Tagarchief: podcast

‘Zeeland, Het wonder linksonder’ en de Zeeuwse Cultuur Agenda


Rechtsboven op de kaart van Nederland heb je ‘Er gaat niets boven Groningen’. Perfect bedacht. De officiële Zeeuwse slogan ‘Zeeland, land in zee’ steekt daar wel erg saai bij af. Dus opperde laatst een tekstschrijver  ‘Zeeland, het wonder linksonder’.  Wat mij betreft een schot in de roos. Die kreet bleef direct hangen. Vooral ook vanwege de wond’re zaken die ik er zelf meemaak.Zoals bijvoorbeeld dat ik kort geleden voor het eerst van mijn leven aanschoof bij een podcast opname.

in de podcaststudio van Zeeuwse Cultuur Agenda

Voor de ‘Zeeuwse Cultuur Agenda’ nog wel. Maar daarover straks meer. Kun je nu je nieuwsgierigheid al niet bedwingen, klik dan hier. Dat die Zeeuwse Cultuur Agenda bestaat is eigenlijk ook weer een wond’re zaak. Ter illustratie daarvan even een persoonlijke anekdote.

voorkant van de brochure bij de expositie ‘TOOS, de ontdekkende mens’

In 2011 creëerde ik, samen met het maritiem muZEEum in Vlissingen,  een heel grote, bijzondere en een half jaar durende solotentoonstelling in Fort Rammekens . Dat prachtige, machtige en eeuwenoude zeefort in Ritthem, aan de monding van de Westerschelde. Voor die expositie ‘TOOS, de ontdekkende mens’ werden natuurlijk flyers en brochures gemaakt en verspreid. Dus pleegde ik daarvoor ook een telefoontje naar de Tourist Shop in Goes. Waar een medewerker op een bepaald moment de volgende, voor mij nog steeds legendarische woorden sprak. “Ritthem, dat is toch op Walcheren? Nee, dat doen wij niet, dat is een ander eiland”.

Ik was echt volstrekt verbouwereerd. Hoever liggen Goes en Vlissingen nou van elkaar? En stel je even de A58 van Bergen op Zoom naar Vlissingen voor. Ooit gemerkt dat je dan van het eiland Zuid-Beveland naar het eiland Walcheren hopt? Kijk, als Zeeland er nog zo bij lag als op deze reconstructie van de situatie rond het jaar 1300, ja dan?

Dan had ik me er iets bij kunnen voorstellen. Maar zoals Zeeland nu is? Met, in naam, nog vijf eilanden en het ook tot één gebied aan elkaar geslibde en gepolderde Zeeuws-Vlaanderen? Het gebied dat hoe dan ook Nederlands moest blijven? Konden we de Belgen lekker pesten met de beheersing over de toegang naar Antwerpen, hun belangrijkste haven.

de provincie Zeeland nu

Grappig trouwens dat juist Walcheren en Zuid-Beveland in Zeeuws-Vlaanderen nog steeds worden betiteld als ‘de overkant’. Zoveel eeuwen na de Tachtigjarige Oorlog nog steeds dat apartheids en eilanddenken! Een wond’re zaak toch?

de glossy ‘Zeeuwse Cultuur Agenda’ voor deze maanden

Daarom is ’t ook zo bijzonder dat hoofdredacteur Rob Bakker en zijn team het glossy magazine ‘Zeeuwse Cultuur Agenda’ van de grond hebben gekregen. Een drie tot vier keer per jaar verschijnend blad. Uiterst verzorgd en helemaal gratis te verkrijgen op gigantisch veel plekken in Zeeland. Met daarin redactionele artikelen en een agenda waaruit blijkt dat Zeeland, met nog geen 400.000 inwoners, stikt van de culturele activiteiten. In de theaters en concertzalen, op de podia, in de museums, bij kunstroutes, en wat al niet meer. Noem ’t en ’t staat erin. Petje af voor Rob en zijn redactie. Ook trouwens voor hun uitgebreide, informatieve website zeeuwsecultuuragenda.nl/.

Nu is Rob Bakker sinds kort dus ook begonnen met een wekelijkse podcast. Opgenomen in een studio op een zolder in Geervliet. Een half uur durend programma over culturele evenementen in Zeeland en met elke keer ook een speciale gast. Waardoor levensgezel en ik ons een paar weken geleden richting Geervliet spoedden. Even voor alle duidelijkheid, op Noord-Beveland, een ander eiland. En daar overkwam ons weer zo’n wond’re zaak. We keken elkaar aan van “maar dit kennen we toch, hier zat toch ooit Galerie Hofstede Lijn 3?”. Geervliet mag dan bekend staan als het kleinste dorp van Zeeland maar de wereld bleek er ook weer eens heel klein.

in de grote schuur links zat tot voor enkele jaren de galerie Hofstede Lijn 3

Want een aantal jaren geleden waren we daar al eens geweest. Om als vriendendienst een behoorlijk groot schilderij van de ons bekende Haagse kunstenaar Poen de Wijs naar die galerie te brengen. Poens auto was namelijk te klein. En levensgezel  kende die galerie al toen die nog in Den Haag was gevestigd. Prima geregeld dus.  Die nieuwe vestiging in Geervliet was prachtig, maar sloot enkele jaren geleden. Wat er nu wel op dat terrein zit, is de woning van Rob Bakker en zijn podcaststudio.

tijdens de opname
screenshot van de website pagina die je te zien krijgt als je op de link naar de podcast klikt

Zoals ’t heet ‘voor alles in het leven is er een eerste keer’. Ook voor meedoen met een podcastopname. Het resultaat kun je hier via Spotify beluisteren. Met in het eerste kwartier dat interview met mij. Waarin ik uitgebreid kon vertellen over het wie-wat-en-waarom van mijn kunst. Toen ik het eindresultaat kon terugluisteren, was ik er best tevreden over. Zeg nou nog maar eens dat ‘Zeeland, het wonder linksonder’ geen mooie slogan is. Tot volgende week.

TOOS

Vrouwelijk Feest in de Schildershemel


foto van de Eregalerij in het Rijksmuseum die ik nam in betere tijden

Of er in het Hiernamaals, Nirwana, Walhalla en de Eeuwige Jachtvelden speciale plekken zijn voor beeldende kunstenaars? Echt geen idee. Maar zo ja, dan had daar een paar weken geleden op de Internationale Vrouwendag vast een luid en duidelijk gejuich opgeklonken. Vooral uit vrouwenkelen. Toen maakte het Rijksmuseum namelijk bekend dat de Eregalerij, zeg maar rustig ‘the place to hang’, verrijkt was met schilderijen van een paar vrouwelijke kunstenaars uit onze Gouden Eeuw. Zomaar ineens twee en een halve vrouw te midden van Rembrandt, Vermeer, Frans Hals, Jan Steen, Jacob van Ruisdael en nog zowat van die wereldberoemde  schilderscoryfeeën. Eindelijk,eindelijk!! Want anders was het Rijks echt over de datum geraakt.

een schilderij van Rachel Ruysch wordt opgehangen in de Eregalerij

Hoe dat zit met twee en een half? Nou, Judith Leyster en Rachel Ruysch ieder helemaal en Gesina ter Borgh half. Half? Komt zo. Op zich nog niet veel, maar toch! Als begin in ieder geval stukken beter dan dat helemaal niks, niente, nada van de laatste twee eeuwen sinds de oprichting van het Rijksmuseum. Van de tijd waarin vrouwelijke kunstenaars een heel dikke mist ingestuurd werden.

Maar nu die halve Gesina ter Borch (1633-1690). Kende je die? Misschien wel haar achternaam. Want vader Gerard ter Borch was al een bekend schilder, maar zijn zoon en Gesina’s halfbroer, ook een Gerard ter Borgh (1617-1681), is degene naar wie heel wat straten in Nederland zijn vernoemd.  En degene waarvan twee en een half schilderijen in het Rijksmuseum zijn te bewonderen. Kijk, weer die halve. Sinds Internationale Vrouwendag hangt er in de Eregalerij namelijk een gezamenlijk werk van Gesina en Gerard.

portret van Moses ter Borch, geschilderd door Gesina en Gerard ter Borch (1667-69)

Een schilderij dat ze maakten in memoriam voor Gesina’s broer Moses (1645-1667). Ook een talentvolle Ter Borgh, zoals zijn zelfportret wel duidelijk maakt.

Zelfportretje van Moses ter Borch (1660 – 61)

Maar hij koos ervoor bij de marine te gaan, in dienst van Michiel de Ruyter. Op 22-jarige leeftijd werd hij een slachtoffer van de Tweede Engelse Oorlog bij de aanval op een fort aan de Engelse kust. Daarna hebben zus en halfbroer hem in dit portret geëerd. Gesina kon dus net als Gerard het penseel uitstekend hanteren. Maar dat bleef alleen bekend binnen de kleine kring van familie en vrienden. Echt naar buiten treden deed ze niet. Haar talent en kunde leefde ze vooral uit in een drietal heel bijzondere albums die gelukkig bewaard zijn gebleven. Albums met gekalligrafeerde liedjes, gedichten, tekeningen, aquarellen, prenten, krantenknipsels en bijvoorbeeld onderstaand zelfportret.

Tot rond 1880 bleven deze boeken familiebezit tot ze uiteindelijk als een kunstzinnige verrassing ter veiling kwamen. Toen sloeg de Vereniging Rembrandt een prachtige slag waardoor ze nu eigendom zijn van het Rijksmuseum. Een heel waardevol en volstrekt uniek onderdeel van de collectie. Hier nog wat voorbeelden eruit.

aquarel/tekening van Moses die heel veel weg heeft van het schilderij dat Gesina en Gerard van hem maakten

Veel meer over die boeken is te beluisteren in deze podcast. Waarin journalist Janine Abbring, de laatste paar jaar ook de interviewer van dat unieke tv-programma Zomergasten, een gesprek voert met conservator Ilona van Tuinen. Echt leuk om te beluisteren. En nu is Gesina dus ineens, heel verrassend vind ik, gepromoveerd naar de Eregalerij. Veel minder opmerkelijk is dat voor Judith Leyster (1609-1660). Alhoewel ook die heel erg lang in die dikke mist moest verkeren. Aan haar gaf ik hier al eens aandacht.

twee zelfportretten van Judith Leyster, op jongere en oudere leeftijd
Judith Leyster, De serenade, het schilderij dat nu in de Eregalerij hangt

Diverse van haar schilderijen zijn lang toegeschreven geweest aan bijvoorbeeld Frans Hals. Al eeuwen lang veel beroemder, ook woonachtig in Haarlem, schilderend in dezelfde stijl en veel meer waard dan Judith. Dus de ondertekening van Judith valselijk overschilderen met die van Frans Hals was een interessant verdienmodel. Reken maar dat er de komende jaren nog wel  meer ‘Leysters’ ontdekt gaan worden.

En die derde vrouw, Rachel Ruysch? Laat ik aan haar nou stom toevallig recent één, twee, drie afleveringen hebben gewijd! Lees maar. Nu wordt ’t afwachten wanneer nog twee andere Gouden Eeuwse coryfeeën de Eregalerij mogen komen opluisteren. Maria van Oosterwijck en Clara Peeters.

schilderij van Maria van Oosterwijck, in de collectie van het Mauritshuis
schilderij van Clara Peeters, in de collectie van het Rijksmuseum

Dat zou pas een echte inhaalslag zijn. Alhoewel, Clara Peeters? Mauritshuis en Rijksmuseum mogen van haar dan twee prachtige stillevens bezitten, ze werkte vooral vanuit Antwerpen. En die stad hebben ‘we’ in de Tachtigarige Oorlog nou net niet kunnen heroveren op die vuige Spanjaarden. Dus mag ze dan wel meedoen in Amsterdam? Maar ach, de Eregalerij is voorlopig toch corona-gesloten  dus ze hebben bij het Rijks nog wel even de tijd om daar over na te denken. Tot volgende week.

TOOS