Tagarchief: Westkapelle

Kunstkwaliteit is ook maar een mening oftewel het pijnlijk gemis van Charley Toorop


links in Kröller-Müller Museum, rechts in Kunstmuseum Den Haag

Tweemaal trof ik haar de laatste weken en tweemaal keek ze me vorsend aan met haar grote, doordringende ogen. Eerst in het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe. Daarna, een week geleden, in het Kunstmuseum Den Haag toen ik de tentoonstelling ‘Breitner vs Israël’ bezocht en nog even doorliep naar andere zalen. Niet dat ik haar letterlijk tegen het lijf liep. Beetje moeilijk bij iemand die in 1955 stierf. Nee, ze staarde me aan vanaf de museummuren. Maar ook één keer trof ik haar juist niet terwijl dat absoluut had gemoeten. Namelijk in het nieuwe boek ‘GREAT  WOMEN ARTISTS’.  Foei, wat een omissie, wat een kneiter van een fout! Charley Toorop (1891-1955), want om haar gaat ‘t, was daarin nergens te bespeuren. Terwijl er toch meer dan 400 beroemde vrouwelijke kunstenaars van de laatste vijf eeuwen in voor zouden komen. Waarover straks meer.

 Dat boek moest ik natuurlijk hebben! Ik schrijf ten slotte niet zomaar regelmatig over vrouwen in de kunst. Een onderwerp dat me zeer na aan het hart ligt. Dus plaatste ik gelijk een bestelling in Engeland. Bleek ineens een paar dagen later dat er ook een Nederlandse vertaling, ‘HET GROTE VROUWEN KUNST BOEK’, op de markt kwam. Maar Engels of Nederlands, over Charley Toorop niets, nothing, rien, niente, nada. En dat terwijl ze in alle belangrijke Nederlandse musea voor moderne kunst hangt. Gewoon zoals ’t behoort bij zo’n kunsticoon, bij die grande dame in de Nederlandse kunstwereld van de eerste helft van de 20e eeuw. Want reken maar dat ze dat was.

Even kort door de bocht. Dochter van de beroemde schilder Jan Toorop. Opgroeiend in de avant-gardistische kringen rond haar vader waarbij de kunst met de paplepel werd ingegoten. Al jong bevriend met Piet Mondriaan, daardoor bezoeken aan Parijs met zelfs een tentoonstelling in die stad. Een turbulent leven met veel verhuizingen en  veel mannen na een mislukt, vijf jaar durend huwelijk waaruit drie kinderen werden geboren. Maar altijd met de drang naar schilderen, dat was het ultieme. Zonder academie weliswaar, maar met de kennis van haar vader en over de vloer komende schildersvrienden ontwikkelde ze een geheel eigen stijl. Al zoekende kwam ze uit bij Vincent van Gogh waardoor ze ook net als hij een poosje ging wonen in de Borinage, de mijnstreek in Wallonië.

Arbeiders uit de Borinage 1923, houtskool op papier, Boijmans van Beuningen, Rotterdam
Twee vrouwen uit de Borinage 1922, Gemeentemuseum Helmond

Dichter bij huis vond ze inspiratie in de boerengemeenschap van Westkapelle op Walcheren. Dat spreekt mij als ZeBra, Zeeuwse Brabander, natuurlijk wel aan. Heel wat zomers verkeerde ze er omdat haar roemrijke vader dan het middelpunt was van de nu zo bekende Domburgse kunstenaarskolonie. Met o.a. Mondriaan, Henri le Fauconnier en Jacoba van Heemskerck. Maar de sociaal bewogen en eigenzinnige Charley verkeerde liever enkele kilometers verderop. Bij de boeren in Westkapelle.

Boeren (1930), Centraal Museum Utrecht
Boerengezin in Zeeland 1927, Stedelijk Museum Amsterdam
Muzikanten en dansende boeren 1927, Kröller-Müller museum

Uiteindelijk kwam ze in het voornamelijk mannelijke kunstbolwerk tot die heel persoonlijke stijl die bij geen enkele kunststroming hoort maar die je overal direct herkent.

Medusa kiest zee 1939-41, Kröller-Müller Museum
Zelfportret met haar drie kinderen (1929), Groninger Museum
De maaltijd der vrienden 1932-33, Boijmans van Beuningen

video Maaltijd der vrienden

Zelfportret tegen palet 1934, Kröller-Müller Museum
Portretgroep van H.P.Bremmer en zijn vrouw met kunstenaars uit hun tijd 1936-38, Kröller-Müller
Zelfportret 1943-44, Kröller-Müller
Oude bloeiende appelboom (1949), Kröller-Müller
‘Drie generaties’, met haar al overleden vader als bronzen kop en schilderszoon Edgar Fernhout 1941-50, Boijmans van Beuningen
Charley Toorop voor dat beroemde schilderij ‘Drie generaties’

Misschien is dat wel de reden dat ze niet in ‘GREAT WOMAN ARTISTS’ voorkomt en die al genoemde, expressionistisch schilderende Jacoba van Heemskerck wel.  Net zoals trouwens Artemisia Gentileschi, Sofonisba Anguisola, Judith Leyster, Clara Peeters en Rachel Ruysch. Vrouwen waarover ik al herhaaldelijk schreef. En waarbij aan sommigen door curatoren van het Mauritshuis korte video’s zijn gewijd in het kader van dat nieuwe boek.

 

Maar over die namen heeft dan ook de geschiedenis geoordeeld. Die hebben het schiftingsproces van tijd en kwaliteit ruimschoots doorstaan. Wat je niet kunt zeggen van een aantal in de uitgave voorkomende kunstenaars van pas zo’n 30, 40 jaar oud. Eigenlijk een grote schande voor zo’n salontafelboek van een paar kilo met teveel Angelsaksische pretenties . Een paar voorbeelden.

werk van Tschabalala Self (geb. 1990 New York)
werk van Amalia Ulman (geb. 1989 Buenos Aires)

Zouden die echt over een halve eeuw nog bij de grote vrouwelijke kunstenaars horen? Ik mag toch echt hopen van niet. Dat ze daarbij dan ook nog ‘mijn’ Leonor Fini (zie deze blogaflevering ) geen bladzijde gunnen ten koste van dit ‘gedoe’, maakt ’t alleen nog maar erger.

Ik verwacht dat Karin Haanappel het beter gaat doen. Karin Haanappel? Ja, de kunsthistoricus die zich in Nederland zeer beijvert voor de positie van de vrouw in de kunst. Met lezingen, seminars, optredens voor radio en tv,enz. En met boeken. Kijk maar eens bij https://www.haanappelart.com/.

Volgend jaar moet haar ‘Herstory of art’ uitkomen. Een geheel herziene versie van de 1e druk uit 2012 die nergens meer is te krijgen. Een Nederlandse uitgave trouwens, ondanks de titel. Maar die is natuurlijk te mooi om niet te gebruiken. En Karin, zorg dat Charley Toorop erin voorkomt. Owee als dat niet het geval is! Want dan moeten we toch eens ernstig met elkaar praten. Tot volgende week.

TOOS

Van Scheringa tot Melchers en More


Van Heerdt tot Eversberg, van Harinxma thoe Slooten of van Tuyll van Serooskerken. Van die namen die horen bij oude geslachten, bij het zogenaamde Oude Geld. Maar die naam uit de titel, van Scheringa tot Melchers en More?  Onbekend? Dat kan dan helemaal kloppen!  Die hoort bij het Nieuwe Geld. En dan zelfs nog bij twee personen. Oud-politieman Dirk Scheringa, niet alleen bekend van de schaapwollen sokken die hij altijd draagt, en zakenman Hans Melchers, bij het grote publiek vooral bekend door de ontvoering van zijn dochter in 2005. Daarbij kan natuurlijk aangetekend worden dat Scheringa nu iets minder nieuw geld op zijn bankrekening heeft staan dan voor 2009. Het jaar dat zijn eigen DSB bank instortte.  En dat terwijl ie net bezig was een nieuw museum te laten bouwen voor zijn grote collectie realistische kunst. Een gebouw met 44 zalen en in oppervlak groter dan het Van Gogh museum. Het Grote Denken kon je rustig aan Scheringa overlaten. Twee  typische gevallen van jammer dus voor hem, die bank en dat museum.

het niet afgebouwde museum van Dirk Scheringa
het niet afgebouwde museum van Dirk Scheringa

Dirk, hevig behept geraakt met het kunstvirus, had met zijn aan anderen verdiende bankcentjes een zondermeer prachtige collectie opgebouwd. Van vooral Nederlandse realistische en magisch realistische schilders. Bijvoorbeeld Carel Willink(1900-1983), Pyke Koch(1901-1991), Raoul Hynckes(1839-1973) en Charley Toorop(1891-1955).

Carel Willink, Zebra's in rood rotslandschap, ooit in de collectie van Dirk Scheringa
Carel Willink, Zebra’s in rood rotslandschap, ooit in de collectie van Dirk Scheringa

Maar ook van beroemde buitenlandse tijdgenoten van hen, zo als Magritte, Delvaux, de Chirico. Of van latere grootheden als Lucian Freud, Marlene Dumas en Fernando Botero. Nu was plots die unieke verzameling in beslag genomen en stond dat half afgebouwde Scheringa Museum voor Realisme ergens in de Noord-Hollandse polder zelf ook magisch realistisch te worden. Heel recent werd trouwens bekend dat het eind september in een on-line veiling bij opbod wordt verkocht. Onder voorwaarde dat het een culturele bestemming houdt. Wie weet kan Dirk het voor een appel en een ei terugkopen. Dat zou helemaal magisch realistisch zijn. Een museum zonder kunst erin.

Want in 2012 kocht Hans Melchers het Nederlandse deel van de collectie. Zo’n duizend werken en dat, naar de verhalen luiden, voor slechts 15 miljoen. Echt een koopje! Maar hij vertelde er wel gelijk bij dat ook hij een nieuw museum wilde laten neerzetten. In het Gelderse Gorssel. Prachtig natuurlijk als je dorp op die manier op de kunstkaart terecht komt. Een paar maanden geleden ging het open. En laat nu net een heel goeie kunstvriendin van me recent in Gorssel zijn komen wonen. Letterlijk om de hoek bij dat nieuwe museum MORE. Een samentrekking van MOdern REalisme. Dat werden dus twee vliegen in één klap. En een leuke afspraak én een bezoek aan MORE.

more03

met nieuwe museum MORE
het nieuwe museum MORE

Echt een aanwinst, dat museum. Het oude gemeentehuis van Gorssel is helemaal omgeven geraakt door een nieuwe, architectonisch prachtig uitgebouwde schil van zalen. Met daarin de schilderijen uit de Melchers-collectie die er echt alle ruimte krijgen. Genieten. Vooral omdat er prachtige werken hangen. Carel Willink krijgt natuurlijk heel veel aandacht met ongeveer anderhalve zaal. Absoluut mooi maar niet heel verrassend door de aandacht die zijn werk al heel lang kreeg en nog steeds krijgt in de media.

more04

de zalen met werk van Carel Willink
de zalen met werk van Carel Willink

Wel verrassend was de onverwachte confrontatie met een prachtig schilderijtje van een Zeeuws echtpaar door Charley Toorop. Helemaal in die bekende stijl van haar met contrasterende kleuren en zware lijnen. Dan besef je gelijk weer dat ze jarenlang elke zomer in Westkapelle was te vinden waar ze een eigen atelier had.

Charley Toorop, Zeeuws echtpaar
Charley Toorop, Zeeuws echtpaar

In die categorie van verrassingen viel ook een heel geheimzinnig stilleven van Raoul Hynckes. Zo waren er meer van dat soort momenten.

Raoul Hynckes
Raoul Hynckes
Pyke Koch
Pyke Koch
beeld van 2de etage
beeld van 2de etage

Op de tweede verdieping ervoer ik dat veel minder. Daar hangen de nieuwere realisten. Zij die nog leven, zeg maar. En daar moet nog wel een en ander uitkristalliseren in kwaliteit. Alhoewel de oude Co Westerik(1924) van mij beslist mag blijven. Bij de vooroorlogse, nu dooie generatie, is dat uitkristalliseren natuurlijk al lang gebeurd. Tijd zeeft de kwaliteit er wel uit. Maar op zich is het weer interessant dat te kunnen constateren.

Co Westerik
Co Westerik

Conclusie? MORE is een grote aanwinst in kunstland. Waar Hans Melchers zelfs nog een tweede aan toe gaat voegen. In kasteel Huize Ruurlo, ook al in de Achterhoek.

Huize Ruurlo
Huize Ruurlo

Dat kasteel wordt na verbouwing helemaal aan Willink gewijd. Hoe ’t dan gaat met die anderhalve zaal van hem in MORE? Dat zal blijken. Tot volgende week.

TOOS