Tagarchief: litho

Een filmische ‘TOGETHER’


Goed voorbeeld doet goed volgen. Het goede voorbeeld? Een heel sympathiek idee van mijn oude, nu gepensioneerde meestersteendrukker Rudolf Broulim.  De kunstenaars waarmee hij samenwerkte, mochten jaarlijks in december altijd een eigen nieuwjaarswens tekenen op een daarvoor geprepareerde grote steen. Daarop kregen ze dan hun eigen stukje van 10 bij 15 cm met het idee van ‘nou, ga je gang’. Daarna ging hij dan aan de gang met het draaien van een oplage van hooguit 100.

een aantal jaren geleden: Rudolf Broulim komt even kijken hoe mijn Nieuwjaars-steendruk vordert

Daarvan heb ik altijd graag gebruik gemaakt, zoals wel blijkt uit bovenstaande foto van een aantal jaren geleden. Zo kon ik toch maar mooi mijn familie, mijn vrienden, mijn kunstfans en mijn kunstkopers aan het begin van het nieuwe jaar verrassen met een origineel steendrukje plus bijbehorende stichtelijke nieuwjaarswens. Zoals bijvoorbeeld ook deze.

Tja, en toen ging Rudolf met pensioen. Zodoende volgden wat jaren met andere creatieve oplossingen. Maar nu komt dat ‘goed volgen’ in beeld. Hans Van Dijck, met wie ik sinds afgelopen jaar samenwerk bij het creëren van steendrukken (lees bijvoorbeeld hier maar), heeft niet voor niks Rudolf als leermeester gehad. “Toos”, zo vroeg hij een paar maanden geleden, “zou jij ’t leuk vinden om ………?” Vul de rest zelf maar in, dat is niet zo moeilijk. Ik heb natuurlijk zowel volmondig ja gezegd als heftig ja geknikt.

En zo zat ik dus half december in het Antwerpse steendrukatelier van Hans als vanouds mijn eigenste stukje van een verder afgedekte grote steen te betekenen.

Met uiteindelijk als gevolg het steendrukje ‘TOGETHERr’. Dat vorige week, opgeplakt op een geel A4’tje naast een natuurlijk weer stichtelijke tekst, in bijna 100-voud ergens via de brievenbus op de vloer of in een kastje plofte. Of, zoals bij dit blog, in digitale vorm binnenzeilde in de IN-box van nog veel meer e-mailadressen.

mijn per post verstuurde Nieuwjaarswens

Maar er is nòg een gevolg. Want ik had levensgezel in december lief aangekeken bij mijn vraag “zou jij het leuk vinden om …….?. En dus liep hij bij het maken van ‘TOGETHER’ voortdurend om me heen te draaien om van heel dichtbij het scheppingsproces ervan op video vast te leggen. Met dit korte filmpje als samenvattend resultaat.

Ik was er best blij verrast mee. Want het gekke is dat als ik bezig bent, ik eigenlijk helemaal niet bewust in de gaten hebt hoe dat tekenen op de steen stap voor stap verloopt. Tegenwoordig heet ’t dan dat je in een ‘flow’ zit. En dat zag en voelde ik hierin helemaal terug.

Dat ik er uiteindelijk dan 100 moet signeren en nummeren met 1/100 tot 100/100? Dat is onderdeel van het vak!

Tot volgende week.

TOOS 

TOGETHER, SAMEN, MET Z’N ALLEN


‘Together’: Toos van Holstein, steendruk 15-10 cm (oplage 100)

‘Together’, is dat geen mooi uitgangspunt en geen mooi motief voor het jaar 2023 dat nu voor ons ligt? Vandaar ook bijgaande steendruk met die naam, die ik een paar weken geleden in het steendrukatelier van Hans Van Dijck in Antwerpen speciaal voor deze Nieuwjaarswens kon maken.

Samen, dat is de manier om dictatoriaal en oorlogsgedrag tegen te gaan. Saamhorigheid, dat is de manier om ongewenste machtsuitoefening en discriminatie op alle niveaus in onze maatschappij te bestrijden. Together, dat is de manier om virusbestrijding, om emancipatie,  om kennis en welvaartsspreiding te bevorderen. Gewoon met z’n allen, om met behoud van al die verschillende culturen van ons continent toch langzaam, standvastig en doordacht de grenzen te doen vervagen . Want als er iets is dat de laatste paar jaren ons hebben geleerd is dat ’t wel. En als kunst daarbij een rol kan spelen, zoals vaak wordt beweerd, waarom dan niet op deze manier met deze steendruk een kleine bijdrage daaraan!

Ik wens een ieder een goed, gezond, creatief en Together-2023 toe.

Tot volgende week.

TOOS

Hoe in Nice een Carré, een Vierkant, net geen echt Vierkant is


in het midden, boven de heg, mijn atelier/appartement in het Palais Venise in Nice

Laatst vroeg iemand aan me “Toos, als je, zoals laatst, voor een flinke tijd in Nice zit, wat doe je daar dan allemaal”. Nou, vooral de accu met het opschrift ‘Creativiteit’ opladen door een beetje heremiet te spelen en daarbij heel veel ruizige ballast uit mijn hoofd te verwijderen. Gewoon mijn hoofd leeg maken, maar ook weer vullen met nieuwe ideeën. Met ter afwisseling van het kluizenaarsbestaan wel voedsel inslaan op de markt voor mijn deur en van tijd tot tijd uit eten te gaan met Franse en Nederlandse vrienden. ’t Is ten slotte wel Zuid-Frankrijk, hè! Dit keer liep er echter ook nog een speciale rode draad door het geheel. Overigens geen ronde maar een vierkante. En het begin van die draad ontstond in 2021 bij het samenzijn op onderstaande foto.

in Galerie Quadrige, Nice

Een samenzijn  met mijn galerist Jean-Paul Aureglia van Galerie Quadrige. Met allicht een drankje en een hapje. ’t Is wel Zuid-Frankrijk, hè! Jean-Paul publiceert naast veel magnifieke livres d’art ook een serie met de naam ‘L’art au carré‘. Kunstboeken in zeer beperkte oplage, gewijd aan maar één kunstenaar. Die speciaal voor zo’n Carré zowel originelen als multiples maakt, kunstwerken in kleine oplage. Zoals bijvoorbeeld steendrukken of etsen. Met daarnaast in dat Carré ook nog twee aparte beschouwingen van kunstcritici  over de kunstenaar.

achterin de galerie waar Jean-Paul met de hand de teksten zet van zijn uitgaven en die drukt op zijn handpers

Al pratend, drinkend en etend met elkaar kwam het idee naar voren om samen ook zo’n ‘L’art au carré‘ over mij te maken. Met daarin 8 steendrukken. Nou, dat leek me wel wat. Maar, zo waarschuwde Jean-Paul, ’t was wel een heel proces, hoor! Met ook veel overleg. Want wel Zuid-Frankrijk, hè!Een gezamenlijk project dus waarbij ik eerst een flink aantal voorbeeldschetsen moest maken waaruit hij dan voor het boek kon kiezen. Nou, Jean-Paul, pas de problème. En vertel me ook maar snel wanneer in 2023 de bijbehorende expositie plaatsvindt.

blad met schetsideetjes

Zo maakte ik eerst, in Middelburg nog, een aantal bladen met daarop allemaal vierkante schetsjes als ideetjes. Bovenstaand blad is daarvan een voorbeeld. Zo’n Carré heeft trouwens wel afmetingen van 25 bij 28 cm. Zodat de steendrukken en originelen ook die grootte moeten hebben. Dus echt vierkant, echt carré? Natuurlijk niet. Maar ja, ’t is natuurlijk wel Zuid-Frankrijk, hè!

screenshot van de Carré-pagina op de website van galerie Quadrige

Die schetsbladen gingen afgelopen oktober mee naar Nice. Waarbij ik heel nieuwsgierig was naar de voorkeuren van JP. Van te voren had levensgezel natuurlijk ook al zijn voorkeuren aangewezen. En wat bleek, heel frappant, JP was ‘t, zonder dat te weten, op één na helemaal met hem eens.

Die acht van JP ben ik in Nice dus, als originelen en voorbeelden voor de steendrukken, verder gaan uitwerken op het juiste net-niet-carré formaat. Met nog een aantal originelen erbij. Binnen de formule van het Carré dienen dat er namelijk 15 te zijn. Ziedaar dus die rode vierkante draad waarover ik hierboven schreef. Waarbij dan ook gelijk weer levensgezel in beeld komt.

Want die blijft bij zo’n langer verblijf van mij in Nice wel helemaal alleen zielig in z’n uppie in Nederland achter. Daarom stuur ik hem ter troost af en toe per post een kaartje. Geen gewoon ansichtkaartje natuurlijk. Nee, een echte originele tekening/aquarel van ansichtformaat. Hij bezit er al een hele verzameling van. Die gewoonte kon ik nu mooi gebruiken om te spelen met mijn ideeën voordat ik ze als onechte carré aan echt goed handgeschept papier toevertrouwde. Want reken maar dat in alle verkrijgbare soorten papier een gigantisch kwaliteitsverschil zit. Hier een voorbeeldje aan levensgezel.

kaartje zoals ik die wel aan levensgezel stuur over de post

En hier wat ik uiteindelijk als origineel creëerde voor JP.

het uiteindelijke origineel op Carré-formaat

Kun je je voorstellen dat ik heerlijk bezig ben geweest in Nice met al die tekeningen? Maar in de tussentijd was ik natuurlijk ook al bezig geweest om afspraken te maken met Hans Van Dijck, mijn steendrukker in Antwerpen (lees deze aflevering er nog maar eens op na). Vlak voor Sinterklaas heb ik in zijn atelier op een grote steen de eerste aanzet kunnen maken voor vier van de acht litho’s.

begin december bezig op de steen met de opzet voor 4 steendrukken die in één keer worden gedrukt en daarna uitgesneden

De eerste aanzet! Dus dit verhaal rond dat net niet vierkante Carré is nog lang niet rond. Oh ja, en die expositie rond mijn Carré staat gepland van 19 oktober tot 18 november 2023. Wel in Zuid-Frankrijk natuurlijk! Maar ongetwijfeld ook met een vervolg in Nederland. Tot volgende week.

TOOS

Eens een keer Kunst Cadeau? Waarom niet?


Eens in de week schrijf ik dit blog TOOS&ART op WordPress. En gemiddeld 5 à 6 keer per jaar nog mijn Nieuwsbrief. Die gaat via het platform Mailchimp naar een uitgebreid emailbestand als ik iets te melden heb over mijn eigen kunstactiviteiten en aanverwante artikelen.

Die komen natuurlijk ook wel naar voren in dit blog maar dan toch op een andere manier. Recent verstuurde ik zo mijn ‘Nieuwsbrief oktober/november 2022’. Die wil ik mijn trouwe lezers hier eigenlijk niet onthouden. Onder andere ook vanwege dat Kunst Cadeau uit de titel hierboven. Want waarom zou je in de komende winter- en feestmaanden niet eens lekker uitpakken met het cadeau geven van kunst?  Hoe dat zit? Dat staat dus in deze Nieuwsbrief!

NIEUWSBRIEF TOOS van HOLSTEIN

oktober/november 2022

The show goes on

in Theater De Wegwijzer met ‘baas’ Trudy Wams

In mijn vorige Nieuwsbrief meldde ik ’t al, de opening van mijn expositie ‘De Wereld als Schouwtoneel’ in Theater De Wegwijzer in het Zeeuwse Nieuw- en Sint Joosland. Die opening is geweest, de tentoonstelling loopt nog wel even door. In ieder geval tot eind april. Want dan is, voorlopig, de laatste voorstelling gepland van dit theaterseizoen. Kijk maar eens in het programma, er staan prachtige optredens geprogrammeerd. Vooraf en achteraf (en op afspraak) kun je dan ook nog genieten van mijn schilderijen. En na april? Dat lees je nog wel.

In deze aflevering van mijn wekelijkse blog TOOS&ART (abonneren is daar zo gebeurd) kun je het nodige lezen over  ‘De Wereld als Schouwtoneel’.

gedeelte van mijn aandeel in ‘NAZOMEREN’ bij Galerie Drentsche Aa

Iets sneller stopt in Galerie Drentsche Aa in Balloo de groepsexpositie ‘NAZOMEREN’ waar ook mijn kunst deel van uitmaakt. Toen mijn, ook nog eens verlengde, grote solo en zomertentoonstelling ‘De Verwondering’ daar afliep, wilde galerist Jan Wekema absoluut nog een aantal werken van mij houden. Logisch, ‘De Verwondering’ was ten slotte zeer succesvol geweest. Nou, waarom niet? Dus tot 27 november is er nog een mooie collectie van mijn schilderijen en keramiek te bezichtigen.

Over beide exposities staan onderaan meer gegevens.

Toch maar mooi bij de 25 meest gekozen kunstenaars van Nederland

 Niet bij de laatste 8 finalisten, zo oordeelde de hoge hoed van het kunstpanel bij de verkiezing van de Kunstenaar van het Jaar 2023. Wel bij de 20 meest gekozen kunstenaars van de 90 genomineerden, zo oordeelden de stemmers in de publieksronde. Dat van die 25 komt door de toevoeging van nog 5 zogenaamde wild cards.

Hierbij wil ik graag iedereen die een stem op mij uitbracht heel hartelijk danken. Want ’t zegt natuurlijk toch wel iets als je van al die duizenden en duizenden Nederlandse kunstenaars op deze sublieme manier wordt gewaardeerd. Dat geeft een warm gevoel.

Kunst Cadeau om ’t warm van te krijgen in de wintermaanden

hoekje in mijn atelier met keramiek, beeld, steendrukken en olieverf

Brandend gas levert warmte, alhoewel deze winter misschien wat minder. Maar van aansprekende kunst krijg je het zelf emotioneel gezien ook warm, net zoals degenen die je met kunst verwent in de komende feestdagentijd. Dus richt ik de komende twee eerste zondagen van de maand (6 november en 4 december, 13-17 uur) bij de Middelburgse Kunst & Cultuurroute m’n atelier in met , prijstechnisch gezien, kunst voor ieder wat wils. Keramiek, steendrukken, ‘The 70-Series’ met olieverfjes (20-20 cm) en mixed media op aludibond (25-25 cm), aquarellen, beelden en grotere tot grote schilderijen. Welkom in mijn warme 18e eeuwse atelier aan de Korendijk 56.

keramiek, dit jaar gemaakt in het Italiaanse Gubbio

 Toos van Holstein

‘for me art is travelling the mind’

‘De Wereld als Schouwtoneel’ solotentoonstelling van Toos van Holstein vanaf 25 september in Theater De Wegwijzer, Molenweg 25, 4339 AA Nieuw- en Sint Joosland

 groepsexpositie ‘NAZOMEREN’  met Toos van Holstein  tot 27 november

Galerie Drentsche Aa, Balloo 27, 9458 TA Balloo (Drenthe), open vr, za, zo 13-17 uur

tel. 0592 241214

www.galeriedrentscheaa.nl

website www.toosvanholstein.nl        

e-mail: toosvanholstein@xs4all.nl

wekelijks blog ‘TOOS&ART’ https://toosvanholstein.wordpress.com/

ook actief op Facebook, YouTube, LinkedIn, Instagram, Twitter, Pinterest, Pictify, Tumblr

Komt dat zien op Open Monumentendag! Een eeuwenoud, uniek en kunstig pand


Middelburg in de 17e eeuw

Zaterdag 10 september is ’t weer, het grote monumentenfeest. Open Monumentendag door heel Nederland. Waarbij ook mijn grote deuren aan de Korendijk 56 in Middelburg wagenwijd open staan. Open Huis zogezegd.

Vandaar nu de vraag ‘hoeveel Nederlanders zouden er wonen in een Rijksmonument’? Vingers omhoog graag! Dat worden er aardig wat, schat ik zo in. Maar hoeveel daarvan blijven omhoog als ’t gaat om een eeuwenoud pakhuis? Kijk, daar zakken er al een flink aantal. En nu, hoeveel van die pakhuizen bevatten balken afkomstig van onttakelde schepen? Oeps. En van welke van die pakhuizen zijn de muren van de buren? Oei, oei, misschien nog een paar vingertjes die in de lucht priemen? Tot slot de hamvraag. Bij wie zat er op de plek van je pakhuis eerst een open haringpakkerij? Zou ik nu in heel Nederland als enige nog met mijn vinger omhoog zitten? Niet onmogelijk! Dus woon en werk ik dan in een volstrekt uniek pand in Nederland? Een boeiende vraag bij hoe dan ook een trots gevoel. Maar hoe zit ’t nou precies met die vragen hierboven?

links de Korendijk 56 in de jaren 60 (foto gevonden in de beeldbank van het Zeeuws Archief), rechts zoals ’t nu is

’t Is alweer en poos geleden dat ik voor het laatst meedeed met Open Monumentendag. Tijd dus voor een herstart. Mijn atelier op de begane grond is natuurlijk altijd al wel open op de eerste zondag van de maand bij de Middelburgse Kunst&Cultuurroute. Ik zie dan vaak mensen niet alleen naar mijn kunst kijken maar ook omhoog. Naar al die prachtige ouwe, overgedimensioneerde  pakhuisbalken. Maar de deur naar mijn woongedeelte blijft daarbij altijd dicht.

zoals het pakhuis was toen ik het kocht
een impressie van zoals ’t nu is

Komende 10 september dus niet. Je kunt zomaar doorlopen naar de 1e en 2e etage. Om de rest te aanschouwen, opnieuw met een aantal balken uit grote schepen. Schepen die al voor 1738, het bouwjaar van mijn pakhuis, onttakeld moeten zijn geweest. En waarvan de balken bij mij achter uit het water zijn gevist. Want niet voor niets heet het straatje achter mij nu Balkengat. Ooit lag daar de scheepswerf van de VOC en dreven er houten vlotten en balken in de grote plas die je op het schilderij hieronder ziet.

de werf van de VOC in 1778

Er is zelfs nog een foto van die situatie van voor 1898. Dat moet namelijk wel want toen werd een deel gedempt om het wijkje te bouwen dat er nu staat.

Maar hoe zit dat met die muren van de buren? Nou, ooit zat er een doorgang tussen wat nu de woonhuizen Korendijk 54 en 58 zijn. Daar zat, volgens de oude annalen, een haringpakkerij. Met waarschijnlijk wel een dak erboven maar verder open. Best handig natuurlijk, een beetje doorluchten bij al die haring kon geen kwaad. Tot die grond werd aangekocht door de MCC, de in 1720 opgerichte Middelburgsche Commercie Compagnie. Een soort tegenhanger en Middelburgse opvolger van de VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie. Die VOC van de werf bij het Balkengat.  

Ze hadden blijkbaar een pakhuis nodig aan de Korendijk. Koren dus. Want heette destijds de korenhandel in Nederland niet de moedernegotie? Maar dat is een ander verhaal. Dus wat was er makkelijker dan de buitenmuren van de twee huizen aan weerszijden te gebruiken om er vertikaal balken tegenaan te zetten. Met daarop horizontaal weer andere balken. Simpel toch?

nog een sfeerbeeld van het interieur

Tot ik het kocht, was het pakhuis ook alleen maar pakhuis geweest. Er was geen water, geen gas, geen elektriciteit maar wel die muren van de buren. Zo vertelde de kadasterregistratie. Met andere woorden, bij de restauratie hadden de buren eigenlijk voor elke spijker en schroef in hun muren toestemming moeten geven. Niet echt handig. Dat hebben we toen ook maar veranderd.

Nu staat er dat unieke pand waarover ik nog even één ding kwijt wil. Want in een Rijksmonument mag je natuurlijk niet zomaar je goddelijke gang gaan. Een daartoe bevoegde ambtenaar bewaakt het hele proces. In dit geval iemand wiens naam in Middelburg toch wel enigszins gevreesd werd. Bij de definitieve keuring hield ik mijn hart dus echt wel een behoorlijk beetje vast. Weet je hoe hij wegging? Met de opmerking dat hij zelden een pand had gezien dat zo prachtig was gerestaureerd. Daarop hebben levensgezel en ik toen ook maar gelijk geklonken.

Op 10 september kun je zijn opmerking komen controleren. Maar vanzelfsprekend ook overal mijn kunst bekijken. Het slaan van twee vliegen in één klap. Een derde vlieg daarbij is mijn nieuwste steendruk ‘City life’. Alleen deze maand voor een heel speciale prijs te koop

steendruk ‘City life’

. Lees mijn vorige blog maar. Tot volgende week.

TOOS

PS Afgelopen dinsdag zag ik op NPO 2 de eerste aflevering van ‘Krabbé zoekt Kahlo’. Over één van mijn vrouwelijke kunstenaarsiconen aan wie ik in dit blog al wel aandacht gaf. Beslist de moeite waard! Gewoon kijken de komende dinsdagavonden om 20.30 uur.

Hoe ‘City life’ tot leven kwam  òftewel een inflatie-onafhankelijke aanbieding


Noem het toeval, maar een klein beetje geholpen heb ik ’t dan toch wel. Zo start in september Grafiek2022, de 4e editie van de enige echte Nederlandse grafiektriënnale.  Met tot 30 november manifestaties door het hele land. Voor Zeeland wordt op zondag 4 september officieel het startschot ervan gegeven door onze onvolprezen Middelburgse Kunst&Cultuurroute.

Toen ik daarvan hoorde, was ik net bezig met de voorbereidingen voor een nieuwe steendruk waarvan ik de titel al had verzonnen: ‘City life’. Een dikke maand geleden schreef ik er hier al eens over. Puur toeval, dat samenvallen. En laat nou ‘Ontmoeten’ het thema van Grafiek2022 zijn. Ontmoeten en ‘City life’!  Volgens mij twee begrippen die elkaar aardig aanvullen. En ook dat is toeval. Dat ik nu mijn nieuwe steendruk juist vanwege Grafiek2022 voor het eerst den volke toon tijdens de kunstroute? Dat  is natuurlijk geen toeval. Net zo min als de aanbieding van ‘City life’ (oplage van slechts 25) voor de speciale prijs van €150 in de hele maand september. Daarna gaat die prijs wel omhoog. Naar de normale, markconforme €225. En dat blijft dan zo, inflatie of geen inflatie.

op de steen bezig met de eerste opzet van ‘City life’

Maar nu dat tot leven komen van ‘City life’. Want daarvoor moest er heel wat worden nagedacht, gewerkt en geperst. Binnenkort heb ik daarover een wat uitgebreider artikel klaar. Over die tweehonderd jaar oude, toen revolutionaire techniek en over de achterliggende kunstverhalen. Dat alles geïllustreerd met foto’s van het scheppingsproces van ‘City life’.Waarvan je er hier al enkele tussendoor gestrooid ziet.

de proefdruk van de 1e kleurendrukgang wordt kritisch bekeken
werkend aan de toevoegingen voor de tweede kleur

Maar voor een levende-beelden-verslag kun je nu al naar mijn eigen YouTube-kanaal . Om de video ‘City life- the coming alive of a stone lithograph’ te bekijken. Zodat je kunt meeleven met de vele stappen die ik samen met steendrukker Hans Van Dijck in zijn Antwerpse atelier moest zetten om deze tweekleuren-steendruk te creëren.

Die video is trouwens geplaatst vlak voor het verschijnen van deze blogaflevering. Ook geen toeval.

Ik denk dat ’t best interessant kan zijn om én die video te zien én dat artikel te lezen. Door die geschreven praatjes bij de levende plaatjes krijg je vast meer inzicht in het bewerkelijke procedé van het steendrukken. Naast ook meer kennis van de geschiedenis ervan en meer  detailinzicht. Wat er dan hopelijk weer toe leidt dat je mijn enthousiasme voor die prachtige, oude techniek kunt aanvoelen. Stuur maar een mailtje naar toosvanholstein@xs4all.nl en je ontvangt dat artikel in je inbox.

de drukgang met rood, de tweede kleur
hallelujah, ‘City life’ is geboren!

Terug naar de kunstroute. Want ook ter plekke zul je mijn enthousiasme ervaren. Mee omdat ik een deel van mijn atelier steendrukfähig maak. Ik ben die dag overigens niet de enige grafiek-enthousiasteling. Er doen nog zo’n 17 andere ateliers en galerieën mee met grafiekitems. Meer informatie? Natuurlijk op onze kunstroutesite kunstroutemiddelburg.nl/ , maar ook op de aan Zeeland gewijde pagina van de website van Grafiek2022.

het met potlood nummeren en signeren van alle exemplaren van ‘City life’
Toos van Holstein, City life (steendruk in oplage van 25)

Komt zondag 4 september niet goed uit, dan heb ik goed nieuws. Ik doe namelijk dit jaar ook weer eens mee met de nationale Open Monumentendag op zaterdag 10 september. De laatste keer was in 2019. Niet alleen van mijn atelier staan dan de deuren open maar ook die van een groot deel van mijn prachtig gerestaureerde monumentale pakhuis ‘Holstein’ uit 1738. En ik beloof dat ‘City life’ dan nog steeds te bekijken is. Zeg je sowieso al ‘die hoef ik niet meer te bekijken, doe mij er maar een’, dan is dat e-mailadres hierboven er goed voor. Trouwens, ben je nieuwsgierig naar die Open Monumentendag aan de Korendijk 56? Tot volgende week.

TOOS

Weer met de billen bloot bij het steendrukken


Afslag 3 Borgerhout, de Antwerpse Ring, een afslag die ik de komende tijd vaker ga nemen. Want ik heb, in samenwerking met mijn galerie Quadrige in Nice, een paar steendrukprojecten op stapel staan . Waarvoor ik aan de slag ga met Hans van Dijck. En die heeft dus zijn steendrukatelier in Antwerpen, in die wijk Borgerhout.

in het steendrukatelier van Hans van Dijck

Steendrukken? Wat is dat? Of ‘wat is dat ook al weer’? Tja, dat krijg je als een prachtige grafische techniek, in de 19e eeuw uitgegroeid tot DE TECHNIEK voor o.a. de vermenigvuldiging van muziekbladen, handgeschreven toneelstukken en tekeningen, in het verdomhoekje is gedrukt. Door alle offset en digitale geweld. Dan krijg je dat het begrip litho (Grieks voor steen) ineens is geconfisqueerd  door de fotografiebranche. En dat een steendruk in het Engels een stone lithograph is geworden. Letterlijk vertaald een steen-steendruk. Slaat nergens op natuurlijk!

Maar er zijn gelukkig nog steeds kunstenaars die de lithotechniek omarmen, zoals ‘ik zei de gek’. Waardoor er ook nog steeds steendrukkers zijn die deze prachtige oude en ingewikkelde techniek van hun oude leermeesters hebben doorgekregen. Wat je noemt een mooie kruisbestuiving.

Terug dus naar Borgerhout en Hans van Dijck. Voor mij geen onbekende. Want ooit assisteerde Hans mijn meestersteendrukker Rudolf Broulim in diens atelier in Ekeren (bij Antwerpen). Daarna ondersteunde hij mij bij het creëren van een serie monoprints voor mijn grote expositie ‘TOOS, de ontdekkende mens’ in Fort Rammekens. Het eeuwenoude zeefort in Ritthem, vlak bij Vlissingen, in 2011.

2011, in het atelier Daglicht in Eindhoven bezig met het maken van een serie monoprints, met Hans van Dijck erbij voor een extra paar handjes

Van die samenwerking heb ik nog een veel bekeken video staan op mijn YouTube-kanaal: ‘The Magic of the Monoprint‘.

de ruimte in Fort Rammekens met de serie monoprints tijdens de expositie ‘TOOS-de ontdekkende mens’

Nu is Hans én leraar aan de academie in Brussel én heeft hij zijn eigen steendrukatelier. De meestersteendrukkers die mij heel wat keren terzijde hebben gestaan, zijn er namelijk mee gestopt. Ernst Hanke in Zwitserland: met pensioen! Rudolf Broulim in Ekeren: met pensioen!

in Zwitserland, samen met Ernst Hanke bezig in zijn grote steendrukpers
overleg met Rudolf Broulim in zijn steendrukatelier in Ekeren
een ontroerend moment voor mij, een onverwacht bezoek van Rudolf in het steendrukatelier van Hans van Dijck

Je kunt je ook bijna niet meer voorstellen dat er ooit galerieën waren die bestonden van het uitbrengen van telkens weer opnieuw steendrukoplagen van honderden stuks van bekende kunstenaars.  Maar al zijn die commerciële hoogtijdagen voorbij, er zijn nog steeds litholiefhebbers. Dus worden er ook nog steeds nieuwe gemaakt.

Als je met een voor jou nieuwe meestersteendrukker in zee gaat, is er een goeie gewoonte. Je gaat eerst samen een proef maken, om aan elkaar te wennen. Want de kunstenaar heeft natuurlijk eigen ideeën maar ook de steendrukker heeft eigen technieken en eigen gewoonten ontwikkeld. Vooraf wat aan elkaar snuiven kan daarom geen kwaad. Wordt ’t wel wat, die samenwerking? Om daarachter te komen is het maken van zo’n proefsteendruk in kleine oplage een prima manier. Vandaar onlangs die eerste keer afslag 3 Borgerhout.

overleg met Hans bij de nog lege steen voor de proefsteendruk

De proefsteendruk gaat er eentje worden in twee kleuren, in twee drukgangen dus. Over de teken en schildertechnieken op de steen en bijbehorende chemische druk-geheimen ga ik ’t nu niet hebben, dat komt een andere keer wel. Maar een foto van de eerste opzet om nieuwsgierig te maken, kan natuurlijk geen kwaad.

de eerste aanzet voor de nieuwe steendruk, het uiteindelijke resultaat wordt eind augustus wereldkundig gemaakt

Eind augustus onthul ik het definitieve resultaat. Want op zondag 4 september staat onze onvolprezen Kunst-& Cultuurroute Middelburg in het teken van de grafiek. Een mooie gelegenheid toch om juist dan die nieuwe steendruk ten doop te houden en te koop aan te bieden? Maar voor ’t zover is, heb ik die afslag 3 al wat vaker genomen.

En die steendrukprojecten met Galerie Quadrige in Nice? Dat worden natuurlijk andere verhalen. Tot volgende week.

TOOS

Geen Gordiaanse maar een Musiomse knoop in Amersfoort


Alexander de Grote en de Gordiaanse knoop

Alexander de Grote wist ’t wel bij die onontwarbare kluwen van de beruchte Gordiaanse knoop. Hup, zwaard erbij en doormidden klieven dat ding! Niet bijzonder elegant, wel effectief en ook goed voor een verhaal dat de eeuwen kon overleven. Die Musiomse knoop echter is er één van nu en bestaat alleen in mijn fantasie. Als een warboel van vervlochten stukken touw met uitstekende losse eindjes. Wel gelabeld. Zoals met Musiom, academie,Poen de Wijs,Egypte, Ikarus, Hans Koch, Steendrukmuseum, Margot Homan,Cultuuriconografische Symboliek, 10 voor een examen en nog zo wat.  Voor de ontwarring neem ik je mee naar het Musiom in Amersfoort. Naar de expositie ‘Herkenning in Vervreemding’.

screenshot van de website van het Musiom

Dat Musiom (https://musiom.art/) is eigenlijk nog maar een kleutertje  in de Nederlandse museumwereld, nog geen drie jaar oud. Maar van het begin af aan een bijzonder museum. Ik schreef er hier vorig jaar al eens over vanwege een tentoonstelling met ook schilderijen van mij. En ik schreef er opnieuw  over afgelopen februari  in verband met een expositie die open zou zijn gegaan maar dat toen toch maar niet deed. Corona, weet je wel. Dat is die ‘Herkenning in Vervreemding’. Een tentoonstelling waarin mijn te vroeg overleden kunstgenoot Poen de Wijs een belangrijke rol kreeg toebedeeld. Maar vanaf 5 juni mochten eindelijk de toegangsdeuren weer van het slot. Reden voor mij om nu met die Musiomse knoop aan de gang te gaan.

Poen de Wijs leerde ik kennen omdat ik ooit in Egypte de man tegenkwam die in dit blog regelmatig opduikt als levensgezel en omdat Poen een goeie vriend van levensgezel was. Poen bleek een zeer aimabele kunstcollega en geen conculega, want hij was altijd bereid om zijn kennis van het kunstvak en ervaring in het kunstenaarsbestaan met anderen te delen. Een ongebruikelijk verschijnsel in de kunstwereld. Daardoor kwam ik ergens bij een kunstevenement ook beeldhouwer Margot Homan tegen. Mij van naam wel bekend maar niet als persoon. En wie stond er aan de zijde van Margot? Haar man Hans Koch. Wist ik veel dat ik op die manier na jaren nog eens mijn oude academiedocent in het vak Cultuuriconografische Symboliek opnieuw zou tegenkomen? En wist ik veel dat hij bij het horen van mijn naam gelijk wist dat hij mij ooit die 10 had gegeven voor het examen in zijn vak. Want die gaf hij maar verrekte weinig. Kijk, zoiets schept natuurlijk gelijk een klik die bij een later treffen nog weer eens bevestigd werd.

deel van de expositie

Dus hoe mooi is ’t dat Margot Homan met haar prachtige beelden in brons en marmer nu mede-exposant van Poen is in ‘Herkenning in Vervreemding’. En dat er een actieportret hangt van haar, geschilderd door Poen. En dat er haar marmeren beeld ‘Ikarus’ staat waarvan ik bij levensgezel thuis sinds het overlijden van Poen in 2014 de bronzen versie kan bewonderen.

portret van Margot Homan, geschilderd door Poen de Wijs

op de voorgrond het marmeren beeld Ikarus van Margot Homan

Een beeld dat eerst jaren het huis van Poen sierde maar het afscheidsgeschenk van Poen’s weduwe Marleen werd aan levensgezel toen ze uiteindelijk verhuisde naar Frankrijk. Zo zie je dus hoe allerlei kunstlijnen in die expositie in het Musiom met elkaar verweven zijn.

een paar foto’s van de expositie

Maar dat is nog niet alles! Want wie zit er sinds kort in het bestuur van de stichting die het Musiom beheert? Ene Frank van Oortmersen. De man in het midden op onderstaande foto.

overhandiging van mijn steendrukken aan toenmalig directeur Frank van Oortmersen van het Nederlands Steendrukmuseum

De man die toen directeur was van het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard en die ik daar van elk van de door mij gemaakte steendrukken een exemplaar overhandigde voor de collectie van het museum. De man die dat museum grandioos op de kaart wist te zetten, de man met wie ik nog steeds een goed contact heb en de man die nu het Musiom bij gaat staan. Prachtig toch?

nog wat foto’s

dwalend over de etages en door de gangen van het Musiom vind je ook een schilderij van mij uit de museumcollectie, gecombineerd met beelden van Margot

hoe zit dat nu precies?

Poen gecombineerd met abstract

doorkijkje naar de beeldenbinnenplaats van het Musiom

Dus zeg nou zelf, is de Nederlandse kunstwereld nu groot of is die klein? Of is die groot in het kleine? Je antwoord kun je mailen naar toosvanholstein@xs4all.nl. Levensgezel heeft me beloofd de goede antwoorden op een zo partijdig mogelijke manier eruit te zullen zeven.

En wat betreft de expositie? Die duurt nog tot half november (toegankelijk met de museumkaart) en is absoluut de moeite waard. Wat zou ’t trouwens mooi zijn als bijvoorbeeld ook Museum MORE, dat bekende en vooral aan het Nederlands realisme gewijde museum in Gorssel, ooit ook een hommage aan Poen de Wijs zou brengen. Zijn kunst verdient dat voor de volle 200%. Van Museum Musiom naar Museum MORE, bekt dat niet lekker?Tot volgende week.

TOOS

We mogen weer los, zelfs van de niet zo cultuurminnende Hugo de Jonge


Op een of andere manier is er vanmorgen vermoedelijk iets fout gegaan bij het verzenden van dit blog waardoor ik denk dat een deel van mijn lezers deze aflevering niet in hun IN-vak heeft zien ploffen. De enige oplossing die ik hiervoor kan verzinnen is om alles nog een keer te versturen. Niet echt elegant, maar ’t is niet anders. Dus sorry als je dit vandaag al eerder hebt gekregen. TOOS

Saint-Paul-de-Vence aan de Côte d’Azur

Stel nou eens dat ik in 1994 niet zomaar spontaan voor drie maanden in het Zuid-Franse kunststadje Sint-Paul-de-Vence was neergestreken. Zou ik dan nu hebben meegedaan aan de groepsexpositie ‘Homerus-Ilias & Odyssee’ bij Galerie WiekXX in het Groningse Bad Nieuweschans.

Bad Nieuweschans

Bad Nieuweschans

Zoals de Romeinen dachten dat Homerus er uit zou zien

Ik hoor gelijk al weer levensgezel met zijn gevleugelde woorden ‘Toos, als ik nog een broer had gehad, zou die dan bruine bonen hebben gelust?’. Met in dit geval nog als extraatje ‘Toos, we weten helemaal niet of die Homerus van jou wel echt heeft bestaan!’. In dat laatste heeft hij trouwens helemaal gelijk. Want ‘de geleerden’ zijn het daar met elkaar beslist niet over eens. Heeft er wel een Homerus geleefd? En zo ja, heeft hij dan de Ilias en Odyssee zelf geschreven of heeft hij alleen allerlei verhalen verzameld? En zo ja, kon hij ze wel opschrijven want misschien was hij wel blind. En zo ja …, nou ga maar door. Vroeg-Griekse dichte mist tot en met.

Maar in die beginzin van hierboven zitten wel degelijk oorzaak en gevolg. Want door mijn verblijf in Saint-Paul ontstond het contact met Jean-Paul  Aureglia, nog steeds mijn galerist van Galerie Quadrige in Nice. En door Jean-Paul  ging ik de Ilias en de Odyssee lezen. Van voor naar achter en weer terug. Want hij had zichzelf een heilig levensdoel opgelegd. Namelijk het uitgeven van nieuwe drukken, geïllustreerd door ‘zijn’ kunstenaars, van wat hij als de fundamenten van onze Westerse beschaving beschouwt. Die werken van Homerus en de Divina Commedia van Dante. Maar ook de Legenda Aurea, op z’n Frans La Légende Dorée, van Jacques de Voragine (1228-1298). In het calvinistische Noorden minder bekend dan in het katholieke Zuid-Europa. Een heel persoonlijke keus natuurlijk, maar wel een die mij heeft beïnvloed. Want nu doe ik dus mee met die groepsexpositie over Homerus in dat noordelijk gebied van Nederland bij de Waddenzee. Waarvoor een reclamebureau ooit de toeristische leus ‘Er gaat niets boven Groningen’ bedacht.

Of de soldaten bij de Slag van Heiligerlee dat op 23 mei 1568 ook beseften, betwijfel ik ten zeerste.

de slag bij Heiligerlee

Maar op weg naar Nieuweschans vorige week om mijn werk voor de expositie te brengen, had ik toch even die absurde associatie. Want begon daar, zo’n dikke tien kilometer ten westen van Nieuweschans, volgens de geschiedenisboekjes niet officieel onze Tachtigjarige Oorlog? Met een overwinning van het Staatse leger, vooral bestaand uit huurlingen,op die vuige katholieke Spanjaarden? Dat daarvoor al wel wat nederlagen waren geleden tellen we voor onze eigen Hollands Glorie natuurlijk niet mee. Die tachtig jaar kun je beter beginnen met een overwinning en die bij Heiligerlee was de eerste. Historisch gebied dus, daar op dat Groningse platteland. Net zoals de oude vestingplaats Nieuweschans zelf.

eerst ingeladen in Middelburg en weer uitladen in Bad Nieuweschans

Een plek vol geschiedenis dus waarbij zowel  Homerus als zijn Ilias, met het 10-jarig beleg van Troje en dat bekende paard, als zijn Odyssee, met de avonturen en heldendaden van Odysseus, heel goed aansluiten. Net zoals dus mijn Homerus-kunstwerken en die van andere bekende kunstgenoten als Sam Drukker, Annemarie de Groot, Candace Charlton, Dick Aerts, Clary Mastenbroek en Jannes Koetsier. En ook net zoals mijn steendruk over de Ilias die ik na de opening van de expositie op 6 juni mocht overhandigen aan opener Jacqueline Klooster, docent aan de Faculteit der Letteren van de Groningse Universiteit.

die steendruk over de Ilias

Want het leuke van het maken van zo’n steendruk als voor de Iliade bij Jean-Paul is dat je als kunstenaar ook zelf altijd een klein aantal zogenaamde EA’s in bezit krijgt. Dat staat voor épreuve d’artiste en daarmee mag je doen wat je wilt. Zoals dus cadeau geven als blijk van waardering aan iemand die heel duidelijk veel wist van die óf werkelijk bestaand hebbende óf mogelijk imaginaire Homerus.

enkele van mijn ‘Homerus-schilderijen

geïnteresseerden in de Franse uitgaven van de Ilias en de Odyssee

Toos van Holstein, Sirène (n.a.v. een van de verhalen uit de Odyssee)

de beeldentuin van WiekXX

Op dus allemaal naar Nieuweschans, naar WiekXX. De galerie die al snel na de start in 1977 er één van faam werd in heel Nederland en die naam nog steeds heeft. Nu gesitueerd in de woonboerderij met beeldentuin van Henriëtte Mulder en Frans Boersma.

Neem bij je bezoek ook gelijk nog even Boertange mee. Ook al zo’n vestingdorp dat we te danken hebben aan die Tachtigjarige Oorlog.

Boertange

Of waarom niet het Groninger Museum? Dat mocht ten slotte na zes maanden sluiting afgelopen weekeinde ook weer open van minister Hugo de Jonge. Je weet wel, die man van ‘je hoeft niet naar het theater, je kunt thuis ook een mooie DVD opzetten’. Als kunstenaar vind ik dat die volkomen belachelijke, bizarre, çultuuranalfabetische en schrijnende uitspraak van hem niet vaak genoeg kan worden herhaald. Bij deze dus. Tot volgende week.

TOOS

To steendruk or not to steendruk, that’s the question


in het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard

 Een paar weken geleden zat ik in het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard te praten met de directeur Maarten Kentgens. Om twee vliegen in één klap te slaan. Want al een hele poos loop ik rond met het idee om weer eens een paar steendrukken te maken op de grote pers in het museum, waarover straks meer. En er loopt nu een prachtige expositie over een van de bekendste steendrukkunstenaars ter wereld, Alfonse Mucha (1860-1939). Wie kent ze niet? De affiches die de grondslag legden voor de Art Nouveau in Parijs.

Heel wat kamers werden ermee versierd toen in de jaren 1960/70 het Nederlandse bedrijf Verkerke Reproducties begon met de verkoop van goedkope kunstposters. Over de hele wereld vond je ze, de Verkerke-posters. Zo herinnerde levensgezel zich direct dat hij op zijn Leidse studentenkamer een paar Mucha’s had hangen en dat die mogelijk nog ergens op zolder stonden. En ja hoor, daar vond hij ze! Verstopt in een hoekje. Destijds zelf opgeplakt op spaanplaat, nu behoorlijk verbleekt en ook niet echt meer geweldig toonbaar. Kijk maar.

Dan hangen de oorspronkelijke litho’s van Mucha er in het Steendrukmuseum heel wat frisser bij (nog tot 27 september met misschien een verlenging). Indrukwekkend zijn ze, en groot, heel groot! Ik zag gelijk mezelf al voorover gebogen staan tekenen op zo’n grote, in de pers liggende steen. Om spontaan rugpijn van te krijgen. Maar als je weet hoe de rond 1800 door Alois Senefelder ontwikkelde techniek van het steendrukken in elkaar zit, zie je ook direct het meesterschap van Mucha. Niet voor niets werd hij al heel snel beroemd met zijn eerste litho’s.

Met de Franse Sarah Bernhardt (1862-1923) als onderwerp. De beroemdste toneelspeelster van haar tijd, de femme fatale met vele minnaars, de vrouw die altijd opnieuw meer uitgaf dan ze aan francs verdiende en de doorzetster die op oudere leeftijd nog een aantal jaren doorspeelde nadat er bij haar een been had moeten worden afgezet.

Een aantal van Mucha’s steendrukken met daarop Bernhardt in diverse van haar vele hoofdrollen, zelfs ook als man, hangen in Valkenswaard. Wereldiconen van de steendruktechniek zijn dat. Sarah hield er zelf ook altijd een aantal achter om ze later aan verzamelaars te verkopen. Een leuk spaarpotje  als ze weer eens in geldnood zat.

een aantal steendrukken met Sarah Bernhardt als onderwerp

Sarah in de mannelijke hoofdrol van Lorenzo de Medici in het stuk Lorenzaccio (1896)

Maar er hangt veel meer van Mucha. Echte reclameposters bijvoorbeeld. Want vooral daarvoor werden die steendrukken gebruikt. Hoe moest je namelijk anders reproduceren op grote schaal en op groot formaat? Daarom golfde in het begin van de 19e eeuw de steendruktechniek als een revolutie over Europa. Eindelijk een manier om muziekbladen vol noten te reproduceren in plaats van ze altijd maar weer met de hand te moeten schrijven! Eindelijk een manier om in grotere oplage kranten van tekeningen te voorzien! En ook een manier waarmee kunstenaars uit de voeten konden om de prachtigste kleurenlitho’s te creëren. Zoals die beroemde afbeeldingen van Toulouse-Lautrec en ook Mucha. Maar ook een techniek die spijtig genoeg wat in het verdomhoekje van de kunst terecht is gekomen. Voor velen te ingewikkeld, te moeilijk! Maar ik hou ervan!

dav

dav

Op de academie had ik wel wat ervaring opgedaan met het steendrukken, maar dat was niet echt om over naar huis te schrijven. Veel te zwaar om te sjouwen, die stenen. Meer iets voor échte mannen. Maar later ben ik er verslingerd aan geraakt. Door mijn ervaringen bij meestersteendrukker Ernst Hanke in Zwitserland. Waar ik weer terecht kwam door mijn kunstbroeder Poen de Wijs waarover ik hier vorige week nog schreef (vergeet je niet om hem te tippen voor de Galerie der Onsterfelijken?).

Sindsdien heb ik er al aardig wat gecreëerd. Eerst bij Ernst, later in Rudolf Broulim’s steendrukatelier in Ekeren bij Antwerpen en een paar jaar geleden met Gertjan Forrer op die gigantische lithopers in het Steendrukmuseum.

peinzend bij die grote pers in het Steendrukmuseum

enkele jaren geleden voorovergebogen aan het werk in die pers

meestersteendrukker Gertjan Forrer legt mijn steen in de pers voor de 1e drukgang van een nieuwe litho

Dat laatste wil ik graag nog eens herhalen. Want bij mijn galerie Quadrige in Nice heb ik nog een afspraak lopen voor een expositie waar een paar speciale, nog te maken steendrukken aan zijn gekoppeld. Vandaar dus mijn afspraak met directeur Maarten Kentgens. Dit steendrukverhaal krijgt dus beslist een vervolg. Oh ja, dat mijn litho’ in de collectie van het Steendrukmuseum zijn opgenomen, ligt natuurlijk voor de hand. Tot volgende week.

TOOS

Niet Alice maar Leonor Fini in Wonderland


Had je me voor de lente van 1994 gevraagd naar ene kunstenaar Leonor Fini, dan had ik vragend terug moeten kijken. Maar zou je dat nu doen, in augustus 2020? Dan komt er een uitgebreid persoonlijk verhaal. Beginnend bij Sophie Kerfanto, restaurant Abacadabra en de Fondation Maeght in Saint-Paul-de-Vence om dan via Pierre Cottalorda in Nice en Lichtstad Parijs door te gaan naar Neil Zukerman in New York. Met die Leonor Fini als rode draad. Begin juli noemde ik haar al eens in een blogaflevering over vrouwelijke surrealisten. Lees eventueel maar hier.

het kunststadje Saint-Paul-de-Vence met op de achtergrond de kust van de Côte d’Azur

Maar dat persoonlijke verhaal dus. In de lente van 1994 raakte ik volstrekt onverwacht verzeild in het middeleeuwse kunststadje Saint-Paul-de-Vence aan de Côte d’Azur. Noordwestelijk van Nice. Hoe ik daar terecht kwam en waarom ik er uiteindelijk drie maanden verbleef? Dat is een bijzonder, maar ander verhaal.

Ik zie me er gelijk weer zitten, op de zolder boven restaurant Abacadabra aan de Rue Grande waar eigenaar Sophie Kerfanto de scepter zwaaide en zelf op de 1e etage woonde. Een zolder die ik als slaapplek en atelier had kunnen inrichten. Met een prachtig uitzicht op de vallei aan de westkant van Saint-Paul. En met in het restaurant  een dik boek over ene Leonor Fini. Een in 1907 geboren vrouwelijke kunstenaar met werk dat me direct intrigeerde. Echt een heel eigen, sterke en overduidelijk vrouwelijke wereld.

Leonor Fini, olieverfschilderij

Leonor Fini

Dicht bij Saint-Paul ligt de Fondation Maeght, een heel bekend particulier museum voor hedendaagse kunst met een focus op de tweede helft van de 20e eeuw. Bleken ze daar een grote bibliotheek te hebben met ook een aantal boeken over Leonor Fini! Ik heb er in mijn drie maanden Saint-Paul aardig wat uurtjes doorgebracht als ik me wilde ontspannen na uren geconcentreerd schilderen op mijn steeds warmer wordende zolder. Om me bijvoorbeeld te laven aan het avontuurlijke leven van Fini. Een ravissante, zeer eigenzinnige vrouw die verkeerde in de bruisende kringen van de surrealisten in Parijs, die vaak extravagant gekleed ging, die haar liefdesleven verrijkte met zowel mannen als vrouwen en die er daarbij ook nog zo’n twintig Perzische katten op nahield.

rechts Leonor met links de wereldberoemde filmster Brigitte Bardot

Leonor met een van haar katten

Leonor Fini, olieverfschilderij

links Jean-Paul en rechts zijn compagnon Pierre Cottalorda

In die Saint-Paul tijd kwam levensgezel ook een week aanvliegen opdat we samen konden rondtoeren aan de Côte. Om onder andere musea en galerieën te bezoeken. Wie weet was er een galerie te vinden voor mijn schilderijen. Op de laatste dag van die week ontdekten we Galerie Qvadrige in Nice. De galerie van Jean-Paul Aureglia met wie ik nu al jaren samenwerk. Maar je begrijpt ’t al, dat is een ander verhaal. Wel van belang is dat Jean-Paul een veel oudere compagnon had, Pierre Cottalorda. Een gedistingeerde, oer-Franse heer die veel van kunst wist en die, zo bleek na verloop van tijd, nog had samengewerkt met o.a. Matisse, Salvador Dali en André Masson. En met ……. Leonor Fini! Zeg maar eens dat toeval niet bestaat. Vandaar dat ik nu dan ook in het bezit ben van een aantal steendrukken van Leonor. Want die waren via Pierre eigendom van Qvadrige.

Leonor Fini, steendruk

enkele olieverven van Leonor Fini

Een jaar later zag ik in een Parijse galerie voor het eerst ‘live’ olieverfschilderijen van haar. In wat waarschijnlijk de laatste expositie tijdens haar leven is geweest. Want ze overleed in 1996. Ik was al verknocht aan haar werk maar toen was ik gelijk helemaal verkocht. Wat een vrouw, wat een karakter, wat een kunstenaar! En wat een durf! Een kunstenaar die vond dat je het illustreren van de in 1954 gepubliceerde, hoogst gedurfde erotische roman ‘Histoire d’O’ niet aan mannen kon overlaten maar dat ook als vrouw moest doen. De vrouw die vond dat ook zij de als pornografisch betitelde boeken ‘De 120 dagen van Sodom’ en ‘Justine’ van Markies de Sade (1740-1814) moest illustreren. En laat ik nu zo’n maand geleden enkele van die steendruk-illustraties tegenkomen op de expositie ‘De Tranen van Eros’ in het Centraal Museum in Utrecht. Met de aanduiding dat deze waren uitgeleend door de CFM Gallery in New York. Waarvan ik dan weer eigenaar Neil Zukerman ken bij wie levensgezel en ik zo’n drie jaar geleden in zijn Manhattans appartement zaten te praten over …… Leonor Fini. Maar dat verhaal komt nog.

steendruk van Leonor Fini bij de uitgave van Histoire d’O, uitgeleend door de CFM Gallery in New York voor de expositie ‘De Tranen van Eros’

steendruk van Leonor Fini bij de Nederlandse vertaling van Justine van Marquis de Sade

enkele losse steendrukken bij die boeken op de expositie ‘De Tranen van Eros’ in het Centraal Museum te Utrecht

Oh ja, in die aflevering van begin juli schreef ik over een schilderij van Leonor dat toen nog op de veiling moest komen. Verkocht voor bijna 1 miljoen dollar!

Leonor Fini, dat schilderij van bijna 1 miljoen!

Tot volgende week.

TOOS

De Wondere Wereld van Verknoopte Levenslijnen in de Kunst


In mijn nieuwe boek ‘TOOS VAN HOLSTEIN II, for me art is travelling the mind’, is een aantal pagina’s gewijd aan de steendrukken die ik in de loop der jaren heb gemaakt. Zo staat op pagina 194 van dat bijna anderhalve kilo zware kunstboek een verhaal waarin Ernst Hanke een belangrijke rol speelt. De door kunstenaars alom geroemde Zwitserse meestersteendrukker met wie ik diverse keren samenwerkte om litho’s te creëren.

die p.194 in mijn boek met rechts de steendruk ‘Amparo’, gemaakt bij Ernst Hanke

het uitzicht bij het atelier van Ernst Hanke in Zwitserland

Hanke mag dan alweer een paar jaar zijn welverdiende Zwitserleven gevoel  ondergaan, toch kom ik zijn naam nog regelmatig tegen. Heel recent nog. Daarbij kwam toen plots de associatie in me op van zo’n plastic zak waarin je een aantal snoertjes bewaart. Van die absoluut noodzakelijke snoertjes waarzonder  het moderne leven niet geleefd kan worden. Bij laptop, muis, tablet, mobiel, fototoestel en dat hele scala aan bijbehorende oplaadapparaten. Je snapt vast wat ik bedoel. En als je dan zo’n snoer nodig hebt, blijkt zich in die zak geheel spontaan een nog net niet Gordiaanse knoop te hebben gevormd. Eigenlijk zoals in het echte leven diverse levenslijnen zich ook onverwacht met elkaar kunnen verknopen. Recent dus met Ernst Hanke als zo’n knooppunt. Ik ga dit even voor je ontwarren.

Levenslijn één. Toen ik levensgezel leerde kennen, maakte ik ook kennis met zijn goeie vriend en beeldend kunstenaar Poen de Wijs. Na mijn eerste, niet geheel tot tevredenheid verlopen steendrukervaringen in Nederland zei Poen ‘jij moet naar Ernst Hanke in Zwitserland, die is pas goed’. Poen werkte toen al een aantal jaren met hem samen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik naar Zwitserland. De uitkomst? Meer dan tevreden! Dus ben ik nog een paar keer terug geweest.

samen met Ernst bezig in zijn steendrukpers

met Ernst en zijn vrouw Erika bezig een drukgang van een steendruk door de pers te halen

Maar Hanke ging stoppen na jaren keihard gewerkt te hebben met vele beroemde kunstenaars. En heel droef, Poen is vijf jaar geleden veel te vroeg overleden.

Levenslijn twee. Toen ik levensgezel leerde kennen, leerde ik ook zijn goede vriend en collega Martin Impelmans kennen. En Martin was door de schuld van levensgezel heftig besmet geraakt met het kunstvirus. Dat is dan wel niet levensbedreigend en je hoeft er ook niet voor in quarantaine, maar reken maar dat het voor de rest van je leven blijft doorwoekeren. Uiteindelijk bestieren daardoor Martin en zijn vrouw Wilma nu hun expositieruimte Studio Imspa in Ridderkerk en de Stichting Grenze(n)loze Kunst. Dat ook zij Poen leerden kennen en werk van hem kochten spreekt eigenlijk voor zich.

Levenslijn drie. Na Poen’s dood  liggen jammer genoeg heel veel van zijn steendrukken lichtelijk te verstoffen. Want ooit waren steendrukken in, nu zijn ze uit. Foto’s, reproducties, zeefdrukken, giclees, goedkoop spul bij Ikea, dat heeft de overhand gekregen. En die prachtige steendruktechniek? Nu een kleine niche in de kunstwereld. Maar daar hoef je je natuurlijk niet persé bij neer te leggen. Dus is er nu in Studio Imspa de expositie ‘Poen de Wijs and Friends’.

op de tentoonstelling ‘Poen de Wijs and Friends’ bij een portret van Poen door zijn succesvolle leerling Meg den Hartog

enkele van de prachtige steendrukken van Poen op de tentoonstelling

Een expositie met als kern een aantal prachtige steendrukken van Poen zelf met daar omheen die van een aantal bevriende kunstenaars . Vanzelfsprekend van zijn vrouw Marion van Nieuwpoort, ook beeldend kunstenaar. Maar ook van de wereldberoemde magisch realist Michael Parkes. En van mij. En van Ernst Hanke zelf. Want in zijn vrije tijd leefde ook hij zich kunstzinnig uit op zijn eigen stenen en zijn eigen pers. Zo kan ik mezelf de trotse bezitter van een paar van zijn litho’s noemen.

mijn steendruk ‘Entrada’

een steendruk van Ernst Hanke zelf

een steendruk van Ernst die bij mij thuis hangt

Al die oorspronkelijk losse levenslijnen hebben zich nu dus in een expositie met elkaar verknoopt. Geen vervelende Gordiaanse maar een aangename verknoping. Met Ernst Hanke als de meesterverknoper van kunstenaars. Zoals op onderstaande foto met Poen, Ernst en mij.

Een foto gemaakt in het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard in 2013. Waar Poen en Ernst toen een steendruk maakten op de gigantisch grote pers daar. Een heel korte impressie daarvan zie je op onderstaand YouTube-filmpje.

Een absolute must trouwens voor de kunstliefhebber, dat museum waar ik op diezelfde pers  ook al eens  litho’s maakte. En wie weet in de toekomst ook nog weer. Want ik blijf de steendruk trouw. Tot volgende week.

TOOS

Het leggen van een kunstei in Gubbio


de bovenstad van Gubbio

Ik hoorde eens beweren dat als alle vrijwilligers in Nederland een paar dagen zouden staken heel ons land direct volledig op z’n gat ligt. Nou zal dat wel niet gaan gebeuren, maar ’t is wel een interessante gedachte. Stel nou eens, op dezelfde manier, dat overal ter wereld alle stichtingen, foundations, fondaziones, Stiftungen, fundações, of hoe ze ook maar heten, plotseling met hun bezigheden zouden stoppen. Zouden we dan met z’n allen niet heel snel wanhopig met de handjes in onze wel of niet kalende kruinen zitten?

bij een van de toegangsdeuren naar de expositiezalen

levensgezel en Giampietro Rampini bezig met mijn ‘Greek tragedy’

Ik weet in ieder geval zeker dat ik dan nu niet in het Italiaanse Gubbio zou verkeren. Want daar hebben de stichting ‘Grenze(N)loze Kunst’ en de fondazione ‘Aion Arte Cultura’ voor gezorgd. Dan was er nu geen ‘Mostra Internazionale d’arte e artigianato’, geen ‘Art meets Craftmanship’ in deze prachtige oude stad in Umbrië, ook bekend door zijn keramisten. En had ik niet als uitgenodigd kunstenaar de eeuwenoude Sala degli Arconi onder mijn hoede mogen nemen. Maar stichtingen staken niet. Vorige week kon ik me dus helemaal uitleven. Met vanzelfsprekend de hulp van mijn ‘mano di tutti’. Maar ook met die van keramist Maestro Giampietro Rampini en een behulpzame medewerker van de gemeente. Die ’t totaal geen probleem vond om ergens in de hoogte mijn lange banners aan het plafond te bevestigen.

uitpakken met de Nederlandse curator Martin Impelmans

 

scherven brengen geluk, zeker die van keramist Rampini

 

overleg met Rampini over de keramiekopstelling op zijn tafel

Afgelopen zaterdag was in het stadhuis aan het prachtige PiazzaGrande de opening. Op z’n Italiaans natuurlijk. Wat dat betekent? Een opening om 18 uur waarbij het getal achttien natuurlijk best wel rekbaar blijkt. Waarbij de burgemeester en minimaal 4 tot 5 andere verantwoordelijken in het Italiaans ’t een en ander mooi dienen te verwoorden. En waarbij natuurlijk een geschenk wordt overhandigd aan de stad. In dit geval mijn steendruk ‘Fiësta’. Toch een heel leuke eer dat ik dit zelf mocht doen. Wel in het Engels. Want Italiaans hoort, jammer genoeg, niet tot mijn actief taalbeheer.

opening in het middeleeuwse stadhuis

overhandiging van mijn steendruk aan de burgemeester

het doorknippen van het lint

bezoekers in ‘mijn’ zaal bij de opening

Daarna volgde een optocht door dalende en slingerende middeleeuwse straatjes en dito trappen naar de expositiezalen. Al waar de burgemeester eerst nog even het traditionele lint moest doorknippen. Bij ‘mijn’ zaal nog wel! En toen mocht de prosecco gaan bruisen. Nou, zeg daar maar eens nee tegen.

Was er dan geen Italiaans diner,Toos ? Ja, allicht was dat er! Maar dan op zondagavond. In aanwezigheid van heel wat deelnemende kunstenaars. Ook weer zoiets waar geen nee bij hoort. Want die Italiaanse keuken? Daar lust ik wel pasta van!

Dus is het absoluut geen straf hier nog een aantal weken te ‘moeten’ verblijven. Onder andere om samen te werken met al genoemde Giampietro Rampini in zijn keramiekatelier. Een nieuw kunstavontuur waar ik echt naar uit kijk. Reken dan ook maar op meer Italiaans nieuws de komende tijd in de ‘Corriere della Toos’. Tot volgende week.

TOOS

MCE, Leeuwarden en het oneindige zoeken


De Reuzen hebben Europese Culturele Hoofdstad Leeuwarden al een paar weken verlaten. Een ander interessant evenement daar, een tentoonstelling in het Fries Museum, duurt echter nog wel even. Absoluut de moeite waard en vandaar dit stukje.

Fries Museum: een wat overmaatse affiche met mij rechtsmidden

Eerst even een rijtje namen: Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Mondriaan. Die altijd opduikende rij als ’t gaat over Nederlandse kunstenaars die echt over de hele wereld gekend zijn. Maar stel nou dat je de vraag krijgt om er een vijfde kunstenaar aan toe te voegen. Dus ook iemand die in alle werelddelen herkenning oproept. Dan kom ik zelf direct uit op Maurits Cornelius Escher (1898-1972). Oftewel MCE, de ondertekening die je op al zijn werk vindt. Want wie kent niet die befaamde houtsneden en steendrukken van zijn realistische en toch onmogelijke bouwwerken waarin het spel met onder en boven je hersenen op zijn kop zetten? Constructies die niet kunnen maar in Eschers verwerking toch weer wel.

En wat te denken van die serie razend knappe Metamorfosen waarin verschuivende plant, dier of mensvormen heel ‘normaal’ in elkaar veranderen en verglijden?

Zou je je nu nog kunnen voorstellen dat een plafond van hem van 15 bij 15 meter met daarin insectenfiguren bij een verbouwing zonder aandacht van wie dan ook verwijderd wordt? Afgezien van één oplettende geest aan wie we ’t danken dat het nu nog bestaat? Lijkt me van niet! Toch gebeurde dat met een in 1951 door Escher gemaakt plafond voor het nieuwe Philips laboratorium in Eindhoven. Bij de opening daarvan werd zijn naam niet eens genoemd, laat staan bij die verbouwing 15 jaar later toen men er even niets mee kon.

Tientallen miljoenen Escher-posters later, die kamers over de hele wereld hebben gesierd, lijkt zoiets een onmogelijke gotspe. Best bijzonder voor iemand die ooit tegenover muzikant Graham Nash ( ja, die van de wereldberoemde groep ‘Crosby, Stills and Nash’) opmerkte dat hij eigenlijk geen kunstenaar maar een wiskundige was. Zie onderstaande trailer maar van de zeer recente documentaire ‘Escher: het oneindig zoeken’. Ik zag die vorige week in de bioscoop. Conclusie: indien mogelijk, gaan!!

Je kunt overigens ook naar Ljouwert, naar dat al genoemde Fries Museum. Voor de tentoonstelling ‘Escher op reis’. Zeg dus maar eens dat Escher niet in de belangstelling staat. Pure mazzel in feite voor Leeuwarden dat hij daar geboren is. Konden ze er als Culturele Hoofdstad toch maar mooi mee uitpakken. En dat doen ze ook.

een stiekem gemaakte foto, fotograferen op de expositie mag officieel namelijk niet

leuk om te doen: links een selfie in die bekende bol van Escher, rechts de oorspronkelijke houtsnede met daarin Escher zelf

officiële foto waarin je goed kunt zien hoe klein in feite de houtsneden van Escher in werkelijkheid zijn

Op heel informatieve en logische wijze wordt je daar door zijn leven geleidt. Via de prachtig verfijnde houtsneden die hij tijdens zijn langdurig verblijf in Italië maakte. Met de schetsen van zijn bezoek aan het Alhambra in Granada waar de abstracte Moorse herhalingsmotieven als een mokerslag bij hem binnenkwamen. En met al die bekende afbeeldingen waarmee hij in de jaren 60 uiteindelijk pas echt beroemd werd via de hippiecultuur die vanuit Californië de hele wereld overwaaide. Dol waren de hippies op zijn voor hen psychedelische afbeeldingen.

vroeg werk van Escher waarin al duidelijk is waarop hij heel veel later uitkomt

houtsnede gemaakt in Italië

schets van Escher, gemaakt in het Alhambra in 1936

Dat laatste komt in Leeuwarden jammer genoeg niet echt goed tot uiting. Maar daar is die documentaire dan weer goed voor. Expositie en film vullen elkaar in dat opzicht heel mooi aan. Zo wist ik niet dat Mick Jagger van de Stones ooit aan Escher gevraagd had een ontwerp voor een platenhoes te maken. Maar dat MCE daar door tijdgebrek geen zin in had. Hij begreep, curieus genoeg, trouwens helemaal niets van die hippietoestanden. Liever had hij contact met bètawetenschappers. Die begrepen ten minste waarmee hij bezig was in zijn zoektocht naar het weergeven van het begrip oneindigheid.

Eschers weergave van oneindigheid met een verdwijnpunt in het midden

kijkend door een grote loep naar zo’n verfijnde houtsnede

Die weigering bij Mick Jagger kon hij zich destijds financieel ook wel permitteren. In de jaren 50 zou dat wel een tikje anders zijn geweest. Door artikelen in 1951 in de Amerikaanse tijdschriften Time en Life brak hij daar wel door, maar met een verdienste van zo’n 2200 dollar bij de verkoop van 150 door Escher zelf gedrukte houtsneden in 5 jaar tijd kun je niet echt over een vetpot spreken. Vergelijk dat eens met de tienduizenden euro’s die nu voor sommige van zijn originele prenten worden neergeteld. ’t Kan verkeren. Maar het is wel terecht. Dus zullen we dat rijtje namen in het vervolg maar houden op Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Mondriaan en Escher? En wil je in 4 minuten tijd nog wat meer over hem opsteken? Kijk dan eens naar de volgende BBC minidocumentaire.

Tot volgende week.

TOOS

Dante en Homerus te gast bij TOOS als Middelburg op 6 mei Boekenstad is


affiche van dit jaar

Eens per jaar op de eerste zondag in mei is Middelburg een echte Boekenstad. Vanuit verre streken, zelfs uit Vlaanderen, komen zo’n 130 handelaren in allerlei soorten en maten naar de Markt. Daar waar zich ook al heel lang één van de mooiste en grootste boekhandels van Nederland bevindt. De Drukkerij. Nog nooit bezocht? Dan mis je wat. ’t Is maar dat je ’t weet! Maar dat terzijde.

Zelf voeg ik ook het nodige toe. Maar dan wel in mijn atelier aan de Korendijk. Met als gasten onder anderen de Griek Homerus, de Italiaan Dante Alighieri, de goden uit de IJslandse Edda en heiligen als Sint Nicolaas en Catharina van Alexandrië? Best een interessant gezelschap, nietwaar?

embleem van de kunstroute

Die boekenmarkt is een spin-off van onze maandelijkse Kunst en Cultuurroute in Middelburg. Ooit een thema, dat uiteindelijk zoveel succes had dat de organisatie ervan na een aantal jaren op eigen benen kon staan. Maar die boeken zitten natuurlijk nog wel steeds in de genen van de kunstroute. Vandaar dat een aantal ateliers en galerieën zich zondag 6 mei ook werpt op het boek. Maar vanzelfsprekend wel kunstzinnig. Kijk maar op de website https://www.kunstroutemiddelburg.nl/.

Daar zul je dus ook mijn atelier aantreffen. Want naast schilderijen heb ik ook wel een en ander in huis op boeken in combinatie met kunst. Van de oude Grieken via de middeleeuwen tot aan vandaag de dag. En dat allemaal dankzij mijn Galerie Quadrige in Nice. Eigenaar Jean-Paul Aureglia blies er nieuw leven in uitgeverij La Diane Française die ooit al samenwerkte met nu dooie maar nog steeds beroemde kunstenaars als Salvador Dali, Leonor Fini en André Masson.

Hij stelde zich als levensdoel om naast nieuwe teksten ook eeuwenoude literaire pijlers onder onze hedendaagse Westerse beschaving uit te geven.  In de vorm van het livre d’art. Een in la douce France veel meer dan in Nederland voorkomend soort kunstboek. Uitgaven in zeer beperkte oplage, geïllustreerd met multiples. Originele kunstwerken zoals etsen, houtsneden, gravures, steendrukken en zeefdrukken. Allemaal losliggend en daardoor met het handje uitneembaar.

mijn ‘verzamelde werken’ in de boekenvitrine in mijn atelier

Bij dat levensdoel van Jean-Paul ben ik als kunstenaar nu al een flink aantal jaren betrokken. En daardoor kan ik dus mooi meespelen met Middelburg Boekenstad. Met zeefdrukken bij hoofdstukken uit de 14de eeuwse Divina Commedia van Dante. Met steendrukken bij de duizenden jaren oude verzen in de Ilias en Odyssee van bard Homerus. Met steendrukken bij de ook al heel oude Scandinavische sagen en legenden uit de Edda. Ooit in de 12de eeuw opgetekend in IJsland. En met steendrukken bij een paar heiligenlevens uit de Legenda Aurea.

zeefdruk bij de Divina Commedia

een steendruk bij de Edda

De Legenda Aurea? Ja! Een boek dat in Nederland niet zo bekend is, maar in de middeleeuwen het meest gelezen boek was na de Bijbel. Met uitgebreide levensbeschrijvingen van het gigantische aantal heiligen dat de Roomse Kerk in de loop der eeuwen had verzameld. Zoals onze eigenste Sint Nicolaas. Toen nog zonder zijn Piet. Verwacht in mijn afbeeldingen dus geen zwarte of in wat voor kleur dan ook geveegde of gestreepte helpers van hem.

Ook Santa Catharina, die zorgde voor mijn eerste voornaam, heb ik kunstzinnig onder handen genomen. Maar dan wel die van Alexandrië. Want het Toscaanse Siena heeft ook een 14de eeuwse heilige van die naam. Eveneens heel sterk vereerd, maar mij een te kwezelachtig typje. Nee, dan mijn naamgenoot Catharina van Alexandrië van rond het jaar 300!

een steendruk bij de levensbeschrijving van Sainte Catharina d’ Alexandria

Een zeer wijze, onafhankelijke, standvastige en gelovige vrouw die met haar heldere verstand zelfs mannen wist te overtuigen. Ga er maar aan staan! Maar ja, ze moest ’t wel met de marteldood bekopen. Volgens de legende dan natuurlijk. Kijk, dat zijn vrouwen die me inspiratie opleveren.

Benieuwd? Kom dan 6 mei naar de Korendijk 56. Daar krijg je niet alleen uitleg over die prachtige steendrukkunst maar kun je ook de bijbehorende livres d’art bekijken. Allemaal nog ouderwets met losse loden lettertjes met de hand gezet door Jean-Paul en pagina voor pagina op de handpers gedraaid. Wel in de Franse taal. Maar zoals gezegd, alle apart genummerde en gesigneerde bijbehorende multiples liggen er los in. En is kunst niet een soort universele taal? Tot volgende week.

bezig in het atelier van meestersteendrukker Rudolf Broulim bij Antwerpen

TOOS

De logische lijn van middeleeuwer Dante naar Cobrakunstenaar Alechinsky en komiek John Cleese


Kom ik er in het Franse Chamalières achter dat werk van mij nog nooit zo dicht in de buurt heeft gehangen van de wereldberoemde kunstkanonnen Chagall, Miró, Calder en Braque als juist daar.

in Chamalières

Chamalières? Jazeker! Want als je dan toch met de auto naar Nice en omstreken moet om kunstige zaken te vervoeren, kun je best een omweggetje van een paar honderd kilometer maken naar die plaats. Levensgezel, die zich altijd met liefde opwerpt als privéchauffeur, draait daar zijn hand niet voor om. Oh, waar dat Chamalières ligt? Nou, vlak tegen Clermont-Ferrand aan. En waarom dan die omweg? Wist je dan niet dat daar elke drie jaar Le Triennale Mondiale de l’Estampe et de la Gravure wordt georganiseerd? Een triënnale dus waar de druk van kunst centraal staat. Kunst in gelimiteerde oplage zoals bij steendrukken, zeefdrukken, gravures, etsen, houtsneden. Multiples in het Engels.

Dit jaar vindt de tiende editie plaats. Een kolfje naar de hand van Jean-Paul Aureglia, mijn galeriehouder uit Nice. Hij specialiseert zich ten slotte al een aantal jaren in het uitgeven van het livre d’art. Literaire teksten in kleine oplage, rijk geïllustreerd met speciaal daarvoor gemaakte multiples. Ik heb daaraan al regelmatig meegedaan met steendrukken. Maar voor de middeleeuwse Divina Commedia van Dante Aleghieri heb ik me aan de zeefdrukken gewaagd.

enkele van mijn zeefdrukken voor de Divina Commedia

En laat Jean-Paul nu net een hele zaal te hebben gekregen om het werk van alle aan dat Dante-project meewerkende kunstenaars tentoon te stellen! Ik was uitgenodigd voor de opening in september maar dat kwam toen niet echt uit. Even een dagje op en neer naar Clermont-Ferrand? Mwah! Vandaar die omweg met de auto nu. En vandaar die beginzin. Want ook Chagall, Miró, Calder en Braque hebben steen en zeefdrukken gemaakt. Miró zelfs hele grote. En daarvoor hoefde ik alleen maar even vanuit ‘onze’ zaal van Dante door te steken naar die van hun. Eigenlijk best een lekker gevoel!

deel van de expositie over de Divina Commedia

bij mijn eigen werk

in de volgende zaal bij Miró

Er was overigens nog heel veel meer. Teveel om in onze paar geplande Chamalières-dagen te kunnen aflopen en rijden. Ga er maar aan staan, zo’n 30 expolocaties verspreid over de regio. Met een veelvoud daarvan aan kunstenaars vanuit alle werelddelen die een grote verscheidenheid aan interessante en natuurlijk ook minder interessante kunst toonden.  En met een prachtig uitgevoerde, dikke catalogus die ik als meewerkend en vanzelfsprekend ook vermeld kunstenaar zomaar daar ter plaatse cadeau kreeg van de organisatie.

de catalogus met een aantal pagina’s gewijd aan Dante en galerie Quadrige uit Nice

gevel van Centre de la Gravure

Maar hoe kom ik nu van Dante naar Alechinsky? Heel simpel. Omdat zich in het Waalse La Louvière, dicht bij Charleroi, het ‘Centre de la Gravure et de l’Image imprimée’ bevindt. Ook al weer grafiek en gedrukte afbeelding dus. Daar was ik nog nooit geweest en ’t lag kunstig mooi in het verlengde van de triënnale. Dus nog een ommetje van een paar honderd kilometer? Pas de problème! Weet je wel, die zich niet omdraaiende hand van levensgezel? ’t Is ook weer eens wat anders, Nice-Middelburg via La Louvière. Echt zo’n wat morsige, weggezonken Waalse industriestad van ooit betere tijden. Maar dat museum bleek een mooie verrassing. Wat anoniem weggestopt achter een weinig interessante gevel bevond zich een geweldig kunstcentrum.

Wat ik al wel van te voren wist, was dat de Belgische Pierre Alechinsky er een grote overzichtstentoonstelling had. Voor mij vormt hij samen met Nederlander Constant Nieuwenhuijs de top van de Cobra-groep die eind jaren 40 van de vorige eeuw werd opgericht. Natuurlijk, de namen van Appel en Corneille duiken meestal gelijk op bij die naam Cobra. Maar geef mij maar Alechinsky, Constant en ook Lucebert .

één van de drie zalen met werk van Alechinsky

Hoewel Alechinsky, met z’n nu 90 vitale levensjaren een van de weinige nog levende Cobra-kunstenaars, heel anders werkt dan ik, spreken zijn tekeningen en schilderijen mij al jaren sterk aan. Nog sterker nu ik drie zalen vol met zijn originelen en zijn grafisch werk heb gezien. Heel intrigerend bijvoorbeeld zoals hij oude landkaarten gebruikt om er voorstellingen op te maken.

oude kaart van Europa met Alechinsky’s interpretatie van de dreiging vanuit Rusland

fragment van een tekening op een oude kaart

Ik ontdekte er zelfs één van Yemen met de havenstad Aden. Waardoor ik ineens moest denken aan die vrijwel verlaten, gigantisch grote restaurantzaal daar waar ik jaren geleden de volmaakte plaatsvervanger van Manuel meemaakte. Je weet wel, die door en door stuntelige ober uit de hilarische tv-serie Fawlty Towers met John Cleese als chaotische hotelmanager. Deze Yemenitische Manuel maakte ’t zelfs nog een graadje erger. Om nooit te vergeten. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

Aden op een oude kaart van Yemen, fragment

Ik realiseerde me daar in La Louvière ook  ineens dat de opzet van mijn zeefdrukken voor de Divina Commedia (hierboven) en de opzet van een aantal van Alechynski’s schilderijen wel wat van elkaar weg hadden. Echt heel frappant!

Toch mooi om via een paar ommetjes, nou ja, eigenlijk meer ommen, een kunstcirkel vanuit Nederland via Chamalières, Nice en La Louvière op verschillende manieren grafisch rond te maken. Of klinkt dat erg ingewikkeld en onlogisch? Tot volgende week.

TOOS

De lange arm van Homerus


de Ilias en Odyssee in de vitrine in mijn atelier

Had die goeie ouwe, rondtrekkende en verhalen vertellende bard Homerus ’t ruim 28 eeuwen geleden ooit kunnen bevroeden? Dat beeldend kunstenaars, filmregisseurs en toneelmakers zich nu nog steeds laten inspireren door wat hij toen op schrift stelde? De Ilias en de Odyssee. In ritmische zangen en verzen gegoten geschiedenissen, mondeling van bard op bard doorgegeven. Avonturenverhalen die toen ook al eeuwenoud waren. En had hij kunnen bedenken dat ik daar komende zondag 4 juni aandacht aan geef in mijn atelier bij de Middelburgse Kunst en Cultuurroute?

Nee, vast niet! Want hadden wij, om maar wat te noemen, 28 jaren in plaats van 28 eeuwen geleden ook maar het flauwste vermoeden van het ritueel dat zich nu veelvuldig voor onze ogen afspeelt? Een ritueel waar hele volksstammen zich op straat, in trein, bus of bioscoop om de haverklap aan overgeven. Volledig gebiologeerd en zonder oog voor de omgeving met hun vingertjes over oplichtende schermpjes vegen. Zowel lopend, staand als zittend. Daarbij ook nog vaak luidop in zichzelf pratend met geluidgevende dopjes in hun oren. Geluid dat, zo schat ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in, vast niets met de verzen van Homerus heeft te maken. Nee, dat vermoeden hadden we vast niet. Dus valt die goeie, ouwe bard in dat opzicht helemaal niets kwalijk te nemen.

paar steendrukken uit de Ilias

Hoe ik voor die kunstroute op 4 juni ineens op Homerus kom? Ten eerste, en trouwe lezers weten dat, omdat ik een stevige band met hem heb via mijn galerie in Nice. Waarmee ik heb samengewerkt aan nieuwe, geïllustreerde uitgaven van de Ilias en Odyssee. Maar er is nog een belangrijk ten tweede. Een dikke week geleden bevond ik mij op Malta. In de begin 19de eeuw gebouwde Nationale Bibliotheek van hoofdstad Valetta. Daar bleken ze een ruime collectie heel oude drukken van de Odyssee en de Ilias te bezitten . Waaronder zelfs een kostbare en zeldzame vroege Venetiaanse uitgave uit 1499. Maar ook ontdekte ik dat ze er op Malta behoorlijk trots op zijn dat de grote Griekse held Odysseus een aantal jaren doorgebracht zou hebben op Gozo. Het tweede eiland van de archipel van de Repubblika ta”Malta. Ja, ik heb ook nog wat Maltees opgestoken.

Nationale Bibliotheek in Valetta, Malta

Op dat Gozo, of Ogygia zoals het in de Odyssee heet, werd hij jaren gevangen gehouden door tovenares Calypso. Die was hopeloos verliefd op hem geworden nadat hij op haar eiland aanspoelde na een schipbreuk. Gevangen is daarbij overigens een nogal betrekkelijk begrip. Want Odysseus zou, niet geheel onvrijwillig, een paar kinderen bij haar verwekken. Maar uiteindelijk beschikten de goden op de top van hun Olympus toch maar dat hij weer naar zijn paleis op Ithaka mocht. Waar zijn eigen Penelope al jaren smachtend op hem zat te wachten.

Komt bij dit alles mogelijk de vraag op waarom ik op dat verre Malta verkeerde? Dat is weer een heel ander verhaal.

paar steendrukken uit de Odyssee

Hoe ik op 4 juni aandacht ga geven aan Homerus? Ik heb vier dikke volumes van die Ilias en Odyssee met daarbij door mij gemaakte steendrukken. En natuurlijk schilderijen die erop zijn gebaseerd. Schilderijen die voor zich spreken. Maar ik wil daar best wel wat aan toevoegen. Overigens niet in de vorm van verzen en zangen zoals Homerus dat deed. Lijkt me echt beter van niet. Maar als je die dag Middelburg ingaat, heb je best nog wel kans een aantal woeste zeemansgezangen op te vangen. Want het is Middelburg VÓLkoren. Zo’n spin off van de kunstroute die een eigen leven is gaan leiden. Met overal zangkoren van overal vandaan. Daarbij zitten vast ook shantykoren. Van die groepen mannen die uit volle borst zeemansliederen ten gehore brengen. Soms al honderden jaren oud. Je zou je er de bemanning van het schip van Odysseus zo bij kunnen voorstellen. Ruige, moedige zeevaarders voor geen kleintje vervaard. Waarbij ik wel ’t lichte vermoeden heb dat de meeste van die shantykoorleden de zee nog nooit voor ’t echie hebben meegemaakt.

Sirene, olieverfschilderij gebaseerd op de Odyssee

En wat mijn eigen Odyssee betreft? Die duurt nog wel even. Want ik heb in overleg met Jean-Paul Aureglia van die galerie Quadrige in Nice besloten om samen met hem nog twee unieke exemplaren van, op z’n Frans, L’Odysée te maken. Twee boeken in groot formaat, elk geïllustreerd met 25 originele aquarellen. Voor de Ilias deed ik dat al eerder. De lange arm van Homerus reikt dus nog steeds over de eeuwen heen, zeker ook naar mij. Wie weet tot 4 juni en in ieder geval tot volgende week.

TOOS

Surrealistische realiteit in Boijmans


Salvador Dali, Mae West lippensofa, op “Gek van surrealisme” in Museum Boymans

 

 

Kun je ’t eigenlijk nog wel surrealisme noemen als je een surrealistisch moment hebt tijdens het rondlopen op de grote tentoonstelling “Gek van surrealisme” in het Rotterdamse Museum Boijmans van Beuningen?  Want is zo’n surrealistisch moment daar dan eigenlijk niet normaal?  Ik had ’t toen ik Leonor Fini en André Masson er tegenkwam. Niet in levende lijve trouwens.  Ze zijn al weer wat jaartjes dood en daaruit opstaan is maar weinigen gegeven. Zelfs bij surrealisten. Maar dode kunstenaars leven wel voort in hun schilderijen. En die hingen er wel.

Leonor Fini, Due Donne, 1939

André Masson, Massacre, 1931

Maar waarom had ik nu juist bij die twee dat surrealistische moment? Er hangt ten slotte volop werk van wereldwijd bekende grote kunstkanonnen als Max Ernst, Salvador Dali, Yves Tanguy en René Magritte. Dat komt omdat er voor mij een persoonlijk lijntje loopt naar Fini (1907-1996) en Masson (1896-1987) van wie de namen regelmatig vallen in gesprekken met Jean-Paul Aureglia in zijn galerie Quadrige in Nice. Die galerie, waarmee ik al weer heel wat jaartjes samenwerk, werkte namelijk ooit  onder de naam La Diane Française ook met hen beiden. In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw.

Max Ernst, Le couple, 1923

Yves tanguy, les survenants II, 1942

Dali, Impressions of Africa (detail), 1938

René Magritte, The red model. 1935

Toen richtte Pierre Cottalorda zich met zijn uitgeverij La Diane Française op literaire kunstboeken in kleine oplage, aangekleed met steendrukken of etsen van bekende kunstenaars. Zoals de toen al wereldberoemde Matisse en Dali. En met, daar zijn ze, Leonor Fini en André Masson.

Gaat hier misschien een belletje rinkelen bij regelmatige lezers van dit blog? Want geeft galerie Quadrige ook niet nog steeds zulke boeken uit onder die naam van La Diane Française? En lever ik daaraan niet ook regelmatig mijn bijdrage? Ziehier het lijntje.

 Begin jaren 90 werden de oude Pierre Cottalorda en de veel jongere Jean-Paul Aureglia compagnons in de nieuwe galerie Quadrige waar uitgeverij La Diane Française onderdeel van ging uitmaken. Samen met de inboedel daarvan. Zoals een door Masson zelf geschreven en geïllustreerd boek “Le PLAISIR  de PEINDRE”. Nu een bibliofiele uitgave. En zoals een kunstuitgave van het beruchte en beroemde erotische “L’histoire d’O” waarbij die 50 tinten grijs volstrekt verbleken. Berucht vooral omdat het onder pseudoniem geschreven was door een toen nog onbekende vrouw. Een vrouw die porno schreef? Kon dat zomaar? Opschudding alom! Maar ja, ’t kon dus.

Net zo goed als dat een andere vrouw voor die kunstuitgave nogal erotisch getinte steendrukken maakte. Leonor Fini dus.

????????????????????????????????????

Een behoorlijk onafhankelijk ingesteld typje dat beslist niet bang was voor een opschuddinkje hier en daar. In Frankrijk en Amerika zeer gekend maar in Nederland nooit echt doorgebroken. Toch hangt ze nu maar mooi in Museum Boijmans. De Leonor Fini waarvan ik via galerie Quadrige nog zo’n L’histoire d’O steendruk heb kunnen verwerven. De Leonor ook die regelmatig verkeerde in het gezelschap van Dali en andere surrealistische tijdgenoten. Wat eveneens gold voor André Masson.

Dali bij de paal, Fini rechts van hem

Snap je nu mijn surrealistisch moment? In 1994, toen ik door toeval betrokken raakte bij Quadrige in Nice, had ik toch nooit kunnen bedenken dat een schakel van gebeurtenissen mij in 2017 in Rotterdam blij verrast voor schilderijen van Fini en Masson zou laten stilstaan?

Leonor Fini, The alcove, met Leonora Carrington (zie hieronder) op de voorgrond

Dat stilstaan gebeurde natuurlijk bij meer werken. Want aan Max Ernst kan ik nooit voorbij lopen. Die heeft zo’n intrigerende wereld geschapen dat ik er elke keer weer naar toe wordt getrokken. En  Salvador Dali blijft natuurlijk een trekker van jewelste met zijn iconische gesmolten horloges en olifanten op dunne pootjes. Maar dat naast die mannen ook de vaak wat weggestopte vrouwelijke surrealisten, zoals Leonora Carrington, in de tentoonstelling aan bod komen, vind ik een groot pluspunt . Als lid van het vrouwelijk geslacht mag ik ten slotte best vinden dat vrouwen in de kunst zowel in het verleden als ook nu nog veel te vaak worden ondergewaardeerd en weggeschreven. Daar valt nog een wereld te winnen.

Leonora Carrington, Are you really serious, 1953

Fini links, Carrington rechts

Tot volgende week.

TOOS

Sint Nicolaas verricht geen wonderen meer


Sint Nicolaas, steendruk door Toos van Holstein bij het levensverhaal van de heilige Saint Nicolas in de uitgave van de Légende dorée van de Franse uitgeverij La Diane Française
Sint Nicolaas, steendruk door Toos van Holstein bij het levensverhaal van de heilige Saint Nicolas in de uitgave van de Légende dorée van de Franse uitgeverij La Diane Française

 

Sinterklaastijd, druk, druk, druk, dus tot mijn spijt

Is er voor een normaal blog dit keer geen tijd.

Ik vroeg Sint Nicolaas nog een wonder te verrichten

Door onze dagen tot 36 uur te verplichten,

Maar de heilige bleek zijn vroeger wondergedoe zat

Hoe langdurig ik hem ook smeekte en bad.

Vandaar dus nu alleen deze rijmelarij

En de volgende keer weer meer van mij.

Het wonder van de redding van het jongetje uit het vuur door de heilige Saint Nicolas, steendruk van Toos van Holstein in de uitgave van de Légende dorée van de Franse uitgeverij La Diane Française
Het wonder van de redding van het jongetje uit het vuur door de heilige Saint Nicolas, steendruk van Toos van Holstein in de uitgave van de Légende dorée van de Franse uitgeverij La Diane Française

Tot volgende week.

TOOS

De Odysseaanse omzwervingen van de Niçoise Odysseus van Toos


q01

Odysseus, Griekse held van top tot teen, beleefde tijdens zijn omzwervingen avonturen op vele plekken rond en in de Middellandse Zee. Maar in Nice was hij nooit. Dat ging ook moeilijk. Want de stad werd pas in de 4de eeuw voor Christus door de Grieken gesticht. En toen verkeerde Odysseus al eeuwen lang, naar ik aanneem, in de Elysese velden, de verblijfplaats voor gelukzalige Griekse helden. Toch is hij nu in Nice. Zelfs een heel jaar lang. In de vorm van een aantal tentoonstellingen. Dat alles vanwege een nieuwe, kunstzinnige uitgave van de Odyssee van Homerus door galerie Quadrige en uitgeverij  La Diane Française. Gecombineerd met exposities van zes kunstenaars die met steendrukken, zeefdrukken, houtsneden en gravures aan dit nieuwe kunstboek hebben meegewerkt. En mijn expositie, want ik ben één van die zes, is nu gaande.

Odysseus turend naar de horizon, olieverf van Toos van Holstein
Odysseus turend naar de horizon, olieverf van Toos van Holstein

Maar voordat het zover was, zijn er heel omzwervingen en onverwachte kunstavonturen aan vooraf gegaan. Net dus zoals bij Odysseus zelf. Twintig jaar lang werd hij als speelbal voortgedreven door onenigheid tussen een paar Griekse goden. Toen pas mocht hij van hen bij thuiskomst op Ithaka zijn trouw wachtende Penelope weer in de armen sluiten. Zo erg was dat bij mijn expositie gelukkig niet. Maar toch!

Als illustraties voor de Odyssee maakte ik in 2014 al vier steendrukken. Mijn meestersteendrukker Rudolf Broulim uit het Belgische Ekeren ging namelijk met welverdiend pensioen. En voor die tijd wilde ik toch graag nog een keer van zijn uitgebreide ervaring gebruik maken. Vier litho’s van de vereiste afmetingen creëerde ik nog bij hem, op papier van Quadrige en net passend op één steen.

bij Broulim werkend aan de steendrukken
bij Broulim werkend aan de steendrukken

Maar voor die Odysseus uitgave had ik er wel vijf beloofd aan galerie-eigenaar Jean Paul Aureglia. Hoe nu? Daarvoor deed zich in 2015 een elegante oplossing voor. Bij het Nederlands Steendrukmuseum in het Brabantse Valkenswaard. De directie daar vroeg of ik hun jaarlijkse relatielitho wilde maken. Kon ik toch mooi die vereiste vijfde steendruk maken in combinatie met dat relatiegeschenk, ook weer op één steen.

werkend aan de 5de steendruk in het Steendrukmuseum van Valkenswaard
werkend aan de 5de steendruk in het Steendrukmuseum van Valkenswaard

Dat was dus keurig allemaal klaar voor de in 2016 in Nice geplande expositie. Maar voor zo’n tentoonstelling is nog wel iets meer nodig dan vijf litho’s.

de 5 litho's op rij bij de expositie
de 5 litho’s op rij bij de expositie

Nu maak ik voor een steendruk altijd eerst wat ontwerpen in de vorm van niet al te grote tekeningen en aquarellen. Die had ik dus al begin 2014. Waarom daar niet iets mee gedaan? Zo gezegd zo gedaan. Een aantal van die voorstudies scande ik in hoge resolutie in om ze bij mijn vertrouwde adres van ZWF in Bolsward op hoogwaardig schildersdoek in kleur te laten afdrukken. In een veel groter formaat, namelijk 100-90 cm. Maar daarbij bleef op mijn verzoek aan de zijkant telkens een strook van 10 cm breed onbedrukt. Toen met die losse doeken op naar de Martinikerk in Franeker. Om daar te knielen bij de oude grafstenen in de kerkvloer. Niet vanwege boetedoening. Maar wel om met oliekrijt en rubben delen van oude teksten en gebeeldhouwde fragmenten van die stenen over te brengen op die onbedrukte,witte stukken.

rubben in de Martinikerk van Franeker
rubben in de Martinikerk van Franeker

Vervolgens heb ik die losse doeken op laten spannen op aluminium frames bij ook al weer zo’n vertrouwd adres, Artel in Rucphen. Dus voordat ik er in mijn atelier in Middelburg mee verder kon, hadden die werken al een hele reis en geschiedenis achter de rug.

En toen ineens kwam in 2014 “O die zee”, georganiseerd door Trudi Warns van Theater de Wegwijzer in Nw.- en St. Joosland, op mijn pad. Een muziekspektakel gebaseerd op de Odyssee en plaatsvindend bij Fort Rammekens in Ritthem. Logisch natuurlijk dat die serie schilderijen waaraan ik toch al werkte, daar een aantal maanden konden komen te hangen.

de expositie in fort Rammekens
de expositie in fort Rammekens

Maar daarmee was hun reis nog niet afgelopen. Want daarna kwam de uitnodiging om mee te doen met een kunstmanifestatie tijdens de Biënnale in Venetië in 2015. Waarom dan niet ook in Venetië die serie integreren in mijn deel van de expositie?

de expositie in Venetië
de expositie in Venetië

Maar na al die kunstomzwervingen kwam de eindbestemming van mijn Niçoise Odyssee dan toch in zicht. De opening in galerie Quadrige in de loop van mei 2016. Een zeer geanimeerde vernissage met natuurlijk een uitgebreide Niçoise specialiteitenmaaltijd ’s avonds laat er achteraan.

q09
foto’s van de opening

q10 q11 q12

de Niçoise maaltijd na de vernissage
de Niçoise maaltijd na de vernissage

Toen ik uiteindelijk mijn moeie hoofd op mijn kussen kon leggen, wist ik één ding zeker: Odysseus was thuisgekomen in Nice. En daar hangt ie nu. In de vorm van de steendrukken, die mixed media werken met o.a. rubbings en olieverfschilderijen die ik speciaal voor deze expositie maakte. Ook hij mag nu tot rust komen. Net zoals ik trouwens. In mijn atelier in Nice. Tot volgende week.

TOOS