Tagarchief: pigment

Gubbiaanse Keramiek, Italiaanse Creativiteit en de Corona QR-code


Gubbio in Umbrië (Italië)

Ben je in Italië, doe als de Italianen doen. Een paar weken geleden schreef ik over een lijk in de Ganges en dat ik toch wat moeite had met ‘When in India, do as the Indians do’. Dan is ’t met ‘When in Italy, do as the Italians do’ toch ietwat eigener. Zeker als je, zoals ik nu, al een aantal weken in keramiekstad Gubbio in Umbrië verblijft. Om, niet echt moeilijk te raden, keramiek te beschilderen.Natuurlijk moet je jezelf hier instellen op het beslist sterker ontwikkelde improvisatie dan organisatietalent bij veel Italianen. En zeker moet je ook gewoon het Italiaanse joie de vivre, het la dolce vita, omarmen. Nou, graag!

de afscheids campari-spritz op het terras van ons stamcafé in Gubbio afgelopen dinsdag

Neem bijvoorbeeld de omgang van de Italianen met hun Green Pass, onze Corona QR-code. Hoe relaxed tonen hier de vele halfgemaskerde binnenkomende restaurantbezoekers, vaak hele gezinnen,  hun mobieltje met dat vierkantje erop. Zowel in Gubbio, als op reis hierheen in Arezzo, en laatst tussendoor in Ravenna,heb ik geen wanklank meegemaakt. Niet in hotels, niet in de horeca en niet in musea. Waar je trouwens nog steeds zo’n brilbeslaander moet dragen net als in winkels en supermarkten. Alles  als vanzelfsprekend na de gigantische Covid-catastrofe van vorig jaar in Noord-Italië. Wat een gedoe dan van een aantal Nederlanders. Voor zover ik ’t hier van relativerende afstand ervaar,’do as the Italians do’. Die zich percentagegewijs ook meer hebben laten vaccineren.

in het atelier van meesterkeramist Giampietro Rampini

Maar dat terzijde. Ik ben hier ten slotte voor de keramiek. Net zoals twee jaar geleden. Toen ik hier neerstreek voor een groepstentoonstelling  in een paar prachtige eeuwenoude gewelven. Om daarvan één voor mijn rekening te nemen samen met de mij toen nog onbekende maar in Gubbio en omstreken zeer gekende keramist Giampietro Rampini. Ik werd gelijk verliefd op deze prachtige stad. Een echte middeleeuwse Italiaanse parel! Maar daarover komt nog wel een verhaal.

maar een héééél kleine selectie van al die prachtige plekken in Gubbio

Nu eerst die keramiek. Je kunt rustig stellen, een voor mij nog onbeschreven blad. Na die vier weken in 2019 en na opnieuw vier weken nu, begint dat blad zich beetje bij beetje te vullen. Eigenlijk is ’t net zoals bij het creëren van een steendruk. Daar heb ik als kunstenaar een meestersteendrukker bij nodig met een eigen atelier en drukpers, met kennis van de techniek en een in jaren opgebouwde knowhow. Voor mij is Giampietro nu de meesterkeramist. Met zijn werkruimte, zijn opslagplaats, zijn materiaalkennis en met zijn wetenschap over hoe die voorwerpen van klei schilderklaar te maken. En met zijn ovens en zijn ervaring met stookprogramma’s. Hoe langzaam of snel en tot hoe hoog moet de stooktemperatuur? In hoeveel uren moet de oven weer afkoelen. Allemaal stuurbaar met programma’s, maar dan moet je wel de juiste cijfertjes kennen en invoeren.

overleg met Giampietro
werkend aan een nieuw bord
het schoonmaken vooraf van een nieuw item
het dompelen om een witte laag te krijgen zoals de vazen op de voorgrond
altijd opnieuw spannend, hoe komt die schaal uit de oven
Is ie goed geslaagd? Yes!!

Over de te gebruiken pigmenten bij het beschilderen heb ik ’t dan nog niet eens. Want daar zit  magie achter. Nou ja, in feite natuurlijk chemie. Die kleurpigmenten zijn in eerste instantie veel fletser dan olie en waterverf, maar komen sprankelend en schitterend fel de oven uit.

Vooraf  moet je dus heel goed weten wat je opbrengt. Een soort schaken met kleur waarbij je een paar zetten vooruit moet denken en je geen fouten kunt permitteren want herstellen zit er nauwelijks in. Met hoeveel water leng ik een pigment aan om wat voor kleureffect te krijgen na het stoken?  Of hoe dik of dun breng ik ’t op om na drogen er nog in te kunnen krassen voor bepaalde visuele effecten of op te vullen met een andere kleur. Of als ik een heel dun laagje vloeistof langzaam laat absorberen in de klei, hoe wolkig is dan straks het aanzicht?

een van mijn nieuwe aanwinsten voor straks in het atelier in Middelburg tijdens de Kunst en Cultuurroute

De afgelopen weken heb ik voor mijzelf weer heel wat bijgeleerd, net zoals ook Giampietro die meer van de standaardmethode is. Gewoon omdat ik stomweg en onbevangen allerlei techniekjes en ideetjes uitprobeer, staat hij na het ovenresultaat regelmatig paf van ver en bewondering bij de bereikte effecten. Dat maakt onze samenwerking ook zo mooi. “Toos, dit is voor mij nieuw, dit heb ik nog geen andere kunstenaar zo zien doen”. Mijn probleem is dan dat ik me moet zien te herinneren hoe ik dat ook al weer heb gedaan. Want soms dompel ik me zo onder in het creatieve proces dat mijn brein dat na afloop niet meer volledig kan reconstrueren.

Hoe dan ook, as ’t effe kan volgend jaar weer! Tot volgende week.

TOOS

Blauw, blau, bleu, blue


 Toon Hermans zong ’t heel lang geleden al, “Mediterranee, zo blauw, zo blauw”. Want niet voor niks heet de Côte d’Azur zoals die heet. Dus als ik, zoals nu, in Nice verblijf, zijn associaties met blauw niet echt vreemd. Zeker niet als ik aan de voet van de Promenade des Anglais op het Blue Beach strandterras het prachtige lenteweer tot me neem. Met zicht op kilometers azuurblauw water voor me en kilometers blauwe lucht boven me. En met naast me ook nog een blauwe parasol.

Daardoor dacht ik ineens aan het nieuwe pigment blauw dat een paar jaar geleden bij toeval door chemici werd gemaakt terwijl ze op zoek waren naar heel iets anders. Toen volgde logischerwijs de associatie met Yves Klein en zat ik een poos later in het Mamac. Toch maar even uitleggen, denk ik.

Yves Klein

Ultramarijn is een lievelingskleur van me. Zie ik ergens iets met die kleur, dan word ik er als door een magneet heen getrokken. Dus toen ik op een of andere kunstsite het bericht over dat nieuwe blauw zag, had dat direct mijn hele aandacht. YInMn blue dus,er stond niet bij hoe je dat moet uitspreken. Onlangs gepatenteerd en nu in de handel verkrijgbaar. Blijkbaar een heel duurzaam en gifvrij blauw pigment dat prima als vervanger van het ouderwetse ultramarijn kan dienen. Maar tot mijn stomme verbazing stond nergens in dat uitgebreide artikel ook maar iets over IKB, het International Klein Blue. Duidelijk een geval van te weinig cultuurhistorische kennis of besef. Want als ’t gaat over de kleur blauw in combinatie met patenten hoor je dat als kunstjournalist gewoon te weten en te vermelden. Ziedaar dus die Yves Klein (1928-1963) uit mijn associatiereeks. Zelfs geboren en getogen in Nice. Een echte Niçois dus, met ook nog een echte kunstenaarsgeest.

Venus Bleue, gebaseerd op de Griekse Venus in het Louvre

Klein was bezeten van het idee een ultramarijn pigment te ontwikkelen dat al het andere blauw zou verslaan. Iets dat hem in samenwerking met een chemicus ook lukte. Het zogenaamde International Klein Blue kwam ter wereld. In 1960 kregen ze zelfs een Frans patent op het technische productieproces. Je moet het in werkelijkheid zien om te beseffen hoe je er ins Blaue hinein in kunt verzinken, in kunt worden gezogen. Dat diepgloeiende blauw wordt blijkbaar veroorzaakt door het samenspel van weerkaatsend licht met het aan een heel specifiek bindmiddel gebonden pigmentpoeder. Overigens doet die wetenschappelijke verklaring niks af aan de magie van het IKB.

Victoire de Samothrace bleue, gebaseerd op het Samothrace beeld in het Louvre

Dat ultramarijn zorgde voor Yves Klein’s wereldwijde doorbraak. En dat echt niet alleen vanwege alle schilderijen, beelden en installaties van hem in die kleur. Want er waren eind jaren vijftig ook nog  zijn happenings met het IKB in o.a. Parijs. Toen the place to be voor kunstenaars. Neem maar rustig aan dat die bijeenkomsten volop de publiciteit haalden. Welgeschapen naakte vrouwelijke modellen, besmeurd met dikke lagen van zijn blauwe verf, wentelden zich over of drukten zich tegen nog onbeschilderd canvas of papier. Of werden er overheen gesleurd. Dat alles onder muzikale begeleiding van een klassiek strijkje.

happening

schildering gemaakt bij zo’n happening

Kijk ook maar eens op YouTube bij https://youtu.be/gj9nHa7FtQQ .

Succes verzekerd natuurlijk. Zeker in die tijd toen normen en waarden langzaam aan het verschuiven waren naar de definitieve omslag in de jaren 60. Hé, normen en waarden die veranderen? Heb ik daarover de laatste tijd niet heel wat gezien, gelezen en gehoord? Nog nieuws onder de zon? Dat valt dus wel mee!

Maar als je in Nice aan Yves Klein denkt, komt ook gelijk het Mamac als associatie aanzetten. Het grote en bekende gemeentelijk museum voor moderne kunst. Voor bewoners van Nice altijd gratis toegankelijk met een speciale pas. Net zoals veel andere musea in de stad. En vanwege mijn atelier/appartement hier heb ik zo’n pas. Die ik meestal ook gewoon op zak heb want niet vooruit geplande museumvisites zijn per definitie onverwacht. Van Niçois Yves Klein bezit het Mamac natuurlijk een groot kunstlegaat. Op de bovenste etages, met regelmatig wisselende keuzes uit de vaste museumcollectie, is altijd wel werk van hem te zien. Dit keer had ik ook nog mazzel. Een geheel monochrome IKB zaal!

de Yves Klein zaal in het Mamac, Nice

Ik heb me er volledig gelaafd aan dat opzuigende ultramarijn voordat ik met verlichte schreden weer richting atelier ging. Waar blauwe associaties al niet toe leiden!Tot volgende week.

TOOS

4 Van Gogh’s en 1 van Holstein


Afgelopen zaterdag vierde ik het Sinterklaasfeest in Friesland en dan is een omweggetje naar galerie Kesk in Workum een voor de hand liggende actie. Eigenaren Sophie en Klaas Elzinga vertegenwoordigen mij al een paar jaar met hun galerie in het Noorden des lands en dan is ’t altijd goed even bij te praten. Bij Friese koffie en Fries gebak. Dat bijpraten was nu zeker de moeite waard want er hangen ten slotte tegenwoordig een viertal Van Gogh’s in hun galerieruimte. In combinatie dus met mijn werk. Nou, dat overkomt je als kunstenaar niet vaak. Hangen naast Vincent van Gogh. Niet onaardig toch? Overigens moet ik wel zeggen dat die werken in de galerie kopieën zijn van de echte die ergens in een kluis staan. Want ga er maar aanstaan, echte Van Gogh’s verzekeren!  Alhoewel, echt?

Samen met Sophie Elzinga bij de 4 Van Gogh's en die Van Holstein
Samen met Sophie Elzinga bij de 4 Van Gogh’s en die Van Holstein

Daar zit nu net het grote pijnpunt voor Sophie en Klaas. Want alleen als het Amsterdamse Van Gogh Museum een Van Gogh label wil plakken op een vermeend werk van Van Gogh, dan pas is ’t een echte Van Gogh. Wereldwijd. En dat wil het Van Gogh Museum dus niet. Ondanks heel veel feiten die er voor pleiten.  Daar zit natuurlijk een onverkwikkelijk verhaal achter.

De Aardappeleters van Van Gogh
De Aardappeleters van Van Gogh

In 1884 woont Vincent in Nuenen. In deze periode, waarin het beroemde “De aardappeleters” ontstaat, trekt hij veel op met amateurschilder Anton Kerssemakers. In een brief uit die tijd van Vincent aan zijn broer Theo schrijft hij “Heb nog een schilderijtje gemaakt zo groot als de knollenpluksters in de sneeuw, van de korenoogst. Een maaier en een vrouw die opbindt”. Laat nu net zo’n schilderijtje, niet gesigneerd trouwens, bij Kerssemakers achterblijven als Van Gogh in 1885 vertrekt naar Antwerpen. Samen met nog drie andere, ook niet gesigneerde werken van vrijwel dezelfde afmetingen.

"Een maaier en een vrouw die opbindt" uit de brief van Van Gogh
“Een maaier en een vrouw die opbindt” uit de brief van Van Gogh

Dat alles is feitelijk geheel onomstreden. Via de familie Kerssemakers komen de schilderijen ten slotte in bezit bij een familie Keunen. Die probeert in de jaren 90 van de vorige eeuw de schilderijtjes door het Van Gogh Museum als echt te laten erkennen. Volstrekt achteloos wordt hun verzoek terzijde geschoven.

Anderen, zoals de conservator van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, raken wel overtuigd van de echtheid. Met dat soort belangrijke mensen in zijn vaarwater wil Senior Researcher Van Tilborgh dan uiteindelijk de schilderijen wel onderzoeken. Intussen heeft de familie Keunen al aan Sophie en Klaas gevraagd of die hun belangen willen behandelen. Ze zijn al dat jaren durende en vertragende gedoe helemaal spuugzat.

Modern technisch materiaalonderzoek wijst één ding uit. Alles, doek, ondergrond en pigmenten wijst naar één persoon, Vincent Van Gogh. Eitje dus! Ja, dat had je gedacht. De Senior Researcher acht in 2006, na twee jaar onderzoek, de variatie in de penseelstreek te weinig, vindt die niet bijzonder trefzeker en weinig spontaan terwijl er ook te weinig contrast en durf in kleurgebruik is. Wat is hier subjectief, wat objectief? Weer wat jaartjes later weet hij echter te melden dat Van Gogh in zijn Nuenense tijd nog geen eigen stijl had en experimenteerde met verschillende stijlen. Tja, wat moet je daar dan weer mee?

Nog een foto van Sophie en mij bij die schilderijen
Nog een foto van Sophie en mij bij die schilderijen

Het televisieprogramma Pauw raakt geïnteresseerd. Afgelopen oktober zou de directeur van het Van Gogh Museum daar in discussie gaan met Sophie en Klaas. Maar wat doet deze directeur? Vlak voor de uitzending weigert hij om met hen aan één tafel te zitten. In de uitzending zelf mag Sophie nu nog een paar opmerkingen vanuit het publiek plaatsen. Doet de directeur dat vanuit sterkte of juist zwakte? In ieder geval is duidelijk dat de leiding van het museum de hakken in het zand zet. Eerlijk of oneerlijk? Ik ben gezien de feiten geneigd tot het laatste. Maar die Van Gogh’s zijn intussen dus nog steeds niet erkend.

Ik ga er voorlopig toch maar vanuit dat ik hang bij een paar echte Van Gogh’s. Gemaakt in de omgeving van Nuenen, het dorp waar ik een flink deel van mijn jeugd heb gewoond. En dat is een leuke gedachte. Nietwaar? Tot volgende week.

TOOS