Tien Geboden

En kijk dan nog eens naar dat schilderij “Mozes gevonden”. Zo laat die tentoonstelling in het Fries Museum op een heel knappe manier nog veel meer overeenkomsten zien tussen Alma-Tadema’s schilderijen en latere films. Zelfs het veel recentere “The gladiator” heeft leentjebuur gespeeld. Een aanrader, die expositie. Nog tot begin februari.

alma-10

Wist je overigens dat onze Sir en Friese schilder zijn achternaam Tadema in Londen combineerde met zijn tweede voornaam Alma tot Alma-Tadema? Nou, ik ook niet. Dat deed hij om gelijk onder de A vooraan te komen in allerlei alfabetische rangschikkingen. Niet alleen een goeie schilder, die Tadema, maar ook een slimme zakenman. Tot volgende week.

TOOS

Wat gaat er in Ljouwert gebeuren?


Leeuwarden1 Dit jaar moest ik er nog een heel eind voor weg (zie afleveringen eind juni en begin juli), in 2018 niet meer. Voor wat? Nou, die Culturele Hoofdstad van Europa dus. Dit jaar Marseille, maar in 2018 Ljouwert. Oftewel  Leeuwarden. Eindelijk weer eens ” Fryslân boppe” zullen ze daar in het Noorden nu wel denken nadat de laatste echt grote overwinning op de Hollanders die was bij de slag bij Warns in 1345. Nu hebben ze trouwens zowat heel Nederland overwonnen. Want in een eerdere ronde waren de kandidaten Den Haag en Utrecht al afgevallen. En nu ook nog de overgebleven steden Eindhoven en Maastricht.

Blijkbaar maakt zo’n strijd om de titel Culturele Hoofdstad van Europa heel wat los bij politici en cultuurbobo’s. Eigenlijk best tegenstrijdig. Aan de ene kant bezuinigen Rijk en gemeenten  heftig op cultuur en moeten allerlei kunstinstellingen tot op het bot hun vlees en vet wegsnijden en mensen ontslaan. Aan de andere kant wilde Eindhoven in samenwerking met bijvoorbeeld Den Bosch en Breda wel 140 miljoen op tafel leggen om er een leuk cultureel jaar van te maken in 2018. Voor Maastricht mocht ’t wel een onsje minder met 80 miljoen, terwijl Leeuwarden het wilde doen voor ‘maar’ 56 miljoen. Probeer met zo’n tegenstrijdig beleid maar eens draagvlak te creëren in een stad. In Leeuwarden is dat blijkbaar aardig gelukt. Toen de uitslag in Amsterdam bekend werd gemaakt door de betreffende Europese commissie stonden in het centrum van Leeuwarden zo’n 3000 mensen te wachten op de uitslag.

Leeuwarden2

Interessant is natuurlijk dat het geld ’t dus niet heeft gewonnen, maar dat de commissie is gegaan voor het motto ‘minskiep’, Fries voor gemeenschapszin.  De organisatie heeft zich zelfs ten doel gesteld om in Leeuwarden 35% van de inwoners dagelijks te doen handelen naar dat ideaal ‘minskeap’. Best knap hoor!  Maar wat gebeurt er nu als in de evaluatie na 2018 blijkt dat dit maar 25% is geworden? Daar wordt dan vast wel een positieve kreet voor gevonden. Dat deed Onno Hoes, burgemeester van Maastricht, ook: “We hebben dit niet verloren, we hebben dit niet gewonnen.” Laat ik nu altijd gedacht hebben dat bij een wedstrijd die niet is geëindigd in een gelijkspel er òf gewonnen òf verloren is. Hoe zuur kunnen druiven zijn.

Overigens ben ik, waarde dames en heren bestuurders van de verliezende steden, nu wel benieuwd naar de bestemming van al die miljoenen die er toch nog bleken te zijn. Cultuur misschien? Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

 

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Kabouters bestaan niet


kerk1

Mijn moeder zei dat wel eens. “Misschien doen de kaboutertjes ’t vannacht wel”. Nou, mooi niet dus! Ze moest het de volgende dag  toch allemaal zelf doen. Soms heb ik die gedachte ook wel eens bij het voorbereiden en inrichten van een tentoonstelling. Want daar zit toch altijd een hele hoop werk aan vast, zoals gisteren in de Martinikerk van Franeker. Natuurlijk was er daarbij wel de hulp van Anita van Os van galerie De Roos van Tudor uit Leeuwarden,  want samen met haar heb ik deze expositie opgezet. kerk2

Zij had zelfs nog hulptroepen meegenomen waardoor alles toch relatief snel ging.  Maar bij zo’n uitgebreide tentoonstelling als “Helden”, daar in die grote middeleeuwse kerk, is het hoe dan ook een heel gesjouw en gehang voordat alles is uitgezet en opgehangen . “Was ik nog maar die jonge meid van vroeger” ging even door me heen. Een reële gedachte maar geen reële  wens natuurlijk. Want het is toch echt een natuurkundig gegeven dat de tijd alleen maar vooruit gaat en niet, zoals wij mensen regelmatig doen, achterom kijkt. Maar uiteindelijk geeft ’t altijd weer een goed gevoel als het totaal er bij de definitieve aanschouw mooi en esthetisch uitziet.

kerk3kerk4

Er moeten nu nog een paar kleine puntjes op i’s worden gezet voor komende zondag 28 april bij de opening, maar dat gaat wel lukken. Een aantal beelden plaatsen, bijbehorende teksten naast de schilderijen bevestigen en nog een paar van die teksten afmaken. Want bij heel veel schilderijen van “Helden” heb ik persoonlijk getinte beschouwingen gemaakt. ’t Leek me namelijk zowel leuk als interessant voor de bezoekers om te kunnen lezen hoe ik tot al die werken kwam. Daarbij zijn er trouwens ook weer geen kaboutertjes die ze bedenken, uittikken, printen en ophangen.

En dan na zondag is het afwachten wat de vele bezoekers, zo’n 15.000 is de schatting, er de komende vier maanden van gaan vinden. Altijd weer spannend! Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag

Nederlandse stedenoorlog anno nu


Ooit genoten van een oorlog? Ik wel de laatste tijd. Van een heftige stedenoorlog, in Nederland nog wel. Niet dat men elkaar de kop inslaat en over en weer beschietingen uitvoert, dat zeker niet. Maar wel wordt er flink gesmeten met grote buidels vol harde munt. En de oorzaak? Het jaar 2018. Dan mogen Nederland en Malta de Culturele Hoofdsteden van Europa leveren. Daarvan hebben we er namelijk twee in Europa, elk jaar weer en elk jaar andere.

Den Haag

Maar Culturele Hoofdstad word je natuurlijk niet zomaar. Daarvoor moet heftig gestreden worden. Dat wilden Leeuwarden, Utrecht, Den Haag, Eindhoven en Maastricht dus wel. Met elk vele tientallen  miljoenen,met commissies, ideeën, concepten, bidboeken. En nieuwe kunstgebouwen, zoals in Den Haag een nieuw cultuurpaleis voor 181 miljoen (zie de artist impression hierboven) . Reken maar dat zoiets sterke regionale onderbuikgevoelens los maakt. Positief en negatief. Zo zit cultuur het ene moment in het financiële verdomhoekje en is het een linkse grachtengordelhobby volgens die geblondeerde politicus. En zo slaan ze elkaar bijkans de hersens in om een jaar lang cultuur in al haar facetten de hoofdrol te mogen geven.  Begrijp je dat ik dat niet begrijp maar er als kunstenaar wel van geniet?

EindhovenHeel toevallig in samenhang hiermee kreeg ik een poosje geleden het verzoek  om voor een Nederlandse club in Zuid-Frankrijk een lezing te houden. Over, je raadt ’t nooit, Marseille Culturele Hoofdstad van Europa 2013. Want Marseille voert die titel namelijk volgend jaar.

Maar eerst nog over Nederland. Net afgelopen week bepaalde een internationale jury dat Den Haag, ondanks dat cultuurpaleis, moest afvallen. Evenals Utrecht.  Leeuwarden, Eindhoven (zie affiche) en Maastricht mogen dus voorlopig nog proberen hun miljoenen in goede ideeën om te zetten. Maar uiteindelijk blijft er toch, eind volgend jaar, maar één over.

Marseille

Zo ging dat dus ook met Marseille. Het is echt gigantisch wat daar allemaal al is gebeurd en nog staat te gebeuren. Meer dan 600 miljoen is er geïnvesteerd in culturele infrastructuur, zoals een aantal nieuwe musea. Ik heb nog maar een spectaculair plaatje bijgevoegd. Over een paar weken, als ik mijn lezing in Les Arcs in de Provence heb gehouden, vertel ik daar wel meer over. Het is echt indrukwekkend. Tot volgende week.

TOOS

www.toos.biz

www.toosvanholstein.nl

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag