Tagarchief: Metropolitan Museum

Afdeling ‘Moeilijke Vragen’: is de 17e eeuwse kunst van Artemisia als feministisch te bestempelen?


Ik was dus, zo vertelde ik vorige week, in het Rijksmuseum Twenthe. Bij ‘Artemisia. Vrouw & Macht’ (lees hier maar). En kwam daar enthousiast en vol gedachtespinsels vandaan. Ook vanwege spinsels in allerlei artikelen en boeken over mijn schildersheld Artemisia Gentileschi (1593-1653) die tegenwoordig de markt overstromen. Er wordt over haar wat afgeschreven en gespiegologiseerd (voor woorduitleg zie vorige week)! Ben je eerst weggezakt in vergetelheid, wordt je eeuwen later ineens wereldberoemd en krijg je in sommige kringen ineens het stempel van echte feminist van zeer avant la lettre. Op zich begrijpelijk gezien haar verkrachtingsgeschiedenis en de schilderijen die ze daarna maakte.

nog een van de zalen van de expositie

Tijd dus voor dat beloofde tweede gedachte-experiment.  Want hoe afschuwelijk ook haar ervaring, hoe zou Artemisia zelf alle huidige drukte over haar vanuit haar kunstenaarshiernamaalshoekje ervaren? Wat zou ze vinden van die feministische toe-eigening van haar werk? Zou ze van al dat psychologische geïnterpreteer, al die psygoochelarij, blij worden?

Kijk, natuurlijk heeft ze veel schilderijen gecreëerd met thema’s over vrouwen onder druk en moedige, wraaknemende vrouwen. Zoals Susanna, Jaël, Judith (vorige week!)  Maar hebben Rembrandt en Rubens niet ook ‘Susanna en de Ouderlingen’ geschilderd? Is ‘De onthoofding van Holofernes’ van Caravaggio niet ook wereldberoemd? En hebben veel andere mannelijke kunstenaars niet ook Holofernes bij de kruin gepakt? Net zoals ze ook Jaël op Sisera’s hoofd hebben laten hameren? Dat waren in de 17e eeuw gewoonweg heel populaire thema’s! Adel, kerkprelaten, vermogende burgers, rijen rijke machthebbers wilden maar wat graag een ‘Holofernes’, een ‘Susanna’, een ‘Jaël’ aan hun muren hebben. En vergeet niet dat de kunstenaars van toen leefden van hun opdrachten. Daar waar het geld en de macht zaten, daar gingen ze. De klant was koning, soms letterlijk. Oh, u wilt een extatische ‘Maria Magdalena’? Maar natuurlijk, geen probleem, maken we voor Uwe Hoogheid. Zo ook dus Artemisia. Ze maakte er diverse. Zoals bijvoorbeeld de eerste hieronder die nu op een expositie in Detroit hangt en de tweede die ik in Enschede fotografeerde.

Artemisia, Maria Magdalena (detail)
Artemisia, de Maria Magdalena in Enschede

Een ‘Cleopatra’ was ook nooit weg. Die populaire, machtige vrouw uit de Egyptische oudheid was beslist in. U vraagt, wij schilderen. Alweer Rubens deed ‘t. Net als Michelangelo en vele andere Italianen. En ook Artemisia. Drie hangen er in Enschede.

Artemisia, Cleopatra (met moeilijk zichtbaar bij haar rechterhand de gifslang waarmee ze zichzelf wil doden)
nog zo’n Cleopatra, met in de rechterhand weer de slang
detail met de slang
idem, met nu de slang die op het punt staat in haar linkerborst te bijten

Dus zou die psychologische en feministische benadering van haar werk nou wel zo zaligmakend zijn? Een ontdekking voor mij was daarom deze tekening van de Nederlander Leonaert Bramer (1596-1674) .

Artemisia stond naast haar vrouwtje dus ook haar mannetje. Want ’t staat er echt rechtsboven: Artemisia Gentileschi. Artemisia verkleed als man met snorretje, in Rome rond 1620 getekend op een gezellig feestje van de Bentvueghels. De clubnaam van een roemruchte groep vooral Lage Landen kunstenaars. Allemaal mannen die ter leringhe enkele jaren in Rome, the place to be, doorbrachten. Maar ter vermaeck ook graag uitgebreide schrans en drinkfestijnen aanrichten. Verkleed en wel.

anonym schilderij van zo’n verkleedpartij bij de Bentveughels

Met dus ook een keer een verklede Artemisia als gast tussen al die feestende mannen! Verrassend nietwaar? Ik moest ineens denken aan die feministische feesten uit onze jaren 70 met alleen vrouwen. Toegang voor de vijand, mannen, ten strengste verboden. Even voor alle duidelijkheid, niet mijn soort van feessie.

Wat trouwens te denken van onderstaand schilderij. Waarbij, opnieuw zo’n Oudtestamentisch verhaal, de eenvoudige herder David met een nauwkeurig gerichte steenslingerworp de reus Goliath heeft geveld en daarna met zijn zwaard onthoofd.

Artemisia, David met het hoofd van Goliath
detail

Zoiets van “hè, hè, wat een klus, dat hoofd is eigenlijk best een leuk steuntje, effe rustig zitten en uitpuffen”. Een behoorlijk macho schilderij toch? Opvallend feit: pas een paar jaren geleden is dit werk weer aan Artemisia toegeschreven. Terwijl het in 1631 al werd genoemd door een Duitse kunstenaar/schrijver die haar atelier bezocht.

Nog een ander herontdekt schilderij van haar?

Christus zegent de kinderen

In 1979 door het wereldberoemde New Yorkse Metropolitan Museum  verkocht. Onbekende meester, weg ermee. Hoeveel plukken haar zullen er uit de curatorhoofden zijn gerukt toen het in 2012, na restauratie, een echte Artemisia bleek. Wel een atypische natuurlijk gezien de geldende Artemisia-visie. 

Waar ik het in die visie wel helemaal mee eens ben, is dat Artemisia juist vrouwelijke emoties ook echt vrouwelijk weergeeft. Kijk nog maar eens naar een detail van haar ‘Susanna en de Ouderlingen’ uit Enschede. Geschilderd in 1622. Geef vertwijfeling en angst maar eens zo weer!

Dat deed ze trouwens ook al veel eerder, op 17-jarige leeftijd.

Artemisia, Susanna en de Ouderlingen (geschilderd op 17-jarige leeftijd)

Hoezo getalenteerd? Daar kan Rubens in een van zijn ‘Susanna’s een flinke punt aan zuigen.

Rubens, één van zijn ‘Susanna’s (detail)

Tot slot nog een Enschedese  ‘Holofernes’ als toegift? Oké. Misschien best een ideetje voor een ander blog: al die populaire 17e eeuwse afgehakte-hoofden-schilderijen eens bij elkaar.

Best ook een atypisch werk gezien kleurgebruik en koele emotie. Maar het is dan vermoedelijk ook een gezamenlijk schilderij van dochter Artemisia en vader Orazio. Ergens uit de periode 1607-10. Reken maar uit hoe oud ze toen was. Na al dat hakgeweld zat ’t trouwens best even lekker in het zonnetje op het binnenterras van het museum.

Tot volgende week.

TOOS

Toos gaat naakt


stockruimte van Galerie Peter Leen
stockruimte van Galerie Peter Leen

Een wat provocerende titel bij dit stukje? Ja, eigenlijk wel. Want ik ga echt niet zelf uit de kleren. Maar er komt wel een speciale expositie van mij aan. Een expositie met heel veel naakt. Dat zit zo.

Al weer meer dan een jaar geleden zat ik wat te brainstormen met Peter Leen in zijn galerie in Breukelen. Altijd gezellig, zeker ook sinds hij zijn galerie verrijkte met een Thais restaurant direct ernaast. In dat voortreffelijke Same Same restaurant, met de rondborstige Peter als voortreffelijk gastheer, eet je te midden van de kunst en kun je te gelijkertijd ongedwongen rond lopen in de galerie. Letterlijk een smaakvolle en kunstzinnige ervaring. En ook zeer bevorderlijk om het bezoek aan de galerie heel laagdrempelig te maken.

lezing van mij bij een eerdere expositie in de grote ruimte
lezing van mij bij een eerdere expositie in de grote ruimte

Al pratend kwamen we op het naaktmodeltekenen dat ik vroeger heel veel heb gedaan. Samen met een club kunstvrienden in Eindhoven één keer per week van een model snelle schetsen en ook wat meer tijd vragende tekeningen maken. Van zowel mannelijke als vrouwelijke modellen in allerlei houdingen.  Zeer bevorderlijk voor het goed en intens leren kijken en voor de tekenvaardigheid.

Bij dat gesprek kwam het idee op om een speciale tentoonstelling met alleen naakt te maken voor Peters galerie. Dat leek me een interessante uitdaging. Waarom niet? Die vraag klinkt in deze tijd eigenlijk heel gewoon. Waarom zou een vrouw niet zowel vrouwelijk als mannelijk naakt tekenen en schilderen? Toch is dat een verworvenheid die enkele eeuwen geleden absoluut onmogelijk was.

affiche van de film "Artemisia"
affiche van de film “Artemisia”

Laat ik als voorbeeld nog eens één van mijn schilderheldinnen uit de 17de eeuw erbij halen. Artemisia Gentileschi (1593-1653), ook hoofdpersoon in de boeiende historische roman “De Passie van Artemisia” door Susan Vreeland. Toevallig kwam ze ook nog voor in mijn blog van twee weken geleden naar aanleiding van een schilderij van haar in het Metropolitan Museum in New York. Dochter van de Romeinse kunstenaar Orazio Gentileschi, meewerkend in zijn atelier en duidelijk getalenteerder dan haar vader die vooral schilderde in het historische kunstgenre. Dat van de Bijbelse en mythologische voorstellingen, in die tijd ook de duurst betaalde schilderijen. Daarin kwam natuurlijk ook het nodige naakt voor. Mee een reden trouwens voor de grote populariteit ervan. Als daarvoor mannelijke modellen nodig waren, mochten er geen vrouwen bij. Stel je voor, de wereld moest natuurlijk niet op z’n kop komen te staan! Dat mannen vrouwelijke modellen gebruikten was normaal en logisch. Maar vrouwen die mannelijke modellen mochten aanschouwen, laat staan tekenen of schilderen? No way! Volstrekt zedeloos! Òf weg wezen òf een groot gordijn ertussen in het atelier.  In “Artemisia”, een prachtige film over haar ook dramatische jonge jaren (zie de filmtrailer op YouTube https://www.youtube.com/watch?v=6aE8VT-Gsgs), wordt wel gesuggereerd dat ze een jongeman weet te verleiden om naakt voor haar te poseren, maar daarvoor is geen enkel historisch bewijs.

Vandaar dat je alleen vrouwelijk naakt zult tegenkomen op schilderijen van de paar vrouwen die zich in de 16de en 17de eeuw in die vrijwel volstrekt mannelijke kunstwereld wisten te wurmen.

Artemisia, Suzanna en de ouderlingen, jeugdwerk uit 1610
Artemisia, Suzanna en de ouderlingen, jeugdwerk uit 1610

De eerst bekende tekeningen met mannelijk naakt, gemaakt door een vrouw, stammen pas uit het begin van de 18 de eeuw. Ook daarna bleef het trouwens een moeizame zaak. Pas in de loop van de 19de eeuw drongen de vrouwen langzamerhand meer door in dat mannenbolwerk. Maar dat zijn weer heel veel andere verhalen.

Nu is dit in onze maatschappij gelukkig geen enkel punt van discussie meer. Alhoewel? Ik hoorde onlangs het volgende verhaal. Iemand probeert in het stadhuis van Den Haag een expositie te organiseren van Poen de Wijs (1948-2014) en Marion van Nieuwpoort (1950-2008). Een succesvol schildersechtpaar dat leefde in Den Haag, beiden goede vrienden van me, maar alle twee te vroeg overleden. Ze hebben ook het nodige naakt geschilderd.

werk van Poen de Wijs
werk van Poen de Wijs

werk van Marion van Nieuwpoort
werk van Marion van Nieuwpoort

Die expositie zit er mogelijk wel aan te komen, maar dan mag er geen naakt in. Want in dat stadhuis komen mensen van allerlei culturen en die mogen aan naakt natuurlijk geen aanstoot kunnen nemen. Vindt men ten minste bij de gemeente Den Haag. Er valt nog steeds een en ander te winnen. Tot volgende week met meer over dat naakt van mij.

TOOS

De Trump Tower? Toch maar even niet in mijn fotoboek van New York!


dit is NIET de Trump Tower
dit is NIET de Trump Tower

MoMA

Ik was dus in New York. Of beter gezegd, in Manhattan. Voor vier dagen. Met één hele dag voor het Metropolitan Museum, zoals ik vorige week beschreef. Even de rekenmachine erbij. Oh ja, dan blijven er nog drie over. Ga je dan vanwege de actualiteit de Trump Tower bezoeken? Nee. Genoeg aantrekkelijker alternatieven. Zoals het MoMA, het Museum of Modern Art. En dat niet alleen vanwege de heel erg veel miljoenen kostende ruimteverdubbeling daar, maar toch vooral voor de museale iconen. Want die hebben ze! Volop.

NY02

Neem alleen maar “Les Demoiselles d’Avignon” uit 1907 van Pablo Picasso (1881-1973). Het schilderij dat het begin van het kubisme markeert. De kunststroming  die in een paar jaar tijd de toenmalige moderne kunstwereld veroverde en nog steeds veel invloed heeft.

Picasso, Les Demoiselles d'Avignon
Picasso, Les Demoiselles d’Avignon

Eigenlijk is het een ongelooflijk verhaal dat twee kunstenaars, Georges Braque (1882-1963) en Picasso, samen zo’n revolutie ontketenden in een innige samenwerking. Zowel apart werkend in hun eigen atelier als ook in onderling overleg. Schilderijen creërend die de kunstwereld veranderden. Voor mijn gevoel krijgt Picasso daarvoor trouwens wel wat teveel eer vergeleken bij Braque. Vooral door dat Les Demoiselles d’Avignon dat sinds 1939 in het MoMA hangt. Maar ja, ga er als medekunstenaar maar aanstaan bij een Picasso die zichzelf altijd heel goed als het centrum van de wereld wist te presenteren. De kunstenaar met die als kooltjes gloeiende ogen, met die flamboyante natuur, met dat alles opeisende!

Gustav Klimt, Portret van Adele Bloch-Bauer
Gustav Klimt, Portret van Adele Bloch-Bauer

Wist je trouwens dat het Avignon uit de titel niks heeft te maken met de Franse stad Avignon? Dat slaat namelijk op de Carrer d’Avinyo in Barcelona. Destijds een straat met veel bordelen. Wordt ’t zo duidelijk wat met “demoiselles” wordt bedoeld?

Maar er is natuurlijk veel meer, daar in het MoMA. Het prachtige Jugendstilportret van Adele Bloch-Bauer door Gustav Klimt (1862-1918) uit 1912. Uit een jaar dus dat het kubisme in volle bloei was. Op een bepaald moment was die stijl van Klimt zelfs helemaal uit. Tijdens mijn opleiding op de academie mocht je zoiets zelfs helemaal niet mooi vinden. Terwijl ik dat stiekem toch deed. Helemaal fout dus. En nu? Klimt mag weer helemaal!. Tja, wat is kunst en wat is in?

En dan een zaal vol met Matisse (1869-1954), o.a. la Danse I. Ook een werk dat niet weg te denken is uit de kunstgeschiedenis.

Matisse, La Danse I
Matisse, La Danse I

Of de Waterlelies van Claude Monet (1840-1926). Het beroemde impressionistische schilderij dat een hele muur in beslag neemt. Zo loop je dus van het ene iconische werk naar het andere.

Claude Monet, De Waterlelies
Claude Monet, De Waterlelies

Fotoboek New York

En een keer weer buiten sta je gelijk midden in de bruisende metropool van Manhattan. Ook altijd weer overweldigend. Van dat verblijf in NY heb ik natuurlijk een fotoboek gemaakt dat ik mijn bloglezers niet wil onthouden. Via de link http://bit.ly/2aGQDC4 kun je er doorheen bladeren. Hieronder staan een paar van de opgenomen foto’s.

NY07 NY08 NY09 NY10 NY11 NY12

Daarbij ook enkele speciale. Want toevallig was het Veterans Day tijdens ons verblijf. Altijd op 11 november. Een spektakel waarvoor de hele Fifth Avenue een dag lang  is afgezet. Dan trekt er een bonte stoet langs van groepen die op de een of andere manier een link hebben met het Amerikaanse leger. Zoals echte veteranen van zelfs nog de Korea oorlog begin jaren 50. Maar ook kadetten van militaire opleidingen, ernstig kijkende scholieren, clownsachtige figuren en zelfs muziekkorpsen met sexy uitstraling.

NY13 NY14 NY15

Tegenwoordig hebben we jaarlijks ook zo’n parade in Nederland met het Haagse Malieveld als startpunt. Maar dat kan slechts een slap aftreksel zijn van het spektakel dat ik op Fifth Avenue urenlang voorbij zag trekken. Tot volgende week.

TOOS

Top kunst van ongans rijke Amerikanen


 

Metropolitan Museum, New York
Metropolitan Museum, New York

Jeroen Bosch, Aanbidding door de Drie Koningen
Jeroen Bosch, Aanbidding door de Drie Koningen

Het Louvre in Parijs is groot, heel groot. Als je er ongericht begint te dwalen, kun je er heel goede vèrdwalen. Maar het Metropolitan Museum in New York kan er ook wat van. Ook gigantisch groot en ook daar raak je makkelijk de weg kwijt.

Waarom ik daar nu op kom? Allereerst was ik recent bezig met maken van een fotoboek over mijn verblijf in New York afgelopen november. En daarbij kwam ik in de lading foto’s gemaakt in het Metropolitan er eentje tegen van “De aanbidding door de Drie Koningen” van Jeroen Bosch. Over wiens moergrobben dus juist mijn blog van vorige week ging. Logisch bruggetje toch?

Met03 Dat wat conventionele werk zonder echte moergrobben hing er toen nog. Snel daarna zou het de reis over de Atlantische Oceaan richting Europa gaan maken voor de grote overzichtstentoonstelling van Bosch. Nadat het dus ooit eens juist de tegenovergestelde tocht had gemaakt. Net zoals een ongelooflijk grote hoeveelheid topkunst die in het Metropolitan Museum is te bewonderen. Want wat hebben die Amerikanen zich vroeger ongans gekocht aan Europese kunst! Maar ja, hoeveel ongans rijke staal, olie en bankbaronnen liepen er in de 19de en begin 20ste eeuw wel niet rond in de Nieuwe Wereld.  En al hun ongans grote villa’s moesten naar de mode natuurlijk worden opgeleukt met kunst van het Oude Continent. Kunst die later uiteindelijk vaak geschonken werd aan het in 1872 geopende Metropolitan Museum.

Met04

Nu staat daar dus aan de oostrand van het Central Park een reusachtig gebouw waarin je dagen kunt ronddwalen door millennia van wereldkunst. Egyptische, Griekse, Romeinse, Oceanische, Aziatische, Afrikaanse, Arabische en middeleeuwse tot en met 20ste eeuwse Europese kunst. Oh ja, ook nog oude muziekinstrumenten, fotografie en natuurlijk heel veel Amerikaanse kunst. Je komt tijd, ogen en concentratie te kort. Zeker als je, zoals wij, maar één dag hebt ingeroosterd. Zij het een hele. ’s Morgens erin en met donker er weer uit.

Dat erin leverde een nieuwe ervaring op. Negen jaar geleden was ik er voor het laatst. Toen was het museum nog gratis toegankelijk. Met in de hal grote bakken met een gleuf waar je biljetten en munten in kon doen als vrijwillige donatie. Die bakken werden heel veel genegeerd. Nu bleken ze verdwenen.

Met05

Moest je dus toch toegang gaan betalen? Nee hoor, ’t is in principe nog steeds gratis. Maar …… Ze hebben een heel slim concept ontwikkeld om aan veel donaties te komen. Je moet nu naar een toegangsloket waar je een op te plakken sticker krijgt met een kleurtje. Elke dag een andere. Achter de diensdoende lieftallige dame doemt in je blikveld een niet te ontwijken heeeel groot bord op met gesuggereerde toegangsdonaties voor een dagje rondkijken. $17 voor 65+’ers, $25 voor de jonkies. Maar je hoeft echt niks te betalen als je dat niet wilt. Elk bedrag van 0 tot iets is welkom. Slim toch? Want je moet psychisch wel heel sterk in je schoenen staan om die lieve mevrouw die jou je sticker met een grote glimlach overhandigt, financieel geheel te negeren. Zouden we zoiets ook niet eens als proef in Nederland kunnen proberen? En dan al die af en toe weer oplaaiende discussies over wel of niet gratis museumtoegang overslaan?

Ben je een keer binnen, dan weet je gewoon niet waar je moet beginnen. Een en al keuzestress, zoals dat tegenwoordig heet. Nou, oké, de Griekse en Egyptische tempels komen nog wel weer eens. Net zoals Afrika, Oceanië, Noord- en Zuid-Amerika en de afdeling wapenuitrustingen. Nee, op naar de Middeleeuwen en naar onze eigen Gouden Eeuw met een zaal vol Rembrandts. Waarbij “Aristoteles met de buste van Homerus”. Mij natuurlijk heel erg aansprekend vanwege mijn illustraties bij de Ilias en de Odyssee.

afdeling Middeleeuwen
afdeling Middeleeuwen

gewoon even een zaaltje vol met Rembrandt
gewoon even een zaaltje vol met Rembrandt

 

Rembrandt, Aristoteles met buste van Homerus
Rembrandt, Aristoteles met buste van Homerus

Ook op naar de oude Italianen, naar de Spanjaarden, naar Van Gogh, naar de Impressionisten, naar William Turner.

Rafaël, Madonna met kind en heiligen
Rafaël, Madonna met kind en heiligen

schilderijen van William Turner
schilderijen van William Turner

En naar een paar van mijn schilderheldinnen. Zoals Artemisia Gentileschi (1593-1653). Een dijk van een wijf die in de 16de eeuw als eerste vrouw ooit lid werd van de Accademia dell’Arte del Disegno in Florence. Een vrouw met een leven vol ups en downs, één groot avonturenverhaal.

Artemisia Gentileschi, Esther voor Ahasverus
Artemisia Gentileschi, Esther voor Ahasverus

Of zoals Rosa Bonheur (1822-1899) met haar iconische “De paardenmarkt”. Ook zo’n vrouw waaraan je een heel blog kunt wijden. Onconventioneel. Schilderend in mannenkleren op die Parijse paardenmarkt omdat ze anders teveel opzien zou baren. Want een vrouw schilderend in de buitenlucht? Aanstootgevend! De wereld , zelfs de Parijse, moest niet gekker worden.

Rosa Bonheur, de paardenmarkt
Rosa Bonheur, de paardenmarkt

niet iedereen heeft oog voor de kunst
niet iedereen heeft oog voor de kunst

Zo kun je daar in het Metropolitan Museum uren dwalen van het ene naar het andere topstuk. Alle belangrijke kunstenaars zijn vertegenwoordigd. Logisch dat het tot de drukst bezochte musea ter wereld behoort. Dankzij dus die puissant rijke Amerikanen die graag hun verworven kunst schonken en trouwens nog steeds schenken. Tot volgende week.

TOOS

 

Wie heeft de grootste bij Jheronimus Bosch?


Jeroen 1

Vorige week was ik er. In ‘s-Hertogenbosch, bij “Jheronimus Bosch, Visioenen van een genie”. Volgens het Noordbrabants Museum de grootste Bosch-tentoonstelling ooit. Maar dat pikt het Prado in Madrid weer niet want die krijgen straks, eind mei, de grootste. Zeggen ze. Waarom laten die grote museum-ego’s zich nu eigenlijk kennen als kleinzielige geesten? Waarom zijn ze bezig met iets dat nog het meest lijkt op een wedstrijdje verpiesen van kleine jongetjes?

’t Begon allemaal vorig jaar oktober. Toen lekte vroegtijdig uit dat het BRCP, het Bosch Research and Conservation Project, na uitgebreid onderzoek drie werken van het Prado niet langer toeschreef aan de grote meester zelf. Oeps, dat was natuurlijk tegen het zere Pradobeen. Want die conclusie was volgens het Prado gebaseerd op “buitengewoon subjectieve stilistische criteria”. En dat terwijl het BRCP (www.boschproject.org) juist jarenlang bezig was geweest met het tot nu toe meest uitgebreide wetenschappelijke onderzoek van het werk van Bosch ooit. Met alle geavanceerde technieken van tegenwoordig.

het begin van de expositie
het begin van de expositie

Toen het in 2010 werd opgericht was dat de uiterst slimme zet waardoor er nu tijdelijk zoveel werk van Bosch in zijn geboorte en woonplaats hangt. Musea met werk van hem werd een begeerlijke worst voorgehouden. Het Bosch Project had een aantal miljoenen beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek aan en restauratie van zijn schilderijen en tekeningen. Nou, als jouw schilderijen voor niks kunnen worden gerestaureerd ben je natuurlijk wel gek als je die kans voorbij laat gaan. Dat je ze daarvoor dan ook een poosje moet uitlenen aan het Noordbrabants Museum is slechts een klein offer. Op die manier hangen er toch bijvoorbeeld maar mooi vier schilderijen uit musea in Venetië. En op die manier hadden er ook een aantal uit het Prado moeten hangen. Nu is dat alleen “De Hooiwagen”. Die was namelijk toch al in Nederland door het eerder uitlenen aan Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam.

belangstelling voor "De Hooiwagen"
belangstelling voor “De Hooiwagen”

Wat er in Den Bosch nu niet hangt en toch was beloofd? Verzoeking van de Heilige Antonius en Keisnijding. Laten dat nu net twee van de werken zijn die door het BRCP worden beschouwd als kopieën gemaakt na de dood van onze Jeroen. Net als De Zeven Hoofdzonden, ook in het bezit van het Prado. Kleinzielig? In mijn ogen wel. Als ze dan toch niet echt zijn, krijg je ze ook niet. Lekker puh! Maar straks, als ze op onze grote expositie in Madrid hangen, staat er toch bij dat ze zijn van El Bosco, de Spaanse naam van Bosch. En dan hebben wij lekker de grootste en jullie niet! Is ’t niet heerlijk, dit gedoe?

 

De goochelaar, door een navolger
De goochelaar, door een navolger

de "echte" Ecce homo
de “echte” Ecce homo

Voor mijn gevoel maakt het bij de expositie in Den Bosch allemaal niet uit. Het is gewoon een prachtige tentoonstelling die terecht nu al helemaal is uitverkocht met 380.000 toegangskaarten. Dat het daardoor dag in dag uit ook een tikje druk is? Ach, dat moet je maar op de koop toenemen. Gewoon de tijd nemen, geduld hebben en je kunt alles prima bekijken. Mocht je denken “maar op die foto’s van jou zie ik toch nauwelijks iemand staan”, dan klopt dat. Maar dat zijn geautoriseerde plaatjes voor de pers. Het is namelijk niet toegestaan foto’s te maken. En kun je even niet bij een schilderij, dan hangen er tussendoor schermen met heel interessante en informatieve video’s. Zoals een waarin details van het beroemde Ecce homo, een echte Bosch, prachtig worden vergeleken met vergelijkbare details van een namaak ervan.

Ecce homo, door een navolger, vermoedelijk uit atelier van Bosch
Ecce homo, door een navolger, vermoedelijk uit atelier van Bosch

Hoe ik dan aan die foto hieronder van de Aanbidding door de koningen kom?

Aanbidding door de koningen
Aanbidding door de koningen

Die maakte ik afgelopen november in het Metropolitan Museum in New York. Daar mocht je wel fotograferen en stond er niemand naar dat werk te kijken. Nu trekken er dus de hele dag door van ’s morgens 9 tot ’s avonds 11 uur horden aan voorbij. Maar je hoeft er dan ook niet voor naar New York. Scheelt toch een vliegreisje heen en weer.

toch nog  een eigen foto, bij de stapel catalogi
toch nog een eigen foto, bij de stapel catalogi

Wie nu de grootste heeft? Ach, ’t zal allemaal wel! Het overgrote deel van wat nog over is van het oeuvre van Jheronimus Bosch hangt hoe dan ook in Den Bosch. Want we weten dat er heel veel werken verdwenen zijn in de loop der eeuwen. Ook dat wordt duidelijk gemaakt op de expositie. Verbrand, vernietigd, weggeteerd, weggegoooid? Wie zal ’t zeggen. Interessant daarbij is wat ik laatst ergens in een oud boekje las.  In 1619 zijn er nog zes schilderijen van Bosch beschreven die hingen in de Sint-Janskathedraal . Toen ‘s-Hertogenbosch in 1629 door Prins Frederik Hendrik werd veroverd op de Spanjaarden moest de katholieke geestelijkheid de stad verlaten. Maar van Frederik Hendrik mochten ze die zes schilderijen meenemen. Daarna zijn ze nooit meer gezien. Eigenlijk toch wel dom van onze stadhouder. Want stel nou eens dat die werken in de stad hadden moeten blijven. Hadden ze daar dan nu absoluut de grootste gehad? Tot volgende week.

TOOS