Tagarchief: pornografie

Vrouwen Versieren met Glimmend Goud


Op de kunstacademie destijds was ’t niet echt ‘in’ om hem te waarderen, om hem mooi te vinden. Terwijl ik dat dus wel deed. Eigenlijk een beetje boel foei dus. Maar ze konden me wat! Ik had zelfs een afbeelding van hem hangen in mijn werkkamertje in het ouderlijk huis. Maar toen bleek gelukkig dat de docente van Kunstbeschouwing hem toch ook wel mocht. De man die wereldberoemd was geworden omdat hij op zijn schilderijen vrouwen magnifiek kon versieren met goud. En dat trouwens bij zijn vele ‘veroveringen’ in het dagelijks leven niet nodig had. Maar dat komt straks. De Golden Boy wordt hij nu genoemd in de expositie ‘Golden Boy Gustav Klimt. Inspired by Van Gogh, Rodin, Matisse …’.Waar anders dan in het Van Gogh Museum in Amsterdam (van 7 oktober tot 8 januari).

Daar wilde ik natuurlijk absoluut heen. Maar ja, Nice hè. Door de lange afzondering in mijn Niçoise atelier moest ik me nu uiteindelijk toch nog haasten. Maar ’t is afgelopen zaterdag gelukt. Dankzij ook de een paar weken vooraf met onze Rembrandtkaart gereserveerde gratis toegangsbewijzen. Want bij de ingang stonden zaterdag aardig wat mensen beteuterd te kijken naar het bord met de mededeling ‘voor vandaag geen kaarten meer beschikbaar’. Binnen was het dus een beetje druk, met ook opvallend veel jongeren.

Want dat laatste is echt niet vanzelfsprekend. Meestal hebben in de kunstmusea, zo is mijn ervaring, de ‘grijze koppen’ behoorlijk de overhand. Maar zowel de jonkies als de oudjes hadden terecht kaartjes gescoord, ’t was een indrukwekkende expositie. Eigenlijk moet je nu eerst gaan zitten voor deze video over de expositie met start in Wenen.

Zo af en toe had ik hier en daar wel eens ‘een Klimt’ in het echt gezien, maar zoveel bij elkaar? Nee. Ik kwam trouwens wel een oude bekende tegen die ik eerder in 2015 had gezien in het MoMA, het Museum of Modern Art in New York.

in 2015 in het MoMa (New York) bij Klimt’s ‘Adèle Bloch-Bauer II’ uit 1912
nu in het Van Gogh Museum

Maar een paar andere van zijn beroemdste werken hangen niet in het Van Gogh Museum. Zoals de versie nummer I van Adèle Bloch-Bauer, de gouden versie (helemaal bovenaan). Die mocht haar museum in New York blijkbaar niet verlaten. Net zoals de overberoemde ‘De Kus’ in Wenen is gebleven.

Gustav Klimt, De kus

Maar Judith, officieel ‘Judith und Holofernes’ geheten, is er dan gelukkig wel weer. Kijk maar eens rechtsonder waar je nog net het afgehouwen hoofd van generaal Holofernes kunt zien. Lekker sensueel hè, zo’n schilderij!

Gustav Klimt, Judith (1901)

Dat verhaal uit het Oude Testament is hier in mijn blog al wel eens eerder ter sprake gekomen in verband met mijn schilderheld Artemisia Gentileschi. Maar dat even terzijde. Niet zo terzijde is dat Klimt niet alleen graag vrouwen schilderde, maar er ook een groot liefhebber van was. Het aantal kinderen dat hij bij verschillende vrouwen verwekte is alleen maar ruw te schatten, het aantal minnaressen uit alle rangen en standen van de Weense maatschappij is nog veel moeilijker te bepalen. Er liepen er dagelijks altijd wel een paar half of geheel naakt rond in zijn atelier. Wat dan weer leidde tot, eufemistisch uitgedrukt, zeer persoonlijke schetsen die voor die tijd zeker pornografisch waren te noemen. Hele stapels had hij ervan. Maar die zijn natuurlijk niet in Amsterdam te zien. En ’t is ook maar de vraag of in dit MeToo-tijdperk gevoelige zielen daar niet instantaan bij de opening van de expositie aanstoot aan zouden hebben genomen.

Dat kon in ieder geval niet bij een aantal prachtige, intrigerende schilderijen van Klimt die ik alleen kende van plaatjes maar nu voor ’t eerst in het echt zag. En ik kan je verzekeren, dat is echt heel iets anders! Een paar voorbeelden.

Water serpents (1906-07)
Emilie Flöge (1902-08), jarenlange muze van Klimt
Zilvervissen (Waternimfen), 1901-03
Het leven is een strijd (De gouden ridder), 1903
De bruid (1917-18), dit werk stond onafgemaakt op zijn ezel toen Klimt stierf in 1918

Een klein schilderijtje was voor mij ook beslist een verrassing en paste mooi bij het tweede deel van de tentoonstellingstitel. Over die beïnvloeding van Klimt door andere kunstenaars.

Studie voor Schubert aan de piano (1896)

Dit doet toch wel heel impressionistisch geïnspireerd aan terwijl onze eigen Vincent van Gogh met zijn veel ruwere, expressionistische penseelstreek dan weer debet is geweest aan de bomenrij hieronder.

Laan naar kasteel Kammer (1912)

Aan het eind, bij nog weer een prachtig portret met ook een behoorlijk ruw geschilderde achtergrond, was ik echt op door al dit visueel geweld. As ’t effe kan, ga nog voor 8 januari.

Maar daar op die bank nam ik me wel voor dat ik voor Klimt en de musea daar nu eindelijk eens naar Wenen moest. De barokstad waar ik nog nooit ben geweest. Kan ik gelijk ook eens uitgebreid Egon Schiele gaan bewonderen, een grote favoriet van me voor wie Klimt op zijn beurt weer een grote inspiratiebron was.

het beroemde ‘Beethovenfries’ (1902), op ware grote nagebouwd middenin de expositie
een paar details uit het Beethovenfries

Tot volgende week.

TOOS

Niet Alice maar Leonor Fini in Wonderland


Had je me voor de lente van 1994 gevraagd naar ene kunstenaar Leonor Fini, dan had ik vragend terug moeten kijken. Maar zou je dat nu doen, in augustus 2020? Dan komt er een uitgebreid persoonlijk verhaal. Beginnend bij Sophie Kerfanto, restaurant Abacadabra en de Fondation Maeght in Saint-Paul-de-Vence om dan via Pierre Cottalorda in Nice en Lichtstad Parijs door te gaan naar Neil Zukerman in New York. Met die Leonor Fini als rode draad. Begin juli noemde ik haar al eens in een blogaflevering over vrouwelijke surrealisten. Lees eventueel maar hier.

het kunststadje Saint-Paul-de-Vence met op de achtergrond de kust van de Côte d’Azur

Maar dat persoonlijke verhaal dus. In de lente van 1994 raakte ik volstrekt onverwacht verzeild in het middeleeuwse kunststadje Saint-Paul-de-Vence aan de Côte d’Azur. Noordwestelijk van Nice. Hoe ik daar terecht kwam en waarom ik er uiteindelijk drie maanden verbleef? Dat is een bijzonder, maar ander verhaal.

Ik zie me er gelijk weer zitten, op de zolder boven restaurant Abacadabra aan de Rue Grande waar eigenaar Sophie Kerfanto de scepter zwaaide en zelf op de 1e etage woonde. Een zolder die ik als slaapplek en atelier had kunnen inrichten. Met een prachtig uitzicht op de vallei aan de westkant van Saint-Paul. En met in het restaurant  een dik boek over ene Leonor Fini. Een in 1907 geboren vrouwelijke kunstenaar met werk dat me direct intrigeerde. Echt een heel eigen, sterke en overduidelijk vrouwelijke wereld.

Leonor Fini, olieverfschilderij

Leonor Fini

Dicht bij Saint-Paul ligt de Fondation Maeght, een heel bekend particulier museum voor hedendaagse kunst met een focus op de tweede helft van de 20e eeuw. Bleken ze daar een grote bibliotheek te hebben met ook een aantal boeken over Leonor Fini! Ik heb er in mijn drie maanden Saint-Paul aardig wat uurtjes doorgebracht als ik me wilde ontspannen na uren geconcentreerd schilderen op mijn steeds warmer wordende zolder. Om me bijvoorbeeld te laven aan het avontuurlijke leven van Fini. Een ravissante, zeer eigenzinnige vrouw die verkeerde in de bruisende kringen van de surrealisten in Parijs, die vaak extravagant gekleed ging, die haar liefdesleven verrijkte met zowel mannen als vrouwen en die er daarbij ook nog zo’n twintig Perzische katten op nahield.

rechts Leonor met links de wereldberoemde filmster Brigitte Bardot

Leonor met een van haar katten

Leonor Fini, olieverfschilderij

links Jean-Paul en rechts zijn compagnon Pierre Cottalorda

In die Saint-Paul tijd kwam levensgezel ook een week aanvliegen opdat we samen konden rondtoeren aan de Côte. Om onder andere musea en galerieën te bezoeken. Wie weet was er een galerie te vinden voor mijn schilderijen. Op de laatste dag van die week ontdekten we Galerie Qvadrige in Nice. De galerie van Jean-Paul Aureglia met wie ik nu al jaren samenwerk. Maar je begrijpt ’t al, dat is een ander verhaal. Wel van belang is dat Jean-Paul een veel oudere compagnon had, Pierre Cottalorda. Een gedistingeerde, oer-Franse heer die veel van kunst wist en die, zo bleek na verloop van tijd, nog had samengewerkt met o.a. Matisse, Salvador Dali en André Masson. En met ……. Leonor Fini! Zeg maar eens dat toeval niet bestaat. Vandaar dat ik nu dan ook in het bezit ben van een aantal steendrukken van Leonor. Want die waren via Pierre eigendom van Qvadrige.

Leonor Fini, steendruk

enkele olieverven van Leonor Fini

Een jaar later zag ik in een Parijse galerie voor het eerst ‘live’ olieverfschilderijen van haar. In wat waarschijnlijk de laatste expositie tijdens haar leven is geweest. Want ze overleed in 1996. Ik was al verknocht aan haar werk maar toen was ik gelijk helemaal verkocht. Wat een vrouw, wat een karakter, wat een kunstenaar! En wat een durf! Een kunstenaar die vond dat je het illustreren van de in 1954 gepubliceerde, hoogst gedurfde erotische roman ‘Histoire d’O’ niet aan mannen kon overlaten maar dat ook als vrouw moest doen. De vrouw die vond dat ook zij de als pornografisch betitelde boeken ‘De 120 dagen van Sodom’ en ‘Justine’ van Markies de Sade (1740-1814) moest illustreren. En laat ik nu zo’n maand geleden enkele van die steendruk-illustraties tegenkomen op de expositie ‘De Tranen van Eros’ in het Centraal Museum in Utrecht. Met de aanduiding dat deze waren uitgeleend door de CFM Gallery in New York. Waarvan ik dan weer eigenaar Neil Zukerman ken bij wie levensgezel en ik zo’n drie jaar geleden in zijn Manhattans appartement zaten te praten over …… Leonor Fini. Maar dat verhaal komt nog.

steendruk van Leonor Fini bij de uitgave van Histoire d’O, uitgeleend door de CFM Gallery in New York voor de expositie ‘De Tranen van Eros’

steendruk van Leonor Fini bij de Nederlandse vertaling van Justine van Marquis de Sade

enkele losse steendrukken bij die boeken op de expositie ‘De Tranen van Eros’ in het Centraal Museum te Utrecht

Oh ja, in die aflevering van begin juli schreef ik over een schilderij van Leonor dat toen nog op de veiling moest komen. Verkocht voor bijna 1 miljoen dollar!

Leonor Fini, dat schilderij van bijna 1 miljoen!

Tot volgende week.

TOOS