Tagarchief: Rotterdam

De Vrouwelijke Kunstenaars Blijven Oprukken: deel 2


Vorige week beloofd, dus ik blijf nog even hak-tak-hak heen en weer springen over ‘de vrouw in de kunst’. Aan de hand van die twee tentoonstellingen ‘De Nieuwe Vrouw’ in museum Singer (Laren)  en ‘Vrouwenpalet 1900-1950’ in de Rotterdamse Kunsthal (tot 10 april) en vanwege die onstuitbare opmars van de vrouwelijke kunstenaars uit het verre en nabije verleden. Waarvan dan weer die twee exposities getuigen.

‘De Nieuwe Vrouw’ in Singer
‘Vrouwenpalet 1900-1950’ in de Kunsthal, bij de mij nog volstrekt onbekende Mies Elout-Drabbe
de jubileum uitgave

Een opmars waarvoor in 1971, zo zou je terugkijkend kunnen constateren, het startschot klonk. Waarom juist 1971? Omdat toen, tijdens de tweede feministische golf, in de VS het nu zo beroemde essay ‘Why Have There Been No Great Women Artists?’ werd gepubliceerd. ‘Waarom Zijn Er Geen Grote Vrouwelijke Kunstenaars Geweest?’, geschreven door kunsthistoricus Linda Nochlin.  Met centraal de vraag waarom het vrouwen al eeuwen lang heel moeilijk was gemaakt om, net als mannelijke kunstbroeders, beroemd te worden en te blijven. Goede timing trouwens van Nochlin, de tijd was er blijkbaar rijp voor. Want ze veroorzaakte heel wat reuring. Dit essay is zelfs zo beroemd geworden dat er begin 2021, vijftig jaar na publicatie, een speciale editie van uitkwam.

Op de kunstacademie kreeg ik van dat alles totaal niks mee.  Daar was ’t gewoon alles mannen wat de kunstgeschiedenisklok sloeg. Pas zo tegen het jaar 2000 kwam die historie van de weggepoetste kunstvrouwen langzaam op mijn netvlies. Wat wil je ook, eerst mijn onderwijsbaan en daarna mijn eigenste kunstcarrière.  Beide tijd en energievretend.

 Maar mee door Linda Nochlin liep ik een paar weken geleden toch maar mooi rond op die twee exposities. Of zij zich had kunnen vinden in ‘De Nieuwe Vrouw’ met als onderwerp de veranderende wereld en het veranderende vrouwbeeld begin 20ste eeuw? Ik betwijfel dat zeer. Daar in Laren hadden ze er wel erg veel schilderijen van mannelijke kunstenaars voor nodig! Met bijvoorbeeld deze dissonant.

werk van Jan Sluijters (rond 1920)

Want moet dit nou die Nieuwe Vrouw voorstellen? Dat is toch gewoon een stoeipoes zoals een man die graag ziet? Zo waren er wel meer missertjes. Maar gelukkig hing er ook nog kunst tussendoor van vrouwen uit die tijd. Van vrouwen die de laatste decennia voor mij ook steeds meer zijn gaan leven . Zoals de vorige week al genoemde Jacoba van Heemskerck, Thérèse Schwarze en Suze Robertson. En natuurlijk Charley Toorop. Maar ook de tegenwoordig  langzaam op de bekendheidsladder stijgende Else Berg (1877-1942) en Alida Pott (1888-1931).

Thérèse Schwarze, Jonge Italiaanse vrouw met de hond Puck (1884-85)
Suze Robertson, Vispoort te Harderwijk (1914)
Charley Toorop, Zelfportret met drie kinderen (1929)
Else Berg, Mystieke vijver(1915)

Twee dagen later volgde de Kunsthal. Met, wat een verrassing, alweer Jacoba, Else, Alida. Oh ja, en natuurlijk Charley!

Alida Pott, Naakt (aquarel op papier)
Charley Toorop, vroeger werk waarin ze duidelijk bezig is haar stijl nog te zoeken

Nou ja, verrassing? Niet echt. Want als je na veel prima kunsthistorisch spitwerk een grote groep van 24 vrouwelijke kunstenaars uit zo’n beetje dezelfde periode bij elkaar weet te brengen, zitten daar allicht de usual suspects bij.De zo langzamerhand geijkte hap, de vaste prik. Naast ook onverwacht veel echt onbekenden. Hoewel, onbekend?

zelfportret van Lou Loeber (1921)

Dat gezicht op het schilderij hierboven, dat kende ik toch? Maar die naam Lou Loeber (1894-1983)? Ik had er, zoals je dat in de politiek tegenwoordig uitdrukt, even geen actieve herinnering aan. En toch, ja hoor, daar kwam ie! In Laren. Ook zo’n gezicht.

zelfportret Lou Loeber 1920

Dat beeld had ik wel actief opgeslagen. Je bent ten slotte beeldend kunstenaar of niet.  Maar die naam? Nee, die had ik nog niet actief ingekerfd op mijn harde schijf. Nu wel. Nog zo’n dubbelaar? Zelfs een letterlijke.

in Laren
in de Kunsthal bij 2 beelden van Charlotte van Pallandt met op de voorgrond precies hetzelfde beeld als in Laren

Twee gelijke afgietsels van een beeld van de altijd wel bekend gebleven Charlotte van Pallandt (1898-1997). Ken je dat iconische beeld van Koningin Wilhelmina? Dat in die dikke, wijd uitlopende winterjas waarin ze bijna helemaal verdwijnt? Charlotte dus!

het bronzen beeld van Wilhelmina in Den Haag
uitgave over Suze Robertson n.a.v. de expositie in Panorama Mesdag

Die ‘vaste prik’ ligt ook wel voor de hand. Want hoe groot is nou eigenlijk die groep vrouwen waaruit je kunt putten? Dus miste ik in de Kunsthal wel Suze Robertson (1855-1922), in haar tijd gekend en vernieuwend maar daarna weggezakt. Net ook als Thérèse Schwarze. Maar gezegend zij Panorama Mesdag in Den Haag! Daar heeft Robertson nu een grote expositie. Een verdiende revival waar ik nog heen moet.

En Schwarze? Recent kocht het Rijksmuseum nog een werk van haar aan. Nu daar te zien in ‘Vrouwen op papier’. Wil ik ook nog heen.

de recente aankoop door het Rijksmuseum: ThérèseSchwartze, portret van Thérésia Ansingh

Al die ooit sterk mangerichte museumclubjes kunnen dus niet meer om de oprukkende vrouwelijke kunstenaars heen . De noodzakelijke inhaalslag is gaande. Mag ook wel, want wat bleek uit onderzoek? Maar 13% van de kunstverzameling in de Nederlandse musea is afkomstig van vrouwen. Reden voor diepe schaamte. Maar nu zijn ze echt bezig hun best te doen. Kijk naar het Stedelijk Museum in Amsterdam. In de nieuwe collectiepresentatie over de periode 1880-1950 is er, zo zegt een persbericht, speciale aandacht voor vrouwelijke kunstenaars. Jippie! Mag jij raden wie daar weer bij zitten. Thérèse Schwarze, Jacoba van Heemskerck, Else Berg. Oh ja, en natuurlijk ook Charley Toorop!

Tot volgende week.

TOOS

De Pot, een toekomstig Rotterdams monument en waarom Frank Gehry nu wel de pot op kan


Depot Boijmans Van Beuningen

Voordat iets op de lijst van Rijksmonumenten kan worden geplaatst, moet het natuurlijk eerst wel zijn gebouwd. Een tikje bejaard worden is daarna ook een pluspuntje en dan is het maar afwachten of het ooit tot erfgoed wordt verklaard. Zoals bijvoorbeeld mijn pakhuis ´Holstein´ uit 1738. Vorige week schreef ik erover vanwege mijn deelname aan de nationale Open Monumentendag op zaterdag 10 september.

Laat ik nou recent een adembenemend nieuw, nog geen jaar oud gebouw hebben bezocht waarvan ik nu al weet dat het ooit een Rijksmonument gaat worden! De Pot in Rotterdam. Oh sorry, eigenlijk moet ik ’t hebben over het Depot Boijmans Van Beuningen. Maar ja, ´t is wel in Rotjeknor. Waar ze er heel goed in zijn om iets iconisch al snel een bijnaam te geven. Wel eens gehoord van de Hoerenloper? De fiets/voetgangersbrug die de moderne Kop van Zuid verbindt met vroegere hoerenbuurt en zeemanskwartier Katendrecht? Officieel de Rijnhavenbrug? Veel te saaie naam natuurlijk. Nee, dan de Hoerenloper, die naam vergeet je niet!

De Pot binnenin

Dus mocht je nu in Rotterdam horen praten over De Pot, dan moet je vlak naast het door renovatie voor de komende jaren gesloten Museum Boijmans Van Beuningen zijn. Een museumverbouwing die traditiegetrouw vast heel veel langer gaat duren dan gepland. Maar De Pot is een geweldige vervanger. Het eerste gebouw ter wereld dat een publiekstoegankelijke combinatie is van kunstopslagplaats, werkplaats en museum tegelijk. En daarbij zowel van buiten als van binnen een overdonderende architectonische creatie. Van het Nederlandse architectenbureau MVRDV. Een icoon tot en met.

een prachtige entree
om even een idee te geven van wat je zoal kunt tegenkomen

Ongeveer een maand geleden schreef ik hier over La Tour in Arles, een kunstje van de wereldberoemde architect Frank Gehry. Aan de buitenkant ook zo’n spiegelpaleis als De Pot, maar dan wel heel anders. Nou, die wereldberoemde Frank kan nu wel de pot op. In mijn ogen dan ten minste. Want wat MVRDV heeft geflikt is zo ontzettend veel beter, ingenieuzer en pakkender! Kijk maar.

overal glazen vloeren met opstellingen

Je kunt er natuurlijk niet verdwalen maar wel verrassend ronddolen. Even een hoek om en je staat ineens het atelier voor beeldenrestauratie in te koekeloeren. Of je kunt ineens een kamertje induiken waar je op een computerscherm door de museumcollectie kunt bladeren. Of je loopt een grote, nu nog lege ruimte in waar je bij een gigantisch groot raam uitzicht op Rotterdam krijgt. Of je drukt op een lichtknop en hebt plots uitzicht op een opslagruimte voor 3-dimensionale kunst. Of van schilderijen. Of je kijkt een vergaderruimte in met vanzelfsprekend design-verantwoorde stoelen. Over elk detail is nagedacht.

restauratieruimte voor beelden
opslag van 3-dimensionale objecten
opslag van en werkruimte voor schilderijen
uitzicht op Rotterdan
vergaderruimte

Dat een schilderij, niet echt verbazingwekkend, ook een achterkant heeft, willen ze in het Depot ook best showen. De prachtigste kunstschatten uit de museumverzameling hangen ergens in keurige rijtjes midden in de ruimte. Onze middeleeuwse Jeroen Bosch naast Amerikaan Jean-Michel Basquiat (1960-1988), nu één van de duurste moderne kunstenaars. En Rembrandt naast Nederlandse Fransman Kees van Dongen (1877-1968). Onze Jacoba van Heemskerck (1876-1923), als vrouwelijk kunstenaar steeds meer in de museale aandacht tegenwoordig, mag zich buur noemen van de veel bekendere tijdgenoot Edvard Munch (1863-1944). En allemaal tonen ze ook hun achterkanten. Een heel interessante manier van presenteren.

Jeroen Bosch links en Basquiat rechts
Rembrandt en Kees van Dongen
Munch links, van Heemskerck rechts

Net zoals trouwens al die ingebouwde vitrines op de gekste plekken, glazen kasten ergens in de hoogte of de laagte, glazen vloeren waarbij je over prachtige uitstallingen loopt. Je komt vele ogen te kort. Dat depot is een kunstdoolhof waarbij je telkens opnieuw tegen nieuwe verrassingen en gewaagde kunstcombinaties aanloopt.

zomaar ineens een zelfportret van Charley Toorop
en dan ineens loop je zo’n ruimte binnen
of een zaal met een keus uit de kunstcollectie van De Rabo-bank zoals deze installatie van Folkert de Jong
hoe zit dat daar nou eigenlijk?
of hier?
hoe ingenieus wil je ’t allemaal hebben

Zo kwam ik zelfs prachtige, zogenaamde lustroborden tegen van de soort die in de 16e eeuw door Mastro Giorgio werden gemaakt in Gubbio.  Door mijn verblijven daar als artist in residence weet ik dat als je begint over deze Mastro je voorlopig onder de pannen bent.

lustrokeramiek uit de 16e eeuw

En dan nog even over die tuin bovenop De Pot, met restaurant Renilde in het midden. Ze hebben er maar gelijk volgroeide bomen en struiken geplant. Zelfs zodanig dat die je af en toe het uitzicht ontnemen op de bekende Rotterdamse skyline.

weerspiegeling van de daktuin in de wand van het Depot
skyline van Rotterdam

Dat er ook dagelijks allerlei rondleidingen door de grote opslagruimten worden georganiseerd wist ik al wel, maar daar kwam ’t dit keer gewoon nog even niet van. Te veel, te indrukwekkend, te overdonderend. GAAN! Zeker op zo’n tropendag van 300 met binnen overal de thermostaat temperatuur van 210. Want het is natuurlijk wel allemaal waardevolle kunst! Zouden ze er deze winter nog 190 van maken om energie te besparen? Tot volgende week.

TOOS

Hoe ik onbewust een kunstei legde in Rotterdam


“Ah, u bent dus mevrouw van Holstein. Wat leuk dat u er bent”. Zo werd ik enkele maanden geleden op een doordeweekse avond door een jongedame heel prettig begroet in het Rotterdamse Robeco-hoofdkantoor. Dat vanwege een groepsrondleiding langs de kunst in het gebouw (waarvan hier tussendoor foto’s).  Leuke ontvangst natuurlijk, maar dat tussenvoegsel ‘dus’ intrigeerde me direct. Dus vroeg ik even door naar de oorzaak ervan. Die was zeer verrassend. Ik bleek namelijk, zonder ook maar de flauwste notie daarvan, in hoogst eigen persoon de oorzaak van die rondleiding te zijn. Absoluut een complete verrassing en ook een verhaal met een clou. Want hoe dat kwam? Daarvoor moet ik nog weer een paar maanden verder terug in de tijd. Naar juli, naar de serie Robeco SummerNights 2018 concerten in het Amsterdamse Concertgebouw.

zicht vanuit het Robecogebouw op het Centraal Station van Rotterdam

Daar verkeerden levensgezel en ik toen op uitnodiging bij een operaconcert. Als de grote sponsor van  de SummerNights concerten nodigt beleggingsmaatschappij Robeco al jarenlang regelmatig rekeninghouders daarvoor  uit. In het kader van ‘je klanten af en toe eens in de watten leggen’.

Omdat wij beiden er elk een rekening hebben, kwam er vaak ook voor elk van ons apart zo’n uitnodiging binnen. Konden we toch maar mooi twee keer gaan. Want je partner mag mee. Maar de laatste jaren kreeg ik niks meer binnen en levensgezel nog wel. Jaloersmakend en natuurlijk ook helemaal niet eerlijk. Vandaar dat ik me stellig had voorgenomen daar dit keer wat van te zeggen, mocht de mogelijkheid zich voordoen.

werk van Daniel van Straalen in een werkkamer

evenwichtskunstwerk als symbool voor het evenwicht dat een beleggingsmaatschappij altijd moet zoeken

En dat deed ie. Want we werden na het concert ook nog verwacht in het Robeco-Zomercafé voor een after party. Een borrel dus. Maar ja, dat klinkt wel erg eenvoudig. Nou, geen probleem! Er liepen daar tussen de genodigden keurig verpakte Robeco medewerkers rond die duidelijk als taak hadden iedereen even aan te schieten. Public relations in volle actie. Toen er zo’n keurig verpakte en beslist ook aardige jongeman bij ons aanschoof, heb ik hem gelijk maar verteld hoe schromelijk verwaarloosd ik me voelde. Daar kon hij natuurlijk helemaal inkomen. Hij had trouwens eens wat anders moeten durven zeggen!! Maar het jonkie kwam, heel knap, ook gelijk met een idee. Stel nou eens dat we ter compensatie werden uitgenodigd voor een rondleiding langs de kunst in hun nieuwe hoofdkantoor in Rotterdam? Moest ie eerst nog wel even voorleggen aan een hogere baas, maar voelde ik daar eventueel iets voor? Allicht!

bij een lichtsculptuur, met licht voortdurend veranderend op het tijdsritme van de beurs

nog een ander lichtsculptuur

Vandaar dat we op die doordeweekse avond in het Robecogebouw op de hierboven aangehaalde manier werden begroet. Maar nu komt de al aangekondigde clou! Die keurige jongeman had zijn voorstel ter plekke bij die borrel instantaan verzonnen. Er bestonden bij Robeco namelijk nog helemaal geen publieke kunstrondleidingen. Wel hadden ze dit al eens gedaan voor personeel. Maar nog helemaal nooit en te nimmer voor klanten. Met andere woorden, ik was de trigger geweest om dit te gaan organiseren. En vandaar dat ‘dus’ in de begroeting. Mijn naam had al rondgezongen. Kun je je voorstellen dat ik me een zeer welkome gast voelde en dat ’t bij de borrel achteraf aan de kantoorbar nog heel gezellig werd?

Kunstwerk van David Jablonowski. Lees voor de uitleg ervan maar de Engelse tekst  op onderstaande foto. Heel begrijpelijk! Daarom zet ik die teksten maar niet meer bij de daarop volgende foto’s.

werk van Nick van Oort

design trap waarop de zetels naar elkaar toe of van elkaar af kunnen worden geschoven

Ga ik dan nu wel weer worden uitgenodigd voor de Robeco SummerNights 2019? Nee! Want stom toevallig stopt Robeco dit jaar met de sponsoring. Ze gaan zich, zo leerde ik die avond, met dat sponsorgeld op andere, jongere doelgroepen richten. Veel te veel ‘grijze koppen’ in het huidige  klantenbestand. Om op den duur als beleggingsmaatschappij geen knekelhuis te worden, moeten andere kleuren haar aan de klantencollectie worden toegevoegd. Toch een typisch geval van jammer. Maar ja, het leven kan hard zijn. Tot volgende week.

TOOS

Het Kasteel van Rhoon en ’t Gevaarlijke Kunstvirus


het Kasteel van Rhoon

Toen ik jaren geleden voor het eerst in de Verenigde Staten rond toerde, verbaasde ’t me ten zeerste dat bij nat weer ineens overal bij de ingang van warenhuizen en winkels van die borden te voorschijn kwamen met de tekst ‘Caution, wet floor‘. Voorzichtig, natte vloer.   Dat kon je toch gewoon zelf wel zien! Maar ja, stel nou eens dat erbij afwezigheid van zo’n bord iemand zomaar zou uitglijden en zich bezeren. Dan zou je als eigenaar best een proces aan je broek of rok kunnen krijgen wegens nalatigheid. ‘Typisch Amerikaans’ dacht ik toen. Tot ik nu in Nederland ook steeds meer van die stomme waarschuwingsborden zie verschijnen. Zou ’t dan toch waar zijn? Dat alles wat in Amerika gebeurt uiteindelijk ook overwaait naar Europa? Nu maar hopen dat dit niet geldt voor het verschijnsel ‘Trump’.

Wat dit met kunst heeft te maken? Dat is simpel. Want waarom zie je nou nergens bij musea en galerieën bordjes met ‘Beware of the art virus‘. Pas op voor het kunstvirus. Want dat kunstvirus is pas écht gevaarlijk! Raak je er in zo’n kunstzinnige omgeving eenmaal door besmet, dan blijf je daar je hele leven lang last van houden. Met alle bijbehorende diep ingrijpende gevolgen. Kijk, ik ben er gewoon mee geboren, ik weet niet anders. Maar levensgezel heeft die besmetting pas ruim na zijn 30ste opgelopen en is er dus nooit meer van af gekomen. Geen medicijn of therapie helpt. Hoe zich dat dan uit? Dat laat ik hier maar achterwege, dat zijn weer heel veel andere verhalen. Reken er in ieder geval maar op dat ’t je leven heel sterk gaat bepalen.

Voor dit verhaal is nu alleen van belang dat het kunstvirus ook besmettelijke eigenschappen heeft. Het kan makkelijk op anderen, die daar bevattelijk voor zijn, worden overgedragen. En daarmee komt dan dat Kasteel van Rhoon uit de titel, liggend in de plaats Rhoon bij Rotterdam, ineens in beeld.

met mijn auto bij het kasteel om schilderijen te brengen

Ooit heeft namelijk levensgezel in zijn enthousiasme een collega en tevens vriend besmet met het kunstvirus. Die op zijn beurt stak zijn vrouw er weer mee aan. Martin en Wilma, zoals ze heten, begonnen ook kunst te verzamelen. En niet alleen dat. Ze startten een aantal jaren geleden zelfs een eigen kunstinitiatief in hun woonplaats Ridderkerk. Imspa Productions (www.imspa.com). Als spin off werd daaruit ook nog een stichting geboren. De Stichting Grenze(N)Loze Kunst. Met weer als gevolg daarvan veel buitenlandse contacten, vooral in Italië. Want Martin kan zich daar, als halve Italiaan, taalkundig heel goed redden. Daardoor heb ik als eens in het Castello in Norcia (Umbrië) geëxposeerd en zijn een paar van mijn schilderijen door half Italië op rondreis geweest.

Nu hebben Martin en Wilma hun voorlopige magnum opus tot stand gebracht. De Triangle of Life. Een kunstevenement dat deze weken plaatsvindt in zowel Ridderkerk als de wijde omgeving ervan. Op allerlei locaties met kunstenaars uit allerlei landen. Een van die locaties is dus dat Kasteel van Rhoon. Een prachtig oud landhuis waar je én heel lekker kunt eten én ook van kunst kunt genieten. Op de gigantisch grote zolders die helemaal als galerie zijn ingericht. Daar hangt van mij de komende weken een groot drieluik van 2 bij 3 meter en het schilderij ‘She’ dat de voorkant van de uitnodigingskaart voor de expositie siert.

uitnodigingskaart

Afgelopen zondag 6 mei was de vernissage van die expositie die nog loopt tot 27 mei. Meer informatie hierover is te vinden op mijn website www.toosvanholstein.nl. Het gemeentehuis van Ridderkerk is overigens ook een van de locaties voor ‘Triangle of life‘ en ook daar hangt werk van mij.

de opening in Rhoon

met Martin en Wilma voor mijn grote 3-luik ‘Specchio’

Zo zie je maar waar besmetting met het kunstvirus toe kan leiden. Trouwens, wat mij betreft mag ’t vrijelijk rondwaren en steeds meer mensen besmetten. Dat is ten slotte alleen maar goed voor de kunst en de kunstenaars. Tot volgende week.

TOOS

Surrealistische realiteit in Boijmans


Salvador Dali, Mae West lippensofa, op “Gek van surrealisme” in Museum Boymans

 

 

Kun je ’t eigenlijk nog wel surrealisme noemen als je een surrealistisch moment hebt tijdens het rondlopen op de grote tentoonstelling “Gek van surrealisme” in het Rotterdamse Museum Boijmans van Beuningen?  Want is zo’n surrealistisch moment daar dan eigenlijk niet normaal?  Ik had ’t toen ik Leonor Fini en André Masson er tegenkwam. Niet in levende lijve trouwens.  Ze zijn al weer wat jaartjes dood en daaruit opstaan is maar weinigen gegeven. Zelfs bij surrealisten. Maar dode kunstenaars leven wel voort in hun schilderijen. En die hingen er wel.

Leonor Fini, Due Donne, 1939

André Masson, Massacre, 1931

Maar waarom had ik nu juist bij die twee dat surrealistische moment? Er hangt ten slotte volop werk van wereldwijd bekende grote kunstkanonnen als Max Ernst, Salvador Dali, Yves Tanguy en René Magritte. Dat komt omdat er voor mij een persoonlijk lijntje loopt naar Fini (1907-1996) en Masson (1896-1987) van wie de namen regelmatig vallen in gesprekken met Jean-Paul Aureglia in zijn galerie Quadrige in Nice. Die galerie, waarmee ik al weer heel wat jaartjes samenwerk, werkte namelijk ooit  onder de naam La Diane Française ook met hen beiden. In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw.

Max Ernst, Le couple, 1923

Yves tanguy, les survenants II, 1942

Dali, Impressions of Africa (detail), 1938

René Magritte, The red model. 1935

Toen richtte Pierre Cottalorda zich met zijn uitgeverij La Diane Française op literaire kunstboeken in kleine oplage, aangekleed met steendrukken of etsen van bekende kunstenaars. Zoals de toen al wereldberoemde Matisse en Dali. En met, daar zijn ze, Leonor Fini en André Masson.

Gaat hier misschien een belletje rinkelen bij regelmatige lezers van dit blog? Want geeft galerie Quadrige ook niet nog steeds zulke boeken uit onder die naam van La Diane Française? En lever ik daaraan niet ook regelmatig mijn bijdrage? Ziehier het lijntje.

 Begin jaren 90 werden de oude Pierre Cottalorda en de veel jongere Jean-Paul Aureglia compagnons in de nieuwe galerie Quadrige waar uitgeverij La Diane Française onderdeel van ging uitmaken. Samen met de inboedel daarvan. Zoals een door Masson zelf geschreven en geïllustreerd boek “Le PLAISIR  de PEINDRE”. Nu een bibliofiele uitgave. En zoals een kunstuitgave van het beruchte en beroemde erotische “L’histoire d’O” waarbij die 50 tinten grijs volstrekt verbleken. Berucht vooral omdat het onder pseudoniem geschreven was door een toen nog onbekende vrouw. Een vrouw die porno schreef? Kon dat zomaar? Opschudding alom! Maar ja, ’t kon dus.

Net zo goed als dat een andere vrouw voor die kunstuitgave nogal erotisch getinte steendrukken maakte. Leonor Fini dus.

????????????????????????????????????

Een behoorlijk onafhankelijk ingesteld typje dat beslist niet bang was voor een opschuddinkje hier en daar. In Frankrijk en Amerika zeer gekend maar in Nederland nooit echt doorgebroken. Toch hangt ze nu maar mooi in Museum Boijmans. De Leonor Fini waarvan ik via galerie Quadrige nog zo’n L’histoire d’O steendruk heb kunnen verwerven. De Leonor ook die regelmatig verkeerde in het gezelschap van Dali en andere surrealistische tijdgenoten. Wat eveneens gold voor André Masson.

Dali bij de paal, Fini rechts van hem

Snap je nu mijn surrealistisch moment? In 1994, toen ik door toeval betrokken raakte bij Quadrige in Nice, had ik toch nooit kunnen bedenken dat een schakel van gebeurtenissen mij in 2017 in Rotterdam blij verrast voor schilderijen van Fini en Masson zou laten stilstaan?

Leonor Fini, The alcove, met Leonora Carrington (zie hieronder) op de voorgrond

Dat stilstaan gebeurde natuurlijk bij meer werken. Want aan Max Ernst kan ik nooit voorbij lopen. Die heeft zo’n intrigerende wereld geschapen dat ik er elke keer weer naar toe wordt getrokken. En  Salvador Dali blijft natuurlijk een trekker van jewelste met zijn iconische gesmolten horloges en olifanten op dunne pootjes. Maar dat naast die mannen ook de vaak wat weggestopte vrouwelijke surrealisten, zoals Leonora Carrington, in de tentoonstelling aan bod komen, vind ik een groot pluspunt . Als lid van het vrouwelijk geslacht mag ik ten slotte best vinden dat vrouwen in de kunst zowel in het verleden als ook nu nog veel te vaak worden ondergewaardeerd en weggeschreven. Daar valt nog een wereld te winnen.

Leonora Carrington, Are you really serious, 1953

Fini links, Carrington rechts

Tot volgende week.

TOOS

Briljanten Kunstenaar van het jaar 2016!!


Ben ik voor een aantal weken onder de horizon van de internetradar verdwenen, kom ik in de loop van de vorige week weer met mijn hoofd boven die horizon uit en zit mijn mailbox natuurlijk proppiesvol. Maar één bericht sprong er toch gelijk wel uit. Een mail Van de Stichting Kunstweek. De stichting die al heel wat jaartjes de verkiezing Kunstenaar van het Jaar organiseert. En wat stond erin? Dat ik was uitgeroepen tot de Briljanten Kunstenaar van het Jaar 2016. En wat dat briljante dan wel inhoudt? Dat verdient natuurlijk enige toelichting.

een toast op die titel Briljanten Kunstenaar mag natuurlijk best
een toast op die titel Briljanten Kunstenaar mag natuurlijk best

Over die verkiezing voor de Kunstenaar van het Jaar schreef ik al eerder. Al een aantal jaren achter elkaar ben ik daarvoor genomineerd door een bijbehorend kunstpanel. Al die jaren dring ik via de daarop volgende publieke verkiezingsronde  ook door tot de groep van de laatste 25 uitverkozenen. Daaruit kiest dat panel dan weer de laatste acht voor de uiteindelijke, opnieuw publieke ronde. Maar door de tussentijdse zeef van het panel bereik ik nooit die laatste acht. Wel zit ik altijd ergens tussen de 15de en 25ste plek. Samen trouwens met andere, gerenommeerde kunstenaars. Daarbij zitten er ook die 65 jaar of ouder zijn. Met dus sinds vorig jaar ook mijn persoontje daaronder. Voor die groep is een aantal jaren geleden de titel Briljanten Kunstenaar van het Jaar in het leven geroepen. De “oudjes” moeten ten slotte ook in ere worden gehouden. En laat ik nu dit jaar de 1ste kunstenaar in die groep zijn in de rangorde van de laatste 25. Met wel van nog een kanttekening erbij. Want ben je al eerder Briljanten Kunstenaar geweest, dan kun je dat niet meer opnieuw worden. Zo gaat bijvoorbeeld een icoon in de Nederlandse kunstwereld als Armando mij in de rangschikking dit jaar nog voor. Maar die was al eens briljant. Zodat hij nu niet meer mag. Ik dus nog wel, één jaar lang. Eigenlijk best kort. Weet je wat? Ik opteer er gewoon voor om een groeibriljant te zijn, ook na mijn 65ste.

Hoe dan ook, ik ben er trots op me nu in het gezelschap te mogen bevinden van Armando en verder bekenden als Marte Röling, Ans Markus, Henk Helmantel, Co Westerik en Gerti Bierenbroodspot.

Als gevolg van mijn “Nieuwe Titel” kreeg ik ook nog de uitnodiging om afgelopen zaterdag symbolisch het eerste exemplaar in ontvangst te nemen van het Jaarboek Nederlandse Kunstenaars 2016. Uit handen van David Polak, voorzitter van de Stichting Kunstweek. Dat gebeurde op een grote kunstbeurs die afgelopen weekeinde door de stichting in de Rotterdamse Ahoyhallen werd georganiseerd in het kader van de Kunstweek.

uitreiking van 1ste exemplaar Jaarboek Kunstenaars 2016
uitreiking van 1ste exemplaar Jaarboek Kunstenaars 2016

Kunstenaar van het Jaar werd overigens Daan Roosegaarde. De bevlogen designer die zich in allerlei projecten wereldwijd bezighoudt met het in elkaar laten vloeien van techniek, design, architectuur en natuur. Niet echt onverwacht, want hij maakt de laatste jaren flink furore. Maar eigenlijk veel leuker vond ik dat Maartje Korstanje Talent van het Jaar 2016 werd. Daarvoor moet je aan twee voorwaarden voldoen: jonger zijn dan 35 jaar en bij de groep van overgebleven 25 genomineerden de hoogst geplaatste van die jongeren zijn.  En waarom ik dat leuk vind? Afgezien van het feit dat ik Maartje wel ken, is zij Zeeuwse. Dus zijn twee van de drie kunstenaarstitels in Zeeland terecht gekomen. Een bij een echte Zeeuwse en een bij een ZeBra. Ondergetekende dus, een Zeeuwse Brabander. Tot volgende week.

TOOS

4 Of nog wel meer redenen om wel of niet naar Rothko te gaan


Rothko 1

Als kunstenaar ben je deze maanden wel bijna verplicht om twee grote tentoonstellingen te bezoeken. Een van een dooie kunstenaar in het Haags Gemeentemuseum en een van een levende in het Stedelijk Museum van Amsterdam. Van Mark Rothko die in 1970 zelfmoord pleegde en van Marlene Dumas die gelukkig nog onder ons verkeert. Maar beiden iconen in de huidige wereld van de moderne kunst. Dat “huidig” en “modern” is eigenlijk taalkundig wat dubbelop, maar het ligt ten slotte in de kunstgeschiedenis van de toekomst verborgen of ze ook iconen blijven. Hoeveel voorbeelden zijn er niet van kunstenaars die in hun tijd beroemd waren en van wie nu bijna niemand meer weet?

Rothko 2 Mijn nieuwsgierigheid naar de tentoonstelling van Rothko is nu bevredigd. Van hem had ik in werkelijkheid ooit maar enkele schilderijen gezien. Schilderijen trouwens waarvan recent het hiernaast afgebeelde No.21 (Red, Brown, Black and Orange) voor 45 miljoen dollar in New York op de veiling werd verkocht. Zou ’t dat waard zijn? Vast niet! Is die kunstmarkt voor de grote namen in de moderne kunst overspannen? Vast wel! Zijn er mensen met veel te veel geld die graag pronken in hun omgeving met de vraag “Heb je mijn nieuwe Rothko al gezien”? Beslist! Maar dat ter zijde.

Ook vroeg ik me af wat ik aanmoest met de verhalen die altijd de ronde doen bij Rothko. Van die verhalen waarbij kijkers naar zijn werk zo diep emotioneel geraakt worden dat ze zelfs in huilen kunnen uitbarsten. Hoe zou mijn toch best wel sensitieve kunstenaarsziel gaan reageren op zo’n overmaat aan werken van hem? Nou, die ziel reageerde eigenlijk dubbel. Want was Rothko nou echt een groot kunstenaar? Zijn eerdere schilderijen uit de veertiger jaren vond ik beslist niet geweldig.

ouder werk van Rothko
ouder werk van Rothko

Bij Picasso kon je in zijn jeugd gelijk al zien wat een ongelooflijk talent hij had. Maar bij een Rothko op zelfs 40-jarige leeftijd kon ik dat, naar mijn idee, niet constateren. Was hij zo doorgegaan, dan was hij, denk ik, nu onbekend geweest. Maar na de Tweede Wereldoorlog kwam in Amerika het abstract expressionisme heel sterk op. Kunstenaars probeerden zich te ontworstelen aan allerlei conventies. Daarbij kwam bijvoorbeeld “onze” van oorsprong Rotterdamse Willem de Kooning boven drijven. Of Barnett Newman waarbij velen zullen reageren met “O die” bij het horen van “Who is afraid of red, yellow and blue”. Of Jackson Pollock met zijn dripping paintings. En dus Mark Rothko met zijn schilderijen met de kleurvelden. Meestal horizontale banen boven elkaar in verschillende kleuren.

Rothko 4

Rothko 5

Rothko heel summier belicht
Rothko heel summier belicht

Werd ik tot in mijn ziel geraakt? Nee. Wel vond ik het heel interessant de ontwikkeling van Rothko te zien, van zijn vroegere werk tot wat nu heet zijn classic style met de kleurvelden vanaf de jaren 50. Vooral als hij in die stijl werkte met allerlei nuances rood vond ik het boeiend.  Ander werk raakte mij minder. Interessant ook is een heel summier verlichte zaal, helemaal zoals Rothko dat zou hebben gewild. Daarin moet je heel langzaam en goed kijkend de kleine verschillen in kleurvelden op een aantal werken tot je laten doordringen. Een manier die je dwingt de tijd te nemen. Iets dat Rothko ook van zijn kunstkijkers verlangde.

het laatste schilderij van zowel Rothko als Mondriaan
het laatste schilderij van zowel Rothko als Mondriaan

Bij de vraag of Rothko een groot kunstenaar was, heb ik voor mijzelf geen duidelijk antwoord. Ik twijfel. Hij was met zijn stijl in ieder geval wel een juiste persoon op de juiste plaats, Amerika, op de juiste tijd, de jaren vijftig van de vorige eeuw. En daarmee heeft hij zeker een plaats in de kunstgeschiedenis verdiend. Maar ben je daarmee automatisch een groot kunstenaar? Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Facebook http://www.facebook.com/TOOSvanholstein

Gebakken lucht en kunstvibraties in Rotterdam


Op voetbalgebied mag Ajax al een paar jaar hoger staan dan Feyenoord, op een heel ander gebied  blaast Rotterdam toch een aardig toontje hoger. Zoals bij de Rotterdam Art Week. Die moet een beeld geven van de nieuwste ontwikkelingen in de moderne kunst en is een echt landelijke kunstgebeurtenis. Ga maar na.

Art Rotterdam als internationaal bekende kunstbeurs, de Raw Art Fair als meer nationaal. Daarnaast nog kleinere beurzen. Openingen van exposities in Museum Booymans van Beuningen, de Kunsthal en het Nederlands Fotomuseum. Designbeurs OBJECT, videopresentaties op diverse locaties, technische kunst bij TEC Art, enz. Heel erg veel dus.

Rotterdam 1 Dat op zich hoeft natuurlijk nog niet positief te zijn. Want in al die moderne kunstontwikkelingen zit vaak een hoog gehalte aan gebakken lucht. De toekomst zal moeten uitmaken wat beklijft en wat volledig wegzakt in verdiende vergetelheid. Maar ik vind, als professioneel kunstenaar, dat je wel op de hoogte moet blijven van wat er zoal speelt. Natuurlijk heb ik niet alles kunnen bekijken. Veel te veel! Maar een paar bezoeken geven vaak al snel een aardig beeld. Of vibraties, om maar eens te spreken met de woorden van kunstenaar Terpentijn, één van die onsterfelijke creaties van Marten Toonder in zijn strips van Tom Poes en heer Bommel. Fans hebben nu ongetwijfeld het beeld van Terpentijn met onafscheidelijke baret en pijp direct al op hun netvlies staan. Een prachtig kunstenaarskarakter, heel gevoelig voor kunstvibraties, zowel goede als slechte. Wat Terpentijn ervaren zou hebben weet ik niet, maar ik ervoer daar in Rotterdam toch meer slechte dan goeie vibraties.

Rotterdam 3s

Staat daar in een Engelse galerie een plastic emmer op de grond eenzaam te zijn. Slechts € 3.000. Daarvoor is ie, oorspronkelijke zwart, nog wel prachtig geel gespoten. Conceptuele kunst dus. Maar probeerde Marcel Duchamp in 1917 niet al een door hem gesigneerd urinoir als kunstvoorwerp op een New Yorkse beurs geplaatst te krijgen?  Nu een in de kunstgeschiedenis wereldberoemde act. Moet ik dan bij zo’n emmer, bijna 100 jaar later, denken aan moderne kunstontwikkelingen? Ik vraag me echt af of zo’n galeriehouder nou hikkend van de lach bezig is een goed plekje voor die emmer op de grond te vinden of er echt bloedserieus mee bezig is hoe die emmer het beste is uit te lichten.

Rotterdam 2

vazen van Hella Jongerius
vazen van Hella Jongerius

Rotterdam 4Natuurlijk was er ook echt vakkundig gemaakte kunst. Maar vaak zo kil en afstandelijk. Kunst zonder ziel, zonder emotie. En die emotie  is voor mij persoonlijk toch wel heel belangrijk. Verder extreem gephotoshopte foto’s, met een eigen wereld erin, vaktechnisch goed. Maar voor prijzen die echt over de top zijn. Hoe lang zal die hype nog stand houden? Een paar honderd gelijkvormige vazen van de internationaal bekende Nederlandse  ontwerpster Hella Jongerius. Voor slechts € 999 per stuk. Maar dan wel met BTW inbegrepen natuurlijk. Knip- en plakwerk waarmee ik vroeger mijn leerlingen probeerde esthetiek bij te brengen. Modern? Soms ook schilderijen waarvan ik me afvroeg of die nu bewust onbeholpen waren gemaakt of dat het echt onbeholpen was.

 

Rotterdam 6

Ik heb maar wat foto’s door dit stukje heen gestrooid die mijn “Terpentijnse vibraties” moeten illustreren. Overigens gaat dit natuurlijk over het gevoel dat ik had. Ongetwijfeld liepen er velen rond die het anders hebben gezien en ervaren. Maar toch moest ik iets te veel denken aan het sprookje van Andersen over de Kleren van de Keizer. Tot volgende week.

TOOS

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

 

Kunst, feest, Andy Warhol, Wenen en nog veel meer


Die kunstwereld is eigenlijk maar een raar wereldje. En als kunstenaar heb ik recht van spreken. Toch? Stel je voor. Bij je leven al ben je een superster, een levende  legende. Maar na je dood zak je peilloos diep weg in grote vergetelheid. En nu is je werk bezig met een sterke opmars. ’t Kan verkeren in de kunst.

Abundantia

Ik moest hieraan denken bij het schilderij “Abundantia”. Een uitbundig extraatje dat ik meekreeg in Museum Boijmans Van Beuningen toen ik daar laatst was  voor de tentoonstelling van Jan van Eyck. Maar over hem gaat dit niet, van Van Eyck kun je moeilijk beweren dat hij in vergetelheid raakte. Nee, ’t betreft  Hans Makart. Wie? Ja, goeie vraag. Nou, dat was dus de Andy Warhol van de 19de eeuw. Met wel het niet onbelangrijke verschilletje  dat Warhol na zijn dood beroemd is gebleven en de anekdotes rond zijn werkplaats The Factory en zijn New Yorkse societyleven nog steeds luidruchtig rondzingen. Ook Makart had zo’n heftig, beroemd en kort leven. Van 1840 tot 1884. Je moest in zijn stad Wenen, toen een machtig Europees centrum, en tot ver over veel landsgrenzen heen ook echt niet te vragen wie Hans Makart was.  In cultureel ingestelde kringen was je dan gelijk een ontzettende nitwit.

atelier Hans Makart

Stel je eens voor dat zich dagelijks voor mijn atelier in Middelburg  lange rijen vormden om tegen betaling dat atelier te mogen bezoeken. Dat zal voor mij wel bij een gedachtenexperiment blijven. Niet echter voor Makart. Maar ik moet natuurlijk wel toegeven dat mijn werkplaats ’t niet helemaal haalt bij die van hem. Dat blijkt wel uit bijgaande foto. Want de fotografie was net in die tijd volop in ontwikkeling. Daarom kunnen we ook zien dat Hans maar een klein mannetje was. Hans MakartOverigens wel een mannetjesputter.  Hij mocht voor de stad grootse praaloptochten ontwerpen waar gigantische volksmassa’s op af kwamen. Zijn huis was één groot partycentrum. Schilderijen van hem gingen op zegetocht langs Europese en zelfs Amerikaanse steden. Zo ook dat schilderij “Abundantia” van hierboven , genoemd naar een tweederangs Romeinse godin, die van de Hoorn des Overvloeds. Berlijn, Leipzig, Amsterdam, Londen, Philadelphia en New York deed ze aan. En toen verdween Makart dus helemaal van het toneel. Tot zijn barokke, uitbundige en feestelijke kunst de laatste tijd weer aan een nieuwe zegetocht bezig is. Met bijvoorbeeld een grote expositie in Wenen. Tja, waar anders!

 En zo stond ik dus een paar weken geleden voor een werk van zijn hand. Het enige dat er nu van hem in Nederland hangt. Zeg dus maar eens dat die kunstwereld geen raar wereldje is! Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag

Rotterdam geeft Amsterdam mooi het nakijken


P1

Nee, dit gaat dus niet over voetbal want met Feyenoord en Ajax houd ik me niet zo bezig. En bij de havens  is al lang duidelijk wie de grootste heeft. Het gaat over kunst. Wat anders in dit blog?

P2Ooit had Amsterdam de KunstRai, later Art Amsterdam, als voornaamste kunstbeurs in Nederland. Maar vorig jaar ging Art Amsterdam ten onder door fout management (komt wel meer voor de laatste tijd, geloof ik) en die bekende kinnesinne in de Nederlandse galeriewereld. Maar dat is een verhaal apart.  In de tussentijd bouwde Art Rotterdam al jaren gestaag aan een steeds betere naam. En nu is dit dus DE prominente Nederlandse beurs. Buitenlandse galerieën komen  graag in de Cruise Terminal op de Kop van Zuid om de nieuwste ontwikkelingen in de internationale kunstwereld te tonen. Gevolg? Onvoldoende ruimte voor veel  Nederlandse galerie eigenaren die er ook wel een plekkie zouden willen. Dus wat gebeurt? Er komen twee extra kunstbeurzen bij die gelijktijdig met de Art Rotterdam draaien . Op Katendrecht nog wel! De wijk die vroeger berucht was vanwege de zeelui, de kroegen en de willige dames. Bij die laatsten dan wel tegen betaling.

P4

Op dat Katendrecht staan nog een aantal oude, grote pakhuizen en fabrieken. Prachtlocaties om moderne en alternatieve kunst in een industriële en dus afwijkende omgeving te tonen. Daar had je dus afgelopen week de RAW Art Fair en Art at The Warehouse. Reden om me een zaterdag lang onder te dompelen in de beeldende kunst. En in de verschillende werelden van die verschillende beurzen. Dat zag je heel duidelijk aan het publiek. Op Katendrecht liepen veel jongeren rond en gezinnen met kinderen. Gewoon lekker allerlei leeftijdsgroepen door elkaar. De sfeer was heel ongedwongen, bijna feestelijk. Zo’n rauwe, industriële omgeving beïnvloedt toch wel heel duidelijk de kunstambiance op een prettige manier.  Bij Art Rotterdam was ’t allemaal keuriger. Met ook meer  “grijze koppen”. Veel meer het normaal  te verwachten kunstpubliek.

P3

Maar voor mijn gevoel toch ook meer “kleren van de keizer kunst”. Of zoals mijn levensgezel dat dan zegt “hier ben ik geestelijk nog niet aan toe”. Maar dat neemt niet weg dat ik, net als op de Katendrechtse beurzen, interessante verrassingen tegenkwam. Kunst die ik nog niet kende en die bleef hangen. Dat maakt voor mij zo’n bezoek dan altijd weer de moeite waard. Tot volgende week.

P5

P6

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag





Was Jan van Eyck bijziend?


1 miniatuur-Turijn-Milaan getijdenboekJan_van_Eyck Ken je dat? Bijvoorbeeld een interessante expositie duurt nog maanden. Dus heb je tijd zat om er heen te gaan. En dan ineens is die tijd bijna voorbij en moet je je alsnog haasten. Dat had ik dus bij de  tentoonstelling rond en over Jan van Eyck (Maaseik circa 1390-Brugge 1441). In zijn tijd al wereldberoemd in heel Europa.

Ik realiseerde me plotsklaps dat de deadline in het Museum Boijmans Van Beuningen op 10 februari lag. Reden dus om snel naar Rotterdam af te reizen. Er zijn namelijk maar enkele tientallen werken met zekerheid aan Van Eyck  toegeschreven. En dan is het wel heel bijzonder dat daarvan nu in Boijmans  vijf olieverven en twee miniaturen zijn te zien. Waar je ook nog  eens letterlijk met  je neus bovenop kunt komen. ’t Gebeurt niet vaak dat je van zo dichtbij zulk wereldberoemd werk kunt bekijken. En die neus er bovenop is echt nodig. Onze Jan moet zijn ogen trouwens ook heel dicht bij het paneel hebben gehad, zo ongelooflijk verfijnd en detaillistisch is alles geschilderd. Zouden er in die 15de eeuw al opticiens zijn geweest met digitaal opgeslagen klantgegevens, dan hadden we nu vast geweten hoever onze Jan met zijn ogen in de min zat. Want ik kan me absoluut niet voorstellen dat je zo verfijnd kunt schilderen als je niet behoorlijk bijziend bent.

Heilige Barbara - Jan van Eyck 4 Annunciatie Jan van EijckDie detaillering is prachtig te zien op een verrassend klein paneeltje dat overigens niet af is. De Heilige Barbara voor een toren in aanbouw waarin ze later zal worden opgesloten. Maar dat is een heel ander verhaal. Op alleen een foto (hierboven), krijg je echt de indruk  dat het veel groter  is. Voor mij was dit monumentale schilderijtje het hoogtepunt. Al is bijvoorbeeld de  Annunciatie, waar rechts een ooit verdwenen deel ontbreekt, ook hors categorie.

Opvallend was dat er steeds meer mediatoeters en bellen bij zo’n belangrijke expositie komen. Zijn begeleidende  “oortjes” met toelichtende teksten al standaard, nu hoorde er ook nog een schermpje bij. Opvallend was dat heel wat bezoekers meer naar uitvergrotingen op hun scherm keken dan naar de kleine werken zelf. Want om daar dichtbij te kunnen  komen, moest je in de drukte gewoon de tijd nemen. Interessante ontwikkeling, nietwaar, onze digitale revolutie?

2 restauratie Drie Maria's aan het graf Aanleiding tot deze expositie was de restauratie van Van Eyck’s paneel “Drie Maria’s aan het graf”. Een restauratie die ook op film werd  getoond. Op bijgaande samengestelde foto is het verschil tussen “voor” en “na” te zien. Durf maar eens te zeggen dat die restauratie  niet geslaagd is!

Overigens wordt het beroemdste werk van Jan van Eyck, het veelluik Het Lam Gods dat altijd in de kathedraal van Gent heeft gehangen, nu ook gerestaureerd. En als bezoeker kun je dat de komende paar jaar gadeslaan. Ik heb dus nog tijd zat om naar Gent te gaan. Hoewel? Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag