Tagarchief: steendruk

Stress, stress, vanwege mijn ‘the UOVO Project II’ en het noodweer in Noord-Italië


Vorig jaar mei. Mijn ‘the UOVO Project’ in Gubbio. Zie de video.

Drie maanden geleden. Toen er in Italië nog geen sprake was van noodweer. “Daniele”, zo vroeg ik aan Daniele Minelli, de man met de gouden kleihandjes, “kun jij voor mij begin mei weer een stel van die UOVO-vormen draaien? Net als vorig jaar?”. Nou, dat was geen probleem. Voor alle duidelijkheid: uovo is Italiaans voor ei.

in het atelier van mijn UOVO-draaier Daniele Minelli

Iets meer dan drie maanden geleden. “Giulia”, zo vroeg ik aan Giulia Rampini van Rampini Ceramiche d’Arte, “mag ik weer vier weken in jullie keramiekatelier komen werken en in het appartement daarboven verblijven?”. Ook dat bleek mogelijk.

in het atelier van Rampini Ceramiche d’Arte

Een aantal weken geleden. Delen van Noord-Italië overstroomden. Maar het zuidelijker gelegen Gubbio bleef daarvan verschoond. Zij ’t dat het weer onmiskenbaar te koud, te vochtig en te regenachtig was. Maar gelukkig kon ik in dit blog wel berichten over mijn brocche in de middeleeuwse ruimten van het Museo delle “Brocche d’Autore”. En over het ook al eeuwenoude illustere Festa dei Ceri op 15 mei. Waarbij de betrokken heiligen hadden besloten dat juist die dag, en ook alleen die dag, droog diende te blijven. Inspirerende evenementen tussen al het werken in het atelier door. Want van tevoren wist ik al dat ik hier weer echt aan de bak moest! Zij het toch anders en spannender dan gepland vanwege al dat water verderop in het noorden. Komt zo.

Daniele aan het werk

Daniele had niet alleen vier nieuwe UOVO-vormen van 40 cm hoog gedraaid, geheel naar mijn ontwerp van vorig jaar, maar ook nog eens twee van 50 cm. Op mijn eigenste verzoek.

met een van die grote UOVO in de auto van Giulia

Overigens wel afgestemd met Giulia. Want stel nou eens dat ze net niet in de oven zouden passen? ’t Leek me wel wat, een paar UOVO’s van nog weer een slag groter. Vorige week draaide Daniele er trouwens nog drie kleintjes bij. Vanwege een speciale opdracht uit Nederland. Maar dat wordt een ander verhaal. Ook kwamen Giulia en haar moeder Rossana na een zoektocht in hun gigantische magazijn nog eens, letterlijk, aandragen met twee speciale ei-vormen die me direct aanspraken. Oké, nog wat meer werk aan de winkel dus!

deel van het grote magazijn

Wel natuurlijk met technische begeleiding en ondersteuning van Giulia. Die, zoals ik een paar weken geleden schreef, veel eerder dan gedacht de zaak heeft moeten overnemen. Door het veel te vroeg overlijden van haar vader en mijn dierbare keramiek-maestro en vriend Giampietro Rampini. Want zoals zijn steun de afgelopen jaren voor mij onontbeerlijk was, is die van haar dat nu ook. Eigenlijk net zoals die van mijn meestersteendrukker Hans Van Dijck als ik in zijn Antwerpse atelier met litho’s bezig ben.

overleg met Giulia

Hier in Gubbio heb ik echt Giulia’s vakkennis nodig. Over het gedrag van klei. Over de vele soorten pigmenten en glazuren. En natuurlijk over de stapsgewijze ovenbehandelingen met bijbehorende temperaturen. Als kind heeft ze dat allemaal met vele paplepels binnen gekregen. En nu, net dertig jaar jong, is ze de derde generatie Rampini in het familiebedrijf. Terwijl ze ook nog bezig is om haar studie aan de bekende kunstacademie van Perugia af te ronden. Twee, nee, drie petjes af voor haar!

de 1e stap bij zo’n groot, nog snijbaar UOVO
weer de eerste stappen, maar dan bij een UOVO van 40 cm hoog

Maar hoe zit dat nou met de invloed hier van die gigantische wateroverlast daar in het noorden? Heel simpel! Zoals ik al aanhaalde, het was hier onbehoorlijk koud, vochtig en regenachtig. De slechtst denkbare combinatie voor het doen drogen van mijn nog kleivochtige UOVO’s. Eerst was dat nodig opdat ik er in kon snijden en kerven. Maar dan! Droog moesten ze worden. Om in de oven een eerste hardingsproces te ondergaan. En dat deden ze dus maar niet. Buiten zetten in de zon? Welke zon! Drogen in het atelier? Te koud en vochtig! Het duurde en duurde maar.

overleg terwijl de ei-objecten maar heel, heel langzaam, veel te langzaam staan te drogen

Van de vier afgesproken weken hier verstreken er twee voor ze uiteindelijk verantwoord de oven in konden zonder risico op scheuren. Maar dan ben je er nog lang niet. Het witte glazuurbad wacht om ze in onder te dompelen. De nieuwe witte huid moet glad geschraapt worden. Opnieuw uitharden in de oven om er goed op te kunnen schilderen. En uiteindelijk de ultieme ovenbehandeling. Opdat de fletsgekleurde pigmenten hun magische sprankeling krijgen.

nog steeds niet droog genoeg
ja, eindelijk konden ze de oven in voor de 1e behandeling, waarna ze er dus zo uitkomen
wij allemaal blij (Giulia, moeder Rossana en ik), er kan gedompeld worden in het witte glazuurbad
oneffenheden in de nieuwe, witte glazuurhuid weg schrappen
eindelijk aan de gang met beschilderen, i.v.m. de tijd bij sommige zonder nog een ovenhardingsproces, bij de andere na dat proces
en als alles klaar is wacht de oven voor de laatste behandeling

Spanning, stress, hoezo?  Ik heb ten slotte voor de terugweg al ruim van tevoren geplande afspraken staan in zowel Frankrijk als Nederland. De afloop? Nog onbekend. Tot volgende week.

TOOS

Zielnaakt Vervolg


Vorige week beloofd, nu uitgevoerd. Het vervolg met mijn blootgegeven kunstenaarszieltje. In het interview bij mijn expositie ‘De Wereld als Schouwtoneel’ in Theater De Wegwijzer in het Zeeuwse Nieuw- en Sint Joosland. Opnieuw verluchtigd met kunstwerken van mij die én in De Wegwijzer én in andere galerieën hangen. Plus nog wat Zeeuwse oudig- en, niet onbelangrijk, Niçoise nieuwigheden.

Toos van Holstein, Building the future (olieverf 60-60 cm), in Theater De Wegwijzer in Nieuw- en Sint Joosland

Vorige week eindigde ik met onderstaande vraag, nu wel met antwoord.

Hoe ga jij te werk bij het maken van kunst?

“Er is niet echt een vast proces met stappen die ik altijd doorloop. De inspiratie zit in mij. Het moet eruit. En hoe dat precies gaat… Ik ben wel een beetje een einzelgänger. Als ik schilder, dan moet mijn lief niet in de buurt zijn. Maar verder: het gebeurt gewoon. Mensen vragen ook wel eens: hoe lang doe je over een schilderij? Daar is geen peil op te trekken. Als ik bezig ben met olieverf en dat is nog nat, dan moet ik wachten. Dan kan ik het schilderij nog eens rustig beschouwen, of verder gaan met een ander werk dat hier in het atelier staat. Verder schaven. Soms zijn de schilderijen zo klaar, maar ze kunnen hier ook twee jaar staan. En dan ineens denk ik: dit is het!”

Toos van Holstein, What’s happening (olieverf 80-120 cm), in Galerie Persoon in Eersel
Toos van Holstein, Daar bij de kust (mixed media op aludibond, 70-100 cm), in Galerie Drentsche Aa in Balloo
Toos van Holstein, Promising (olieverf 160-120 cm), in Galerie Peter Leen XL in Breukelen

Een aantal jaren geleden maakte Toos in samenwerking met een Franse uitgeverij een aantal schilderijen gebaseerd op de Ilias en de Odyssee, de Griekse heldendichten. Ook was ze destijds bezig met een expositie in Fort Rammekens. Dat viel prachtig samen met ‘Odiezee’, de rockopera die Theater De Wegwijzer in 2014 in datzelfde oude zeefort opvoerde.

onderdelen van mijn grote expositie ‘Odyssee’ in 2014 in Fort Rammekens i.s.m. Theater De Wegwijzer rond het grote spektakelstuk ‘O die zee’

Sindsdien is er altijd een band gebleven tussen Toos en De Wegwijzer, en nu volgt er dus opnieuw een expositie in het theater in Nieuw- en St. Joosland.

Hoe bereid je zo’n expositie voor?

“Ik krijg alle vrijheid bij de inrichting, maar ik heb van tevoren nog niet helemaal uitgedacht wat precies waar moet komen. Meestal neem ik een aantal werken mee en dan kijk ik ter plekke wat het beste in de ruimte past. Dat doe ik nu dus ook. Maar er zitten altijd werken bij in de sfeer van de plek. Ik heb een tijdje als chauffeur van een band door het land gereden, en dan zag ik ze altijd spelen vanuit de coulissen. Op pad zijn met muzikanten heeft mij ook geïnspireerd tot kunst. Dus er zullen zéker een paar muziekschilderijen tussen zitten.”

Toos van Holstein, Your own world (olieverf 80-80 cm), in Theater De Wegwijzer

© 2022 Theater De Wegwijzer / Tekst: Jurry Brand / Foto via Toos van Holstein

Aldus dan dít interview. Want ………… Ik ga dit jaar nog eens een keer echt uitgebreid de snijtafel op om kunstzinnig te worden ontleed en doorgezaagd. En dat heeft te maken met bijgaande foto van een paar dagen geleden.

Gemaakt in Nice, waar ik nu voor een paar weken zit. In het drukdomein van galerist en uitgever Jean-Paul Aureglia. In Galerie Quadrige. Vanwege voorbereidingen voor mijn expositie daar in oktober/november rond de uitgave van een ‘eigen’ livre d’art in de serie ‘L’art au Carré’. Een poos geleden noemde ik dat hier ook al eens in verband met het creëren van een serie steendrukken speciaal voor die uitgave. Maar een Frans kunstboek met alleen kunst en zonder tekst? Kom op zeg, dat is vloeken in de Franse kunstkerk in het kwadraat.

De tot nu toe acht delen van die serie, over beslist niet de minste Franse kunstenaars (maar dat wordt nog wel een ander verhaal), zijn allemaal opgezet volgens een vaste formule. Waar twee grote artikelen onderdeel van uit maken. Nu over ene Toos van Holstein. Één van die twee artikelen is per definitie van de hand van Raphaël Monticelli. Bekend schrijver en kunstcriticus in Zuid-Frankrijk. Die Raphaël dus gaat mij en mijn kunst uitgebreid ontleden en uitbenen. Of ik benieuwd ben naar zijn bevindingen? Reken maar!    

en reken ook maar dat Nice niet alleen werken is

Straks terug in Nederland spoed ik me weer naar het steendrukatelier van Hans Van Dijck. In april wil ik de vereiste acht Carré-steendrukken af hebben. Maar is alles dan klaar? Nééééé, bij lange na niet. En dat heeft te maken met ‘Coloured Black’. Een uitgebreid project van mij dat zich, juist in Nederland, rond dat Carré gaat afspelen. Tot volgende week.

TOOS

Kunststad Middelburg en Pakhuis Holstein bruisen weer


voorkant brochure 2023

Gratis reclame, wie wil dat niet! Dit wordt dus geen zogenaamde advertorial, geen gesponsorde advertentie.  Maar wel helemaal gratis en voor niks reclame voor mijn prachtige oude stad Middelburg. Á titre personel, op persoonlijke titel. Want laten we wel wezen, wie voor ’t eerst in Middelburg rondloopt staat altijd verbaasd over de eeuwenoude grandeur. En welke stad in Nederland heeft een kunstroute die 11x per jaar plaatsvindt, al vele jaren lang? De Kunst & Cultuurroute Middelburg (klik maar op de link) die op 4/5 februari weer los gaat van 1-5 uur. Voor steden met ook zo’n route heb je echt de vijf vingers van één hand niet nodig.

Bellinkstraat met vlaggen van de routedeelnemers, op de achtergrond mijn pakhuis/atelier
kaart met routedeelnemers, af te drukken op de website en bij alle deelnemers verkrijgbaar

Maar ja, wat wil je! In de 17e eeuw na Amsterdam de belangrijkste stad voor de VOC. Met Jacob van Geel  en de broers Johannes en Abraham Bosschaert als belangrijke exponenten in de Gouden Eeuwse kunst. Met de beroemde kunstenaarsfamilie Koekoek die er in de 19e eeuw een nest had. Met door die lange historie een cultuurklimaat dat nog steeds trekt. Voorbeelden?

ingang van het Zeeuws Museum
nog eens die ingang en een deel van het Abdijplein
oude stadhuis van Middelburg met links de ingang van de Vleeshal

Ons eeuwen aan kunst bestrijkende Zeeuws Museum op het Abdijplein, één van de mooiste pleinen van Nederland. De internationaal bekende Vleeshal, centrum voor hedendaagse kunst. Te vinden in dat indrukwekkende 15e eeuwse gotische stadhuis aan de Markt. En natuurlijk de vele kunstenaars die er vandaag de dag hun plekkie hebben. Zoals ik. Met mijn 18e eeuwse pakhuis aan de Korendijk 56. Een rijksmonument dat ik, helemaal officieel met toestemming van alle bevoegde hotemetoten, ‘Holstein’ heb mogen noemen. Maar dat is een ander verhaal.  Het pand dus waarvan ik komende zaterdag en zondag 4/5 februari de atelierdeuren weer wijd open zet. Nou ja, wijd open? Figuurlijk gesproken dan. Energieprijzen, weet je wel!

wees welkom aan de Korendijk 56

Dat doe ik nu al voor het 22ste jaar. De kunstroute zelf voor de 24ste keer. Hé, 24? Dus volgend jaar? Inderdaad, goed gerekend, dat wordt een jubileumjaar! Met vanzelfsprekend een toekomstig blogverhaal. Maar terug naar nu.

Die eerste keer weer open in een nieuw jaar betekent drie dingen. Eerste ding: natuurlijk een officiële opening. Dit keer in die Vleeshal op zaterdagmorgen half elf al. We moeten natuurlijk wel op tijd terug zijn voor onze eigen ‘openstaande’ deuren. Tweede ding: bij die eerste keer in een nieuw kunstroutejaar gooien we er altijd gelijk maar een heel weekend tegenaan. In plaats van alleen die 1ste zondag van de maand in de rest van het jaar. Derde ding: Zeeuwse Gasten. As ’t effe kan nodigen we  in februari vakgenoten uit als exposerende gast in onze ateliers. Zeeuws, niet-Zeeuws, niet belangrijk, als ze maar zelf aanwezig zijn. Ik zocht ’t dit keer zelfs buiten onze landsgrenzen. Maar dan wel zonder aanwezigheid. Hoe dat zit?

Dat zit in de foto’s hierboven. Gemaakt in het steendrukatelier Multipels/Multiples van Hans Van Dijck in Antwerpen waar ik in januari zelf een soort Zeeuwse Gast was. Druk bezig met mijn Franse Carré-Project waarover ik hier al schreef . Teveel tijd en energie slurpend om een lijfelijk en met kunst aanwezige Zeeuwse Gast te regelen. Maar dan gaat ’t als bij Marten Toonder’s onsterfelijke stripkarakter Heer Bommel en zijn even onsterfelijke hulpkreet ‘Tom Poes, verzin een list’ aan zijn net zo onsterfelijke trouwe helper in nood. Alleen speelde ik nu beide rollen zelf. Ik had toch voor een ander project met mijn galerie Quadrige in Nice samengewerkt met meerdere kunstenaars? Het illustreren met multiples in beperkte oplage van de Ilias en de Odyssee van Homerus? Ook al zo’n onsterfelijk figuur? Eureka! Waarom zou ik die multiples van mijn Franse, Duitse, Italiaanse en Deense kunstbroeders  niet eens showen? Zo gedacht, zo uitgevoerd.

in mijn atelier te bezichtigen werk van kunstbroeders met wie ik samenwerk, hier van de Fransman PASO
van Duitser Eric Massholder
van Deen Jo Möller

Dus was ik de afgelopen dagen druk bezig mijn atelier weer eens uit en op te ruimen. Om het na twee maanden van langzaam ontstane georganiseerde chaos weer in te richten voor mijn openingsshow bij onze onvolprezen kunstroute.

de situatie vooraf
bezig met inrichten voor de Kunst & Cultuurroute Middelburg

Kom kijken. En maak ook een keus uit die meer dan dertig andere deelnemers van de route. Want natuurlijk teveel om allemaal in een keer te bezoeken. Maar loop dan gewoon delen van de route, ervaar op die afwijkende manier de historische grandeur van Middelburg, treedt binnen in oude panden waar dat anders niet mogelijk is, kom op nog zo’n 1ste zondag van de maand terug voor de rest en raak verliefd op Middelburg. Tot komend weekend. En voor dit blog, tot volgende week.

TOOS

Een filmische ‘TOGETHER’


Goed voorbeeld doet goed volgen. Het goede voorbeeld? Een heel sympathiek idee van mijn oude, nu gepensioneerde meestersteendrukker Rudolf Broulim.  De kunstenaars waarmee hij samenwerkte, mochten jaarlijks in december altijd een eigen nieuwjaarswens tekenen op een daarvoor geprepareerde grote steen. Daarop kregen ze dan hun eigen stukje van 10 bij 15 cm met het idee van ‘nou, ga je gang’. Daarna ging hij dan aan de gang met het draaien van een oplage van hooguit 100.

een aantal jaren geleden: Rudolf Broulim komt even kijken hoe mijn Nieuwjaars-steendruk vordert

Daarvan heb ik altijd graag gebruik gemaakt, zoals wel blijkt uit bovenstaande foto van een aantal jaren geleden. Zo kon ik toch maar mooi mijn familie, mijn vrienden, mijn kunstfans en mijn kunstkopers aan het begin van het nieuwe jaar verrassen met een origineel steendrukje plus bijbehorende stichtelijke nieuwjaarswens. Zoals bijvoorbeeld ook deze.

Tja, en toen ging Rudolf met pensioen. Zodoende volgden wat jaren met andere creatieve oplossingen. Maar nu komt dat ‘goed volgen’ in beeld. Hans Van Dijck, met wie ik sinds afgelopen jaar samenwerk bij het creëren van steendrukken (lees bijvoorbeeld hier maar), heeft niet voor niks Rudolf als leermeester gehad. “Toos”, zo vroeg hij een paar maanden geleden, “zou jij ’t leuk vinden om ………?” Vul de rest zelf maar in, dat is niet zo moeilijk. Ik heb natuurlijk zowel volmondig ja gezegd als heftig ja geknikt.

En zo zat ik dus half december in het Antwerpse steendrukatelier van Hans als vanouds mijn eigenste stukje van een verder afgedekte grote steen te betekenen.

Met uiteindelijk als gevolg het steendrukje ‘TOGETHERr’. Dat vorige week, opgeplakt op een geel A4’tje naast een natuurlijk weer stichtelijke tekst, in bijna 100-voud ergens via de brievenbus op de vloer of in een kastje plofte. Of, zoals bij dit blog, in digitale vorm binnenzeilde in de IN-box van nog veel meer e-mailadressen.

mijn per post verstuurde Nieuwjaarswens

Maar er is nòg een gevolg. Want ik had levensgezel in december lief aangekeken bij mijn vraag “zou jij het leuk vinden om …….?. En dus liep hij bij het maken van ‘TOGETHER’ voortdurend om me heen te draaien om van heel dichtbij het scheppingsproces ervan op video vast te leggen. Met dit korte filmpje als samenvattend resultaat.

Ik was er best blij verrast mee. Want het gekke is dat als ik bezig bent, ik eigenlijk helemaal niet bewust in de gaten hebt hoe dat tekenen op de steen stap voor stap verloopt. Tegenwoordig heet ’t dan dat je in een ‘flow’ zit. En dat zag en voelde ik hierin helemaal terug.

Dat ik er uiteindelijk dan 100 moet signeren en nummeren met 1/100 tot 100/100? Dat is onderdeel van het vak!

Tot volgende week.

TOOS 

TOGETHER, SAMEN, MET Z’N ALLEN


‘Together’: Toos van Holstein, steendruk 15-10 cm (oplage 100)

‘Together’, is dat geen mooi uitgangspunt en geen mooi motief voor het jaar 2023 dat nu voor ons ligt? Vandaar ook bijgaande steendruk met die naam, die ik een paar weken geleden in het steendrukatelier van Hans Van Dijck in Antwerpen speciaal voor deze Nieuwjaarswens kon maken.

Samen, dat is de manier om dictatoriaal en oorlogsgedrag tegen te gaan. Saamhorigheid, dat is de manier om ongewenste machtsuitoefening en discriminatie op alle niveaus in onze maatschappij te bestrijden. Together, dat is de manier om virusbestrijding, om emancipatie,  om kennis en welvaartsspreiding te bevorderen. Gewoon met z’n allen, om met behoud van al die verschillende culturen van ons continent toch langzaam, standvastig en doordacht de grenzen te doen vervagen . Want als er iets is dat de laatste paar jaren ons hebben geleerd is dat ’t wel. En als kunst daarbij een rol kan spelen, zoals vaak wordt beweerd, waarom dan niet op deze manier met deze steendruk een kleine bijdrage daaraan!

Ik wens een ieder een goed, gezond, creatief en Together-2023 toe.

Tot volgende week.

TOOS

Hoe in Nice een Carré, een Vierkant, net geen echt Vierkant is


in het midden, boven de heg, mijn atelier/appartement in het Palais Venise in Nice

Laatst vroeg iemand aan me “Toos, als je, zoals laatst, voor een flinke tijd in Nice zit, wat doe je daar dan allemaal”. Nou, vooral de accu met het opschrift ‘Creativiteit’ opladen door een beetje heremiet te spelen en daarbij heel veel ruizige ballast uit mijn hoofd te verwijderen. Gewoon mijn hoofd leeg maken, maar ook weer vullen met nieuwe ideeën. Met ter afwisseling van het kluizenaarsbestaan wel voedsel inslaan op de markt voor mijn deur en van tijd tot tijd uit eten te gaan met Franse en Nederlandse vrienden. ’t Is ten slotte wel Zuid-Frankrijk, hè! Dit keer liep er echter ook nog een speciale rode draad door het geheel. Overigens geen ronde maar een vierkante. En het begin van die draad ontstond in 2021 bij het samenzijn op onderstaande foto.

in Galerie Quadrige, Nice

Een samenzijn  met mijn galerist Jean-Paul Aureglia van Galerie Quadrige. Met allicht een drankje en een hapje. ’t Is wel Zuid-Frankrijk, hè! Jean-Paul publiceert naast veel magnifieke livres d’art ook een serie met de naam ‘L’art au carré‘. Kunstboeken in zeer beperkte oplage, gewijd aan maar één kunstenaar. Die speciaal voor zo’n Carré zowel originelen als multiples maakt, kunstwerken in kleine oplage. Zoals bijvoorbeeld steendrukken of etsen. Met daarnaast in dat Carré ook nog twee aparte beschouwingen van kunstcritici  over de kunstenaar.

achterin de galerie waar Jean-Paul met de hand de teksten zet van zijn uitgaven en die drukt op zijn handpers

Al pratend, drinkend en etend met elkaar kwam het idee naar voren om samen ook zo’n ‘L’art au carré‘ over mij te maken. Met daarin 8 steendrukken. Nou, dat leek me wel wat. Maar, zo waarschuwde Jean-Paul, ’t was wel een heel proces, hoor! Met ook veel overleg. Want wel Zuid-Frankrijk, hè!Een gezamenlijk project dus waarbij ik eerst een flink aantal voorbeeldschetsen moest maken waaruit hij dan voor het boek kon kiezen. Nou, Jean-Paul, pas de problème. En vertel me ook maar snel wanneer in 2023 de bijbehorende expositie plaatsvindt.

blad met schetsideetjes

Zo maakte ik eerst, in Middelburg nog, een aantal bladen met daarop allemaal vierkante schetsjes als ideetjes. Bovenstaand blad is daarvan een voorbeeld. Zo’n Carré heeft trouwens wel afmetingen van 25 bij 28 cm. Zodat de steendrukken en originelen ook die grootte moeten hebben. Dus echt vierkant, echt carré? Natuurlijk niet. Maar ja, ’t is natuurlijk wel Zuid-Frankrijk, hè!

screenshot van de Carré-pagina op de website van galerie Quadrige

Die schetsbladen gingen afgelopen oktober mee naar Nice. Waarbij ik heel nieuwsgierig was naar de voorkeuren van JP. Van te voren had levensgezel natuurlijk ook al zijn voorkeuren aangewezen. En wat bleek, heel frappant, JP was ‘t, zonder dat te weten, op één na helemaal met hem eens.

Die acht van JP ben ik in Nice dus, als originelen en voorbeelden voor de steendrukken, verder gaan uitwerken op het juiste net-niet-carré formaat. Met nog een aantal originelen erbij. Binnen de formule van het Carré dienen dat er namelijk 15 te zijn. Ziedaar dus die rode vierkante draad waarover ik hierboven schreef. Waarbij dan ook gelijk weer levensgezel in beeld komt.

Want die blijft bij zo’n langer verblijf van mij in Nice wel helemaal alleen zielig in z’n uppie in Nederland achter. Daarom stuur ik hem ter troost af en toe per post een kaartje. Geen gewoon ansichtkaartje natuurlijk. Nee, een echte originele tekening/aquarel van ansichtformaat. Hij bezit er al een hele verzameling van. Die gewoonte kon ik nu mooi gebruiken om te spelen met mijn ideeën voordat ik ze als onechte carré aan echt goed handgeschept papier toevertrouwde. Want reken maar dat in alle verkrijgbare soorten papier een gigantisch kwaliteitsverschil zit. Hier een voorbeeldje aan levensgezel.

kaartje zoals ik die wel aan levensgezel stuur over de post

En hier wat ik uiteindelijk als origineel creëerde voor JP.

het uiteindelijke origineel op Carré-formaat

Kun je je voorstellen dat ik heerlijk bezig ben geweest in Nice met al die tekeningen? Maar in de tussentijd was ik natuurlijk ook al bezig geweest om afspraken te maken met Hans Van Dijck, mijn steendrukker in Antwerpen (lees deze aflevering er nog maar eens op na). Vlak voor Sinterklaas heb ik in zijn atelier op een grote steen de eerste aanzet kunnen maken voor vier van de acht litho’s.

begin december bezig op de steen met de opzet voor 4 steendrukken die in één keer worden gedrukt en daarna uitgesneden

De eerste aanzet! Dus dit verhaal rond dat net niet vierkante Carré is nog lang niet rond. Oh ja, en die expositie rond mijn Carré staat gepland van 19 oktober tot 18 november 2023. Wel in Zuid-Frankrijk natuurlijk! Maar ongetwijfeld ook met een vervolg in Nederland. Tot volgende week.

TOOS

De niet zo sexuele LAT-relatie tussen Sinterklaas en de Heilige Catharina


Sinterklaas in het zuiden van het katholieke Frankrijk? Quoi? Wat is dat? Maar de heilige Saint Nicolas (270-342)? Ja, natuurlijk, die kennen ze allemaal. Wat wil je ook, één van de belangrijkste aanbedenen in dat uitgebreide heiligenleger van de Roomse kerk. Met ook nog heel wat Franse kerken die zijn naam dragen.

portret van Sint Nicolaas uit 1472
De heilige Catharina van Alexandrië, geschilderd door Rafaël in 1508

Dus leek ’t me wel leuk om voor mijn galerist in Nice, Jean-Paul Aureglia van Galerie Quadrige, als verrassing Saint Nicolas mee te nemen als Sinterklaascadeautje. Maar dan wel in gezelschap van de Heilige Catharina (†307) als zijn vriendinnetje. Want er moet natuurlijk nog wel het nodige gedaan worden aan het evenwicht tussen man en vrouw in de katholieke kerk.

Toosiaans cryptisch allemaal? Vast wel. Maar de verklaring is simpel. Alweer wat jaartjes geleden maakte ik van beide heiligen al eens steendrukken voor een nieuwe uitgave van La Légende dorée, De Gouden Legende. Een beroemd 13e eeuws boek van monnik Jacques de Voragine waarin hij allerlei heiligenlevens beschreef. Jean-Paul ging dat uitgeven als een livre d’art. Een kunstboek in zeer beperkte oplage, geïllustreerd met speciaal voor die uitgave gemaakte kunstdrukken. Met van mij, omdat Jean-Paul dat vroeg, steendrukken bij de levensbeschrijvingen van Sint Nicolaas en Sint Catharina. Waarom juist die twee? Nou, Nicolaas natuurlijk vanwege onze Sinterklaastraditie en Catharina omdat dit mijn officiële voornaam is. Hè? Catharina en Toos? Ja hoor. Gewoon via wat naamstappen in mijn eerste levensjaren. Van Catharina naar Cato naar To naar Toos.

Twee jaar geleden kwam Jean-Paul opnieuw met die vraag. Vanwege het grote succes van die Légende dorée uitgave had hij besloten er nog een in groter formaat te gaan drukken. Nu 170 exemplaren van 33 bij 27 cm. Met daarin even grote kunstdrukken in dezelfde oplage. Oké, ik doe mee, zo zei ik. Maar voorlopig nog even niet. Dat gebeurde pas afgelopen juli, zonder dat Jean-Paul ’t wist.

plezierig aan het werk met Hans Van Dijck in zijn steendrukatelier in Antwerpen

Ik moest namelijk eerst een nieuwe steendrukker vinden omdat mijn trouwe Rudolf Broulim met pensioen was gegaan. Voor hem in de plaats is nu Hans Van Dijck ten tonele verschenen. Leraar aan de academie in Brussel, zelfs nog assistent van Rudolf geweest en nu ook met een eigen steendrukatelier in Antwerpen.

Ik schreef hier al over hem omdat we als wederzijdse snuffelstage eerst samen een proefsteendruk gingen maken. ‘City life’. Ook hier al ter sprake gekomen. Deze video op YouTube getuigt ervan.

De samenwerking beviel zo goed dat we in het verlengde van ‘City life’ gelijk maar zijn doorgegaan met Saint Nicolas en Sainte Catherine. Naast elkaar op een wat grotere steen. Of ze dat schuren tegen elkaar als heiligen nou wel of niet prettig vonden, ’t zou me een zorg zijn. Voorlopig moesten ze maar een LAT-relatie met elkaar aangaan. Zie de foto’s tussendoor van het maakproces.

Van te voren had ik twee aquarellen gemaakt als voorstudie voor de steendruk. Met daarin allerlei symboliek verwerkt. Want reken maar niet dat je zomaar snel even heilig wordt.

de aquarel/voorstudie van Saint Nicolas
aan de gang met Saint Nicolas op de steen

Dat scheepje en die zeemeermin rechts bij Nicolaas? Een lang verhaal kort: hij redde zeelui het leven door een storm te onderdrukken. Dus is hij de beschermheilige van schippers. En links die blote jongedame en de om hulp roepende man? Hij was arm, had drie dochters, kon ze niet onderhouden maar Nicolaas zorgde op stiekeme wijze voor geld zodat de dochters niet tot prostitutie hoefden te vervallen. Gevolg? Beschermheilige van maagden en prostituees. Typische combinatie, nietwaar?

aquarel/voorstudie van Sainte Catharine

En het gebroken rad en zwaard bij de heilige Catharina van Alexandrië? Weer een lang verhaal kort. Catharina al jong zeer christelijk en ook nog eens zowel bloedmooi als zeer wijs. Koning verliefd, wil haar als 2e vrouw. Mooi niet van haar kant. Gevangen gezet, 40 wijze mannen op bezoek die haar én moeten bekeren én williger maken. Mooi niet. Zij bekeert juist die wijzen. Foute boel dus, zeker als ze ook nog de vrouw van de koning bekeert. Nou, dan maar radbraken, dat wicht. Onweer, bliksemschicht, rad kapot (1e symbool), Catharina nog heel. Dan maar verbranden. Vuur waait uit en juist de beulen verbranden. Help, wat nu? Onthoofden dus, met het zwaard (2e symbool)! Dat lukt. Maar zie, engelen dalen neer, heffen haar lichaaam op en brengen dat per luchtpost naar de Sinaïwoestijn. Waar zich nu al eeuwen het Catharinaklooster bevindt.

overleg over de afbeelding van Sainte Catharine op de steen
Catharinaklooster in de Sanaïwoestijn

Zie je dus oude schilderijen met daarop een vrouw met een gebroken rad en/of zwaard, je kunt er vergif op innemen, dat is de Heilige Catharina van Alexandrië.

Catharina, in 1616 geschilderd door mijn kunstheld Artemisia Gentileschi (let op het rad als symbool)
overleg over de proefdruk: moet ik eventueel nog iets bijwerken op de steen?
altijd weer beschouwen en nadenken voor een goed eindresultaat
prachtig verfijnd toch, zo’n detail bij Catharina?
ja, dat is ‘m!
en dan moet elk exemplaar nog genummerd en gesigneerd worden

Jean-Paul was maar wat blij met zijn twee Sinterklaascadeautjes. Want de LAT-relatie van Nicolaas en Catherine was intussen wel versneden geraakt.

Jean-Paul ontvangt zijn Sinterklaas verrassing

Tot volgende week.

TOOS

Eens een keer Kunst Cadeau? Waarom niet?


Eens in de week schrijf ik dit blog TOOS&ART op WordPress. En gemiddeld 5 à 6 keer per jaar nog mijn Nieuwsbrief. Die gaat via het platform Mailchimp naar een uitgebreid emailbestand als ik iets te melden heb over mijn eigen kunstactiviteiten en aanverwante artikelen.

Die komen natuurlijk ook wel naar voren in dit blog maar dan toch op een andere manier. Recent verstuurde ik zo mijn ‘Nieuwsbrief oktober/november 2022’. Die wil ik mijn trouwe lezers hier eigenlijk niet onthouden. Onder andere ook vanwege dat Kunst Cadeau uit de titel hierboven. Want waarom zou je in de komende winter- en feestmaanden niet eens lekker uitpakken met het cadeau geven van kunst?  Hoe dat zit? Dat staat dus in deze Nieuwsbrief!

NIEUWSBRIEF TOOS van HOLSTEIN

oktober/november 2022

The show goes on

in Theater De Wegwijzer met ‘baas’ Trudy Wams

In mijn vorige Nieuwsbrief meldde ik ’t al, de opening van mijn expositie ‘De Wereld als Schouwtoneel’ in Theater De Wegwijzer in het Zeeuwse Nieuw- en Sint Joosland. Die opening is geweest, de tentoonstelling loopt nog wel even door. In ieder geval tot eind april. Want dan is, voorlopig, de laatste voorstelling gepland van dit theaterseizoen. Kijk maar eens in het programma, er staan prachtige optredens geprogrammeerd. Vooraf en achteraf (en op afspraak) kun je dan ook nog genieten van mijn schilderijen. En na april? Dat lees je nog wel.

In deze aflevering van mijn wekelijkse blog TOOS&ART (abonneren is daar zo gebeurd) kun je het nodige lezen over  ‘De Wereld als Schouwtoneel’.

gedeelte van mijn aandeel in ‘NAZOMEREN’ bij Galerie Drentsche Aa

Iets sneller stopt in Galerie Drentsche Aa in Balloo de groepsexpositie ‘NAZOMEREN’ waar ook mijn kunst deel van uitmaakt. Toen mijn, ook nog eens verlengde, grote solo en zomertentoonstelling ‘De Verwondering’ daar afliep, wilde galerist Jan Wekema absoluut nog een aantal werken van mij houden. Logisch, ‘De Verwondering’ was ten slotte zeer succesvol geweest. Nou, waarom niet? Dus tot 27 november is er nog een mooie collectie van mijn schilderijen en keramiek te bezichtigen.

Over beide exposities staan onderaan meer gegevens.

Toch maar mooi bij de 25 meest gekozen kunstenaars van Nederland

 Niet bij de laatste 8 finalisten, zo oordeelde de hoge hoed van het kunstpanel bij de verkiezing van de Kunstenaar van het Jaar 2023. Wel bij de 20 meest gekozen kunstenaars van de 90 genomineerden, zo oordeelden de stemmers in de publieksronde. Dat van die 25 komt door de toevoeging van nog 5 zogenaamde wild cards.

Hierbij wil ik graag iedereen die een stem op mij uitbracht heel hartelijk danken. Want ’t zegt natuurlijk toch wel iets als je van al die duizenden en duizenden Nederlandse kunstenaars op deze sublieme manier wordt gewaardeerd. Dat geeft een warm gevoel.

Kunst Cadeau om ’t warm van te krijgen in de wintermaanden

hoekje in mijn atelier met keramiek, beeld, steendrukken en olieverf

Brandend gas levert warmte, alhoewel deze winter misschien wat minder. Maar van aansprekende kunst krijg je het zelf emotioneel gezien ook warm, net zoals degenen die je met kunst verwent in de komende feestdagentijd. Dus richt ik de komende twee eerste zondagen van de maand (6 november en 4 december, 13-17 uur) bij de Middelburgse Kunst & Cultuurroute m’n atelier in met , prijstechnisch gezien, kunst voor ieder wat wils. Keramiek, steendrukken, ‘The 70-Series’ met olieverfjes (20-20 cm) en mixed media op aludibond (25-25 cm), aquarellen, beelden en grotere tot grote schilderijen. Welkom in mijn warme 18e eeuwse atelier aan de Korendijk 56.

keramiek, dit jaar gemaakt in het Italiaanse Gubbio

 Toos van Holstein

‘for me art is travelling the mind’

‘De Wereld als Schouwtoneel’ solotentoonstelling van Toos van Holstein vanaf 25 september in Theater De Wegwijzer, Molenweg 25, 4339 AA Nieuw- en Sint Joosland

 groepsexpositie ‘NAZOMEREN’  met Toos van Holstein  tot 27 november

Galerie Drentsche Aa, Balloo 27, 9458 TA Balloo (Drenthe), open vr, za, zo 13-17 uur

tel. 0592 241214

www.galeriedrentscheaa.nl

website www.toosvanholstein.nl        

e-mail: toosvanholstein@xs4all.nl

wekelijks blog ‘TOOS&ART’ https://toosvanholstein.wordpress.com/

ook actief op Facebook, YouTube, LinkedIn, Instagram, Twitter, Pinterest, Pictify, Tumblr

Komt dat zien op Open Monumentendag! Een eeuwenoud, uniek en kunstig pand


Middelburg in de 17e eeuw

Zaterdag 10 september is ’t weer, het grote monumentenfeest. Open Monumentendag door heel Nederland. Waarbij ook mijn grote deuren aan de Korendijk 56 in Middelburg wagenwijd open staan. Open Huis zogezegd.

Vandaar nu de vraag ‘hoeveel Nederlanders zouden er wonen in een Rijksmonument’? Vingers omhoog graag! Dat worden er aardig wat, schat ik zo in. Maar hoeveel daarvan blijven omhoog als ’t gaat om een eeuwenoud pakhuis? Kijk, daar zakken er al een flink aantal. En nu, hoeveel van die pakhuizen bevatten balken afkomstig van onttakelde schepen? Oeps. En van welke van die pakhuizen zijn de muren van de buren? Oei, oei, misschien nog een paar vingertjes die in de lucht priemen? Tot slot de hamvraag. Bij wie zat er op de plek van je pakhuis eerst een open haringpakkerij? Zou ik nu in heel Nederland als enige nog met mijn vinger omhoog zitten? Niet onmogelijk! Dus woon en werk ik dan in een volstrekt uniek pand in Nederland? Een boeiende vraag bij hoe dan ook een trots gevoel. Maar hoe zit ’t nou precies met die vragen hierboven?

links de Korendijk 56 in de jaren 60 (foto gevonden in de beeldbank van het Zeeuws Archief), rechts zoals ’t nu is

’t Is alweer en poos geleden dat ik voor het laatst meedeed met Open Monumentendag. Tijd dus voor een herstart. Mijn atelier op de begane grond is natuurlijk altijd al wel open op de eerste zondag van de maand bij de Middelburgse Kunst&Cultuurroute. Ik zie dan vaak mensen niet alleen naar mijn kunst kijken maar ook omhoog. Naar al die prachtige ouwe, overgedimensioneerde  pakhuisbalken. Maar de deur naar mijn woongedeelte blijft daarbij altijd dicht.

zoals het pakhuis was toen ik het kocht
een impressie van zoals ’t nu is

Komende 10 september dus niet. Je kunt zomaar doorlopen naar de 1e en 2e etage. Om de rest te aanschouwen, opnieuw met een aantal balken uit grote schepen. Schepen die al voor 1738, het bouwjaar van mijn pakhuis, onttakeld moeten zijn geweest. En waarvan de balken bij mij achter uit het water zijn gevist. Want niet voor niets heet het straatje achter mij nu Balkengat. Ooit lag daar de scheepswerf van de VOC en dreven er houten vlotten en balken in de grote plas die je op het schilderij hieronder ziet.

de werf van de VOC in 1778

Er is zelfs nog een foto van die situatie van voor 1898. Dat moet namelijk wel want toen werd een deel gedempt om het wijkje te bouwen dat er nu staat.

Maar hoe zit dat met die muren van de buren? Nou, ooit zat er een doorgang tussen wat nu de woonhuizen Korendijk 54 en 58 zijn. Daar zat, volgens de oude annalen, een haringpakkerij. Met waarschijnlijk wel een dak erboven maar verder open. Best handig natuurlijk, een beetje doorluchten bij al die haring kon geen kwaad. Tot die grond werd aangekocht door de MCC, de in 1720 opgerichte Middelburgsche Commercie Compagnie. Een soort tegenhanger en Middelburgse opvolger van de VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie. Die VOC van de werf bij het Balkengat.  

Ze hadden blijkbaar een pakhuis nodig aan de Korendijk. Koren dus. Want heette destijds de korenhandel in Nederland niet de moedernegotie? Maar dat is een ander verhaal. Dus wat was er makkelijker dan de buitenmuren van de twee huizen aan weerszijden te gebruiken om er vertikaal balken tegenaan te zetten. Met daarop horizontaal weer andere balken. Simpel toch?

nog een sfeerbeeld van het interieur

Tot ik het kocht, was het pakhuis ook alleen maar pakhuis geweest. Er was geen water, geen gas, geen elektriciteit maar wel die muren van de buren. Zo vertelde de kadasterregistratie. Met andere woorden, bij de restauratie hadden de buren eigenlijk voor elke spijker en schroef in hun muren toestemming moeten geven. Niet echt handig. Dat hebben we toen ook maar veranderd.

Nu staat er dat unieke pand waarover ik nog even één ding kwijt wil. Want in een Rijksmonument mag je natuurlijk niet zomaar je goddelijke gang gaan. Een daartoe bevoegde ambtenaar bewaakt het hele proces. In dit geval iemand wiens naam in Middelburg toch wel enigszins gevreesd werd. Bij de definitieve keuring hield ik mijn hart dus echt wel een behoorlijk beetje vast. Weet je hoe hij wegging? Met de opmerking dat hij zelden een pand had gezien dat zo prachtig was gerestaureerd. Daarop hebben levensgezel en ik toen ook maar gelijk geklonken.

Op 10 september kun je zijn opmerking komen controleren. Maar vanzelfsprekend ook overal mijn kunst bekijken. Het slaan van twee vliegen in één klap. Een derde vlieg daarbij is mijn nieuwste steendruk ‘City life’. Alleen deze maand voor een heel speciale prijs te koop

steendruk ‘City life’

. Lees mijn vorige blog maar. Tot volgende week.

TOOS

PS Afgelopen dinsdag zag ik op NPO 2 de eerste aflevering van ‘Krabbé zoekt Kahlo’. Over één van mijn vrouwelijke kunstenaarsiconen aan wie ik in dit blog al wel aandacht gaf. Beslist de moeite waard! Gewoon kijken de komende dinsdagavonden om 20.30 uur.

Hoe ‘City life’ tot leven kwam  òftewel een inflatie-onafhankelijke aanbieding


Noem het toeval, maar een klein beetje geholpen heb ik ’t dan toch wel. Zo start in september Grafiek2022, de 4e editie van de enige echte Nederlandse grafiektriënnale.  Met tot 30 november manifestaties door het hele land. Voor Zeeland wordt op zondag 4 september officieel het startschot ervan gegeven door onze onvolprezen Middelburgse Kunst&Cultuurroute.

Toen ik daarvan hoorde, was ik net bezig met de voorbereidingen voor een nieuwe steendruk waarvan ik de titel al had verzonnen: ‘City life’. Een dikke maand geleden schreef ik er hier al eens over. Puur toeval, dat samenvallen. En laat nou ‘Ontmoeten’ het thema van Grafiek2022 zijn. Ontmoeten en ‘City life’!  Volgens mij twee begrippen die elkaar aardig aanvullen. En ook dat is toeval. Dat ik nu mijn nieuwe steendruk juist vanwege Grafiek2022 voor het eerst den volke toon tijdens de kunstroute? Dat  is natuurlijk geen toeval. Net zo min als de aanbieding van ‘City life’ (oplage van slechts 25) voor de speciale prijs van €150 in de hele maand september. Daarna gaat die prijs wel omhoog. Naar de normale, markconforme €225. En dat blijft dan zo, inflatie of geen inflatie.

op de steen bezig met de eerste opzet van ‘City life’

Maar nu dat tot leven komen van ‘City life’. Want daarvoor moest er heel wat worden nagedacht, gewerkt en geperst. Binnenkort heb ik daarover een wat uitgebreider artikel klaar. Over die tweehonderd jaar oude, toen revolutionaire techniek en over de achterliggende kunstverhalen. Dat alles geïllustreerd met foto’s van het scheppingsproces van ‘City life’.Waarvan je er hier al enkele tussendoor gestrooid ziet.

de proefdruk van de 1e kleurendrukgang wordt kritisch bekeken
werkend aan de toevoegingen voor de tweede kleur

Maar voor een levende-beelden-verslag kun je nu al naar mijn eigen YouTube-kanaal . Om de video ‘City life- the coming alive of a stone lithograph’ te bekijken. Zodat je kunt meeleven met de vele stappen die ik samen met steendrukker Hans Van Dijck in zijn Antwerpse atelier moest zetten om deze tweekleuren-steendruk te creëren.

Die video is trouwens geplaatst vlak voor het verschijnen van deze blogaflevering. Ook geen toeval.

Ik denk dat ’t best interessant kan zijn om én die video te zien én dat artikel te lezen. Door die geschreven praatjes bij de levende plaatjes krijg je vast meer inzicht in het bewerkelijke procedé van het steendrukken. Naast ook meer kennis van de geschiedenis ervan en meer  detailinzicht. Wat er dan hopelijk weer toe leidt dat je mijn enthousiasme voor die prachtige, oude techniek kunt aanvoelen. Stuur maar een mailtje naar toosvanholstein@xs4all.nl en je ontvangt dat artikel in je inbox.

de drukgang met rood, de tweede kleur
hallelujah, ‘City life’ is geboren!

Terug naar de kunstroute. Want ook ter plekke zul je mijn enthousiasme ervaren. Mee omdat ik een deel van mijn atelier steendrukfähig maak. Ik ben die dag overigens niet de enige grafiek-enthousiasteling. Er doen nog zo’n 17 andere ateliers en galerieën mee met grafiekitems. Meer informatie? Natuurlijk op onze kunstroutesite kunstroutemiddelburg.nl/ , maar ook op de aan Zeeland gewijde pagina van de website van Grafiek2022.

het met potlood nummeren en signeren van alle exemplaren van ‘City life’
Toos van Holstein, City life (steendruk in oplage van 25)

Komt zondag 4 september niet goed uit, dan heb ik goed nieuws. Ik doe namelijk dit jaar ook weer eens mee met de nationale Open Monumentendag op zaterdag 10 september. De laatste keer was in 2019. Niet alleen van mijn atelier staan dan de deuren open maar ook die van een groot deel van mijn prachtig gerestaureerde monumentale pakhuis ‘Holstein’ uit 1738. En ik beloof dat ‘City life’ dan nog steeds te bekijken is. Zeg je sowieso al ‘die hoef ik niet meer te bekijken, doe mij er maar een’, dan is dat e-mailadres hierboven er goed voor. Trouwens, ben je nieuwsgierig naar die Open Monumentendag aan de Korendijk 56? Tot volgende week.

TOOS

Weer met de billen bloot bij het steendrukken


Afslag 3 Borgerhout, de Antwerpse Ring, een afslag die ik de komende tijd vaker ga nemen. Want ik heb, in samenwerking met mijn galerie Quadrige in Nice, een paar steendrukprojecten op stapel staan . Waarvoor ik aan de slag ga met Hans van Dijck. En die heeft dus zijn steendrukatelier in Antwerpen, in die wijk Borgerhout.

in het steendrukatelier van Hans van Dijck

Steendrukken? Wat is dat? Of ‘wat is dat ook al weer’? Tja, dat krijg je als een prachtige grafische techniek, in de 19e eeuw uitgegroeid tot DE TECHNIEK voor o.a. de vermenigvuldiging van muziekbladen, handgeschreven toneelstukken en tekeningen, in het verdomhoekje is gedrukt. Door alle offset en digitale geweld. Dan krijg je dat het begrip litho (Grieks voor steen) ineens is geconfisqueerd  door de fotografiebranche. En dat een steendruk in het Engels een stone lithograph is geworden. Letterlijk vertaald een steen-steendruk. Slaat nergens op natuurlijk!

Maar er zijn gelukkig nog steeds kunstenaars die de lithotechniek omarmen, zoals ‘ik zei de gek’. Waardoor er ook nog steeds steendrukkers zijn die deze prachtige oude en ingewikkelde techniek van hun oude leermeesters hebben doorgekregen. Wat je noemt een mooie kruisbestuiving.

Terug dus naar Borgerhout en Hans van Dijck. Voor mij geen onbekende. Want ooit assisteerde Hans mijn meestersteendrukker Rudolf Broulim in diens atelier in Ekeren (bij Antwerpen). Daarna ondersteunde hij mij bij het creëren van een serie monoprints voor mijn grote expositie ‘TOOS, de ontdekkende mens’ in Fort Rammekens. Het eeuwenoude zeefort in Ritthem, vlak bij Vlissingen, in 2011.

2011, in het atelier Daglicht in Eindhoven bezig met het maken van een serie monoprints, met Hans van Dijck erbij voor een extra paar handjes

Van die samenwerking heb ik nog een veel bekeken video staan op mijn YouTube-kanaal: ‘The Magic of the Monoprint‘.

de ruimte in Fort Rammekens met de serie monoprints tijdens de expositie ‘TOOS-de ontdekkende mens’

Nu is Hans én leraar aan de academie in Brussel én heeft hij zijn eigen steendrukatelier. De meestersteendrukkers die mij heel wat keren terzijde hebben gestaan, zijn er namelijk mee gestopt. Ernst Hanke in Zwitserland: met pensioen! Rudolf Broulim in Ekeren: met pensioen!

in Zwitserland, samen met Ernst Hanke bezig in zijn grote steendrukpers
overleg met Rudolf Broulim in zijn steendrukatelier in Ekeren
een ontroerend moment voor mij, een onverwacht bezoek van Rudolf in het steendrukatelier van Hans van Dijck

Je kunt je ook bijna niet meer voorstellen dat er ooit galerieën waren die bestonden van het uitbrengen van telkens weer opnieuw steendrukoplagen van honderden stuks van bekende kunstenaars.  Maar al zijn die commerciële hoogtijdagen voorbij, er zijn nog steeds litholiefhebbers. Dus worden er ook nog steeds nieuwe gemaakt.

Als je met een voor jou nieuwe meestersteendrukker in zee gaat, is er een goeie gewoonte. Je gaat eerst samen een proef maken, om aan elkaar te wennen. Want de kunstenaar heeft natuurlijk eigen ideeën maar ook de steendrukker heeft eigen technieken en eigen gewoonten ontwikkeld. Vooraf wat aan elkaar snuiven kan daarom geen kwaad. Wordt ’t wel wat, die samenwerking? Om daarachter te komen is het maken van zo’n proefsteendruk in kleine oplage een prima manier. Vandaar onlangs die eerste keer afslag 3 Borgerhout.

overleg met Hans bij de nog lege steen voor de proefsteendruk

De proefsteendruk gaat er eentje worden in twee kleuren, in twee drukgangen dus. Over de teken en schildertechnieken op de steen en bijbehorende chemische druk-geheimen ga ik ’t nu niet hebben, dat komt een andere keer wel. Maar een foto van de eerste opzet om nieuwsgierig te maken, kan natuurlijk geen kwaad.

de eerste aanzet voor de nieuwe steendruk, het uiteindelijke resultaat wordt eind augustus wereldkundig gemaakt

Eind augustus onthul ik het definitieve resultaat. Want op zondag 4 september staat onze onvolprezen Kunst-& Cultuurroute Middelburg in het teken van de grafiek. Een mooie gelegenheid toch om juist dan die nieuwe steendruk ten doop te houden en te koop aan te bieden? Maar voor ’t zover is, heb ik die afslag 3 al wat vaker genomen.

En die steendrukprojecten met Galerie Quadrige in Nice? Dat worden natuurlijk andere verhalen. Tot volgende week.

TOOS

Hoe de Indiase vissers van Kovalam in het Drentse Balloo verzeild raakten: een ReisKunst-verhaal


‘Kovalam’ op de expositie ‘De Verwondering’ in Galerie Drentsche Aa in Balloo

Een kleurrijke vleug Zuid-India bij mijn expositie ‘De verwondering’ in het noordelijke Drentse Balloo. Een olieverfschilderij met de titel Kovalam, centraal op de foto hierboven. Met zo’n speciale titel zit daar natuurlijk een verhaal achter, een ReisKunst-verhaal.

Vier jaar geleden alweer trok ik een aantal weken rond in Zuid-India. En belandde daarbij ook in het allerzuidelijkste puntje van India, aan weerszijden omgeven door de Indische Oceaan. In Kovalam. Niet alleen een toeristische bestemming maar ook een vissersplaats. Zo een waar ’s morgens vroeg nog de vissers met hun houten bootjes hun verse vangst ter verkoop op het strand komen deponeren. Waarna die boten hutje mutje naast elkaar worden gelegd of het nabijgelegen strand worden opgetrokken.

 “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten”, om maar eens een toepasselijke zinsnede uit het Bijbelse boek Genesis aan te halen. En dat natuurlijk terwijl bezoekers op hun gemakkie plaatjes staan te schieten. In dat soort situaties kijk ik vooral, neem waar, zuig op en laat de kleurkegeltjes in mijn netvlies overuren maken bij het uitvoeren van hun taak.  Levensgezel laat dat dan weer over aan de pixels in zijn camera. Voor later, voor het digitaal geheugen.

De uitermate levendige en kleurrijke beelden die ik in Kovalam opsloeg in m’n grijze hersencellen  resulteerden uiteindelijk in mijn Middelburgse atelier in dat gelijknamige schilderij. Een echt ReisKunst-schilderij dus. Waarbij voor mij persoonlijk heel goed valt te herleiden hoe de compositie ervan tot stand is gekomen. Maar of dat voor ieder ander ook zo is? Ik heb het lichte vermoeden dat je daar een heel goeie spoorzoeker voor moet zijn. Tja, mijn kunstenaarsslogan, ‘for me art is travelling the mind’, is natuurlijk niet zomaar uit de lucht komen vallen. En toch, kijk hieronder nog maar eens goed naar dat ‘Kovalam’.

Toos van Holstein, Kovalam (olieverfschilderij, 110-150 cm)

Zo hangen er natuurlijk meer schilderijen waarin een ReisKunst-verhaal verscholen zit. Wie weet komen die nog wel eens te voorschijn. Hoe dan ook, onderstaande foto’s van de opening van ‘De Verwondering’ tijdens het afgelopen Pinksterweekeinde spreken nu al voor zich.

Met op die foto’s vanzelfsprekend ook de geëxposeerde resultaten van mijn ‘Ei-Project’. Het project dat ik een paar weken geleden afsloot in de Italiaanse keramiekstad Gubbio na een verblijf daar van een maand. Een project waar ik vast nog wel eens op terugkom.

drie van mijn ei-objecten uit de serie van mijn ‘Ei-Project’

Maar nu eerst even wat rust. Want vanaf half juni staat er al weer een andere onderneming op stapel. Iets met nieuwe steendrukken. Met natuurlijk ook een nieuw verhaal voor ergens in de toekomst. Tot volgende week.

TOOS

Gubbiaanse Keramiek, Italiaanse Creativiteit en de Corona QR-code


Gubbio in Umbrië (Italië)

Ben je in Italië, doe als de Italianen doen. Een paar weken geleden schreef ik over een lijk in de Ganges en dat ik toch wat moeite had met ‘When in India, do as the Indians do’. Dan is ’t met ‘When in Italy, do as the Italians do’ toch ietwat eigener. Zeker als je, zoals ik nu, al een aantal weken in keramiekstad Gubbio in Umbrië verblijft. Om, niet echt moeilijk te raden, keramiek te beschilderen.Natuurlijk moet je jezelf hier instellen op het beslist sterker ontwikkelde improvisatie dan organisatietalent bij veel Italianen. En zeker moet je ook gewoon het Italiaanse joie de vivre, het la dolce vita, omarmen. Nou, graag!

de afscheids campari-spritz op het terras van ons stamcafé in Gubbio afgelopen dinsdag

Neem bijvoorbeeld de omgang van de Italianen met hun Green Pass, onze Corona QR-code. Hoe relaxed tonen hier de vele halfgemaskerde binnenkomende restaurantbezoekers, vaak hele gezinnen,  hun mobieltje met dat vierkantje erop. Zowel in Gubbio, als op reis hierheen in Arezzo, en laatst tussendoor in Ravenna,heb ik geen wanklank meegemaakt. Niet in hotels, niet in de horeca en niet in musea. Waar je trouwens nog steeds zo’n brilbeslaander moet dragen net als in winkels en supermarkten. Alles  als vanzelfsprekend na de gigantische Covid-catastrofe van vorig jaar in Noord-Italië. Wat een gedoe dan van een aantal Nederlanders. Voor zover ik ’t hier van relativerende afstand ervaar,’do as the Italians do’. Die zich percentagegewijs ook meer hebben laten vaccineren.

in het atelier van meesterkeramist Giampietro Rampini

Maar dat terzijde. Ik ben hier ten slotte voor de keramiek. Net zoals twee jaar geleden. Toen ik hier neerstreek voor een groepstentoonstelling  in een paar prachtige eeuwenoude gewelven. Om daarvan één voor mijn rekening te nemen samen met de mij toen nog onbekende maar in Gubbio en omstreken zeer gekende keramist Giampietro Rampini. Ik werd gelijk verliefd op deze prachtige stad. Een echte middeleeuwse Italiaanse parel! Maar daarover komt nog wel een verhaal.

maar een héééél kleine selectie van al die prachtige plekken in Gubbio

Nu eerst die keramiek. Je kunt rustig stellen, een voor mij nog onbeschreven blad. Na die vier weken in 2019 en na opnieuw vier weken nu, begint dat blad zich beetje bij beetje te vullen. Eigenlijk is ’t net zoals bij het creëren van een steendruk. Daar heb ik als kunstenaar een meestersteendrukker bij nodig met een eigen atelier en drukpers, met kennis van de techniek en een in jaren opgebouwde knowhow. Voor mij is Giampietro nu de meesterkeramist. Met zijn werkruimte, zijn opslagplaats, zijn materiaalkennis en met zijn wetenschap over hoe die voorwerpen van klei schilderklaar te maken. En met zijn ovens en zijn ervaring met stookprogramma’s. Hoe langzaam of snel en tot hoe hoog moet de stooktemperatuur? In hoeveel uren moet de oven weer afkoelen. Allemaal stuurbaar met programma’s, maar dan moet je wel de juiste cijfertjes kennen en invoeren.

overleg met Giampietro
werkend aan een nieuw bord
het schoonmaken vooraf van een nieuw item
het dompelen om een witte laag te krijgen zoals de vazen op de voorgrond
altijd opnieuw spannend, hoe komt die schaal uit de oven
Is ie goed geslaagd? Yes!!

Over de te gebruiken pigmenten bij het beschilderen heb ik ’t dan nog niet eens. Want daar zit  magie achter. Nou ja, in feite natuurlijk chemie. Die kleurpigmenten zijn in eerste instantie veel fletser dan olie en waterverf, maar komen sprankelend en schitterend fel de oven uit.

Vooraf  moet je dus heel goed weten wat je opbrengt. Een soort schaken met kleur waarbij je een paar zetten vooruit moet denken en je geen fouten kunt permitteren want herstellen zit er nauwelijks in. Met hoeveel water leng ik een pigment aan om wat voor kleureffect te krijgen na het stoken?  Of hoe dik of dun breng ik ’t op om na drogen er nog in te kunnen krassen voor bepaalde visuele effecten of op te vullen met een andere kleur. Of als ik een heel dun laagje vloeistof langzaam laat absorberen in de klei, hoe wolkig is dan straks het aanzicht?

een van mijn nieuwe aanwinsten voor straks in het atelier in Middelburg tijdens de Kunst en Cultuurroute

De afgelopen weken heb ik voor mijzelf weer heel wat bijgeleerd, net zoals ook Giampietro die meer van de standaardmethode is. Gewoon omdat ik stomweg en onbevangen allerlei techniekjes en ideetjes uitprobeer, staat hij na het ovenresultaat regelmatig paf van ver en bewondering bij de bereikte effecten. Dat maakt onze samenwerking ook zo mooi. “Toos, dit is voor mij nieuw, dit heb ik nog geen andere kunstenaar zo zien doen”. Mijn probleem is dan dat ik me moet zien te herinneren hoe ik dat ook al weer heb gedaan. Want soms dompel ik me zo onder in het creatieve proces dat mijn brein dat na afloop niet meer volledig kan reconstrueren.

Hoe dan ook, as ’t effe kan volgend jaar weer! Tot volgende week.

TOOS

Geen Gordiaanse maar een Musiomse knoop in Amersfoort


Alexander de Grote en de Gordiaanse knoop

Alexander de Grote wist ’t wel bij die onontwarbare kluwen van de beruchte Gordiaanse knoop. Hup, zwaard erbij en doormidden klieven dat ding! Niet bijzonder elegant, wel effectief en ook goed voor een verhaal dat de eeuwen kon overleven. Die Musiomse knoop echter is er één van nu en bestaat alleen in mijn fantasie. Als een warboel van vervlochten stukken touw met uitstekende losse eindjes. Wel gelabeld. Zoals met Musiom, academie,Poen de Wijs,Egypte, Ikarus, Hans Koch, Steendrukmuseum, Margot Homan,Cultuuriconografische Symboliek, 10 voor een examen en nog zo wat.  Voor de ontwarring neem ik je mee naar het Musiom in Amersfoort. Naar de expositie ‘Herkenning in Vervreemding’.

screenshot van de website van het Musiom

Dat Musiom (https://musiom.art/) is eigenlijk nog maar een kleutertje  in de Nederlandse museumwereld, nog geen drie jaar oud. Maar van het begin af aan een bijzonder museum. Ik schreef er hier vorig jaar al eens over vanwege een tentoonstelling met ook schilderijen van mij. En ik schreef er opnieuw  over afgelopen februari  in verband met een expositie die open zou zijn gegaan maar dat toen toch maar niet deed. Corona, weet je wel. Dat is die ‘Herkenning in Vervreemding’. Een tentoonstelling waarin mijn te vroeg overleden kunstgenoot Poen de Wijs een belangrijke rol kreeg toebedeeld. Maar vanaf 5 juni mochten eindelijk de toegangsdeuren weer van het slot. Reden voor mij om nu met die Musiomse knoop aan de gang te gaan.

Poen de Wijs leerde ik kennen omdat ik ooit in Egypte de man tegenkwam die in dit blog regelmatig opduikt als levensgezel en omdat Poen een goeie vriend van levensgezel was. Poen bleek een zeer aimabele kunstcollega en geen conculega, want hij was altijd bereid om zijn kennis van het kunstvak en ervaring in het kunstenaarsbestaan met anderen te delen. Een ongebruikelijk verschijnsel in de kunstwereld. Daardoor kwam ik ergens bij een kunstevenement ook beeldhouwer Margot Homan tegen. Mij van naam wel bekend maar niet als persoon. En wie stond er aan de zijde van Margot? Haar man Hans Koch. Wist ik veel dat ik op die manier na jaren nog eens mijn oude academiedocent in het vak Cultuuriconografische Symboliek opnieuw zou tegenkomen? En wist ik veel dat hij bij het horen van mijn naam gelijk wist dat hij mij ooit die 10 had gegeven voor het examen in zijn vak. Want die gaf hij maar verrekte weinig. Kijk, zoiets schept natuurlijk gelijk een klik die bij een later treffen nog weer eens bevestigd werd.

deel van de expositie

Dus hoe mooi is ’t dat Margot Homan met haar prachtige beelden in brons en marmer nu mede-exposant van Poen is in ‘Herkenning in Vervreemding’. En dat er een actieportret hangt van haar, geschilderd door Poen. En dat er haar marmeren beeld ‘Ikarus’ staat waarvan ik bij levensgezel thuis sinds het overlijden van Poen in 2014 de bronzen versie kan bewonderen.

portret van Margot Homan, geschilderd door Poen de Wijs

op de voorgrond het marmeren beeld Ikarus van Margot Homan

Een beeld dat eerst jaren het huis van Poen sierde maar het afscheidsgeschenk van Poen’s weduwe Marleen werd aan levensgezel toen ze uiteindelijk verhuisde naar Frankrijk. Zo zie je dus hoe allerlei kunstlijnen in die expositie in het Musiom met elkaar verweven zijn.

een paar foto’s van de expositie

Maar dat is nog niet alles! Want wie zit er sinds kort in het bestuur van de stichting die het Musiom beheert? Ene Frank van Oortmersen. De man in het midden op onderstaande foto.

overhandiging van mijn steendrukken aan toenmalig directeur Frank van Oortmersen van het Nederlands Steendrukmuseum

De man die toen directeur was van het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard en die ik daar van elk van de door mij gemaakte steendrukken een exemplaar overhandigde voor de collectie van het museum. De man die dat museum grandioos op de kaart wist te zetten, de man met wie ik nog steeds een goed contact heb en de man die nu het Musiom bij gaat staan. Prachtig toch?

nog wat foto’s

dwalend over de etages en door de gangen van het Musiom vind je ook een schilderij van mij uit de museumcollectie, gecombineerd met beelden van Margot

hoe zit dat nu precies?

Poen gecombineerd met abstract

doorkijkje naar de beeldenbinnenplaats van het Musiom

Dus zeg nou zelf, is de Nederlandse kunstwereld nu groot of is die klein? Of is die groot in het kleine? Je antwoord kun je mailen naar toosvanholstein@xs4all.nl. Levensgezel heeft me beloofd de goede antwoorden op een zo partijdig mogelijke manier eruit te zullen zeven.

En wat betreft de expositie? Die duurt nog tot half november (toegankelijk met de museumkaart) en is absoluut de moeite waard. Wat zou ’t trouwens mooi zijn als bijvoorbeeld ook Museum MORE, dat bekende en vooral aan het Nederlands realisme gewijde museum in Gorssel, ooit ook een hommage aan Poen de Wijs zou brengen. Zijn kunst verdient dat voor de volle 200%. Van Museum Musiom naar Museum MORE, bekt dat niet lekker?Tot volgende week.

TOOS

We mogen weer los, zelfs van de niet zo cultuurminnende Hugo de Jonge


Op een of andere manier is er vanmorgen vermoedelijk iets fout gegaan bij het verzenden van dit blog waardoor ik denk dat een deel van mijn lezers deze aflevering niet in hun IN-vak heeft zien ploffen. De enige oplossing die ik hiervoor kan verzinnen is om alles nog een keer te versturen. Niet echt elegant, maar ’t is niet anders. Dus sorry als je dit vandaag al eerder hebt gekregen. TOOS

Saint-Paul-de-Vence aan de Côte d’Azur

Stel nou eens dat ik in 1994 niet zomaar spontaan voor drie maanden in het Zuid-Franse kunststadje Sint-Paul-de-Vence was neergestreken. Zou ik dan nu hebben meegedaan aan de groepsexpositie ‘Homerus-Ilias & Odyssee’ bij Galerie WiekXX in het Groningse Bad Nieuweschans.

Bad Nieuweschans

Bad Nieuweschans

Zoals de Romeinen dachten dat Homerus er uit zou zien

Ik hoor gelijk al weer levensgezel met zijn gevleugelde woorden ‘Toos, als ik nog een broer had gehad, zou die dan bruine bonen hebben gelust?’. Met in dit geval nog als extraatje ‘Toos, we weten helemaal niet of die Homerus van jou wel echt heeft bestaan!’. In dat laatste heeft hij trouwens helemaal gelijk. Want ‘de geleerden’ zijn het daar met elkaar beslist niet over eens. Heeft er wel een Homerus geleefd? En zo ja, heeft hij dan de Ilias en Odyssee zelf geschreven of heeft hij alleen allerlei verhalen verzameld? En zo ja, kon hij ze wel opschrijven want misschien was hij wel blind. En zo ja …, nou ga maar door. Vroeg-Griekse dichte mist tot en met.

Maar in die beginzin van hierboven zitten wel degelijk oorzaak en gevolg. Want door mijn verblijf in Saint-Paul ontstond het contact met Jean-Paul  Aureglia, nog steeds mijn galerist van Galerie Quadrige in Nice. En door Jean-Paul  ging ik de Ilias en de Odyssee lezen. Van voor naar achter en weer terug. Want hij had zichzelf een heilig levensdoel opgelegd. Namelijk het uitgeven van nieuwe drukken, geïllustreerd door ‘zijn’ kunstenaars, van wat hij als de fundamenten van onze Westerse beschaving beschouwt. Die werken van Homerus en de Divina Commedia van Dante. Maar ook de Legenda Aurea, op z’n Frans La Légende Dorée, van Jacques de Voragine (1228-1298). In het calvinistische Noorden minder bekend dan in het katholieke Zuid-Europa. Een heel persoonlijke keus natuurlijk, maar wel een die mij heeft beïnvloed. Want nu doe ik dus mee met die groepsexpositie over Homerus in dat noordelijk gebied van Nederland bij de Waddenzee. Waarvoor een reclamebureau ooit de toeristische leus ‘Er gaat niets boven Groningen’ bedacht.

Of de soldaten bij de Slag van Heiligerlee dat op 23 mei 1568 ook beseften, betwijfel ik ten zeerste.

de slag bij Heiligerlee

Maar op weg naar Nieuweschans vorige week om mijn werk voor de expositie te brengen, had ik toch even die absurde associatie. Want begon daar, zo’n dikke tien kilometer ten westen van Nieuweschans, volgens de geschiedenisboekjes niet officieel onze Tachtigjarige Oorlog? Met een overwinning van het Staatse leger, vooral bestaand uit huurlingen,op die vuige katholieke Spanjaarden? Dat daarvoor al wel wat nederlagen waren geleden tellen we voor onze eigen Hollands Glorie natuurlijk niet mee. Die tachtig jaar kun je beter beginnen met een overwinning en die bij Heiligerlee was de eerste. Historisch gebied dus, daar op dat Groningse platteland. Net zoals de oude vestingplaats Nieuweschans zelf.

eerst ingeladen in Middelburg en weer uitladen in Bad Nieuweschans

Een plek vol geschiedenis dus waarbij zowel  Homerus als zijn Ilias, met het 10-jarig beleg van Troje en dat bekende paard, als zijn Odyssee, met de avonturen en heldendaden van Odysseus, heel goed aansluiten. Net zoals dus mijn Homerus-kunstwerken en die van andere bekende kunstgenoten als Sam Drukker, Annemarie de Groot, Candace Charlton, Dick Aerts, Clary Mastenbroek en Jannes Koetsier. En ook net zoals mijn steendruk over de Ilias die ik na de opening van de expositie op 6 juni mocht overhandigen aan opener Jacqueline Klooster, docent aan de Faculteit der Letteren van de Groningse Universiteit.

die steendruk over de Ilias

Want het leuke van het maken van zo’n steendruk als voor de Iliade bij Jean-Paul is dat je als kunstenaar ook zelf altijd een klein aantal zogenaamde EA’s in bezit krijgt. Dat staat voor épreuve d’artiste en daarmee mag je doen wat je wilt. Zoals dus cadeau geven als blijk van waardering aan iemand die heel duidelijk veel wist van die óf werkelijk bestaand hebbende óf mogelijk imaginaire Homerus.

enkele van mijn ‘Homerus-schilderijen

geïnteresseerden in de Franse uitgaven van de Ilias en de Odyssee

Toos van Holstein, Sirène (n.a.v. een van de verhalen uit de Odyssee)

de beeldentuin van WiekXX

Op dus allemaal naar Nieuweschans, naar WiekXX. De galerie die al snel na de start in 1977 er één van faam werd in heel Nederland en die naam nog steeds heeft. Nu gesitueerd in de woonboerderij met beeldentuin van Henriëtte Mulder en Frans Boersma.

Neem bij je bezoek ook gelijk nog even Boertange mee. Ook al zo’n vestingdorp dat we te danken hebben aan die Tachtigjarige Oorlog.

Boertange

Of waarom niet het Groninger Museum? Dat mocht ten slotte na zes maanden sluiting afgelopen weekeinde ook weer open van minister Hugo de Jonge. Je weet wel, die man van ‘je hoeft niet naar het theater, je kunt thuis ook een mooie DVD opzetten’. Als kunstenaar vind ik dat die volkomen belachelijke, bizarre, çultuuranalfabetische en schrijnende uitspraak van hem niet vaak genoeg kan worden herhaald. Bij deze dus. Tot volgende week.

TOOS

Yes! Opnieuw bij de Kunstenaars Top-25 van Nederland


Met dat ‘Yes!’ begint ook één van de onderdelen van de Nieuwsbrief die ik afgelopen weekeinde verstuurde naar mijn uitgebreide Nieuwsbrieven-bestand. Want naast dit wekelijkse blog gaan er per jaar gemiddeld ook  6 à 7 Nieuwsbrieven mijn computer uit. Met berichten over mijn exposities en aanverwante kunstmanifestaties. Zoals dus de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar. Lees hieronder maar, de inhoud spreekt voor zich.

Belangstelling voor die Nieuwsbrief? Gewoon even een mailtje naar mailto:toosvanholstein@xs4all.nl. Met daarin bijvoorbeeld ‘Yes! Graag die Nieuwsbrief’. Dan blijf je als eerste regelmatig op de hoogte van al het allerlei rond mijn kunst. Tot volgende week.

TOOS

NIEUWSBRIEF TOOS van HOLSTEIN
september 2020

Greek Tragedy, mixed media op alu-dibond 150-100 cm

Drie items in deze vijfde Nieuwsbrief van mij in dit heftige Corona-jaar. Want de wereld mag er dan wat wrakkig bij liggen, kunst gaat gewoon door. Zoals de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2021, de net geopende expositie ‘What about red?’ en mijn nieuwe editie van ‘The 70-Series and More’.

Yes! Bij de laatste 20 van verkiezing KvhJ 2021.

Woensdag werden ze bekend gemaakt. De 20 kunstenaars die na de publieke stemming zijn over gebleven van de 90 genomineerden voor de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2021. En daar stond toch maar weer mooi mijn naam, net als vorig jaar! Tussen die van zeer gerenommeerde kunstenaars en ook een aantal nieuwe. Samen met 5 zogenaamde wildcards verdwijnen er nu 25 namen in de hoge hoed van het honderdkoppige kunstpanel. Op 1 oktober worden er 8 uit te voorschijn getoverd die dan de laatste publieke ronde ingaan. Of ik nu voor een goeie uitslag ga duimen draaien, kaarsjes branden of sjamanen aan het werk zet? Nee, toch maar niet. Ik ben nog hard aan het werk voor een komende tentoonstelling. En ik ben ook al zeer tevreden met deze uitslag.

deel van ‘The 70-Series’

Editie 4 van ‘The 70-series and More’ bij Galerie Álafran (Diepenheim) op 4 oktober

In oktober vorig jaar startte, met een knetterend feest, bij Galerie Peter Leen XL in Breukelen de eerste editie van mijn reizende expositie ‘The 70-Series and More’. Dat getal had te maken met een collectie van 70 kleine kunstwerken, zowel olieverfjes op linnen als mixed media werken op alu-dibond. Maar ook met dat feest. Iets met een verjaardag. Het ‘More’ heeft betrekking op een aantal nieuwe, grote olieverven. Nu ben ik, bijna een jaar later, toe aan editie 4. Bij Galerie Álafran in Diepenheim (gegevens hieronder). Met natuurlijk weer die 70 kleinere kunstwerken. Dat is trouwens elke keer opnieuw hard werken in mijn atelier. Want voor die €250 per stuk vliegen ze weg. Ook zijn er elke keer weer nieuwe grotere olieverven bij. De afgelopen Corona-maanden ben ik dus prima doorgekomen. Zondag 4 oktober is de opening. In mijn aanwezigheid natuurlijk.

‘What about red?’ in het Musiom, Amersfoort

‘Expositie ‘What about red?’ in museum Musiom in Amersfoort

Net vorig weekeinde opende de prachtige expositie ‘What about red?’ met daarin drie kunstwerken van mij. Onder andere ‘Greek Tragedy’, het werk op de foto helemaal bovenaan. Over deze groepstentoonstelling, draaiend rond de kleur rood, heb ik deze week uitgebreid geschreven in mijn blog TOOS&ART. Lees hier maar. Tot eind december is al het rood daar nog te bewonderen.

Op dat blog kun je je trouwens ook abonneren door ergens aan de rechterkant je e-mailadres in te vullen en op ‘volg’ te drukken. Elke week een stukje over kunst, maar ook elke week weer anders. Zoals recent over een heel verkeerd boek over vrouwen in de kunst en Charley Toorop, het Kröller-Müller Museum, hoe schilder Poen de Wijs onsterfelijk moet worden, over de grote Artemisia Gentileschi expositie in Londen die ik niet zag, over de steendrukken van Mucha in Valkenswaard en nog zowat van die kunstzaken.

Toos van Holstein

‘for me art is travelling the mind’

 

Galerie Álafran  ‘The 70-Series and More, editie 4’

opening zondag 4 oktober vanaf 12 uur

Grotestraat 45, 7478 AB Diepenheim

http://alafran.nl/

 

website www.toosvanholstein.nl

e-mail: toosvanholstein@xs4all.nl

wekelijks blog ‘TOOS&ART’ https://toosvanholstein.wordpress.com/

ook actief op Facebook, LinkedIn,Twitter, Pinterest, Pictify, Tumblr en Instagram

To steendruk or not to steendruk, that’s the question


in het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard

 Een paar weken geleden zat ik in het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard te praten met de directeur Maarten Kentgens. Om twee vliegen in één klap te slaan. Want al een hele poos loop ik rond met het idee om weer eens een paar steendrukken te maken op de grote pers in het museum, waarover straks meer. En er loopt nu een prachtige expositie over een van de bekendste steendrukkunstenaars ter wereld, Alfonse Mucha (1860-1939). Wie kent ze niet? De affiches die de grondslag legden voor de Art Nouveau in Parijs.

Heel wat kamers werden ermee versierd toen in de jaren 1960/70 het Nederlandse bedrijf Verkerke Reproducties begon met de verkoop van goedkope kunstposters. Over de hele wereld vond je ze, de Verkerke-posters. Zo herinnerde levensgezel zich direct dat hij op zijn Leidse studentenkamer een paar Mucha’s had hangen en dat die mogelijk nog ergens op zolder stonden. En ja hoor, daar vond hij ze! Verstopt in een hoekje. Destijds zelf opgeplakt op spaanplaat, nu behoorlijk verbleekt en ook niet echt meer geweldig toonbaar. Kijk maar.

Dan hangen de oorspronkelijke litho’s van Mucha er in het Steendrukmuseum heel wat frisser bij (nog tot 27 september met misschien een verlenging). Indrukwekkend zijn ze, en groot, heel groot! Ik zag gelijk mezelf al voorover gebogen staan tekenen op zo’n grote, in de pers liggende steen. Om spontaan rugpijn van te krijgen. Maar als je weet hoe de rond 1800 door Alois Senefelder ontwikkelde techniek van het steendrukken in elkaar zit, zie je ook direct het meesterschap van Mucha. Niet voor niets werd hij al heel snel beroemd met zijn eerste litho’s.

Met de Franse Sarah Bernhardt (1862-1923) als onderwerp. De beroemdste toneelspeelster van haar tijd, de femme fatale met vele minnaars, de vrouw die altijd opnieuw meer uitgaf dan ze aan francs verdiende en de doorzetster die op oudere leeftijd nog een aantal jaren doorspeelde nadat er bij haar een been had moeten worden afgezet.

Een aantal van Mucha’s steendrukken met daarop Bernhardt in diverse van haar vele hoofdrollen, zelfs ook als man, hangen in Valkenswaard. Wereldiconen van de steendruktechniek zijn dat. Sarah hield er zelf ook altijd een aantal achter om ze later aan verzamelaars te verkopen. Een leuk spaarpotje  als ze weer eens in geldnood zat.

een aantal steendrukken met Sarah Bernhardt als onderwerp

Sarah in de mannelijke hoofdrol van Lorenzo de Medici in het stuk Lorenzaccio (1896)

Maar er hangt veel meer van Mucha. Echte reclameposters bijvoorbeeld. Want vooral daarvoor werden die steendrukken gebruikt. Hoe moest je namelijk anders reproduceren op grote schaal en op groot formaat? Daarom golfde in het begin van de 19e eeuw de steendruktechniek als een revolutie over Europa. Eindelijk een manier om muziekbladen vol noten te reproduceren in plaats van ze altijd maar weer met de hand te moeten schrijven! Eindelijk een manier om in grotere oplage kranten van tekeningen te voorzien! En ook een manier waarmee kunstenaars uit de voeten konden om de prachtigste kleurenlitho’s te creëren. Zoals die beroemde afbeeldingen van Toulouse-Lautrec en ook Mucha. Maar ook een techniek die spijtig genoeg wat in het verdomhoekje van de kunst terecht is gekomen. Voor velen te ingewikkeld, te moeilijk! Maar ik hou ervan!

dav

dav

Op de academie had ik wel wat ervaring opgedaan met het steendrukken, maar dat was niet echt om over naar huis te schrijven. Veel te zwaar om te sjouwen, die stenen. Meer iets voor échte mannen. Maar later ben ik er verslingerd aan geraakt. Door mijn ervaringen bij meestersteendrukker Ernst Hanke in Zwitserland. Waar ik weer terecht kwam door mijn kunstbroeder Poen de Wijs waarover ik hier vorige week nog schreef (vergeet je niet om hem te tippen voor de Galerie der Onsterfelijken?).

Sindsdien heb ik er al aardig wat gecreëerd. Eerst bij Ernst, later in Rudolf Broulim’s steendrukatelier in Ekeren bij Antwerpen en een paar jaar geleden met Gertjan Forrer op die gigantische lithopers in het Steendrukmuseum.

peinzend bij die grote pers in het Steendrukmuseum

enkele jaren geleden voorovergebogen aan het werk in die pers

meestersteendrukker Gertjan Forrer legt mijn steen in de pers voor de 1e drukgang van een nieuwe litho

Dat laatste wil ik graag nog eens herhalen. Want bij mijn galerie Quadrige in Nice heb ik nog een afspraak lopen voor een expositie waar een paar speciale, nog te maken steendrukken aan zijn gekoppeld. Vandaar dus mijn afspraak met directeur Maarten Kentgens. Dit steendrukverhaal krijgt dus beslist een vervolg. Oh ja, dat mijn litho’ in de collectie van het Steendrukmuseum zijn opgenomen, ligt natuurlijk voor de hand. Tot volgende week.

TOOS

Waarom je eerst moet overlijden om onsterfelijk te worden


Eigenlijk is ’t heel tegenstrijdig. Als we ’t hebben over iemand die vanwege haar of zijn daden als onsterfelijk betiteld wordt, heeft die persoon normaalgesproken al het tijdelijke voor het eeuwige gewisseld. Neem nou bijvoorbeeld de Galerie der Onsterfelijken op de verkiezingslijst voor de Kunstenaar van het Jaar 2021. Die Galerie vind je na doorscrollen direct onder de lijst van de 90 genomineerden waarin ook mijn naam te vinden is. Over die verkiezing berichtte ik enkele weken geleden hier. Maar nu wil ik graag aandacht geven aan iemand anders. Namelijk aan Poen de Wijs. Ik zie de vraagtekens al verschijnen. Dus daar gaat ie. Want ik wil meehelpen Poen onsterfelijk te krijgen.

Poen de Wijs, zelfportret, olieverfschilderij

Als er één kenmerk is dat kunstenaars als Rembrandt, Vermeer, Van Gogh en Mondriaan in die Galerie der Onsterfelijken verbindt, is ’t toch wel dat ze dood zijn. Kijk maar bij https://kunstenaarvanhetjaar.nl/verkiezing2021/ronde2/

Maar er moet vanzelfsprekend nog wel iets meer zijn dan alleen dat om in die Galerie der Onsterfelijken te mogen verkeren. Zoiets als kwaliteit, bijzonderheid, kundigheid, originaliteit, publieksacceptatie en nog zo wat. De eeuwen hebben daarin natuurlijk al veel voorwerk verricht. Maar hoe gaat dat met nog niet zo lang geleden overleden kunstenaars? Kunnen die ook Onsterfelijk worden? Zoals bijvoorbeeld mijn te vroeg overleden schildersvriend Poen de Wijs (1948-2014)? Voor mij en veel anderen behorend bij de absolute top van de Nederlandse realistische schilderkunst en lithografie in de afgelopen vier decennia. Waarom? Kijk maar eens bij https://penseeltoets.nl/ . En bij deze video.

Misschien ken je wel de uitspraak over prostaatkanker ‘de meeste mannen gaan er méé dood en niet áán dood’. Voor Poen gold dat spijtig genoeg niet. Zijn in volle bloei staande kunstcarrière werd door die kanker veel te vroeg afgebroken. Een carrière die echt begon met de platenhoezen van de muziekgroep Flairck. Bij ouderen zou die naam een behoorlijk luide bel kunnen doen rinkelen. Met misschien daardoor een aha-erlebnis zijn van ‘oh, waren die hoezen door Poen de Wijs ontworpen’. Ja dus! Prachtige, bijzondere aquarellen waren dat, gecreëerd op een geheel eigen wijze.

Pas later, nadat ik levensgezel had ontmoet, leerde ik Poen persoonlijk kennen. Hij en levensgezel waren namelijk goeie vrienden. Ik heb heel wat uurtjes met hem en zijn vrouw Marion van Nieuwpoort, ook schilder, doorgebracht. Pratend over kunst, de techniek, de kunstwereld en de galerieën waarmee we samenwerkten. Daaruit bleek dat hij dezelfde opleiding had gedaan als ik, de opleiding MO-B, maar dan aan de Koninklijke Academie van Den Haag. En dat hij daardoor, net als ik, een gedegen academie-ondergrond had. Zoiets schept een band. Zeker ook omdat hij graag zijn kennis en fabelachtige fijnschildertechniek wilde delen met anderen. Door Poen kwam ik ook terecht in Zwitserland bij meestersteendrukker Ernst Hanke.

Poen de Wijs, olieverfschilderij

Poen’s carrière ontwikkelde zich zeer voorspoedig. Hij kon heel goed leven van zijn kunst en voelde zich het gelukkigst  op zijn zolderatelier in Den Haag. De prachtigste realistische schilderijen zijn daar ontstaan. Die ook allemaal via galerieën als Steltman in Amsterdam, De Twee Pauwen in Den Haag en Bonnard in Nuenen hun weg vonden naar een ruime kring van liefhebbers.

En toen kwam die kanker! En kwamen er ten slotte ook geen nieuwe meesterwerken meer.

Een groep fans van Poen de Wijs vindt nu dat het tijd is om hem opgenomen te zien worden in die Galerie der Onsterfelijken. Naast bijvoorbeeld Carel Willink en Jopie Huisman. Gezien zijn fabelachtige techniek en geheel eigen verbeeldingswereld hoort hij daar gewoon thuis. Maar hoe dat te doen? Onderaan die  Galerie staat een vakje waarin je zelf een suggestie kunt doen voor een nieuwe Onsterfelijke met daarnaast zelfs nog de mogelijkheid voor een motivatie daarvan. Maar dat hoeft natuurlijk niet.

Poen de Wijs, acrylschilderij

Als we nu eens met heel velen de naam van Poen de Wijs gaan invullen? Wat zou ’t mooi zijn als hij dan komend jaar staat te prijken onder de Onsterfelijken! Ook omdat er voor het eerst na zijn dood een museale tentoonstelling over hem komt. In Museum Musiom in Amersfoort. Op dus naar https://kunstenaarvanhetjaar.nl/verkiezing2021/ronde2/ .

Poen aan het werk in zijn atelier

Nog een lange documentaire? Kijk maar.

Tot volgende week.

TOOS

Niet Alice maar Leonor Fini in Wonderland


Had je me voor de lente van 1994 gevraagd naar ene kunstenaar Leonor Fini, dan had ik vragend terug moeten kijken. Maar zou je dat nu doen, in augustus 2020? Dan komt er een uitgebreid persoonlijk verhaal. Beginnend bij Sophie Kerfanto, restaurant Abacadabra en de Fondation Maeght in Saint-Paul-de-Vence om dan via Pierre Cottalorda in Nice en Lichtstad Parijs door te gaan naar Neil Zukerman in New York. Met die Leonor Fini als rode draad. Begin juli noemde ik haar al eens in een blogaflevering over vrouwelijke surrealisten. Lees eventueel maar hier.

het kunststadje Saint-Paul-de-Vence met op de achtergrond de kust van de Côte d’Azur

Maar dat persoonlijke verhaal dus. In de lente van 1994 raakte ik volstrekt onverwacht verzeild in het middeleeuwse kunststadje Saint-Paul-de-Vence aan de Côte d’Azur. Noordwestelijk van Nice. Hoe ik daar terecht kwam en waarom ik er uiteindelijk drie maanden verbleef? Dat is een bijzonder, maar ander verhaal.

Ik zie me er gelijk weer zitten, op de zolder boven restaurant Abacadabra aan de Rue Grande waar eigenaar Sophie Kerfanto de scepter zwaaide en zelf op de 1e etage woonde. Een zolder die ik als slaapplek en atelier had kunnen inrichten. Met een prachtig uitzicht op de vallei aan de westkant van Saint-Paul. En met in het restaurant  een dik boek over ene Leonor Fini. Een in 1907 geboren vrouwelijke kunstenaar met werk dat me direct intrigeerde. Echt een heel eigen, sterke en overduidelijk vrouwelijke wereld.

Leonor Fini, olieverfschilderij

Leonor Fini

Dicht bij Saint-Paul ligt de Fondation Maeght, een heel bekend particulier museum voor hedendaagse kunst met een focus op de tweede helft van de 20e eeuw. Bleken ze daar een grote bibliotheek te hebben met ook een aantal boeken over Leonor Fini! Ik heb er in mijn drie maanden Saint-Paul aardig wat uurtjes doorgebracht als ik me wilde ontspannen na uren geconcentreerd schilderen op mijn steeds warmer wordende zolder. Om me bijvoorbeeld te laven aan het avontuurlijke leven van Fini. Een ravissante, zeer eigenzinnige vrouw die verkeerde in de bruisende kringen van de surrealisten in Parijs, die vaak extravagant gekleed ging, die haar liefdesleven verrijkte met zowel mannen als vrouwen en die er daarbij ook nog zo’n twintig Perzische katten op nahield.

rechts Leonor met links de wereldberoemde filmster Brigitte Bardot

Leonor met een van haar katten

Leonor Fini, olieverfschilderij

links Jean-Paul en rechts zijn compagnon Pierre Cottalorda

In die Saint-Paul tijd kwam levensgezel ook een week aanvliegen opdat we samen konden rondtoeren aan de Côte. Om onder andere musea en galerieën te bezoeken. Wie weet was er een galerie te vinden voor mijn schilderijen. Op de laatste dag van die week ontdekten we Galerie Qvadrige in Nice. De galerie van Jean-Paul Aureglia met wie ik nu al jaren samenwerk. Maar je begrijpt ’t al, dat is een ander verhaal. Wel van belang is dat Jean-Paul een veel oudere compagnon had, Pierre Cottalorda. Een gedistingeerde, oer-Franse heer die veel van kunst wist en die, zo bleek na verloop van tijd, nog had samengewerkt met o.a. Matisse, Salvador Dali en André Masson. En met ……. Leonor Fini! Zeg maar eens dat toeval niet bestaat. Vandaar dat ik nu dan ook in het bezit ben van een aantal steendrukken van Leonor. Want die waren via Pierre eigendom van Qvadrige.

Leonor Fini, steendruk

enkele olieverven van Leonor Fini

Een jaar later zag ik in een Parijse galerie voor het eerst ‘live’ olieverfschilderijen van haar. In wat waarschijnlijk de laatste expositie tijdens haar leven is geweest. Want ze overleed in 1996. Ik was al verknocht aan haar werk maar toen was ik gelijk helemaal verkocht. Wat een vrouw, wat een karakter, wat een kunstenaar! En wat een durf! Een kunstenaar die vond dat je het illustreren van de in 1954 gepubliceerde, hoogst gedurfde erotische roman ‘Histoire d’O’ niet aan mannen kon overlaten maar dat ook als vrouw moest doen. De vrouw die vond dat ook zij de als pornografisch betitelde boeken ‘De 120 dagen van Sodom’ en ‘Justine’ van Markies de Sade (1740-1814) moest illustreren. En laat ik nu zo’n maand geleden enkele van die steendruk-illustraties tegenkomen op de expositie ‘De Tranen van Eros’ in het Centraal Museum in Utrecht. Met de aanduiding dat deze waren uitgeleend door de CFM Gallery in New York. Waarvan ik dan weer eigenaar Neil Zukerman ken bij wie levensgezel en ik zo’n drie jaar geleden in zijn Manhattans appartement zaten te praten over …… Leonor Fini. Maar dat verhaal komt nog.

steendruk van Leonor Fini bij de uitgave van Histoire d’O, uitgeleend door de CFM Gallery in New York voor de expositie ‘De Tranen van Eros’

steendruk van Leonor Fini bij de Nederlandse vertaling van Justine van Marquis de Sade

enkele losse steendrukken bij die boeken op de expositie ‘De Tranen van Eros’ in het Centraal Museum te Utrecht

Oh ja, in die aflevering van begin juli schreef ik over een schilderij van Leonor dat toen nog op de veiling moest komen. Verkocht voor bijna 1 miljoen dollar!

Leonor Fini, dat schilderij van bijna 1 miljoen!

Tot volgende week.

TOOS

De Wondere Wereld van Verknoopte Levenslijnen in de Kunst


In mijn nieuwe boek ‘TOOS VAN HOLSTEIN II, for me art is travelling the mind’, is een aantal pagina’s gewijd aan de steendrukken die ik in de loop der jaren heb gemaakt. Zo staat op pagina 194 van dat bijna anderhalve kilo zware kunstboek een verhaal waarin Ernst Hanke een belangrijke rol speelt. De door kunstenaars alom geroemde Zwitserse meestersteendrukker met wie ik diverse keren samenwerkte om litho’s te creëren.

die p.194 in mijn boek met rechts de steendruk ‘Amparo’, gemaakt bij Ernst Hanke

het uitzicht bij het atelier van Ernst Hanke in Zwitserland

Hanke mag dan alweer een paar jaar zijn welverdiende Zwitserleven gevoel  ondergaan, toch kom ik zijn naam nog regelmatig tegen. Heel recent nog. Daarbij kwam toen plots de associatie in me op van zo’n plastic zak waarin je een aantal snoertjes bewaart. Van die absoluut noodzakelijke snoertjes waarzonder  het moderne leven niet geleefd kan worden. Bij laptop, muis, tablet, mobiel, fototoestel en dat hele scala aan bijbehorende oplaadapparaten. Je snapt vast wat ik bedoel. En als je dan zo’n snoer nodig hebt, blijkt zich in die zak geheel spontaan een nog net niet Gordiaanse knoop te hebben gevormd. Eigenlijk zoals in het echte leven diverse levenslijnen zich ook onverwacht met elkaar kunnen verknopen. Recent dus met Ernst Hanke als zo’n knooppunt. Ik ga dit even voor je ontwarren.

Levenslijn één. Toen ik levensgezel leerde kennen, maakte ik ook kennis met zijn goeie vriend en beeldend kunstenaar Poen de Wijs. Na mijn eerste, niet geheel tot tevredenheid verlopen steendrukervaringen in Nederland zei Poen ‘jij moet naar Ernst Hanke in Zwitserland, die is pas goed’. Poen werkte toen al een aantal jaren met hem samen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik naar Zwitserland. De uitkomst? Meer dan tevreden! Dus ben ik nog een paar keer terug geweest.

samen met Ernst bezig in zijn steendrukpers

met Ernst en zijn vrouw Erika bezig een drukgang van een steendruk door de pers te halen

Maar Hanke ging stoppen na jaren keihard gewerkt te hebben met vele beroemde kunstenaars. En heel droef, Poen is vijf jaar geleden veel te vroeg overleden.

Levenslijn twee. Toen ik levensgezel leerde kennen, leerde ik ook zijn goede vriend en collega Martin Impelmans kennen. En Martin was door de schuld van levensgezel heftig besmet geraakt met het kunstvirus. Dat is dan wel niet levensbedreigend en je hoeft er ook niet voor in quarantaine, maar reken maar dat het voor de rest van je leven blijft doorwoekeren. Uiteindelijk bestieren daardoor Martin en zijn vrouw Wilma nu hun expositieruimte Studio Imspa in Ridderkerk en de Stichting Grenze(n)loze Kunst. Dat ook zij Poen leerden kennen en werk van hem kochten spreekt eigenlijk voor zich.

Levenslijn drie. Na Poen’s dood  liggen jammer genoeg heel veel van zijn steendrukken lichtelijk te verstoffen. Want ooit waren steendrukken in, nu zijn ze uit. Foto’s, reproducties, zeefdrukken, giclees, goedkoop spul bij Ikea, dat heeft de overhand gekregen. En die prachtige steendruktechniek? Nu een kleine niche in de kunstwereld. Maar daar hoef je je natuurlijk niet persé bij neer te leggen. Dus is er nu in Studio Imspa de expositie ‘Poen de Wijs and Friends’.

op de tentoonstelling ‘Poen de Wijs and Friends’ bij een portret van Poen door zijn succesvolle leerling Meg den Hartog

enkele van de prachtige steendrukken van Poen op de tentoonstelling

Een expositie met als kern een aantal prachtige steendrukken van Poen zelf met daar omheen die van een aantal bevriende kunstenaars . Vanzelfsprekend van zijn vrouw Marion van Nieuwpoort, ook beeldend kunstenaar. Maar ook van de wereldberoemde magisch realist Michael Parkes. En van mij. En van Ernst Hanke zelf. Want in zijn vrije tijd leefde ook hij zich kunstzinnig uit op zijn eigen stenen en zijn eigen pers. Zo kan ik mezelf de trotse bezitter van een paar van zijn litho’s noemen.

mijn steendruk ‘Entrada’

een steendruk van Ernst Hanke zelf

een steendruk van Ernst die bij mij thuis hangt

Al die oorspronkelijk losse levenslijnen hebben zich nu dus in een expositie met elkaar verknoopt. Geen vervelende Gordiaanse maar een aangename verknoping. Met Ernst Hanke als de meesterverknoper van kunstenaars. Zoals op onderstaande foto met Poen, Ernst en mij.

Een foto gemaakt in het Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard in 2013. Waar Poen en Ernst toen een steendruk maakten op de gigantisch grote pers daar. Een heel korte impressie daarvan zie je op onderstaand YouTube-filmpje.

Een absolute must trouwens voor de kunstliefhebber, dat museum waar ik op diezelfde pers  ook al eens  litho’s maakte. En wie weet in de toekomst ook nog weer. Want ik blijf de steendruk trouw. Tot volgende week.

TOOS