Tagarchief: The 70-Series

Een Kunst-op-Reis-verhaal óftewel  ‘Het Ei-Project’


Geen ReisKunst-verhaal dit keer (kijk voor de laatste aflevering in die serie maar eens hier), maar een verhaal over Kunst-op-Reis. Of beter gezegd Eieren-op-Reis, eieren die kilometers maken. Eieren die ik in de Italiaanse keramiekstad Gubbio heb gelegd voor mijn ‘Ei-Project’. In het keramiekatelier van maestro Giampietro Rampini. Eieren die kunnen navertellen dat in Italië buiten de autostrada’s om het kuil en hobbelgehalte in de Italiaanse wegen buitengemiddeld hoog is. Maar ook eieren die dankzij levensgezels rijvaardigheid  vorige week allemaal veilig in mijn Middelburgse atelier aanlandden. Want daar zit ik weer na zes heerlijke en werkzame weken te zijn weggeweest. Met een hoop uitgeladen eierdozen.

Gevuld met  goed ingepakte ei-objecten, gemaakt in mijn vier Eugubinese weken en vanuit Umbrië via Venetië, Oostenrijk, Duitsland en België uiteindelijk terecht gekomen op Walcheren.

Venetië? Zie ik hier en daar mogelijk wat wenkbrauwen opgetrokken worden? Vragen landkaartkenners zich nu af of dat niet een flink stukkie om is? Oh ja, zekers! Toch konden we ’t niet nalaten op de terugweg nog even twee dagen Venetië in te plannen. Voor de 59ste editie van beroemde Kunst Biënnale die daar eind april was begonnen. Met een coronajaartje vertraging. Maar dat worden zeker en vast een paar andere verhalen.

met de vaporetto via het Canal Grande onderweg naar de Giardino, het paviljoenterrein van de Biënnale d’Arte di Venezia 2022
er moeten weer ei-objecten worden ingeladen

Nu eerst het vervolg van ‘Het Ei-Project’. Die eieren zijn natuurlijk niet bedoeld om verder op te gaan zitten broeden, die moeten de komende tijd de wijde wereld in. Één exemplaar doet dat direct al. Net aangekomen in Zeeland zag iemand er zich gelijk al graag de nieuwe eigenaar van. Een paar andere, ik houd er voorlopig ook lekker nog een stel vast in Middelburg, zijn deze week opnieuw op reis gegaan. Naar het Drentse Balloo, naar galerie Drentsche Aa (https://www.galeriedrentscheaa.nl/). Wel in gezelschap van een flinke lading schilderijen.

en samen met de schilderijen bij Galerie Drentsche Aa worden uitgeladen

Vorige week schreef ik al over mijn nieuwe solotentoonstelling daar. Genaamd ‘De Verwondering’. En deze week dus kreeg galerist Jan Wekema die schilderijen samen met een paar van die bijna versgebakken-uit-de-oven eieren. Kon ie gelijk flink aan het werk om er een mooie expositie mee op te bouwen. Met olieverven, marouflé’s, mixed media, werken uit mijn ‘The 70-Series’ op alu-dibond, aluminium en kunststofbeelden. En dus ook keramiek!

twee van mijn nieuwe ei-objecten, vers uit de oven
advertentie in de KunstKrant van mei/juni, verspreid door heel Nederland

Als ik aanstaande Pinksterzondag 5 juni arriveer voor de officiële opening van de tentoonstelling (om 14.30 uur) ga ik me laten verrassen door wat hij er van heeft gemaakt. De twee zalen van zijn boerderijgalerie vol met Toos’en. Ook Pinkstermaandag verkeer ik daar nog tussen mijn eigen werk. Om belangstellenden te ontmoeten en te vertellen over mijn kunst.

En nog even terzijde, niet alle ei-objecten hebben die vele kilometers naar Nederland gemaakt. Er zijn drie achter gebleven. Drie heel speciale. Maar dat zou ook best nog wel eens een ander verhaal kunnen worden.

samen met maestro keramist Giampietro Rampini een blik op de in Gubbio achtergebleven 3 speciale ei-objecten

Tot volgende week.

TOOS

Eet ik zomaar uit mijn eigen bord en  nog veel meer keramische gevolgen


Uit je eigen bord eten bij een ander. Zonder dat eigen bord mee te hoeven nemen.  Beetje vreemd? Nee hoor, helemaal niet. Want een poos geleden schreef ik hier over een opdracht die ik had gekregen. Een aantal borden naar mijn eigen ontwerp laten maken in Gubbio (Umbrië) en ze daar ook beschilderen in het atelier van Rampini Ceramiche. Borden bedoeld om én de smaakpapillen én de kegeltjes in het netvlies van onze ogen te behagen.

Zulke borden wijd je natuurlijk niet in met wierook en wijwaterkwast. Nee, daar moet een exquise maaltijd aan te pas komen. Dus toen de opdrachtgevers, aan mij als maker en levensgezel als grote ondersteuner, vroegen deel te nemen aan dat inwijdingsproces was het antwoord duidelijk. Ja, graag! Want culinaire kwaliteiten kunnen onze gastheer beslist niet ontzegd worden. En daarbij hadden zijn levensgezellin en hij ook net een volledig nieuwe, van alle kookgemakken voorziene keuken  laten installeren.

in verband met de privacy heb ik onze gastvrouw en heer maar onthoofd

We zijn zeer tevreden huiswaarts gegaan. Want al ben ik natuurlijk niet onbevooroordeeld, ’t at heel lekker van ‘mijn eigen’ kleurrijke borden. In de loop van dit jaar ga ik trouwens weer richting Gubbio (waarover straks meer) en nieuwe borden kunnen altijd weer gedraaid worden door Daniele, de pottenbakker daar. Voor de goeie verstaander,  ’t is maar een hint!

Voor een andere liefhebber van mijn werk hoef ik overigens geen eetbord meer te laten maken. Hij geniet al jaren mijn schilderij ‘Yatchilan’ (hieronder). Toen hij zag dat ik dat onderwerp afgelopen herfst ook had gebruikt op één van mijn in Gubbio beschilderde borden waren hij en dat bord gelijk verkocht. Dat móést hij hebben. Nu zit hij ’s avonds bij het eten dubbel te genieten. Van zijn bord en van zijn schilderij.

het schilderij en het bord ‘Yatchilan’

Zo merk ik dat die nieuwe keramiektak bij mijn kunstactiviteiten veel positieve reacties oplevert. Tijdens het openingsweekeinde van de Kunstroute Middelburg op 5/6 februari vertrok er opnieuw een enthousiasteling met een bord. Maar niet na mij eerst met bord vereeuwigd te hebben. Heerlijk, dat soort veren in mijn achterwerk.

Binnenkort gaat mijn keramiek voor het eerst ook het galeriecircuit in. Noor van de Ven, galerie-eigenaar van Galerie Persoon in Eersel, wil er wel een paar showen op haar zogenaamde ‘Great Wall of Small’  waarop ook al een enkele werken uit mijn ‘The 70-Series’ pronken. Binnenkort dus misschien wel met ‘Jerubylon’ en ‘Città’. Want natuurlijk geef ik al mijn keramiekcreaties ook een titel.

links ‘Jerubylon’, rechts ‘Città’

Maar ’t draait echt niet alleen om borden. Van de vazen die ik maakte, staat er nu ook al een in Nijmegen. En over een poos gaan er nieuwe bijkomen. Want Giampietro Rampini en ik hebben het plan opgevat om een serie grotere vazen/kruiken te gaan maken. Een idee dat niet zomaar uit de lucht is komen vallen. Maar dat wordt nog wel een ander verhaal. Daardoor ben ik nu af en toe bezig in een schetsboekje om ontwerpen te maken. Want dat is de bedoeling. Ik maak een ontwerp, Daniele van hierboven gaat aan het draaien en in Giampietro’s atelier ga ik ze daarna beschilderen. Dus als ik weer eens een ideetje heb, ga ik er even voor zitten met dat schetsboek op schoot. Wat ’t uiteindelijk gaat worden? Langzamerhand beginnen die ideeën vorm te krijgen.

Wat ik al wel zeker weet is dat ik over een aantal maanden weer in Gubbio zit. Ik kijk er nu al naar uit.

vorig jaar in het atelier van Giampietro

Tot volgende week.

TOOS

De Beentjes van Sint-Hildegard


Dit frappante, persoonlijke verhaal had ik nog even opgespaard tot de donk’re dagen rond Kerst. Een verhaal met daarin de heilige middeleeuwse Hildegard von Bingen in de hoofdrol. Want in deze periode kijken we niet op een paar heiligen meer of minder. Met natuurlijk hun bijbehorende wonderbare levensverhalen. Denk maar aan het kerstverhaal met Maria, Jozef en Jezus. En Balthasar, Caspar en Melchior, de drie wijze koningen uit het oosten, die er nog aan zitten te komen. Maar ze halen 6 januari vast wel. Allemaal heilig verklaard. Net zoals Saint Silvestre die ons van het oude naar het nieuwe jaar begeleidt op Sylvesterabend. Zoals Oudejaarsavond op z’n Duits heet.

Jeroen Bosch, De aanbidding door de Drie Koningen

Als kind groeide ik op met al die Bijbelse vertellingen. Juist in deze periode pakte pappa dan zijn doosje met heiligenplaatjes, nam er eentje uit en begon te vertellen. Daar komt vast mijn fascinatie vandaan voor die vaak wonderlijke, bizarre en soms ook gruwelijke verhalen over al die  Roomse heiligen. Want heilig werd je echt niet zomaar. Onthoofding, opkoken in een grote pot, vel afstropen, gespietst worden, de sprookjes van de gebroeders Grimm zijn er niks bij. Maar het kon ook anders. Zoals bij Hildegard von Bingen (1098-1179).

het balkon in Gubbio zomer 2019

Maar nu moet ik eerst  terug naar een zonnig balkon in de zomer van vorig jaar. In het Italiaanse Gubbio. Ik verkeerde een maand lang in die prachtige middeleeuwse stad vanwege een expositie en om keramiek te beschilderen. Dat valt hier en in daarop volgende blogafleveringen terug te lezen.

Daarnaast was ik ook bezig mijn ‘The 70-Series’, die in Nederland geëxposeerd zou gaan worden, voor te bereiden. Op dat balkon dus.

nogmaals dat balkon

En in mijn ‘vrije tijd’ zat ik een beetje te vegen op mijn iPad. Ongetwijfeld weet je hoe dat gaat. Je begint ergens, verdwaald en komt bij iets volstrekts onverwachts uit zonder te weg daarheen nog te kunnen reproduceren. Zo zat ik plots in een middeleeuwse tekst over het vrouw-zijn en over haar seksuele gevoelens. Hè, in de middeleeuwen! Ja, en ook nog geschreven door een vrouw. Die combinatie inspireerde me. Daardoor ontstonden op dat balkon van het appartement waar levensgezel en ik verbleven een paar nieuwe kunstwerken voor ‘The 70-Series’.

een van die twee werken voor ‘The 70-Series’
de tweede

De letterlijke tekst en de naam van de schrijfster? Oeps! Die was ik al snel daarna weer vergeten. Drukte of grijze-haren-gaatjes in de zeef van mijn geheugen? Ach, daar ga ik me maar niet druk om maken.

Nu door naar oktober van dit jaar. In het Twentse Diepenheim ging op zondag 4 oktober de 4e editie los van mijn expositie ‘The 70-Series and More’ bij Galerie Àlafran. Met daarin nu ook opgenomen de twee kunstwerken van hierboven. Die zondag kwam toevallig ook heel mooi uit omdat ik vanwege een al veel eerder gemaakte familie afspraak op 2 en 3 oktober toch in de buurt van Diepenheim moest zijn. Ter familie-leering ende vermaeck werd toen ook de film ‘De Beentjes van Sint-Hildegard’ getoond. Wel over gelezen en gehoord, maar nog niet gezien. Waar kun je die film van cabaretier Herman Finkers trouwens beter bekijken dan in zijn eigen regio Twente. Een aanrader trouwens, die Beentjes enz. Een prachtige mix van humor, tragiek en levenswijsheid.

Ik leerde er twee dingen van. Eén: met die beentjes worden de botten van Sint Hildegard von Bingen bedoeld die bewaard worden in een gouden reliekschrijn in de kerk van Eibingen (Duitsland).

de reliekschrijn met beenderen van Hildegard von Bingen
Hildegard noteert haar visioen op een wastablet en een secretaris neemt dit over op perkament

Twee: maar natuurlijk, dat was de non van de tekst die me inspireerde! Een absoluut bijzondere vrouw, die Hildegard. Geboren in een adellijke familie, behept met het krijgen van visioenen, stichtster van  twee eigen kloosters voor vrouwen, componiste, schrijfster over theologie, natuur, kosmologie en geneeskunde, corresponderend met allerlei hoge gezagsdragers en daarbij lekker recalcitrant. Hoezo zouden vrouwen geen homo universalis kunnen zijn?

En nu de pointe van dit verhaal. Weet je welke werken van mij de eerste waren die bij de opening op 4 oktober werden verkocht aan twee verschillende kopers? Die twee gebaseerd op haar tekst.

met de koper van een van de twee ‘Hildegard’ werken op de foto bij de opening

Waarvan ik nu ook weer weet dat die begint met “als een vrouw de liefde bedrijft met een man, voelt ze de warmte tot in haar brein. Dat brengt een zinnelijke verrukking teweeg …..  “. Enzovoorts. Niet slecht toch, voor een non? Tot in het nieuwe jaar, tot volgende week.

TOOS

De Beentjes van Sint-Hildegard


Dit frappante, persoonlijke verhaal had ik nog even opgespaard tot de donk’re dagen rond Kerst. Een verhaal met daarin de heilige middeleeuwse Hildegard von Bingen in de hoofdrol. Want in deze periode kijken we niet op een paar heiligen meer of minder. Met natuurlijk hun bijbehorende wonderbare levensverhalen. Denk maar aan het kerstverhaal met Maria, Jozef en Jezus. En Balthasar, Caspar en Melchior, de drie wijze koningen uit het oosten, die er nog aan zitten te komen. Maar ze halen 6 januari vast wel. Allemaal heilig verklaard. Net zoals Saint Silvestre die ons van het oude naar het nieuwe jaar begeleidt op Sylvesterabend. Zoals Oudejaarsavond op z’n Duits heet.

Jeroen Bosch, De aanbidding door de Drie Koningen

Als kind groeide ik op met al die Bijbelse vertellingen. Juist in deze periode pakte pappa dan zijn doosje met heiligenplaatjes, nam er eentje uit en begon te vertellen. Daar komt vast mijn fascinatie vandaan voor die vaak wonderlijke, bizarre en soms ook gruwelijke verhalen over al die  Roomse heiligen. Want heilig werd je echt niet zomaar. Onthoofding, opkoken in een grote pot, vel afstropen, gespietst worden, de sprookjes van de gebroeders Grimm zijn er niks bij. Maar het kon ook anders. Zoals bij Hildegard von Bingen (1098-1179).

het balkon in Gubbio zomer 2019

Maar nu moet ik eerst  terug naar een zonnig balkon in de zomer van vorig jaar. In het Italiaanse Gubbio. Ik verkeerde een maand lang in die prachtige middeleeuwse stad vanwege een expositie en om keramiek te beschilderen. Dat valt hier en in daarop volgende blogafleveringen terug te lezen.

Daarnaast was ik ook bezig mijn ‘The 70-Series’, die in Nederland geëxposeerd zou gaan worden, voor te bereiden. Op dat balkon dus.

nogmaals dat balkon

En in mijn ‘vrije tijd’ zat ik een beetje te vegen op mijn iPad. Ongetwijfeld weet je hoe dat gaat. Je begint ergens, verdwaald en komt bij iets volstrekts onverwachts uit zonder te weg daarheen nog te kunnen reproduceren. Zo zat ik plots in een middeleeuwse tekst over het vrouw-zijn en over haar seksuele gevoelens. Hè, in de middeleeuwen! Ja, en ook nog geschreven door een vrouw. Die combinatie inspireerde me. Daardoor ontstonden op dat balkon van het appartement waar levensgezel en ik verbleven een paar nieuwe kunstwerken voor ‘The 70-Series’.

een van die twee werken voor ‘The 70-Series’
de tweede

De letterlijke tekst en de naam van de schrijfster? Oeps! Die was ik al snel daarna weer vergeten. Drukte of grijze-haren-gaatjes in de zeef van mijn geheugen? Ach, daar ga ik me maar niet druk om maken.

Nu door naar oktober van dit jaar. In het Twentse Diepenheim ging op zondag 4 oktober de 4e editie los van mijn expositie ‘The 70-Series and More’ bij Galerie Àlafran. Met daarin nu ook opgenomen de twee kunstwerken van hierboven. Die zondag kwam toevallig ook heel mooi uit omdat ik vanwege een al veel eerder gemaakte familie afspraak op 2 en 3 oktober toch in de buurt van Diepenheim moest zijn. Ter familie-leering ende vermaeck werd toen ook de film ‘De Beentjes van Sint-Hildegard’ getoond. Wel over gelezen en gehoord, maar nog niet gezien. Waar kun je die film van cabaretier Herman Finkers trouwens beter bekijken dan in zijn eigen regio Twente. Een aanrader trouwens, die Beentjes enz. Een prachtige mix van humor, tragiek en levenswijsheid.

Ik leerde er twee dingen van. Eén: met die beentjes worden de botten van Sint Hildegard von Bingen bedoeld die bewaard worden in een gouden reliekschrijn in de kerk van Eibingen (Duitsland).

de reliekschrijn met beenderen van Hildegard von Bingen
Hildegard noteert haar visioen op een wastablet en een secretaris neemt dit over op perkament

Twee: maar natuurlijk, dat was de non van de tekst die me inspireerde! Een absoluut bijzondere vrouw, die Hildegard. Geboren in een adellijke familie, behept met het krijgen van visioenen, stichtster van  twee eigen kloosters voor vrouwen, componiste, schrijfster over theologie, natuur, kosmologie en geneeskunde, corresponderend met allerlei hoge gezagsdragers en daarbij lekker recalcitrant. Hoezo zouden vrouwen geen homo universalis kunnen zijn?

En nu de pointe van dit verhaal. Weet je welke werken van mij de eerste waren die bij de opening op 4 oktober werden verkocht aan twee verschillende kopers? Die twee gebaseerd op haar tekst.

met de koper van een van de twee ‘Hildegard’ werken op de foto bij de opening

Waarvan ik nu ook weer weet dat die begint met “als een vrouw de liefde bedrijft met een man, voelt ze de warmte tot in haar brein. Dat brengt een zinnelijke verrukking teweeg …..  “. Enzovoorts. Niet slecht toch, voor een non? Tot in het nieuwe jaar, tot volgende week.

TOOS

Yes! Opnieuw bij de Kunstenaars Top-25 van Nederland


Met dat ‘Yes!’ begint ook één van de onderdelen van de Nieuwsbrief die ik afgelopen weekeinde verstuurde naar mijn uitgebreide Nieuwsbrieven-bestand. Want naast dit wekelijkse blog gaan er per jaar gemiddeld ook  6 à 7 Nieuwsbrieven mijn computer uit. Met berichten over mijn exposities en aanverwante kunstmanifestaties. Zoals dus de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar. Lees hieronder maar, de inhoud spreekt voor zich.

Belangstelling voor die Nieuwsbrief? Gewoon even een mailtje naar mailto:toosvanholstein@xs4all.nl. Met daarin bijvoorbeeld ‘Yes! Graag die Nieuwsbrief’. Dan blijf je als eerste regelmatig op de hoogte van al het allerlei rond mijn kunst. Tot volgende week.

TOOS

NIEUWSBRIEF TOOS van HOLSTEIN
september 2020

Greek Tragedy, mixed media op alu-dibond 150-100 cm

Drie items in deze vijfde Nieuwsbrief van mij in dit heftige Corona-jaar. Want de wereld mag er dan wat wrakkig bij liggen, kunst gaat gewoon door. Zoals de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2021, de net geopende expositie ‘What about red?’ en mijn nieuwe editie van ‘The 70-Series and More’.

Yes! Bij de laatste 20 van verkiezing KvhJ 2021.

Woensdag werden ze bekend gemaakt. De 20 kunstenaars die na de publieke stemming zijn over gebleven van de 90 genomineerden voor de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2021. En daar stond toch maar weer mooi mijn naam, net als vorig jaar! Tussen die van zeer gerenommeerde kunstenaars en ook een aantal nieuwe. Samen met 5 zogenaamde wildcards verdwijnen er nu 25 namen in de hoge hoed van het honderdkoppige kunstpanel. Op 1 oktober worden er 8 uit te voorschijn getoverd die dan de laatste publieke ronde ingaan. Of ik nu voor een goeie uitslag ga duimen draaien, kaarsjes branden of sjamanen aan het werk zet? Nee, toch maar niet. Ik ben nog hard aan het werk voor een komende tentoonstelling. En ik ben ook al zeer tevreden met deze uitslag.

deel van ‘The 70-Series’

Editie 4 van ‘The 70-series and More’ bij Galerie Álafran (Diepenheim) op 4 oktober

In oktober vorig jaar startte, met een knetterend feest, bij Galerie Peter Leen XL in Breukelen de eerste editie van mijn reizende expositie ‘The 70-Series and More’. Dat getal had te maken met een collectie van 70 kleine kunstwerken, zowel olieverfjes op linnen als mixed media werken op alu-dibond. Maar ook met dat feest. Iets met een verjaardag. Het ‘More’ heeft betrekking op een aantal nieuwe, grote olieverven. Nu ben ik, bijna een jaar later, toe aan editie 4. Bij Galerie Álafran in Diepenheim (gegevens hieronder). Met natuurlijk weer die 70 kleinere kunstwerken. Dat is trouwens elke keer opnieuw hard werken in mijn atelier. Want voor die €250 per stuk vliegen ze weg. Ook zijn er elke keer weer nieuwe grotere olieverven bij. De afgelopen Corona-maanden ben ik dus prima doorgekomen. Zondag 4 oktober is de opening. In mijn aanwezigheid natuurlijk.

‘What about red?’ in het Musiom, Amersfoort

‘Expositie ‘What about red?’ in museum Musiom in Amersfoort

Net vorig weekeinde opende de prachtige expositie ‘What about red?’ met daarin drie kunstwerken van mij. Onder andere ‘Greek Tragedy’, het werk op de foto helemaal bovenaan. Over deze groepstentoonstelling, draaiend rond de kleur rood, heb ik deze week uitgebreid geschreven in mijn blog TOOS&ART. Lees hier maar. Tot eind december is al het rood daar nog te bewonderen.

Op dat blog kun je je trouwens ook abonneren door ergens aan de rechterkant je e-mailadres in te vullen en op ‘volg’ te drukken. Elke week een stukje over kunst, maar ook elke week weer anders. Zoals recent over een heel verkeerd boek over vrouwen in de kunst en Charley Toorop, het Kröller-Müller Museum, hoe schilder Poen de Wijs onsterfelijk moet worden, over de grote Artemisia Gentileschi expositie in Londen die ik niet zag, over de steendrukken van Mucha in Valkenswaard en nog zowat van die kunstzaken.

Toos van Holstein

‘for me art is travelling the mind’

 

Galerie Álafran  ‘The 70-Series and More, editie 4’

opening zondag 4 oktober vanaf 12 uur

Grotestraat 45, 7478 AB Diepenheim

http://alafran.nl/

 

website www.toosvanholstein.nl

e-mail: toosvanholstein@xs4all.nl

wekelijks blog ‘TOOS&ART’ https://toosvanholstein.wordpress.com/

ook actief op Facebook, LinkedIn,Twitter, Pinterest, Pictify, Tumblr en Instagram

Pandemische Kunstgrepen óf hoe kunst deze Covid-19 tijden veraangenaamt


Wat heeft het enigszins scabreuze middeleeuwse verhaal waarin een wat suffige echtgenoot binnen in een heel groot wijnvat de wand schoonmaakt terwijl zijn aantrekkelijke jonge vrouw staand tegen de buitenkant met haar minnaar de liefde bedrijft, te maken met onze huidige Covid-19 tijden? Nou, flink wat!

Want dat verhaal staat in de ‘Decamerone’ van Giovanni Boccaccio (1313-1375). Het beroemde boek met als achtergrond de zogenaamde Zwarte Dood. De pest die in 1348 Italië teisterde, daarna oversloeg naar de rest van ons continent en uiteindelijk aan een derde deel van de Europese bevolking het leven kostte. Boccaccio verhaalt hoe tien jonge mensen voor een paar weken Florence en het pestgevaar ontvluchten om samen te verblijven in een villa op het platteland.

het gezelschap in de villa, illustratie bij een uitgave van de Decamerone uit 1492

Die periode komen ze door met het elkaar vertellen van verhalen. Tien per dag, tien dagen lang. Een van die honderd verhalen is dus dat over die vrijpartij. Op een of andere manier is ’t altijd in mijn geheugen blijven hangen. Leer de werking van de menselijke geest maar eens te doorgronden!

beeld van het ‘wijnvatverhaal’ uit de film over de Decamerone van Pasolini (1971)

Best logisch dus dat dit boek door mijn hoofd speelde toen ik enkele weken geleden nog in Nice verkeerde terwijl de coronacrisis op ons afstormde. Lees de vorige blogaflevering maar.

Ook weer logisch is dan natuurlijk dat als zoiets zich in mijn grijze hersencellen afspeelt, dit ook onder andere schedeldaken gebeurt. Terug in Nederland ontdekte ik dus een prachtig samenwerkingsproject. Tussen Het Nationaal Theater uit Den Haag, het Internationaal Theater Amsterdam en de VPRO. Sinds 23 maart leest elke dag een acteur een verhaal voor uit de Decamerone. Ze kunnen dus nog even vooruit. En waarmee werd begonnen? Met dat wijnvatverhaal van hierboven! Voorgelezen door Ramsey Nasr.

Ramsey Nasr leest voor

Toeval? Ja! Maar wel een heel leuk toeval. Deze link brengt je naar de video. En alle volgende afleveringen tot nu toe? Die staan hier.

De Decamerone heeft in de loop van de tijd natuurlijk heel wat beeldend kunstenaars geïnspireerd. Een paar voorbeelden.

een werk dat Renaissance-kunstenaar Botticelli maakte n.a.v. een verhaal uit de Decamerone

schilderij uit 1916 dat de groep jongelingen afbeeldt in de villa, gemaakt door John William Waterhouse, een van de bekendste schilders van de kunstenaarsgroep ‘De Prerafaëlieten’

Maar ook cineasten hebben hun kans gegrepen. Zo verfilmde de beroemde en beruchte Pier Paolo Pasolini (1922-1975) in 1971 een aantal verhalen. Waaronder dat over een schilder. Een fragment daaruit, met Pasolini zelf in de hoofdrol, wil ik je natuurlijk niet onthouden.

Hier kun je trouwens de hele film bekijken, zij het zonder ondertiteling. Maar so what. De beelden alleen zijn al prachtig.

In deze surrealistische tijden ontstaan veel meer culturele initiatieven zoals dat van de toneelgezelschappen. Daardoor sprak een recente uitspraak van de Duitse minister van Cultuur Monika Grütters mij heel erg aan: ‘In deze situatie erkennen we dat cultuur geen luxe is die men in goede tijden uitstraalt, maar dat we nu zien hoezeer we het missen als we het een bepaalde tijd zonder moeten doen.’

Ware woorden die me een associatie opleverden met een ver verleden. Met ‘Kunstgrepen’ van Pierre Janssen. Het legendarische kunstprogramma waarbij in de jaren 60 en 70 zo’n beetje half Nederland op zondagavond gekluisterd zat aan de buis. Enkele jaren geleden wijdde ik mijn blog nog aan een expositie over hem in het Stedelijk Museum Schiedam (lees hier maar).

een paar jaar geleden in het Stedelijk Museum Schiedam met een foto van Pierre Janssen op de achtergrond

Nu, met alle musea dicht, galerieën vrijwel alleen op afspraak open, theaters met gesloten deuren en lege bioscoopzalen speelt dat tv-scherm plotsklaps opnieuw een onverwacht belangrijke culturele rol. Gewoon even wat voorbeelden.

– Een virtuele rondleiding in het gesloten Kunstmuseum Den Haag bij de expositie over Breitner en Israël https://www.kunstmuseum.nl/nl/museum/nieuws/virtuele-rondleiding-door-breitner-vs-israels .

– Of korte video’s met het motto  #rijksmuseumfromhome. Gemaakt door curatoren van het Rijksmuseum vanuit hun werkkamer. Over bekende schilderijen. Zoals bijvoorbeeld ‘Het vrolijke huisgezin’ van Jan Steen.

– En wat dacht je van de Europese site operavision.eu waar je gratis volledige opera’s kunt bekijken in ensceneringen vanuit beroemde operahuizen? Zoals Don Giovanni van Mozart door de Opera di Roma.

 

Zelf wil ik me op een eenvoudige manier ook niet onbetuigd laten. Vorige week vermeldde ik ’t al. Coronagedwongen is mijn expositie ‘The 70-Series and More’ bij Vellekoop Kunsthandel in De Lier alleen op telefonische afspraak te bezoeken. Maar sinds 21 maart zet ik nu elke dag een schilderij uit ‘The 70-Series’ op mijn Facebook-pagina en Instagram-account. Daar zijn ze zelfs zomaar dag en nacht te bekijken.

een van de olieverfschilderijtjes van 20-20 cm uit ‘The 70-Series’

een van de mixed media werken van 25-25 cm op alu-dibond uit “The 70-Series’

Blijf gezond en tot volgende week.

TOOS

To Art or not to Art, Kunst in Coronatijden


‘To be or not to be, that is the question’, de overbekende woorden  die Shakespeare Hamlet in de mond legde. In deze door het coronavirus onvoorspelbare tijden heeft die zin ineens een heel nieuwe lading gekregen. Bovenstaande foto vind ik daarvoor heel sprekend . Want wie kent niet dit kunstwerk van de Florentijnse renaissancekunstenaar Sandro Botticelli  (1445-1510)? ‘De geboorte van Venus’. Alleen zijn Venus, godin van de liefde, en haar entourage even weg. Gewoon naar huis, in quarantaine, net als al die andere miljoenen Italianen. En wanneer ze  weer terugkeren naar het nu hermetisch gesloten Uffizi Museum om hun vertrouwde plek opnieuw in te nemen? Daar durven betrokken wetenschappers nog geen zinnig woord over te zeggen in deze surrealistische tijden.

Venus terug in haar volle glorie

Zelf ervoer ik dat surrealisme heel goed toen ik nog maar zo’n anderhalve week geleden voor, dacht ik, een week in Nice zou verkeren. Op zaterdag 14 maart zat ik ’s middags op een steenworp afstand van de beroemde Promenade des Anglais heerlijk in de zon op een terras aan de Cours Saleya. DE plek om een toost uit te brengen op de ook al wereldberoemde schilder Matisse (1869-1954) die vele jaren woonde in het prachtig gelige pand op de achtergrond van onderstaande foto.

 

Maar met nog steeds heerlijk zonnig weer op zondag 15 maart?

Bij mij om de hoek van het Palais Venise, waar ik een atelier heb, barstte ’t van de leegte op het terras dat normaal stampvol zou zitten met marktbezoekers. Van de Marché auf fruits et légumes de Libération. Elke dag, behalve op maandag, vol met kramen en inkopende Niçois. Die inkopen, waarbij een meter een zeer rekkelijke afstand bleek, werden overigens wel gedaan. Maar alle omringende restaurants en terrassen bleven overweldigend leeg. Gesloten vanwege het plotse regeringsbesluit op zaterdagavond.

de markt op zondag 15 maart direct bij mij voor de deur

Toen op zondag ook nog bekend werd dat Duitsland de grens met Frankrijk ging sluiten, begon bij levensgezel en mij enige onrust toe te slaan. Wat was wijsheid? Eerder terugvliegen of blijven tot de geplande donderdag 19 maart? ’t Werd dus ‘eerder terug’. En dat bleek inderdaad wijsheid. Want anders hadden we nog een aantal dagen alleen de straat op gemogen met een staatspapiertje op zak waarop je had aangekruist wat je ging doen. Supermarkt, hond uitlaten, bezoek aan dokter of apotheek of een noodzakelijke gezondheidswandeling. Wist je trouwens dat de Côte d’Azur zoals we die nu kennen te danken is aan een bacterie? Die van de cholera. Maar dat is een ander ziekteverhaal voor een andere keer.

Terug in Nederland op maandagavond 16 maart bleek ook hier de wereld in korte tijd sterk surrealistische trekken te hebben gekregen. Op Eindhoven Airport alle eetzaken dicht. De buschauffeur afgeschermd met rood-wit gevarenlint. En nog nooit zo’n rustige trein meegemaakt. Maar gelukkig hoefden we nog geen briefje op zak te hebben met dat Franse keuzemenu.

Wel kwam gelijk de vraag op ‘wat te doen met de opening van mijn expositie ‘The 70-Series and More’ bij Vellekoop & Vellekoop Kunsthandel in De Lier’ op 21 maart. Dat was natuurlijk gauw duidelijk, die zat er niet meer in. Terwijl de expositie door galerist Piet Vellekoop al helemaal was ingericht. En nog heel mooi ook, al zeg ik ’t zelf. Eerst was Corona alleen maar een wat slap Mexicaans biertje, nu laat het ons hele leven sterk kantelen.

een deel van mijn expositie ‘The 70-Series and More’ bij Vellekoop & Vellekoop Kunsthandel in De Lier

Maar kunst laat zich natuurlijk niet zomaar ringeloren door zo’n rottig virus.  Sowieso is de tentoonstelling nu tot eind april of misschien nog wel langer te bekijken op afspraak (06 5328 7567) of via een druk op de galeriebel. Daarnaast plaats ik voorlopig elke dag één van de in De Lier hangende werken uit ‘The 70-Series’ op Facebook en Instagram. Die70 betekent iets, dus voorlopig kan ik vooruit.

een mixed media werk op alu-dibond van 25-25 cm uit ‘The 70-Series’, zoals ik dat al op Facebook en Instagraam publiceerde

Zo komt de expositie stukje bij beetje bij je thuis. In het huis dat noodgedwongen voorlopig een nog centralere rol zal innemen in ons leven dan normaal al het geval is. En dat het virus voorlopig ook een rol zal blijven spelen in dit blog? Het zijn onzekere tijden maar dat lijkt me redelijk zeker. Tot volgende week.

TOOS

Coronavirus? ‘The 70-Series’ karavaan dendert gewoon door!


Statistisch gezien kun je wel met behoorlijk grote zekerheid stellen dat ik meer verleden heb dan toekomst. Dus heb ik in dat verleden zeer waarschijnlijk ook al meer exposities achter de rug dan ik er in de toekomst nog te vieren krijg. Maar zo voelt dat op dit moment beslist niet. Want al is de tweede  editie van mijn ‘The 70-Series and More’, bij Galerie Persoon in Eersel, net afgelopen, de derde staat alweer op stapel. In De Lier.

de middeleeuwse kerk in De Lier

In die Westlandse plaats waakt de stoere gotische kerktoren al wel eeuwen over de bevolking, maar galerist Piet Vellekoop waakt er, samen met zijn vrouw Francien, ook al weer tientallen jaren als een spin in het Westlandse cultuurweb over het niveau van de beeldende kunst.

Ooit, lang geleden dus, benaderde hij mij met de vraag of ik wat voelde voor een tentoonstelling bij hem in de grote kas van Zuidkoop Natural Projects. Zuidkoop? Zei me niks. In een kas? Nou, dat wilde ik dan eerst wel eens even zien.

Wat Zuidkoop betekende, met Piet daarin als mede-eigenaar, werd me al snel duidelijk. De inrichting van beurzen over de hele wereld tot in China toe.  En ook alles wat met bloemen en de Oranjes in de Nieuwe Kerk van Delft van doen had. Zoals bijvoorbeeld bij begrafenissen van het koninklijk huis.

En de grote kas? Toen ik die zag, ging ik gelijk overstag. Een formidabele plek om te exposeren. Zie onderstaande foto’s maar van mijn eerste tentoonstelling daar.

in overleg met Piet Vellekoop bij die expositie in de kas van Zuidwijk

Prachtig zoals die florale omgeving harmonieerde met mijn schilderijen! Nu hebben we met elkaar al aardig wat exposities achter de rug, Piet en ik. Sinds een aantal jaren wel ergens anders. Want toen hij wat meer rust wilde en Zuidkoop achter zich liet, bruiste zijn kunstbloed nog wel steeds. Dus creëerde hij met Francien aan hun eigen huis in De Lier een nieuwe, mooie expositieruimte van twee verdiepingen. Opnieuw een plek waar ’t voor kunstenaars goed toeven is. De galerie Vellekoop en Vellekoop Kunsthandel (https://www.vellekoopkunsthandel.nl/) . Ook van daaruit heeft flink wat werk van mij een weg gevonden in de omringende Westlandse dreven. Logisch dus dat Piet opteerde voor één van de stops bij de trektocht door Nederland van mijn ‘The 70-Series and More’. Binnenkort is dat zover. Een geconcentreerde periode van twee weken met de twee open weekeinden van 21/22 en 28/29 maart en verder op afspraak. Maar daarvoor moest van te voren nog wel even worden gewerkt.

in mijn atelier aan het werk met de aanvulling voor ‘The 70-Series’

Zoals bijvoorbeeld aan nieuwe schilderijen van 20-20 en 25-25 cm voor die zeventig van ‘The 70-Series’. Want bij Galerie Persoon in Eersel kreeg een flink aantal van de zeventig daar een nieuwe eigenaar. En natuurlijk moest de hele expositie ook nog in De Lier belanden. In de nog lege galerieruimtes daar.

Piet Vellekoop behulpzaam bij het uitladen van mijn bus

 

Dat gebeurde eind vorige week. Nu is ’t aan Piet Vellekoop om er bij de inrichting iets moois van te maken. Maar hem kennende zal dat geen probleem zijn. Donderdag 12 maart ga ik dat zien want dan worden er voor de regionale omroep filmopnamen gemaakt waarbij mijn aanwezigheid is gewenst.

Voor mij is dat extra leuk omdat ik in de omgeving  de nodige wortels heb liggen. Mijn opa van vaders kant was er namelijk al koetsier en de naam Van Holstein laat in ’t Westland nog steeds heel veel belletjes rinkelen.

opa Van Holstein met zijn koets in , vermoed ik, Naaldwijk

Mijn vader mag dan in 1944 vertrokken zijn naar Brabant om daar een tuinderij te beginnen, andere Van Holsteinen bleven achter om een bouwbedrijf, een kwekerij, een schoonmaakdienst en nog zo wat op te zetten. Zo doorkruisen er van ‘S. van Holstein Transport’ volop grote trucs de EU. Wel even iets anders dan dat koetsje van mijn opa. En dat mijn allereerste voorvader in de 17e eeuw vanuit de Duitse streek Holstein verver werd in Delft, dat is natuurlijk weer een ander verhaal. Tot volgende week.

TOOS

Piketty op stoom en de kunstwereld volstrekt op hol


In 2013 werd Fransman Thomas Piketty met zijn ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’ binnen de kortste keren wereldberoemd en dé rockstar onder de economen. Net een paar weken geleden kwam zijn nieuwe boek uit. ‘Kapitalisme en ideologie’. En dan weet je dat het dringen wordt met opinies bij alle andere economen. Een aanval op de superrijken, zo heet ‘t! Ik moest daarom gelijk denken aan de kunstwereld. En dan specifiek aan dat volstrekt op hol geslagen en krankjoreme topsegment van wereldberoemde 20ste eeuwse namen en rijzende jonge kunststerren. Een doorgeslagen gekte, geheel te wijten aan die superrijken. Dat selecte groepje van miljardairs en de wat armere miljonairs. Wel de miljonairs natuurlijk flink boven de 100 miljoen. Anders tel je niet echt mee. Of dat dan in dollars of euro’s is? Of in Britse ponden? Niet echt belangrijk, denk ik zomaar.

Zo las ik toevallig vorige week dat een voormalig casinomagnaat, Steve Wynn, al vast maar voor 105 miljoen dollar twee Picasso’s heeft gekocht uit een particuliere kunstverzameling die pas over een paar maanden openbaar op de markt komt.

Picasso, Woman with beret and collar, 1937

Picasso, Femme assise (Jacqueline), 1962

En wat te denken van de 30 miljoen die een zogenaamd ‘zwembadschilderij’ van de nog levende David Hockney op een veiling moet gaan opbrengen.

David Hockney, The splash, 1966

Eigenlijk best een koopje als je beseft dat begin 2019 een ander werk in die reeks rond de $90 miljoen opbracht.

David Hockney, Portrait of an Artist (Pool with Two Figures), 1972

Wie kan nou zoiets betalen en wie is er daarbij ook nog zo gek om dat te doen? Die superrijken van Piketty dus! Denk bijvoorbeeld aan de rijkste 42 mensen in 2019 die volgens ontwikkelingsorganisatie Oxfam/Novib evenveel bezitten als de armste 3,7 miljard bewoners van onze globe. Om dit nog even verder in perspectief te zetten, in 2009 waren hiervoor nog 380 van die rijkste miljardairs nodig. Een gezonde ontwikkeling? Ach, bepaal dat maar voor jezelf.

Maar dat dit die volstrekt bezopen ontwikkeling in de kunstwereld veroorzaakt, spreekt voor mij voor zich. Want waar moet je in godsnaam met je geld heen als ’t toch tegen en over de plinten klotst? Gebruik dan de moderne kunst maar als beleggingsvehikel. Want al heb je ruim voldoende voor een leuke oude dag, je geld moet per definitie natuurlijk wel renderen. As ’t effe kan tot aan je doodskist toe en liefst ook nog daarna.

Dagobert Duck moest er voor mij toch ook wel bij

Dus dan sluit je je aan bij dat heel selecte groepje van galeriehouders die deze speciale kunstwereld bestieren. Als zij heilig verklaren dat die veelbelovende jonge kunstenaar over een paar jaar het multivoudige waard zal zijn, geloof je hen direct op hun blauwe of bruine ogen. En soms komt dat door marktmanipulatie nog uit ook. Kassa! Op je spaarrekening lukt je zoiets niet. Een voorbeeldje? Dat

Jeff Koons, Rabbit

stalen konijn van Jeff Koons hier.

In 1986 in een oplage van vier verkocht voor $40.000 per stuk. Koopje toch? Vorig jaar werd er op een veiling meer dan 90 miljoen voor betaald. Door de rijke baas van een groot hedge fund. Of zo’n duur kunstwerk dan ooit nog eens ergens te zien zal zijn, is trouwens maar de vraag. Bij de vliegvelden van bijvoorbeeld Genève, Singapore en New York heb je zogenaamde freeports, kunstvrijhavens. Met streng beveiligde loodsen waar kunst in het diepe duister verborgen ligt zonder dat iemand er weet van heeft. Met daaromheen de sfeer van vermogensbelastingontduiking, zwart geld en witwassen. Zo zouden er bij Genève meer dan 1 miljoen kunstwerken opgeslagen liggen. Eigenlijk een gigantisch museum waarvan niemand weet wat er zich bevindt.

Zo’n wereld kan alleen bestaan bij de gratie van die zeer beperkte groep superrijken waarvoor Piketty voorstelt om daar belastingtechnisch maar eens iets aan te gaan doen. Van mij mag dat. Want als er van de wereldvermogenstoename van 9.000 miljard dollar in 2016 en 2017 meer dan 80% bij de 1% rijksten ter wereld terechtkomt (weer Oxfam/Novb), is er iets goed mis. En de hier beschreven kunstwereld is daarvan een wel heel sprekende illustratie. Maar wie weet valt er wel een parallel te trekken met de beruchte tulpenmanie in de jaren 1634-37 in onze eigen Republiek der Verenigde Nederlanden. Ook een zeepbel die plots klapte. Erg? Mwah.

Trouwens, er is ook best iets goedkopere kunst te vinden. Bijvoorbeeld binnenkort bij Kunsthandel Vellekoop & Vellekoop in De Lier. Want wat kosten de werken uit mijn ‘The 70-Series’ die daar dan komen te hangen? €250 per stuk.

in mijn atelier: een deel van ‘The 70-Series’ voor Kunsthandel Vellekoop

Tot volgende week.

TOOS

‘Sesam open u’ met de Rembrandtpas


voorkant van de Rembrandtpas 2020

Ali Baba had in het bekende sprookje die toverspreuk ‘Sesam open u’ nodig om de schatkamer van de veertig rovers te openen. Ik heb in werkelijkheid alleen maar een pasje nodig om zomaar heel veel museale kunstschatkamers gratis voor niemandal te ontsluiten. De Rembrandtpas!

Ja maar, hoor ik al zeggen, dat kan ik met mijn Museumkaart ook. Klopt. Toch heeft de Rembrandtpas ideële en financiële voordelen waaraan de Museumkaart niet kan tippen. Maar dat komt straks. Eerst hoe ik hier op kom. Dat is omdat levensgezel en ik onze Rembrandtpassen de laatste tijd veelvuldig gebruikten. Ik had dit stukje namelijk ook als titel kunnen geven ‘Wat ik zag en waarover ik nog niet schreef’. En dat is best veel.

Als ik naarstig naar een expositie heb toegewerkt, zoals mijn ‘The 70-Series and More’ die nu gaande is bij Galerie Persoon in Eersel, moet ik daarna even stevig afkicken. Met veel lezen en met kunst, hoe gek dat laatste dan misschien ook kan lijken. Maar ja, mijn kunstgenen zijn nu eenmaal sterk overheersend. Dus komen dan de tentoonstellingen aan de beurt waaraan ik niet toekwam tijdens mijn verblijf in die zelf verkozen isoleercel, mijn atelier. Zodoende zwaaiden wij de afgelopen tijd uitbundig met onze Rembrandtpassen op allerlei locaties.

het Prinsenhof in Delft

Bijvoorbeeld bij het Haagse Mauritshuis en het Delftse Prinsenhof, heilige grond voor onze 17e eeuwse Republiek met nog de kogelgaten in de muur van de moord op aartsvader Willem van Oranje. Want de tentoonstellingen ‘Pieter de Hooch in Delft, uit de schaduw van Vermeer’ en ‘Nicolaes Maes- Rembrandts veelzijdige leerling’ over tijdgenoten De Hooch (1629-1684) en Maes (1632-1675) moest ik natuurlijk zien. Beide prachtige en interessante exposities.  Waarbij voor mij die in Delft door de hele aanpak toch won. Het Prinsenhof, waar ik al veel te lang niet was geweest,  bleek ook nog eens een zeer aangename, architectonische metamorfose te hebben ondergaan. Heel goed gedaan.

Pieter de Hooch in het Prinsenhof

Nicolaes Maes in het Mauritshuis, Den Haag

Nog een paar van die museumstops? Beelden aan Zee in Scheveningen met ‘Niki de Saint Phalle aan Zee’. Een prachtig in de duinen verstopt museum met dit keer een, naar mijn smaak, heel rommelige tentoonstelling. Niki de Saint Phalle is beter waard. Maar dat is een komend verhaal .

Beelden aan Zee, verscholen liggend aan de Scheveningse boulevard

een deel van de expositie over Niki de Saint Phalle

In Singer Laren daarentegen werd ik blij verrast met twee heel afgewogen exposities: ‘Spiegel van de Ziel, Toorop tot Mondriaan’ en ‘Van Barbizon tot Bergen’. Wat een heerlijk rustgevende lust voor het oog vergeleken met het kermisgedoe in Scheveningen.

een zaal in Singer Laren nu

in het Singer dit schilderij van Mondriaan, de toren van de Catharinakerk in Zoutelande, die moest natuurlijk op de foto vanwege mijn officiële eerste voornaam Catharina

Waar ik trouwens met mijn Rembrandtpas kon zwaaien tot ik een ons woog was bij Museum Voorlinden in Wassenaar. Maar dat wist ik van te voren. Want dit nieuwe museum is een particulier initiatief van de puissant rijke kunstverzamelaar Joop van Caldenborgh. Gewoon betalen, € 17,50 pp! Niks geen vrije toegang met Rembrandtpas en Museumkaart. Maar absoluut de moeite waard.

Museum Voorlinden met een beeld van Louise Bourgeois

Museum Voorlinden, bij een werk van de door mij zeer bewonderde Anselm Kiefer

En nu dan die ideële en financiële voordelen van de Rembrandtpas, een initiatief van de Vereniging Rembrandt.

Levensgezel en ik hebben er elk één, maar wel aan elkaar gekoppeld. Voor € 110 samen. Tweemaal een Museumkaart? € 140 incl. administratiekosten. Bij Pieter de Hooch in Delft € 5 extra toeslag voor Museumkaart-houders. Met de Rembrandtpas? Niets en niemandal. Bij Niki de Saint Phalle € 3,50 extra met de Museumkaart. Met de Rembrandtpas? Nada, niente.

Bij de Rembrandtpas minimaal twee keer per jaar een speciaal event. Bijvoorbeeld een preview van een komende blockbustertentoonstelling of een speciale avond ergens. Zoals vorig jaar bij ‘Rembrandt en Velàzquez’ in het Rijksmuseum voor alleen leden. Waardoor ik, door handig te zijn, af en toe Rembrandt bijna helemaal alleen voor mezelf had.

‘Rembrandt en Velàzquez’, vorig jaar in het Rijksmuseum

Daarnaast nog driemaal per jaar een speciaal  magazine. En, echt heel belangrijk, de Vereniging Rembrandt steunt regelmatig musea in Nederland bij aankopen voor hun kunstcollecties. Toevallig net de afgelopen weken nog met een belangrijk schilderij van Dirck van Baburen (1595-1624) voor het Centraal Museum in Utrecht.

het aangekochte werk van Utrechter Dirck van Baburen

En voor het Amsterdam Museum een collectie met werk van kunstenaar en uitvinder Jan van der Heyden (1637-1712), ook wel eens de Nederlandse Da Vinci genoemd.

Van der Heyden verbeterde de brandspuit spectaculair

Daaraan mee te kunnen helpen met mijn Rembrandtpas geeft een prettig gevoel. Kijk maar eens bij https://www.verenigingrembrandt.nl/. Tot volgende week.

TOOS

‘The 70-Series’ on Tour: volgende stop Eersel


Domein Oogenlust met daarin Galerie Persoon, Eersel (bij Eindhoven)

Je hebt dit jaar de, vermoedelijk, Final Tour van de Rolling Stones en vanzelfsprekend ook de Tour de France. Maar daarnaast ook nog ‘The 70-Series Tour’ waarvoor ondergetekende verantwoordelijk is. Die Tour begon afgelopen oktober met als startplaats Galerie Peter Leen XL in Breukelen. Maar snelt nu voort in Nederland met als volgende stop Galerie Persoon in Eersel, gevestigd in Domein Oogenlust. En later dit jaar nog weer in andere etappeplaatsen.

Even de herinnering opfrissen. Afgelopen jaar was ik heel toevallig weer eens jarig en ’t leek me leuk om naar aanleiding daarvan een reeks schilderijtjes te maken die ik, om verder niet interessante redenen, ‘The 70-series’ noemde. Bestaande uit 35 olieverfschilderijen van 20-20 cm en 35 mixed media werken op alu-dibond van 25 bij 25 cm.

deel van ‘The 70-Series’ in Galerie Peter Leen XL

Ik mag rustig stellen dat de expositie ‘The 70-Series and More’ daar in Breukelen een groot succes was. Maar elk voordeel heb z’n nadeel, om groot-filosoof Cruijff maar eens te parafraseren. Want afspraken in andere etappeplaatsen stonden al vast. En 70 is ten slotte 70 en moet voorlopig ook gewoon 70 blijven. Dus dat werd echt flink schilderen de afgelopen paar maanden om die serie weer compleet te krijgen. Dat ik van mijn passie mijn beroep heb kunnen maken en me altijd heel gelukkig voel in mijn atelier kun je dan rustig een voordeel noemen. Maar een nadeel bij die kleine schilderijtjes is dan weer dat ik ze niet op mijn ezel kan zetten maar ze horizontaal moet leggen om er overheen gebogen op te kunnen schilderen. Waardoor aan het einde van de dag mijn rug regelmatig van ‘au’ deed en mijn nekgewrichten wat minder flexibel waren. Maar voor de kunst moet je wat over hebben, nietwaar?

bezig aan de hernieuwde ‘The 70-Series’

Het resultaat is binnenkort te bekijken in die al genoemde Galerie Persoon in Eersel. Misschien zijn er nu lezers die zeggen ‘hé, ik ken wel Galerie Hans Persoon, maar Galerie Persoon?’. Klopt helemaal. Ik heb daar al diverse tentoonstellingen gehad, maar toen bij Hans en Jacqueline Persoon, lang geleden de oprichters van de galerie.

opening van mijn vorige expositie bij, toen nog, Galerie Hans Persoon

Noor in, nu, Galerie Persoon

Vorig jaar echter werd hun kunstscepter overgenomen door Noor van de Ven. Van beroep edelsmid, van leeftijd nog jong en van inzet ‘ik ga er helemaal voor’. Nou, de omstandigheden daarvoor zouden beslist slechter kunnen zijn.

Want de galerie maakt onderdeel uit van het Domein Oogenlust (Hees 4d, Eersel). Een volkomen terechte naam. Loop er binnen en je kijkt je ogen uit vanwege alle lust daar. Bloemen, planten, natuurlijke creaties, keramiek, glaswerk, dat alles in de prachtigste combinaties. Overal in Oogenlust worden je zintuigen zeer prettig geprikkeld. Voor mij geldt dat in ieder geval elke keer weer. Want telkens zijn ernieuwe opstellingen te bewonderen. Net zoals dus in de galerie met nu mijn volgende editie van ‘The 70-Series and More’.

deel van ‘Oogenlust’

Op zaterdag 18 januari kunnen we er vanaf 15 uur met z’n allen het glas heffen op die nieuwe expositie tijdens de Nieuwjaarsreceptie van de galerie onder het motto van een ‘Grande Tralala’. Maar vanaf dinsdag 14 januari is de tentoonstelling al te bekijken. Tot 22 februari trouwens, op alle dagen van 10-17.30 uur behalve op zondag en maandag.

Wie weet dus tot zaterdag de 18e. Welkom, welkom! En sowieso tot volgende week.

TOOS

Rembrandt 350 Jaar bijna verleden tijd


zo rustig zie je het Rijksmuseum zelden

Nog even en Rembrandt is al weer 351 jaar geleden overleden. Dus komend jaar is ’t uit met de pret van al die speciale Rembrandt exposities van dit jaar. Maar als je snel bent, kun je er nog twee prachtige bezoeken. Tussen alle schildersdrukte door voor de volgende editie van mijn ‘The 70-Series and More’ half januari in Eersel wilde ik daarvoor absoluut tijd vrij maken.

Dus liep ik op een heel speciale donderdagavond rond in het Rijksmuseum bij ‘Rembrandt-Velázquez’ (nog tot 19 januari) en een paar dagen later bij ‘Jonge Rembrandt-Rising Star’ in Leiden (tot 9 februari). Alle twee om verschillende redenen meer dan de moeite waard.

Die donderdagavond was sowieso al bijzonder. Want heb ik op de foto hierboven het Rijksmuseum zomaar helemaal voor mijzelf? Nou, bijna! Levensgezel maakte deze foto terwijl we op dat moment echt de enigen waren in de beginzaal van ‘Rembrandt-Velázquez’. Een kwestie van ‘slim’ rondlopen.

Het was een avond voor houders van de Rembrandtpas. Een soort Museumkaart, maar dan van de Vereniging Rembrandt. Met vergeleken bij de Museumkaart allerlei voordelen als vrij toegankelijke lezingen over kunst en cultuur, speciale toegangsdagen bij speciale exposities, een eigen magazine en nog zowat meer. Nu opende die donderdagavond het Rijksmuseum speciaal de deuren enkel en alleen voor Rembrandtpas-bezitters en kon je tot twee keer toe een boeiend verhaal aanhoren van de samensteller van ‘Rembrandt-Velázquez’. Best aanleiding voor nog weer eens een ander verhaal, die Rembrandtpas. Nu terug naar die eerste zaal.

de beginzaal van ‘Rembrandt-Velázquez’

Met ‘De Vaandeldrager’ waarin Rembrandt zelf in een lekker protserig pak stoer staat te wezen. Ik voelde me, heel eventjes maar trouwens, één van de Rothschilds. Want die niet echt onbemiddelde familie heeft daar al heel lang van kunnen genieten. Maar ze willen ’t nu wel kwijt voor een leuk prijsje. Van de Franse regering echter mag ’t de komende twee jaar het land nog niet uit. Cultureel erfgoed of zoiets. Behalve zoals nu voor zo’n speciale uitleen. Als in die tijd iemand daar minimaal 165 miljoen ophoest, blijft ’t er. Lukt dat niet, dan, zo gaat het gerucht, wil het Rijksmuseum wel een poging wagen. Net zoals enkele jaren geleden bij Marten en Oopjen. Toen ook in het bezit van de Rothschilds. En nu als gemeenschappelijk bezit van het Rijksmuseum en het Louvre hangend naast een paar even grote  portretschilderijen van Velázquez.

alweer alle ruimte

Van Velázquez zag ik een aantal jaren geleden enkele van zijn beroemdste schilderijen hangen in het Prado in Madrid. Indrukwekkend! Maar nu met die twee portretten naast Rembrandt’s Marten en Oopjen? In voetbaltermen, Ajax won overtuigend van Real Madrid. Ik zag het in vooral zwart geklede echtpaar nu voor de derde keer en ze worden steeds indrukwekkender. Zoals Rembrandt allerlei nuances zwart ongelooflijk levendig in de jurk van Oopjen heeft verwerkt is technisch echt ongelooflijk. Minimaal vijftig tinten zwart! Het zwart van Velázquez lijkt daarbij vergeleken zelfs saai en vlak. En dat zegt iets!

Zo worden Velázquez en Rembrandt meer met elkaar geconfronteerd.

en nog eens bij Rembrandts ‘De Staalmeesters’ en ‘De smidse van Vulcanus’ van Velázquez

zelfportretten van Rembrandt en Velázquez

‘Vrouwelijke figuur’ van Velázquez en ‘Lezende oude vrouw’ van Rembrandt

zelfportret van Rembrandt als ‘Apostel Paulus’ en ‘Nar met boeken’ van Velázquez

Als je dat als een soort wedstrijd zou willen zien, vind ik dat over het geheel genomen Rembrandt wint. Hij schildert levendiger, menselijker, vriendelijker. Maar ja, ben ik wel objectief? De schilderkunst uit onze Gouden Eeuw (oeps, politiek correct niet meer helemaal de juiste term, geloof ik) heeft een heel andere basis dan de Spaanse kunst destijds. Even heel wit-zwart: protestantisme tegen katholicisme, burgerij tegen adel, grotere geestelijke vrijheid tegen strenge dogma’s. En dat heeft invloed. Ik vond dit heel mooi geïllustreerd in onderstaande foto.

Eén van mijn lievelings-Rembrandts, Het Joodse Bruidje, naast ‘Christus omhelst de heilige Bernardus’ van Francisco Ribalta, een andere Spaanse grootmeester. Alle twee prachtige werken. Maar geef mij dan in plaats van de overgrote katholieke devotie en overgave toch maar die lieflijke tederheid in gebaar en blik.

 

En die Jonge Rembrandt in De Lakenhal in Leiden? Die komt er nog aan. Tot volgende week.

TOOS

Overpeinzingen aan de Côte d’Azur bij transparantie, duurzaamheid en de verkiezing Kunstenaar van het Jaar


Op een terras, bijna half oktober, en dan met je ogen dicht en je gezicht gekeerd naar een heerlijk warme zon aan een stralend blauwe hemel. Wel in Antibes dus, niet in Nederland! En op zo’n zonnig terras kom ik met gesloten ogen al snel tot zowel zinnige als onzinnige associaties. Met bijbehorende mijmeringen. Waarvan sommige gelijk verschieten en andere blijven hangen. Zoals bijvoorbeeld die over de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2020 in combinatie met de begrippen duurzaamheid en transparantie. Juist van die modewoorden waardoor ik vaak spontaan jeuk krijg. Omdat ze tegenwoordig meer te onpas dan te pas overal zomaar opgeplakt schijnen te kunnen worden.

Maar eerst even terug naar Antibes. Of eigenlijk Nice. Want ik was best moe na alle maanden van inspannend schilderen en nerveuze hectiek rond de tentoonstelling ‘The 70-Series and More’ en mijn nieuwe boek.  Zowel mijn moeie lichaam als m’n flink toeren gedraaid hebbende brein zeiden dat ’t even mooi was geweest. Rust, Toos, rust is goed voor je, signaleerden beide.

op de Cour Saleya in Nice voor het pand waar de grote kunstenaar Matisse een aantal jaren woonde

Nou, effe bijkomen, effe helemaal lekker niks, kan heel goed in m’n stekkie in Nice. Daar kan ik helemaal los komen van Nederland. Behalve natuurlijk van mijn wekelijkse blog. Na vliegschaamte en veel te krappe Transavia-stoelen genegeerd te hebben, zit ik hier dus nu op relaxte manier mijn accu’s weer helemaal op te laden. Daar is geen elektrische laadpaal voor nodig. Gewoon regelmatig zo’n terras, ogen dicht, gezicht in de zon en die opkomende mijmeringen. Dat volstaat. ‘For me art is travelling the mind’ in optima forma.

 Zo kwam dus in me op dat ik sinds juli niets meer had gemeld over die verkiezing van de Nederlandse Kunstenaar van het Jaar 2020. En dat mag best wel weer een keertje. De stand begin juli: ik zat opnieuw bij de door het kunstpanel van de Stichting Kunstweek genomineerde 90 kunstenaars. Stand half september: door de publieksstemmen was ik doorgedrongen tot de overblijvende groep van 20. Dat voelt altijd weer blij, die waardering door het publiek. Ook bij deze zoveelste keer sinds de start van de verkiezing in 2003. Als ik naga wie er na al die jaren nog steeds bij is, blijft er maar een klein, select kunstenaarsgezelschap over. Zeg nou zelf, is dat duurzaam van mij of niet? Om dat op het terras in Antibes in me opkomende jeukwoord dan nu maar te gebruiken. Maar hoe koppel ik dit aan dat andere modewoord transparantie?

 Dat zit zo. Wat me al een aantal jaren toch wel verbaast, is dat de organiserende Stichting Kunstweek wel altijd keurig de verkozenen doorgeeft, maar nooit het aantal verkregen stemmen per kunstenaar vermeld. De 70 van de 90 die na de publieksronde afvallen, hebben totaal geen weet over het waarom. Net zo min trouwens als de 20 overgeblevenen. Zo moeilijk kan ’t toch niet zijn die aantallen te publiceren. En hoort transparantie niet gewoon bij stemmen?

Maar ’t wordt nog een tikkie ingewikkelder! Het honderd kunstkenners tellende panel voegt via een bepaalde procedure nog vijf zogenaamde wild cards toe aan de 20 overgeblevenen en kan daarna per panellid uit die 25 kunstenaars maximaal 8 persoonlijke voorkeuren aangeven. Dan komen er 8 kunstenaars uit de hoge hoed die de laatste publieksronde ingaan. In november wordt de winnaar daarvan bekend gemaakt. Ben je er nog?

Claudy Jongstra, de Kunstenaar van het Jaar 2019

Maar stemmenaantallen? Ja, waarschijnlijk de vermelding dat er vanaf juli weer ruim 40.000 stemmen zijn uitgebracht. Maar verder? Waarom niet ook meer transparantie over stemmenaantallen in die laatste fasen? Waarom, Stichting Kunstweek, niet meer met de tijd meegaan en transparant worden over dat stemmen? Op TV doen ze niet anders bij de Beste Dit en de Beste Dat waarbij jury en publiek samen het eindresultaat bepalen. Kom op, doen!

Oh ja, de stand van zaken begin oktober? Heel duurzaam bij mij, opnieuw plaats 23, net als vorig jaar. En dat stemt me zeer tevreden. En wie de winnaar gaat worden? Ik heb een idee, maar dat hou ik lekker nog voor me. Kijk zelf maar bij https://www.kunstenaarvanhetjaar.nl/verkiezing2020/ronde4/. Tot volgende week.

TOOS

Kunstige Wereldprimeurs


Het woord ‘lopend buffet’ heb ik altijd een heel vreemd woord gevonden. Want aan zo’n buffet is heel erg weinig lopends te ontdekken. We moeten ons er toch echt zelf heen verplaatsen om voor de inwendige mens te zorgen. ’t Liefst ook nog tijdig opdat je niet tegen lege bakken aanloopt. Dus toen ik voor het eerst tegen het begrip ‘walking dinner’ aanliep vroeg ik me af wat voor vreemds daar nu weer mee zou zijn. Nou, dat bleek dus twee keer loops te zijn. De diverse gangen worden naar je toegebracht, terwijl je jezelf ook nog kunt verplaatsen. ’t Doet er niet toe waar je staat, loopt, ligt of hangt, je krijgt ’t allemaal handzaam aangereikt. Misschien denk je nu wel ‘waar slaat dit nou allemaal weer op?’. Beslist een volkomen terechte gedachte bij een blog over kunst. ’t Zit dus zo.

Afgelopen zondag was de officiële publieke opening van mijn grote expositie ‘The 70-Series and More’  bij Galerie Peter Leen XL in Breukelen. Trouwe lezers van mijn blog kan dat bijna niet zijn ontgaan. Maar op de zaterdagavond ervoor was er nog een besloten bijeenkomst. Een feest dat ik samen met levensgezel en galerist Peter Leen voor een grote groep genodigden had opgezet. En wat is een goed feestje zonder goed eten?Dat is bij Peter geen probleem gezien het Thaise restaurant SameSame dat aan de galerie is verbonden.

een kijkje in de keuken van SameSame

Vandaar dat walking dinner. Zo’n kleine 100 genodigden konden in alle ruimten van galerie en restaurant staan en gaan waar ze wilden, de Thaise gerechten kwamen toch wel achter ze aan.

typisch zo’n ‘walking dinner’

wat gebeurt daar allemaal?

en daar?

nog weer een happening

Dat gebeurde tussen allerlei kunstgebeurtenissen door. Waarmee dan gelijk die kop ‘Kunstige Wereldprimeurs’ is verklaard. Want reken maar dat die er waren. Drie zelfs.

Allereerst aan het begin van het feest de onthulling van ‘The 70-Series’. Een serie van 70 kleine werken waaraan ik het laatste jaar keihard heb gewerkt. Op zaterdag was dat ‘More’, te weten een serie grote nieuwe schilderijen, al wel direct zichtbaar voor een ieder. Maar die kleintjes hadden we, heel pesterig, nog verborgen achter vier grote doeken op vier verschillende plekken in de galerie. Die gingen als een soortement wereldprimeur letterlijk onthuld worden.

Toen ik dat in samenwerking met levensgezel had volbracht, vond er iets plaats dat ik echt niet op die manier had verwacht. Het was dringen geblazen voor die verschillende plekken en de rode stippen waren niet aan te slepen door Peter Leen. Even voor degenen die niet bekend zijn met dat galeriefenomeen, een rode stip bij een kunstwerk geeft aan dat ’t is verkocht. Er vloog bijna een wolk rode confetti door de lucht. En reken maar dat dit voor elke kunstenaar een veer in haar of zijn achterwerk betekent! Ik heb de hele avond nauwelijks meer kunnen zitten.

Veel later op de avond, zo tegen tienen was er als derde wereldprimeur de presentatie van mijn nieuwe boek ‘TOOS VAN HOLSTEIN II, for me art is travelling the mind’. Een boek waar ik heel trots op ben. Het eerste exemplaar reikte ik uit aan Martien Versteegh, de vormgeefster ervan. Die had het boek letterlijk onder haar handen zien ontstaan en daar wilde ik haar en haar Creatief Bureau Donkigotte mee eren.

Martien krijgt van mij het 1e exemplaar overhandigd

en laat nu de gasten maar komen voor ook zo’n boek

Dat nog weer veel later de vele gasten heel blij de late, donkere Breukelense nacht inliepen, met ook zo’n boek onder de arm of aan de borst geklemd, spreekt bijna voor zich.

En die tweede wereldprimeur dan? Dat was een muzikale. Lieve Geuens, een prachtige sopraan had al een paar keer opgetreden die avond met haar vaste begeleider Hein achter de vleugel. Verdi, Mozart, zelfs Russische opera, heerlijk! Maar ze had nog nooit opgetreden met Frank Düring. Een heel goede vriend van ons die, als hij op zijn saxofoon speelt, daarmee helemaal vergroeit lijkt en dan de sterren van de hemel blaast. Wat is er dan mooier dan als drie muziekmensen, Lieve, Hein en Frank, samen het beroemde Summertime van Gershwin al improviserend de pan uit laten swingen. Noem dat maar eens geen wereldprimeur! En de zaal ging plat, zoals dat heet.

Lieve en Frank met ‘Summertime’

Lieve, Frank en Hein nemen het applaus in ontvangst

Tot volgende week.

TOOS

Korting, korting, korting!!!


Van een reclame expert heb ik wel eens begrepen dat als je het woord korting in een tekst verwerkt de menselijke geest ineens extra wordt getriggerd. Iedereen wil blijkbaar wel korting. Drie keer dat woord moet dus wel heel erg triggeren! Maar vanwaar dan die titel? Misschien doe ik ’t nu in pr-opzicht wel helemaal verkeerd, maar op het antwoord moet je toch nog even wachten. Eerst een paar foto’s.

Zoals deze waarop ik afgelopen mei bezig ben op een terras aan het Giudeccakanaal in Venetië. Er zijn absoluut slechtere werkplekken denkbaar. Net zoals trouwens hieronder bij het plaatje van het achterdek van een heel groot schip op weg van Barcelona naar Buenos Aires tijdens de herfst van vorig jaar.

 

Of zoals in mijn atelier in Nice begin dit jaar.

Allemaal foto’s die te maken hebben met eenzelfde kunstklus. Namelijk het uitdenken van mijn nieuwe Grote Boek. Kijk, Sinterklaas heeft natuurlijk al heel lang zijn eigen Grote Boek, maar ik heb er binnenkort zelfs twee. Want ‘TOOS VAN HOLSTEIN DEEL II, for me art is travelling the mind’ zit er al heel snel aan te komen. De voorbereiding voor zo’n lekker dik kunstboek met meer dan 200 pagina’s vergt natuurlijk veel tijdsinvestering. Maar die tijd is gelukkig niet plaatsgebonden. Dus waarom niet het nuttige met het aangename verenigen in zowel Venetië als Nice als midden op de oceaan? Of ook gewoon op mijn pakhuiszolder in Middelburg.

bezig aan mijn boek met de hulp van levensgezel

Op al die plekken moesten antwoorden gevonden worden op prangende kwesties als ‘welke schilderijen komen erin’ en ‘welke begeleidende teksten schrijf ik daarbij’. Ook een puntje,zal ik galeristen met wie ik al jaren samenwerk nog vragen om iets op schrift te zetten? Of wat kunnen kunstrecensenten betekenen die ik in Frankrijk en Nederland ken? Welke drukkers laat ik een offerte maken? Oh ja, wie laat ik de Engelse teksten controleren? Want het boek wordt tweetalig. En dan, last but not least, het overleg  met de mij al jaren vertrouwde vormgeefster Martien Versteegh van Creatief Bureau Donkigotte.

Maar nu is het bijna zo ver. De persen rollen en op zondag 6 oktober wordt het Nieuwe Grote Boek officieel aan de wereld getoond. Tijdens de opening van mijn tentoonstelling ‘The 70-Series and More’ bij Galerie Peter Leen XL in het oude stadje Breukelen.

de persen rollen

voorkant en rug van de boekomslag

een willekeurige pagina uit het nieuwe boek

Zo, nu kan ik dan weer handig terugkomen op die korting van hierboven. Het was zo’n plots opkomende gedachte. Waarom zal ik het boek niet al vast in de voorverkoop aanbieden voor een gekorte prijs? Voor € 25 (excl. verzendkosten) in plaats van de € 35 die het gaat kosten op en vanaf 6 oktober. Dus heb je belangstelling, laat me dat even weten op toosvanholstein@xs4all.nl. Dan reserveer ik een exemplaar dat je zelfs zou kunnen komen ophalen in Breukelen op die 6e oktober. Want ’t gaat daar zeker en vast heel gezellig worden. Meer daarover de komende keer. Tot volgende week.

TOOS