Tagarchief: Transavia

Overpeinzingen aan de Côte d’Azur bij transparantie, duurzaamheid en de verkiezing Kunstenaar van het Jaar


Op een terras, bijna half oktober, en dan met je ogen dicht en je gezicht gekeerd naar een heerlijk warme zon aan een stralend blauwe hemel. Wel in Antibes dus, niet in Nederland! En op zo’n zonnig terras kom ik met gesloten ogen al snel tot zowel zinnige als onzinnige associaties. Met bijbehorende mijmeringen. Waarvan sommige gelijk verschieten en andere blijven hangen. Zoals bijvoorbeeld die over de verkiezing van Kunstenaar van het Jaar 2020 in combinatie met de begrippen duurzaamheid en transparantie. Juist van die modewoorden waardoor ik vaak spontaan jeuk krijg. Omdat ze tegenwoordig meer te onpas dan te pas overal zomaar opgeplakt schijnen te kunnen worden.

Maar eerst even terug naar Antibes. Of eigenlijk Nice. Want ik was best moe na alle maanden van inspannend schilderen en nerveuze hectiek rond de tentoonstelling ‘The 70-Series and More’ en mijn nieuwe boek.  Zowel mijn moeie lichaam als m’n flink toeren gedraaid hebbende brein zeiden dat ’t even mooi was geweest. Rust, Toos, rust is goed voor je, signaleerden beide.

op de Cour Saleya in Nice voor het pand waar de grote kunstenaar Matisse een aantal jaren woonde

Nou, effe bijkomen, effe helemaal lekker niks, kan heel goed in m’n stekkie in Nice. Daar kan ik helemaal los komen van Nederland. Behalve natuurlijk van mijn wekelijkse blog. Na vliegschaamte en veel te krappe Transavia-stoelen genegeerd te hebben, zit ik hier dus nu op relaxte manier mijn accu’s weer helemaal op te laden. Daar is geen elektrische laadpaal voor nodig. Gewoon regelmatig zo’n terras, ogen dicht, gezicht in de zon en die opkomende mijmeringen. Dat volstaat. ‘For me art is travelling the mind’ in optima forma.

 Zo kwam dus in me op dat ik sinds juli niets meer had gemeld over die verkiezing van de Nederlandse Kunstenaar van het Jaar 2020. En dat mag best wel weer een keertje. De stand begin juli: ik zat opnieuw bij de door het kunstpanel van de Stichting Kunstweek genomineerde 90 kunstenaars. Stand half september: door de publieksstemmen was ik doorgedrongen tot de overblijvende groep van 20. Dat voelt altijd weer blij, die waardering door het publiek. Ook bij deze zoveelste keer sinds de start van de verkiezing in 2003. Als ik naga wie er na al die jaren nog steeds bij is, blijft er maar een klein, select kunstenaarsgezelschap over. Zeg nou zelf, is dat duurzaam van mij of niet? Om dat op het terras in Antibes in me opkomende jeukwoord dan nu maar te gebruiken. Maar hoe koppel ik dit aan dat andere modewoord transparantie?

 Dat zit zo. Wat me al een aantal jaren toch wel verbaast, is dat de organiserende Stichting Kunstweek wel altijd keurig de verkozenen doorgeeft, maar nooit het aantal verkregen stemmen per kunstenaar vermeld. De 70 van de 90 die na de publieksronde afvallen, hebben totaal geen weet over het waarom. Net zo min trouwens als de 20 overgeblevenen. Zo moeilijk kan ’t toch niet zijn die aantallen te publiceren. En hoort transparantie niet gewoon bij stemmen?

Maar ’t wordt nog een tikkie ingewikkelder! Het honderd kunstkenners tellende panel voegt via een bepaalde procedure nog vijf zogenaamde wild cards toe aan de 20 overgeblevenen en kan daarna per panellid uit die 25 kunstenaars maximaal 8 persoonlijke voorkeuren aangeven. Dan komen er 8 kunstenaars uit de hoge hoed die de laatste publieksronde ingaan. In november wordt de winnaar daarvan bekend gemaakt. Ben je er nog?

Claudy Jongstra, de Kunstenaar van het Jaar 2019

Maar stemmenaantallen? Ja, waarschijnlijk de vermelding dat er vanaf juli weer ruim 40.000 stemmen zijn uitgebracht. Maar verder? Waarom niet ook meer transparantie over stemmenaantallen in die laatste fasen? Waarom, Stichting Kunstweek, niet meer met de tijd meegaan en transparant worden over dat stemmen? Op TV doen ze niet anders bij de Beste Dit en de Beste Dat waarbij jury en publiek samen het eindresultaat bepalen. Kom op, doen!

Oh ja, de stand van zaken begin oktober? Heel duurzaam bij mij, opnieuw plaats 23, net als vorig jaar. En dat stemt me zeer tevreden. En wie de winnaar gaat worden? Ik heb een idee, maar dat hou ik lekker nog voor me. Kijk zelf maar bij https://www.kunstenaarvanhetjaar.nl/verkiezing2020/ronde4/. Tot volgende week.

TOOS

Kerstaflevering: Maarten Luther en de Transaviaanse aflaten


Als ik een vliegticket boek naar Nice om weer eens lekker ongestoord te kunnen werken in mijn atelier daar doe ik dat bij Transavia. As ’t effe kan voor het laagste tarief, te weten € 29 enkele reis. Best te doen toch als je dat vergelijkt met een retourtje Middelburg-Groningen per trein van € 53? Maar dan moet je natuurlijk niet ingaan op blijkbaar onmisbare zaken als het aanbod van een parkeerplaats, een gereserveerde zitplaats, meer beenruimte, ruimbagage of reis en annuleringsverzekering. En ook niet op het aanbod om je CO2 uitstoot tijdens de vlucht af te kopen. Want naast Transavia moet ook het klimaat worden gered. Niet dat ze dan minder van die koolstofdioxide uitstoten, dat gaat natuurlijk niet lukken. Nee, dat geld wordt dan ergens in een heel ander deel van de wereld op een of andere vage manier gebruikt om daar die uitstoot te verminderen.

voorbeeld van middeleeuwse aflaat

Een soort Roomse aflaat dus waarmee je in de middeleeuwen de boetedoening voor je zonden kon afkopen. Bij Paus Transavia kun je nu dus op dezelfde manier je CO2-schuldgevoel weg poetsen. Die gedachte kwam plots op toen ik vorige week de expositie bezocht over Maarten Luther  in het Utrechtse Museum Catharijneconvent. Een tentoonstelling ter ere van het feit dat hij op 31 oktober, nu 500 jaar geleden, in het Duitse Wittenberg zijn beroemde en beruchte 95 stellingen op de deur van de kapel spijkerde. Althans, zo luid het aan enige twijfel onderhevige verhaal. Maar of dat getimmer nu wel of niet heeft plaats gevonden, één ding is zeker: het heeft heel wat gevolgen gehad.

introductievideo bij begin van de expositie
vroegste afbeelding van Luther

In zijn stellingen sprak de monnik Luther zich sterk uit tegen dat kerkgedoe met die aflaten. Als biechtvader maakte hij ’t regelmatig mee dat hij na de biecht geen boetedoening meer kon opleggen vanwege de door de gelovige gekochte aflaat die deze voor zijn neus heen en weer zwaaide . Van de opbrengst werd bijvoorbeeld de bouw van de nieuwe Sint Pieter kathedraal in Rome bekostigd. Een win-win situatie voor zowel zondaar als clerus. Maar niet voor al die Duitse keurvorsten die veel geld naar Rome zagen wegstromen. Dat was natuurlijk niet eerlijk, zij minder en de paus meer. Dit en nog heel veel andersoortige ongenoegens over de kerk zorgde ervoor dat Luthers stellingen in vruchtbare aarde vielen.

detail van 17de eeuws schilderij waarop Luther niet hamert maar schrijft op de kerkdeur

Over die achtergronden had ik graag nog wat meer willen zien en lezen, daar in het prachtige Catharijneconvent. Maar ik voelde me niet echt ‘opgetild’ door de kwaliteit van de getoonde kunst in samenhang met het grote aantal getoonde vlugschriften,boeken en bijbels. Wel geschriften die vaak gedrukt werden met gevaar voor eigen leven. Want de inquisitie zat ook niet stil. Maar de branding van het merk Luther door zijn gebruik van kunst en de moderne social media destijds, zoals die nieuwe boekdrukkunst, bracht een niet meer te stoppen proces op gang. Binnen vijf jaar was hij de meest gelezen auteur in Duitsland. Mee ook dankzij zijn designer Lucas Cranach, zowel een bekend kunstenaar als ook plaatsgenoot. Die Cranach heeft niet alleen tientallen schilderijen van Luther gemaakt maar ook veel prenten in grote oplage. Naast, ook niet te vergeten, prachtige houtsneden als titelblad bij Luthers geschriften en de door hem uit het Latijn in het Duits vertaalde bijbel. Daardoor kon eindelijk iedereen die het lezen machtig was het Oude en Nieuwe Testament bestuderen.  En kon je ook nog een 16de eeuwse poster van je grote held aan de muur hangen.

laatste portret dat Cranach maakte van Luther in 1546, het sterfjaar van Luther
door Luther in het Duits vertaalde bijbel met houtsnede van Cranach
rechts ets van de heilige Hiëronymus (naar Dürer) die bijbel in het Latijn vertaalt, links Luther in dezelfde setting als de heilige terwijl hij de bijbel in het Duits vertaalt
verbranding van de eerste vrouwelijke Lutherse martelaar, Wendelmoet Claesdochter in Den Haag 1527
beeldenstorm

Dat alles wordt op de expositie goed uitgelegd, maar een aantal andere onderwerpen komt er toch wat karig af. Want hoeveel oorlogen zijn er niet ontstaan door de Reformatie die Luther op gang bracht en hoeveel slachtoffers zijn er wel niet gevallen in de naam van God?  En wat te denken van al die verbrandingen van ketters en van de beeldenstormen waarbij gigantisch veel kunst is vernield? Hoe zit dat nou met die uit de geloofsstrijd ontstane Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waar we uiteindelijk meer zagen in de op Luther voortbordurende Zwitser Calvijn? Waarom werd Nederland calvinistisch en is de kerk in Duitsland en Scandinavië vooral Lutheraans ? Kijk maar eens op de interessante kaart hieronder die op de expositie hing.

jaar 1575: lichtblauw calvinistisch, blauw Lutheraans, beige Rooms, wit rechtsonder islamitisch

Ziet Europa er qua geloofsbeleving niet nog vrijwel hetzelfde uit als toen in 1575? Frappant toch! Voor mij dus een expositie met plussen en minnen. Maar zeker interessant. En in ieder geval ook nog nuttig voor de bezoekers die daar rondliepen en die, zo hoorde ik, dachten dat de Jodenvervolging pas was ontstaan in de tijd van Luther, mede vanwege zijn negatieve houding tegenover hen.

Calvijn links en Luther rechts op spiegelgravures
Christus als goede herder voor de kinderen en de gewone mens, de paus uit het dakraam die met goud en zilver de priester op het dak lokt
Luther en Calvijn rechts winnen het met hun bijbel van de kerkschatten van de paus links

Dan nog iets ander wonderbaarlijks. Over die moderne CO2-aflaten bij Transavia. Die zijn namelijk inclusief BTW terwijl over vliegtickets die belasting nog steeds niet wordt geheven. Net zo min als over vliegtuigbrandstof belasting wordt betaald. Valt dat nou ook onder moderne klimaataflaten? Best interessant om daar over na te denken als je bij de benzinepomp staat te tanken. Tot volgende week.

TOOS

De Maior Ecclesia van Cluny


 

de abdij van Cluny een aantal eeuwen geleden
de abdij van Cluny een aantal eeuwen geleden

Vliegen naar Nice? As ’t effe kan graag.  Dat heeft toch zo zijn voordelen boven de auto. ’t Gaat een ietsiepietsie sneller, is dus comfortabeler als je ten minste voor een paar uurtjes de behoorlijk krappe knieruimte in Transavia-vliegtuigen voor lief neemt en is ook nog eens een heel stuk goedkoper. Vloog levensgezel ergens eind jaren 90 voor zo’n 500 harde Nederlandse florijnen met gedwongen Parijse tussenstop op en neer met Air France, nu ben je rechtstreeks nog geen € 60 kwijt als je de goeie dagen eruit pikt. Dus geef mij het vliegtuig maar als ik weer eens naar mijn atelier in Nice wil.

Maar ja, soms moet ’t wel met de auto. Met grote schilderijen onder je arm het vliegtuig in? Nee, niet erg handig. Maar dan is ’t toch dik 1300 km vanaf Middelburg. En, oh wonder, terug ook weer die afstand. Dus al heet een groot deel van de weg heel lieflijk Route du Soleil, ’t blijft een rottig lang stuk. Maar “La douce France” biedt gelukkig allerlei mogelijkheden dat toch wat te veraangenamen. Want heeft ’t niet een heel lange geschiedenis met heel veel bijbehorende culturele overblijfselen?

maquette van de abdij op het hoogtepunt in de 13de eeuw
maquette van de abdij op het hoogtepunt in de 13de eeuw

Vandaar een poosje geleden een tussenstop in Cluny, een uurtje noordwaarts vanaf Lyon. Historisch en cultureel gezien een magische plek. Want zo’n duizend jaar geleden l;ag hier het machtige christelijke hart van Europa. Met z’n in het jaar 910 gestichte gigantische Benedictijner abdij en de zogenaamde Maior Ecclesia. Eeuwen lang de grootste kerk in de christelijke wereld. Tot in 1626 in Rome de Sint Pieter werd ingewijd.

achterkant van de Maior Ecclesia
achterkant van de Maior Ecclesia

Heel lang geleden was ik er voor de eerste keer en lang geleden voor de tweede. Wat kon ik daar mijn fantasie laten gaan! Want van al die macht en pracht in de Romaanse bouwstijl rest niet veel meer. Van die kerk volgens de geleerden nog maar zo’n 10%. Alleen het deel van het kerktransept met de twee torens dat op onderstaande foto in de verte is te zien. Een foto gemaakt bij genoemde tussenstop. Bij mijn derde bezoek dus.

cluny04

Je moet de rest van de later neergezette gebouwen wegdenken om de 180 meter lengte van die kerk  goed te kunnen invoelen. Mee dankzij de basementen van de dikke pilaren met meters omtrek die hier en daar nog staan. Stel je eens voor dat je daar als middeleeuwer ergens rond 1100 voor het eerst binnenloopt. Wij raken nog maar zelden geïmponeerd door een of ander gigantisch hoog atrium in een nog gigantischer architectonisch modern hoogstandje. Zie je tegenwoordig overal, gesneden koek. Maar zo’n middeleeuwer?  Een onvoorstelbare lengte voor een gebouw. Met een ook onvoorstelbaar hoog dak. Wij kunnen ons eigenlijk helemaal niet meer voorstellen hoe iemand uit die tijd zich daar moet hebben gevoeld. Maar ik denk overweldigd en nietig in het kwadraat.

cluny05 cluny06

En dan zie je op bovenstaande reconstructiefoto’s nog niet eens de drukte die er geheerst moet hebben. Op het hoogtepunt, zo rond 1200, vielen in heel Europa bijna 1500 kloosters onder de orde in Cluny. Een soort Rooms-katholieke EU in een verrommelde lappendeken van allerlei grotere en kleinere machtsgebieden. Nou, daar horen heel wat monniken bij om dat alles in goede banen te geleiden, afgezien nog van de horden devote bezoekers. Waar nu toeristen in alle rust rondlopen, moet toen onder het hoge kerkdak en tussen de missen door een luid resonerend geroezemoes hebben geklonken. Hoe mooi zullen daar ook de Gregoriaanse gezangen van de monniken hebben gegalmd. Daar is die fantasie weer. Alhoewel die nu toch wat onderdrukt werd. Het terrein was voller geworden. Er bleken een paar nieuwe musea bijgekomen in gerestaureerde gebouwen en overal staat uitleg. Er was zelfs een 3D-animatiefilm van de vroegere toestand. Op zich natuurlijk prima voor de bezoekers. Maar ook prima voor mijn rijke fantasie die graag zelf invulling geeft? Eigenlijk niet.

Toch, ook bij dit derde bezoek, kreeg ik weer zo’n nietig gevoel bij die nog staande torens.

cluny07a cluny08a cluny09

Waar de rest is gebleven? Heel kort samengevat: verval, godsdiensttwisten, hoogmoed, slecht kerkelijk en financieel bestuur,maar vooral ouderwets, gedegen handwerk. Want tijdens het regime van de Franse Revolutie eind 18de eeuw en de daarop volgende Napoleontische periode waren staat en kerk even geen echte vriendjes meer. Het archief van de abdij en de grootse bibliotheek werden verbrand. Een nationalisatie volgde en de prachtige abdij werd letterlijk een stenenmijn. De gebouwen werden afgebroken, stenen netjes afgebikt en verkocht voor hergebruik elders. Cultuurbarbaren? Nu wel in onze ogen. Maar toen? Dat waren andere tijden. Alhoewel? Die opgeblazen grote Boeddha beelden in Afghanistan en de Taliban nog niet zo lang geleden? En de tempelvernietiging in Palmyra door IS? Tot volgende week.

TOOS

Paradepaarden van het Prado


het Prado in Madrid
het Prado in Madrid

Prado01a Lang, lang geleden, in de grijze oudheid toen ik zelf nog niet grijs was, studeerde ik af aan de Academie in Tilburg. Met Francisco José De Goya y Lucientes (1746-1828), kortweg Goya, als scriptie onderwerp. De man en zijn kunst fascineerden mij heel sterk. Niet dat ik zijn werk in werkelijkheid kon zien. Want in Nederland is er niet zoveel van hem te vinden in openbare collecties. In Spanje, in het Madrileense Prado, echter des te meer. Maar ja, prijsvechters als Ryanair, easyJet en Transavia bestonden toen nog niet. Dus een vliegreisje naar de Spaanse hoofdstad was destijds toch iets te begrotelijk voor een arm academiestudentje. Zodoende werden het boekenplaatjes waarmee ik ’t moest doen. Plaatjes van schilderijen en van de serie etsen Los desastres de la guerra (De gruwelen van de oorlog). Of van Los caprichos.  Die andere serie etsen waarin Goya vaak met ironie de corrupte heerschappij van staat en kerk verbeeldt. Maar altijd heb ik de wens gehouden zijn kunst in werkelijkheid in dat Prado te mogen bewonderen.

prado02

En nu was ik daar, onlangs. In dat gigantische museum met een wirwar aan zalen, zaaltjes en grote langwerpige hallen. Met als verlangen “eerst Goya, de rest komt daarna wel”. Overigens was dat wel even zoeken omdat zijn schilderijen over allerlei ruimten op verschillende verdiepingen zijn verspreid. Maar uiteindelijk zat ik daar dan toch. Eerst te midden van een geweldige collectie grote kartonnen.

een van de zalen met "kartonnen" van Goya
een van de zalen met “kartonnen” van Goya

Ontwerpen voor grote tapijten die de stenen muren van de koninklijke paleizen moesten decoreren en isoleren. Schilderingen van vaak vrolijke, volkse taferelen die je gelijk blij maken. Werk ook dat hem in aanraking bracht met het Spaanse vorstenhuis waardoor hij ten slotte zelfs de officiële hofschilder werd. Maar dan was daar als grote tegenstelling ook de zaal met de geheimzinnige serie Zwarte Schilderijen, gemaakt rond 1820. Toen Goya al 75 was. Een en al gruwelijkheid met afschuwelijke koppen, demonen en heksen.

een van de 14 Zwarte Schilderijen van Goya
een van de 14 Zwarte Schilderijen van Goya

Eigenlijk al expressionisme pur sang terwijl dat expressionisme nog  op zich zou laten wachten tot einde 19de eeuw. Wat er nu hangt, zijn na zijn dood op doek overgebrachte muurschilderingen die hij maakte in een door hem gekocht huis aan de rand van Madrid, het Quinta del Sordo.  Goya was intussen doof geworden en de relatie met het koninklijk huis was ook niet meer zo tof. De Spaanse Inquisitie, onder de nogal repressief ingestelde vorst Ferdinand VII zeer machtig, zat hem dwars. Probeer daar trouwens maar eens vriendjes mee te blijven als je een onafhankelijk en kritisch ingesteld karakter hebt. Aan de ene kant jaren werken voor de royalty als hofschilder en te gelijkertijd de in jouw ogen corrupte wereld om je heen afkeuren. Ga er als broodschilder, afhankelijk van de rijken,maar aan staan!

Maar hoe dan ook, in zijn hofjaren ontstonden prachtige konings en koniginnenportretten. En die mocht ik nu zomaar aanschouwen. Met ook nog het wereldberoemde La Maja desdenuda, De naakte Maja, in gezelschap van haar meer aangeklede versie. Mooi om die twee iconische schilderijen naast elkaar te zien hangen.

Prado05 Prado06

Aangrijpend was ’t om dat beroemde “De derde mei 1808” voor het eerst in werkelijkheid te zien. Een heel groot doek dat de fusillade voorstelt van Spaanse opstandelingen door het Franse leger van Napoleon die toen Spanje overheerste. Voor mij de 19de eeuwse Guernica, het fameuze werk van Picasso uit de 20ste eeuw. En laat dat nu op een steenworp afstand van het Prado hangen! In het Museo Reina Sofia, het museum voor de moderne kunst.

De derde mei 1808
De derde mei 1808

Het totaal was voor mij een overweldigende, emotionele ontmoeting met Goya. Na zo lange tijd een grote wens in vervulling zien gaan. Prachtig! Het Prado kon voor mij al niet meer stuk terwijl de gigantisch grote rest nog moest komen.

Zoals het werk van Jheronimus Bosch (circa 1450-1516), tegenwoordig bij ons Jeroen Bosch maar in Spanje El Bosco. Daar krijg je vooral wazige blikken als je begint over Jeroen Bosch. Het Prado bezit relatief veel werken van onze bekendste middeleeuwse schilder. Een hele zaal is er aan gewijd.

de zaal met Jeroen Bosch
de zaal met Jeroen Bosch

Hoe die allemaal daar terecht zijn gekomen, in dat verre Spanje? Dat is een verhaal apart. Maar het pronkstuk Tuin der Lusten schijnt zelfs in Brussel bij onze Vader des Vaderlands Willem van Oranje te hebben gehangen.  In de tijd dat hij daar nog onder de adel verkeerde.  Later legde Alfa beslag op het schilderij en kreeg Philips II ’t uiteindelijk in zijn bezit. Een ander pronkstuk, De Hooiwagen, kon ik ook nog net zien hangen. Nu zou dat niet meer lukken. Het pronkt voor de komende tijd namelijk in Nederland, in Museum Boymans van Beuningen. Ik zag recent zelfs een foto waarin ze het drieluik in Rotterdam aan het installeren zijn. En volgend jaar wordt ’t Den Bosch, Jheronimus’ woonplaats. Als ze daar uitgebreid zijn 500ste sterfdag gaan vieren.

De hooiwagen, nog in het Prado
De hooiwagen, nog in het Prado
De hooiwagen in opbouw in Boymans van Beuningen
De hooiwagen in opbouw in Boymans van Beuningen

Heb je El Bosco gehad, dan komt de grote Velazquez nog eens een keer. Of een absolute topper van Rogier van der Weyden, een Kruisafname van Christus uit de 15de eeuw.

Kruisafname van Christus, Rogier van der Weyden
Kruisafname van Christus, Rogier van der Weyden

Ik ben er diverse keren naar terug gelopen. En niet te vergeten de prachtigste Romantiek met stervende, al lijkbleke heldinnen en helden op gigantisch grote doeken.

de Romantiek ten top
de Romantiek ten top

Mijn harde schijf was op een bepaald moment helemaal mudje vol. Al het vele, vele andere moois, ik kon het gewoonweg niet meer opnemen. Een heel goeie reden om nog eens terug te keren naar Madrid. Om me ook opnieuw te kunnen laven aan Goya. Tot volgende week.

TOOS

Leven als god in Frankrijk


Nice01 Het is een bekende uitdrukking, dat “leven als god in Frankrijk”. Maar ik kan aardig aanvoelen waar dat gevoel over het goede Franse leven vandaan komt. Dat krijg je wel als je regelmatig in Nice verkeert. Dat Parijs in het klein, maar dan op z’n Italiaans.

Nu ook weer. ’s Middags aangekomen met Transavia vanaf Rotterdam en ’s avonds gelijk aan tafel met kunstliefhebbers in diverse soorten en maten op een terras in het bergachtige achterland. Een kunstverzamelend echtpaar had mijn Niçoise galerist Jean-Paul Aureglia, mij en mijn lief, en nog een ander kunstenaarskoppel uitgenodigd. Hun nieuwe huis was bijna klaar, de kunstverzameling hing en dat moest gevierd worden. Met veel champagne en een overvloedige barbecue. En natuurlijk een bezichtiging van hun kunstverzameling. Zo stond ik dan ineens samen met hun voor één van de schilderijen die ze van mij hebben hangen op prominente plekken in de woonkamer.

Nice02

Loop ik de volgende morgen het Palais de Venise uit, het gebouw waarin zich mijn atelier/appartement bevindt, dan bots ik bijna tegen de markt aan die zich daar dagelijks tot 13 uur bij mij voor de deur en in de omgeving afspeelt. Groenten, fruit, vis, bloemen, wat al niet.

Nice03

’s Avonds is diezelfde omgeving omgetoverd tot een soort Quartier Latin met een keur aan restaurants. Allemaal met terras natuurlijk. Want vrijwel elke avond is ook een zomerse avond waarbij je tot laat buiten kunt zitten.

Nice04Tel daarbij ook nog maar op het strand met de beroemde Promenade des Anglais op loopafstand, net zoals trouwens ook vele musea. Acht gemeentelijke musea telt Nice, naast nog een aantal andere. Normaal zijn die acht vrij toegankelijk. Deze zomer moet je echter €10 toegang in totaal betalen vanwege een circuit van acht exposities die allemaal met Henri Matisse (1869-1954) hebben te maken. Die wereldberoemde kunstenaar die een groot deel van zijn leven in Nice woonde en er ook stierf. Maar daarover een volgende keer.

Nice05 Nu ben ik alweer terug in Middelburg. Na vanzelfsprekend een afscheidsetentje met Jean-Paul onder de arcaden van mijn favoriete plein in Nice, place Garibaldi. Leven als god in Frankrijk! Hoezo? Nu moet er echter weer worden gewerkt vanwege komende exposities. Ook daarover meer de komende tijd. Tot volgende week.

TOOS

www.toosvanholstein.nl

www.toos.biz

YouTube http://bit.ly/ij4Pag