Lege kunst


De kunst van het weglaten heb je niet één, twee, drie onder de knie. Als beeldend kunstenaar weet ik daar wel het nodige van. Zit ik midden in “the flow” bij het schilderen, dan moet ik er altijd heel goed op letten om op het juiste moment op te houden. Want bij nog ‘even’ doorgaan is het heel makkelijk de balans van de compositie net te verstoren.

Hoe ik daar zo ineens op kom? Door de Biënnale in Venetië. Dat tweejaarlijkse mondiale hoogtepunt in de kunstwereld. In de Giardini, daar waar die Biënnale ooit begon met de bouw van een aantal landenpaviljoens, kan elke natie met zo’n eigen expositiegebouw, weer uitpakken met haar “state of the art”. In 1954 liet bijvoorbeeld Nederland daar door de beroemde Rietveld een nieuw paviljoen neerzetten.

de Giardini
de Giardini

Omdat steeds meer landen mee zijn gaan doen, is die Giardini trouwens al lang veel te klein en zijn er nu overal in Venetië nieuwe expositieplekken te vinden. Maar dat voorlopig terzijde. Eerst die Giardini. Ik heb daar een dag lang toch wel verbaasd en ook enigszins verdwaasd rondgelopen. Vanwege die kunst van het weglaten, geïllustreerd door onderstaande foto’s.

giardini 02

giardini 03

giardini 04

Moet ik iets hiermee? Kan ik iets hiermee? Wil ik iets hiermee? Dit zijn dus echt officiële landeninzendingen van Denemarken, Oostenrijk en nog een of ander land. Hierover hebben landenkunstinstituties en kunstcuratoren lang nagedacht. Is dit leegte in de kunst? Is dit kunstleegte? Of is dit lege kunst? Ben ik nu gek of ben ik, zoals mijn toch niet echt op zijn achterhoofd gevallen levensgezel dat zo mooi pleegt uit te drukken, hier geestelijk nog niet aan toe? Zitten die curatoren op zo’n ontzettend hoog intellectueel en abstract denkniveau dat ik daar, ook al word ik honderd, nooit meer aan toe zal komen?

Van te voren werd mij in diverse kunstkritieken aangeraden beslist het Noorweegse paviljoen te bezoeken. Dat zou echt de moeite waard zijn. Maar wat vond ik daar?

paviljoen van Noorwegen
paviljoen van Noorwegen

Een geluidsinstallatie en een aantal gigantisch grote raamsponningen met vooral veel gebroken glas. Is dit een wereldwijd complot van een groep  kunstcritici en curatoren om ons zelf aan de hand van onbegrijpelijke kunstverhalen tot volstrekte minkukels te verklaren? Dan moet Dan Brown zich daar maar eens in verdiepen om er een spannend boek over te schrijven.

Maar gelukkig was er ook het nodige dat mij weer een blij gevoel gaf. Zoals een installatie in het paviljoen van Japan.

paviljoen van Japan
paviljoen van Japan

Daar hadden heel veel nijvere vingertjes een gigantische hoeveelheid arbeid verricht bij het creëren van een intrigerende droomwereld met heel veel rode draadjes en heel veel sleutels. Een wereld die je absoluut niet hoeft te begrijpen om ‘m toch aangenaam verwonderd te ondergaan. En zo waren er dus meer kunstuitingen die positief verbaasden.

paviljoen van Rusland
paviljoen van Rusland

giardini 09a

giardini 08

giardini 10

Daarbij hoorde, vergelijkenderwijs, toch ook het Nederlandse paviljoen. Met een inzending van herman de vries. Nee,die kleine letters in zijn naam zijn zoals ’t hoort. Echt zo’n uiting van de jaren 60. Dat klopt dan ook helemaal want herman is 84. Een kunstenaar die ’t liefst naakt rondloopt in zijn eigen grote bos ergens in Duitsland en de natuur verwerkt tot kunstobjecten. Heel consequent en heel esthetisch. Je hoeft er niet direct van te houden om het toch te kunnen waarderen.

paviljoen van Nederland
paviljoen van Nederland

giardini 12

De komische noot vond ik het Franse paviljoen. Daar zouden drie bomen met wortels en al hebben moeten staan. Een in die wortels verwerkt elektronisch mechanisme zou die bomen heel langzaam laten bewegen over de vloer. Je begrijpt, daar hoorde natuurlijk wel weer een onbegrijpelijk curatorenverhaal bij. Rondom waren podia gemaakt waarop je kon liggen om de tijd te nemen de beweging te ervaren. Twee bomen stonden echter al buiten, tussen de echte, omdat ze niet meer werkten. De liggers moesten ’t dus met nog maar één boom doen. Dacht je “nou, vooruit maar”, dan bleek je hoofd ook nog zodanig schuin achterover komen te liggen dat je over die ene boom heen keek. Kijk, dat vind ik nou kunstige humor. En nu maar hopen dat die laatste boom ’t blijft doen.

paviljoen van Frankrijk
paviljoen van Frankrijk

Al met al had ik dus beslist gemengde gevoelens, daar in de Giardini. Maar als je de poort uitloopt, kom je weer in dat prachtige Venetië. In feite één groot, prachtig kunstproject met een eeuwenoude geschiedenis. Alleen daarvoor al is het de moeite waard elke twee jaar naar de Biënnale af te reizen. Zin in nog meer Toosiaanse beschouwingen over die Biënnale buiten de Giardini? Dan tot volgende week.

TOOS

De geheugenmuur


Mijn geheugen heb ik met lijm op een muur geplakt. Ten minste, het tentoonstellingsgedeelte van dat geheugen. Op een muur in de keuken van mijn atelier in Nice. Een muur vol met affiches van exposities van mij. Duidelijk een muur met een verleden. Dus als ik wil weten wanneer ook al weer een bepaalde tentoonstelling was, helpt die muur mij. Op voorwaarde natuurlijk van de aanwezigheid van een poster.

deel van de geheugenmuur
deel van de geheugenmuur
de affiche uit 1996
de affiche uit 1996

Bij zo’n geheugenmuur kun je af en toe heel wat afmijmeren. Maar dat kan ook weer leiden tot actie. Daardoor stond ik een paar dagen geleden in Venetië in restaurant Aciugetha. Ik ben namelijk weer in die stad vanwege het einde van de tentoonstelling waaraan ik deelneem. En ook trouwens om nu op m’n gemakkie de kunstbiënnale te kunnen bezoeken. Waarom ik dan zo nodig dat restaurant Aciugetha vlak bij het San Marco plein moest bezoeken? Dat is de schuld van een affiche uit 1996 op die geheugenmuur.

Toen, bijna 20 jaar geleden dus, nam ik ook al deel aan een groepsexpositie in La Serenissima, zoals Venetië ook wordt genoemd. Is er een mooiere bijnaam te verzinnen?Maar goed, die tentoonstelling was een heel speciale, bedoeld om geld bij elkaar te sprokkelen voor het beroemde operagebouw van Venetië,  La Fenice. Dat was weer eens afgebrand, voor de zoveelste keer in zijn paar eeuwen oude bestaan. En het ontbrak de stad op dat moment aan voldoende financiën voor een grondige restauratie. Zonde! Want die prachtige bonbondoos vormt een onmisbaar deel van de culturele geschiedenis van de Dogenstad.

La Fenice binnen
La Fenice binnen

Dus bedachten mijn galerist Jean-Paul uit Nice en zijn branchegenoot Antonio uit Venetië een plan om de wederopbouw van La Fenice een beetje mee te helpen financieren. “Un mese per La Fenice”, een maand voor La Fenice, een goede-doelen-groepstentoonstelling van een maand met een aantal van hun internationale kunstenaars. Inclusief mijn persoontje. Want toen ik daarvoor werd gevraagd, hoefde ik niet lang na te denken.  Welke kunstenaar wil dat nu niet? Exposeren in de stad van oude schildermeesters als Bellini, Titiaan, Veronese,Tiepolo. Daar is helemaal niks mis mee.

Maar oude meesters of moderne kunstenaars, ze moeten toch eten. Vandaar dat we na de opening van onze expositie terecht kwamen in dat Aciugetha om de inwendige mens op  mediterrane manier te  versterken.

restaurant Aciugetha
restaurant Aciugetha

Dat had Antonio voor een heel soepele prijs geregeld. Als Venetiaan wist hij namelijk heel goed dat je als niet-Venetiaan, en zeker als duidelijke toerist, per definitie wordt gesneden. Voor koffie, voor bier, voor wijn of pasta, je betaalt altijd teveel. Een factor twee is beslist niet ongebruikelijk. Als je ooit in die stad bent geweest, moet je bij het afrekenen wel beseft hebben dat een gewone Venetiaan die toeristenprijzen nooit kan betalen. Dan zou zijn of haar inkomen beduidend boven het gemiddelde Italiaanse salaris moeten liggen.

Maar goed, Antonio had op z’n Italiaans een en ander geritseld en wij, arme kunstenaars, hoefden zelfs helemaal niets te betalen. Uiteindelijk zorgden wij al voor een heel klein restauratiestukje van La Fenice.  Ik heb toen uit dankbaarheid daarvoor een aquarel gemaakt voor de restauranteigenaar. Nu, in 2015, was ik benieuwd of die er nog hing.  En ja hoor, mijn kunstwerk hing er nog, tussen een paar andere die daar waarschijnlijk ook op zo’n soort manier terecht zijn gekomen.

de aquarel
de aquarel

Een aquarel met een grote school ansjovissen die oprukken in de stad. Ansjovissen? Inderdaad. Want acciuga is Italiaans voor ansjovis. En hoe heette dat restaurant ook al weer? Kijk, dat soort herinneringen kun je niet op een muur plakken. Tot volgende week.

TOOS

Asterix, Obelix, Matisse en Queen Victoria


“Toen ik begreep dat ik dit licht elke morgen weer zou kunnen zien, kon ik mijn geluk niet op”. Dat zei Matisse in 1917 toen hij op 48-jarige leeftijd voor het eerst Nice bezocht om in het milde klimaat van de Côte d’Azur zijn bronchitis te bestrijden. Ik moest aan die uitspraak denken toen ik een poosje geleden de grote expositie  “De oase van Matisse” bezocht in het Stedelijk Museum van Amsterdam.

Die uitspraak begrijp ik namelijk helemaal. Want voor een kunstenaar is het licht van groot belang en hier aan de Côte d’Azur is dat vaak veel helderder, krachtiger en doordringender dan in Nederland. Maar ook moest ik aan nog iets anders denken. Aan het Régina, een pompeus en dus ook luxueus Belle Époque appartementencomplex op de Cimiez, één van de heuvels van Nice.

Het Régina in Nice
Het Régina in Nice

Ooit, toen het Régina nog gedeeltelijk hotel was, kwam de Britse vorstin Victoria er af en toe wel bivakkeren met haar gevolg als ze Londen en Buckingham Palace beu was. Maar dat terzijde. Want ’t was toch Matisse die zorgde voor mijn associatie met het Régina. Hij maakte er namelijk een kunstwerk dat nu één van de pronkstukken is op de expositie in Amsterdam. La Péruche et la Sirène, één van de beroemde kunstknipsels die hij, noodgedwongen door lichamelijke ongemakken, op latere leeftijd maakte.

La Péruche et la Sirène, links op deze foto in het Stedelijk Museum
La Péruche et la Sirène, links op deze foto in het Stedelijk Museum
Matisse met zijn grote schaar en La péruche etc. achter hem
Matisse met zijn grote schaar en La péruche etc. achter hem

Hoe Matisse daar in dat architectonische icoon van het eind 19de eeuwse Nice kwam? Hij had zich daar, als welgesteld kunstenaar, twee appartementen veroorloofd. Ruime appartementen met heerlijk hoge muren waar hij zich met zijn assistenten en een heel grote schaar helemaal kon uitleven op die zogenaamde gouaches découpées. Ik vind het altijd weer mooi om daaraan te denken als ik in Nice in de verte dat gigantische Réginacomplex zie liggen schitteren op de heuvel in de mediterrane zon. In dat licht dat mee veroorzaakte dat Matisse het tweede deel van zijn leven in Nice en omgeving woonde.

Overigens pas op ’t laatst in het Régina. Daar gingen heel wat Niçoise appartementomzwervingen aan vooraf. Bijvoorbeeld aan het einde van de Cours Saleya. De bloemenmarkt die ik vorige week nog noemde vanwege het nieuwe museum Espace Ferrero dat daar onlangs is geopend.

appartementgebouw van Matisse op de Cours Saleya
appartementgebouw van Matisse op de Cours Saleya

Matisse-Nice05 Zeg nou zelf, als je dat grote, gele pand op de foto ziet moet je wel concluderen dat Matisse beslist een goeie neus had voor mooie plekjes. Want wie zou nou niet zo’n soort optrekje bij die Cours Saleya willen hebben, direct achter de boulevard en met uitzicht op de baai, de Baie des Anges. Ooit zag ik een interieurschilderij van Matisse waarop door het raam nog net een klein stukje zichtbaar is van die Cours. Maar zo zijn er meer werken van hem waarop Nice duidelijk herkenbaar is. Ook weer gemaakt vanuit plekken waar de kunstenaar de eerste jaren van zijn Niçoise bestaan verbleef.

"La baie de Nice"
“La baie de Nice”

Zoals de “La baie de Nice” vanuit een kamer in het Hôtel Beau Rivage. Met daarop nog de grote pier die toen ver de zee instak. Eén van die pieren die destijds overal in de westerse wereld zo populair waren en waarvan er nog maar enkele over zijn. Die van Nice in ieder geval niet meer. Die werd in 1942 gestript op bevel van de Duitsers. Die hadden de waardevolle metalen ervan nodig.

"Fête des Fleurs"
“Fête des Fleurs”

Of zoals het “Fête des Fleurs” vanaf het balkon van het  Hôtel de la Méditerranée et de la Côte d’Azur. Dat bestaat trouwens ook niet meer. Daar staat nu een heel duur complex met casino en appartementen die je alleen kunt betalen als je heel veel gewonnen hebt in datzelfde casino.

Nog meer Nice-Matisse connecties in de stad? Geen probleem! Maar dan eentje waar Matisse zelf waarschijnlijk nooit aan heeft gedacht. Het Musée Matisse, op een steenworp afstand van het Régina. Bij het sfeervolle Parque des Arènes met zijn vele olijfbomen. Een plek waar Matisse graag wandelde. Het werd geopend in 1963, bijna 10 jaar na zijn dood. In een prachtige 17de eeuwse villa, vlak boven de ruïnes van Cemenelum, het Romeinse Nice.

Musée Matisse
Musée Matisse

matisse-Nice09

matisse-Nice10 Want Asterix en Obelix mogen dan wel regelmatig verkondigen “ils sont fous”, ces Romains!”, maar echt gek waren die ouwe Romeinen nou ook weer niet. Die wisten al heel lang waar prachtige plekken te vinden waren . Net zoals dus Queen Victoria en Matisse. En of ik nou ook niet gek ben met mijn atelier in Nice? Dat moeten anderen maar beoordelen. Tot volgende week.

TOOS

Gitareske kunst


Kunsthandelaar Ferrero heeft een deel van zijn grote collectie geschonken aan zijn stad Nice. Nou, dat is dan leuk voor Nice zul je misschien denken,maar  moet ik daar verder iets mee? Niet persé natuurlijk. Maar het leuke is wel dat ik daardoor vorige week onverwacht naar een werk met doorgezaagde gitaren stond te kijken .

ferrero1a

Kirke
Kirke

Een kunstwerk van de best redelijk wereldberoemde Niçoise kunstenaar  Arman (1928-2005.) In een nieuw museum in Nice dat aan die collectie van Ferrero is gewijd. En dat terwijl er op dit moment in Venetië ook een kunstwerk met gitaren is te vinden, maar dan van mij. Mijn Kirke die met haar rok van doorgezaagde gitaren en gitaarstukken gewoon lekker staat te staan in de Sala del Portale aan de Campo San Lorenzo.

Toeval? Zeker weten! Maar toch wel een heel frappant toeval waaruit opnieuw blijkt dat in de kunst alles al wel eens een keer is gebeurd. Ook met doorgezaagde gitaren dus. Het is eigenlijk net als kok spelen. Bij voedsel staat je een beperkt aantal ingrediënten ter beschikking, maar daarmee is een ongelooflijk aantal variaties te bedenken.

Nu zit er bij die gitaren van mij wel een verhaal. Zoals eigenlijk altijd bij mijn schilderijen en beelden. Een verhaal dat ik meestal voor mijzelf bewaar. Want kijkers, vind ik, moeten gewoon zonder verhaalbezwangering van mijn kant hun eigen ideeën kunnen vormen. Maar voor die gitaren maak ik hier nu even een uitzondering vanwege dat toeval.

Kirke, ook wel als Circe geschreven, is een tovenares uit de Odyssee van Homerus en woont op het eiland Aeaea. Ze vindt het wel spannend om mannen in beesten te veranderen. Letterlijk dus! Dat gebeurt ook met de scheepsbemanning van onze grote held Odysseus als hun schip na veel omzwervingen bij Aeaea aankomt. Zijn mannen worden veranderd in varkens, overigens wel met behoud van hun verstand. Om een lang verhaal verder kort te maken, onze moedige en slimme Odysseus weet, met een beetje hulp van de god Hermes,  Kirke die betovering ongedaan te laten maken. Maar daarvoor moet hij wel al zijn mannelijke charmes in de strijd gooien. Hij weet haar zo te  bespelen dat ze verliefd op hem wordt en hem zelfs nog kinderen baart. Vandaar dus die rok van doorgezaagde gitaren. Een metafoor voor dat bespelen van Kirke door Odysseus.

Kon ik ook zo’n verhaal bedenken bij die gitaren van Arman toen ik daarvoor stond? Nee, eigenlijk niet. Hij heeft destijds, als kunstenaar in de stroming van het Nouveau Réalisme, gewoon een compositie gemaakt van al die verzaagde gitaaronderdelen en dat was het dan. In die tijd, de jaren 60 en later, hebben heel wat van dit soort werken zijn atelier verlaten om verspreid te raken over de wereld. In zowel musea als particuliere verzamelingen. En zeker dus in die collectie van galerie eigenaar Ferrero die hem vertegenwoordigde. Op weg naar de Promenade des Anglais aan het strand ben ik heel wat keertjes bij Galerie Ferrero langs en soms ook binnengelopen. Met in de etalage en binnenin altijd wel werk van Arman. Of van Yves Klein, César of Niki de Saint Phalle, ook wereldberoemde Franse kunsticonen.

Espace Ferrero
Espace Ferrero

ferrero4 Maar nu is er dan sinds kort de Espace Ferrero met daarin werk van al die kunstenaars. Een gebouw grenzend aan de Cours Saleya. Dat zal veel toeristen weinig zeggen. Maar bij de naam Marché des Fleurs, de Bloemenmarkt, zullen vele ogen wellicht oplichten. Oh, daar! Ja, inderdaad, daar. In een groot pand waar destijds, zoals ik bij een bezoek wel eens heb ervaren, altijd ijverig stadsplanningambtenaren met mapjes onder de arm heen en weer liepen. Nu heerst er de serenere museumsfeer. Al weer een museum erbij dus! Nice begint als culturele hoofdstad van de Côte d’Azur ook een echte museumstad te worden. Naast alle andere aantrekkelijkheden die de stad al heeft.

still uit de Taiwanese video
still uit de Taiwanese video

Dat ervaar ik telkens weer als ik er voor een poosje in mijn atelier neerstrijk. Zoals nu. Even bijkomen van de Venetiaanse vermoeienissen voordat ik over een paar weken opnieuw richting Dogenstad ga. Voor het einde van mijn expositie daar en voor de Biënnale. Want daar heb ik nog maar een klein stukje van kunnen zien. Wel zag ik al de landenbijdrage  van Taiwan. Een video waarin een bepaald muziekinstrument een belangrijke rol speelt. Je mag één keer raden welk. Heel goed, een gitaar! Een opvouwbare nog wel. Toch wel frappant, al die kunstige gitaren. Tot volgende week.

TOOS