Tagarchief: Noordbrabants Museum

Geen pokemons maar heel veel moergrobben in Den Bosch


B01a Moergrobben? In den Bosch? Is dat daar soms een of andere plaag, die moergrobben? Nee hoor, juist het tegendeel. Ze zijn een feest. Een feest voor het oog. Dit vraagt vanzelfsprekend om enige opheldering.

Dat intrigerende, prachtige woord moergrobben heeft schrijver Theun de Vries (1907-2005) verzonnen voor de vele vreemde wezens en verschijningen die onze beroemde Jeroen Bosch verwerkte in zijn schilderijen en tekeningen. Maar daar waar je van Jeroen dus beslist niet kunt zeggen dat hij is weggezakt in vergetelheid, is dat proces naar mijn indruk nu jammer genoeg wel gaande bij die grote verteller Theun de Vries. Schrijver van vooral historische en sociale romans, ooit in 1962 geëerd met de in de literaire wereld zo begeerde P.C.Hooftprijs. Die vertellersgave pakt heel goed uit in “Het raadselrijk, de roman van een schilder”. Een boek dat in 1964 eerst verscheen onder de titel “Moergrobben” en losjes is gebaseerd op het leven van Jeroen Bosch. Maar dan wel heel losjes. Want al kennen we weinig feiten over het leven van Bosch, zelfs van dat weinige heeft de Vries zich niet al te veel van aangetrokken. Daarbij laat hij Bosch ook nog acteren onder een andere naam. Melchior Hintham. Maar het boek geeft een levendige, avontuurlijke en realistische indruk van het leven van een kunstenaar in de tijd rond 1500 in een stad die je meer provinciaal dan grootsteeds kunt noemen. Met een inventief en heerlijk archaïsch aandoend taalgebruik van eigenzinnige woorden als klepgebrom, drankroerig gezwets, dompende schaduwen en billefacie. En dus ook moergrobben. Een aanrader, dat boek, als je geïnteresseerd bent in de middeleeuwse wereld van Jeroen Bosch. ’t Te pakken krijgen is overigens al een avontuur op zich. Dat valt niet mee.

een moergrob van Jeroen Bosch
een moergrob van Jeroen Bosch

Hoe ik op dit alles kom? Omdat ik net een dag in Den Bosch vertoefde. Om te kijken hoe ’t de stad vergaat na de grote expositie over Jeroen Bosch en de verhuizing van zijn werk naar de tentoonstelling nu in het Madrileense Prado. Nou, dat valt best mee. Want ze blijven het hele jaar door feestvieren rond de dood van Bosch 500 jaar geleden. Met in het weekeinde ’s avonds een grote Jeroen Bosch lichtshow op de Markt. Daar waar nog het pand staat waarin Bosch woonde en waar je wel ziende blind moet zijn om je het grote beeld van hem op dat plein te laten ontgaan.

B04a

foto's van de lichtshow
foto’s van de lichtshow

Met ook een speciale rondvaart over de Binnendieze. Het riviertje dat dwars door de stad stroomt en dat is opgesierd met allerlei van die moergrobben.

een moergrob
een moergrob
dezelfde moergrob in de Binnendieze
dezelfde moergrob in de Binnendieze

B08a

Overigens geldt dat niet alleen voor die boottocht. Overal in de stad vind je ze, de Boschgedrochten. Er zijn zelfs hele wandelingen voor uitgezet. Denk dus niet dat het Boschjaar voorbij is. Nog bij lange na niet. Ga er heen, naar ‘s-Hertogenbosch.

B09a

moergrobben in de binnenstad
moergrobben in de binnenstad

Dat geldt ook zeer zeker voor het Jheronimus Bosch Art Center. Want ze beweren nou wel in het Prado dat ze dit jaar de grootste en de prachtigste hebben, groter en prachtiger dan die eerder dit jaar in Den Bosch, maar dan vergeten ze even dat Art Center in de grote, voormalige Sint-Jacobskerk.

B11a

het Jheronimus Bosch Art Center
het Jheronimus Bosch Art Center

Daar tonen ze permanent al het werk dat aan Bosch wordt toegeschreven. Jaar in jaar uit. Jammer genoeg alleen niet de echte, maar prints ervan. De kwaliteit van die prints viel me wel wat tegen. Dat kan tegenwoordig echt beter, dus daar zou eens in geïnvesteerd moeten worden. Maar wat geeft dat als je moergrobben wilt kijken. Dat kan daar in overvloed. In alle rust. Met ruimte zat. Veel meer dan bij die grote tentoonstelling in het Noordbrabants Museum.

nog meer moergrobben
nog meer moergrobben

En weet je wat ’t mooie is? Je mag de drieluiken van De Hooiwagen en De Tuin der Lusten gewoon met je eigen handjes open en dicht doen. Zo vaak je maar wilt.

De Tuin der Lusten
De Tuin der Lusten

Ik moest gelijk denken aan een scene die beslist klassiek gaat worden, zo die dat al niet is. In de interessante documentaire over het technisch en wetenschappelijk onderzoek dat voorafging aan de expositie in Den Bosch is een Nederlandse delegatie op bezoek in het Prado. Een groepslid vraagt nogal plompverloren, geheel volgens de Nederlandse normen van nogal eens te botte directheid, aan de verantwoordelijke, wat afstandelijke conservatrice of de zijluiken van “De Tuin der Lusten” even dicht mogen. Reactie en gezichtsuitdrukking van die niet al te geweldig Engels sprekende strenge meesteres spreken dikke Spaanse boekdelen. Dat ging dus niet gebeuren, echt niet. Later overruled een hiërarchisch hogere Pradomeneer haar ook nog. Dus tussen haar en Nederland komt ’t nooit meer goed, echt niet. Zo spreekt ze, in verband met de Prado expositie, nu ook allerlei Nederlandse wetenschappelijke conclusies heftig tegen. Die conclusies zeggen dat sommige aan Bosch toegeschreven werken in het Prado toch niet van zijn hand zijn. Niet waar! Gigantisch subjectieve onzin. Zij weet wel beter.

impressie van Jeroen Bosch in zijn atelier in het Art Center
impressie van Jeroen Bosch in zijn atelier in het Art Center

Maar ik mocht zomaar, daar in dat Jheronimus Bosch Art Center, de luiken van De Tuin der Lusten zelf dicht en open doen. Had ik me toch even een “lekker puh”gevoel! Tot volgende week.

TOOS

Wie heeft de grootste bij Jheronimus Bosch?


Jeroen 1

Vorige week was ik er. In ‘s-Hertogenbosch, bij “Jheronimus Bosch, Visioenen van een genie”. Volgens het Noordbrabants Museum de grootste Bosch-tentoonstelling ooit. Maar dat pikt het Prado in Madrid weer niet want die krijgen straks, eind mei, de grootste. Zeggen ze. Waarom laten die grote museum-ego’s zich nu eigenlijk kennen als kleinzielige geesten? Waarom zijn ze bezig met iets dat nog het meest lijkt op een wedstrijdje verpiesen van kleine jongetjes?

’t Begon allemaal vorig jaar oktober. Toen lekte vroegtijdig uit dat het BRCP, het Bosch Research and Conservation Project, na uitgebreid onderzoek drie werken van het Prado niet langer toeschreef aan de grote meester zelf. Oeps, dat was natuurlijk tegen het zere Pradobeen. Want die conclusie was volgens het Prado gebaseerd op “buitengewoon subjectieve stilistische criteria”. En dat terwijl het BRCP (www.boschproject.org) juist jarenlang bezig was geweest met het tot nu toe meest uitgebreide wetenschappelijke onderzoek van het werk van Bosch ooit. Met alle geavanceerde technieken van tegenwoordig.

het begin van de expositie
het begin van de expositie

Toen het in 2010 werd opgericht was dat de uiterst slimme zet waardoor er nu tijdelijk zoveel werk van Bosch in zijn geboorte en woonplaats hangt. Musea met werk van hem werd een begeerlijke worst voorgehouden. Het Bosch Project had een aantal miljoenen beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek aan en restauratie van zijn schilderijen en tekeningen. Nou, als jouw schilderijen voor niks kunnen worden gerestaureerd ben je natuurlijk wel gek als je die kans voorbij laat gaan. Dat je ze daarvoor dan ook een poosje moet uitlenen aan het Noordbrabants Museum is slechts een klein offer. Op die manier hangen er toch bijvoorbeeld maar mooi vier schilderijen uit musea in Venetië. En op die manier hadden er ook een aantal uit het Prado moeten hangen. Nu is dat alleen “De Hooiwagen”. Die was namelijk toch al in Nederland door het eerder uitlenen aan Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam.

belangstelling voor "De Hooiwagen"
belangstelling voor “De Hooiwagen”

Wat er in Den Bosch nu niet hangt en toch was beloofd? Verzoeking van de Heilige Antonius en Keisnijding. Laten dat nu net twee van de werken zijn die door het BRCP worden beschouwd als kopieën gemaakt na de dood van onze Jeroen. Net als De Zeven Hoofdzonden, ook in het bezit van het Prado. Kleinzielig? In mijn ogen wel. Als ze dan toch niet echt zijn, krijg je ze ook niet. Lekker puh! Maar straks, als ze op onze grote expositie in Madrid hangen, staat er toch bij dat ze zijn van El Bosco, de Spaanse naam van Bosch. En dan hebben wij lekker de grootste en jullie niet! Is ’t niet heerlijk, dit gedoe?

 

De goochelaar, door een navolger
De goochelaar, door een navolger
de "echte" Ecce homo
de “echte” Ecce homo

Voor mijn gevoel maakt het bij de expositie in Den Bosch allemaal niet uit. Het is gewoon een prachtige tentoonstelling die terecht nu al helemaal is uitverkocht met 380.000 toegangskaarten. Dat het daardoor dag in dag uit ook een tikje druk is? Ach, dat moet je maar op de koop toenemen. Gewoon de tijd nemen, geduld hebben en je kunt alles prima bekijken. Mocht je denken “maar op die foto’s van jou zie ik toch nauwelijks iemand staan”, dan klopt dat. Maar dat zijn geautoriseerde plaatjes voor de pers. Het is namelijk niet toegestaan foto’s te maken. En kun je even niet bij een schilderij, dan hangen er tussendoor schermen met heel interessante en informatieve video’s. Zoals een waarin details van het beroemde Ecce homo, een echte Bosch, prachtig worden vergeleken met vergelijkbare details van een namaak ervan.

Ecce homo, door een navolger, vermoedelijk uit atelier van Bosch
Ecce homo, door een navolger, vermoedelijk uit atelier van Bosch

Hoe ik dan aan die foto hieronder van de Aanbidding door de koningen kom?

Aanbidding door de koningen
Aanbidding door de koningen

Die maakte ik afgelopen november in het Metropolitan Museum in New York. Daar mocht je wel fotograferen en stond er niemand naar dat werk te kijken. Nu trekken er dus de hele dag door van ’s morgens 9 tot ’s avonds 11 uur horden aan voorbij. Maar je hoeft er dan ook niet voor naar New York. Scheelt toch een vliegreisje heen en weer.

toch nog  een eigen foto, bij de stapel catalogi
toch nog een eigen foto, bij de stapel catalogi

Wie nu de grootste heeft? Ach, ’t zal allemaal wel! Het overgrote deel van wat nog over is van het oeuvre van Jheronimus Bosch hangt hoe dan ook in Den Bosch. Want we weten dat er heel veel werken verdwenen zijn in de loop der eeuwen. Ook dat wordt duidelijk gemaakt op de expositie. Verbrand, vernietigd, weggeteerd, weggegoooid? Wie zal ’t zeggen. Interessant daarbij is wat ik laatst ergens in een oud boekje las.  In 1619 zijn er nog zes schilderijen van Bosch beschreven die hingen in de Sint-Janskathedraal . Toen ‘s-Hertogenbosch in 1629 door Prins Frederik Hendrik werd veroverd op de Spanjaarden moest de katholieke geestelijkheid de stad verlaten. Maar van Frederik Hendrik mochten ze die zes schilderijen meenemen. Daarna zijn ze nooit meer gezien. Eigenlijk toch wel dom van onze stadhouder. Want stel nou eens dat die werken in de stad hadden moeten blijven. Hadden ze daar dan nu absoluut de grootste gehad? Tot volgende week.

TOOS

De slag om El Bosco


de zaal met El Bosco in het Prado bij mijn bezoek in september
de zaal met El Bosco in het Prado bij mijn bezoek in september

Iedere Madrileen begreep natuurlijk direct, toen ik vorig jaar september in Madrid was, dat ik naar de werken van Goya in “hun” Prado wilde. Maar dat ik daar ook naar ene Jeroen Bosch ging kijken? Hing die er dan ook? Raar hoor, die kenden ze niet. Tja, dat krijg je als “onze” Jeroen daar El Bosco heet. Terwijl hij zijn schilderijen toch echt officieel signeerde met zijn artiestennaam Jheronimus Bosch. Die fout zal ik in Spanje nu dus niet meer maken.

zoals Jeroen Bosch er uit zou hebben gezien, tekening uit 1550, dus na zijn dood
zoals Jeroen Bosch er uit zou hebben gezien, tekening uit 1550, dus na zijn dood

Ik moest daar weer aan denken omdat we de laatste tijd worden gebombardeerd met nieuws over Jheronimus, of Jerôme zoals hij in Frankrijk heet, of Hieronymus op z’n Engels. Je zult ’t weten dat ze in Bois le Duc, oh ja, ‘s-Hertogenbosch of Den Bosch in het Nederlands,iets te vieren hebben! Namelijk de 500-ste sterfdag van Bosch (circa 1450-1516), geboren met de familienaam van Aken. Een feestje met de blockbuster “Jheronimus Bosch-Visioenen van een genie” als centraal hoogtepunt. Wil je de komende jaren een beetje over kunst kunnen meepraten en niet als cultuurbarbaar worden beschouwd, dan moet je daar absoluut geweest zijn. Er zijn dan ook al meer dan 100.000 kaarten online verkocht. Ook door mij. Voor ergens in maart.

In 1967 was dat heel anders. Het leuke van al die publiciteit in kranten, tijdschriften, social media en op tv is dat ineens de eerste Nederlandse blockbuster ooit, ’t woord was zelfs nog niet uitgevonden, ook weer aandacht krijgt. In 1967 dus, ook in Den Bosch en ook over Jeroen Bosch. Een onbedoelde megatentoonstelling trouwens. In eerste instantie werd op niet meer dan 50.000 bezoekers gerekend. ’t Werden er uiteindelijk meer dan 275.000! Een ongelooflijk aantal destijds. Met ook een voor nu ongelooflijk lage begroting. Zeven ton. In guldens natuurlijk. Die van nu werkt met meer dan 10 miljoen. Euro’s dus! Met destijds als museum een wrakke kerk die beslist niet ingesteld was op de vele bezoekers.

expositie in 1967
expositie in 1967

Stel je maar eens voor! Het echtpaar dat de horeca beheerde zette ’s morgens een teiltje met heet water klaar want er was geen warmwatervoorziening.  Daar gingen op een drukke dag zo’n 2000 lege koffiekopjes in voor de afwas en ’s avonds werd dat teiltje leeg gekieperd. Ik heb het lichte vermoeden dat de gang van zaken nu een tikje anders zal zijn.

Maar toch zijn er ook parallellen. Werd de expositie toen geopend door kroonprinses Beatrix, nu was de beurt aan Willem-Alexander.

opening in 1967 door Beatrix
opening in 1967 door Beatrix
opening nu door Willem Alexander
opening nu door Willem Alexander

Stonden er toen dagelijks ellenlange rijen voor de ingang, nu was die rij er ook weer op de eerste openingsdag.

rijen in 1967
rijen in 1967
rij op de openingsdag nu
rij op de openingsdag nu

Zijn er nu 17 schilderijen en 19 tekeningen van de oude meester te zien, toen waren ’t er eigenlijk maar enkele minder. Destijds van over de hele wereld bij elkaar gebluft door organisator Ton Frenken. Naar een stad die zelf geen enkel werk van Bosch bezit. En nu ook weer met de nodige bluf en slimheid daarheen gepraat. Dat is prachtig te zien in twee documentaires. Eén in het programma “Andere tijden” over die eerste expositie (zie  http://bit.ly/1WrdMqB  op Uitzending Gemist) en één over de voorbereidingen van de huidige http://bit.ly/1nUArQZ. Je kunt je eigenlijk niet voorstellen dat destijds soms een schilderij in een deken gewikkeld zo het vliegtuig mee in kon worden genomen. Zet dat eens af tegen al die verplichte verzekerings en vervoersmaatregelen van nu.

Maar dan moet je natuurlijk eerst  al die oh zo belangrijke museumego’s van o.a. het Prado en de Gallerie dell’Accademia in Venetië ervan overtuigen dat ze er toch echt bij moeten zijn. Daar in de geboortestad van Bosch. Heel interessant om te zien hoe men als egeltjes om elkaar heen draait voor het tot een daad komt. Ook is treffend gefilmd hoe de organisatie in Den Bosch zich genomen en teleurgesteld voelt door de directeur van Museum Boymans van Beuningen. Want die versiert ’t om het beroemde schilderij De Hooiwagen vanuit het Prado eerst naar Rotterdam te laten komen voordat ’t naar het Noordbrabants Museum mag.

"De hooiwagen" zoal ik die in het Prado fotografeerde
“De hooiwagen” zoal ik die in het Prado fotografeerde

Maar ja, in Rotterdam hebben ze als enig Nederlands museum een paar werken van Jheronimus. Zoals bijvoorbeeld De Marskramer. En die wil het Prado ook graag wel eens lenen. Machtsvertoon en leed op de Nederlandse vierkante centimeter.

De marskramer, Boymans van Beuningen
De marskramer, Boymans van Beuningen

Leed trouwens ook op die eerste openingsdag. Dat hoorde ik van een paar goeie vrienden die op die zaterdag als nummer twee en drie al vroeg in de wachtrij stonden. Nummer één voor hun werd uitgebreid geïnterviewd door de regionale omroep. Ja, hij wilde echt dolgraag als eerste naar binnen. Gaat het hek open, loopt hij snel naar een van de dames die de tickets controleren en blijkt juist bij haar het scanapparaat nog niet goed afgesteld. Kinderziektes bij de opening! En bij de andere scandames ziet hij de bezoekers hem links en rechts passeren. Er zijn vele vormen van menselijk leed, maar dit lijkt me er beslist een van. Tot volgende week.

TOOS

Madrid en Toledo in foto’s


Een fotoboek maak je om bij doorbladeren te kunnen herbeleven. Om aan herinneringen herinnerd te worden. Om luikjes in je hersenen te openen die al weer een poos gesloten waren. Maar bij het maken van zo’n fotoboek speelt dat ook al een rol. “Oh ja, dat is waar ook”. Tjé, ’t was toch wel heel lekker weer daar”. “Ja natuurlijk, dat hebben we toen ook nog gezien”.  Dat kwam dus allemaal weer naar boven bij het selecteren van foto’s voor mijn boek over Madrid en Toledo. Een reis van zo’n vier maanden geleden. Het werd dus echt wel tijd iets te doen met de vele plaatjes. Plaatjes die ik dan via mijn blog ook weer van harte deel met belangstellenden. Hierbij dus! Met de link

http://bit.ly/1UZtNDy.

Maar niet alles staat in dat fotoboek. Hierbij dus nog een extra selectie bij dat “oh ja”, “tjé” en “ja natuurlijk”.

MT01

Want in het Prado hing natuurlijk “De hooiwagen” van Jeroen Bosch (rechts op de foto). Het schilderij dat nu nog heel even hangt in het Rotterdamse Museum Boymans van Beuningen bij een speciale expositie en vanaf 13 februari in het Noordbrabants Museum in Den Bosch. Bij de grote tentoonstelling daar vanwege het feit dat El Bosco, zoals hij in Spanje heet, 500 jaar geleden stierf.

MT02

Ook een “tjé” omdat ik in het Museo Thyssen-Bornemisza ineens stond voor ons eigen Binnenhof. geschilderd door Berckheyde (1638-1698) rond 1690. Toch mooi, daar in Madrid, tachtig jaar lang onze erfvijand van 1568 tot 1648. Maar we eren hem nog steeds, die koning. In ons volkslied!

MT03

En dan die twee strenge meesteressen aan weerszijden van Picasso’s Guernica in het Museo Reina Sofia waarvan er op de foto maar eentje zichtbaar is.  Een icoon van de weerzin tegen oorlogsgeweld dat blijkbaar toch stevig bewaakt dient te worden tegen de grote massa’s die er voor staan. Je mocht er zelfs niet fotograferen. Maar ja, levensgezel denkt dan “ze kunnen me wat”.

Madrid is natuurlijk veel meer dan alleen museale kunst. Naast de heerlijk protserige bouw uit de 19de eeuw kun je er ook genieten van prachtige moderne architectuur. Vaak in een heel esthetische combinatie met de oudere gebouwen.

MT04 MT05 MT05a MT06 MT07 MT08

Of wat te denken van de grote levendigheid. Veel pleinen vol met leven. Een gigantische hoeveelheid terrassen die bij mooi weer volop bezet zijn.

MT09 MT09a

Met daarbij een ruime keus aan restaurants. Zoals het familierestaurant in de buurt van ons Airbnb-appartement. Waar kun je in Nederland met z’n tweeën een eenvoudig en goed 3-gangen menu nuttigen voor in totaal maar € 18? Met wijn inbegrepen natuurlijk. De fles huiswijn komt automatisch op tafel. Leven als god in Spanje!

MT10

Wat in Madrid wel ontbreekt is een echte middeleeuwse binnenstad. Maar met de hogesnelheidstrein zit je in een half uur in Toledo. De vroegere Spaanse hoofdstad voordat het koninklijk hof van Philips II naar Madrid verhuisde. En daar vind je een prachtige oude stadskern. Met een overweldigende kathedraal. Naast ook nog de nodige Moorse invloed in gebouwen.

MT11 MT12 MT13 MT14

Al met al een perfecte combinatie voor een stedenvakantie, Madrid en Toledo. Tot volgende week.

TOOS