Geen Jeroen Pauw meer en toch “We gaan beginnen!”


atelier Toos van Holstein, Korendijk 56 Middelburg

We gaan beginnen!

Een heel enkele keer in het jaar is er in Middelburg zo’n zondag waarop je zonder al te veel gevaar in de straten dat bekende kanon kunt afschieten. Bijvoorbeeld de eerste zondag in januari. Ten minste, als dat niet toevallig Nieuwjaarsdag is.

Maar op de eerste zondag van februari? Niet doen! Want dan start traditioneel altijd die bekende maandelijkse Kunst en Cultuurroute Middelburg. Voor de rekenaars onder ons, daarna dus ook nog 10 keer dit jaar. Met andere woorden, op zaterdag 1 februari  geldt “We gaan beginnen”. Om die bekende startzin van Jeroen Pauw maar eens te gebruiken.

Hè, zaterdag? Maar Toos, je schrijft toch 1e zondag? Klopt helemaal! Maar, zoals dat in het Duits zo fraai heet, ‘jede Konsequenz führt zum Teufel’. Vandaar dat de kunstroute in februari, maar ook alleen dan, een heel weekeinde beslaat. Waarom? Lees verder.

Drie kunstvliegen in één KLAP

In mijn eeuwenoude pakhuis ‘Holstein’ aan de Korendijk 56 kun je dan zelfs drie kunstvliegen in één klap slaan. Want de aftrap van de kunstroute gebeurt met ‘Zeeuwse Gasten’. Een themaparaplu waaronder, nu al voor het 5e achtereenvolgende jaar, kunstroute-deelnemers een Zeeuwse vakgenoot kunnen uitnodigen om mee te exposeren in haar of zijn atelier. Maar om dat nou alleen voor één zondagmiddag te doen? Dat zou toch een beetje te Zeeuws zûnig zijn. Vandaar dat weekeinde. Van 1 tot 5 uur op zowel zaterdag als zondag.

Voor dat aantrekkelijke Zeeuwse Gasten idee heb ik vanaf het begin open gestaan. Dus ook nu weer. Dit keer is Marijke Leertouwer mijn Gast. Zij tovert met oude stukken textiel  en zogenaamde objets trouvés, gevonden oude voorwerpen, heel verrassende assemblages te voorschijn.

werk van Marijke Leertouwer

Zo heb je dan in mijn atelier al twee kunstvliegen in één klap. En die derde? Daarvoor moet je de trap op naar de eerste etage, mijn woongedeelte. Voor ‘Rooms of Now #4’.

Rooms of Now #4

Ik schreef daar eind november al over in dit blog (lees hier maar).  Heel kort samengevat is dat een project in samenwerking met ‘Vleeshal’. HET instituut voor de moderne kunst in Zeeland. Gevestigd in het prachtige middeleeuwse stadhuis aan de Markt en bekend tot ver over onze grenzen. Bij ‘Rooms of Now’  wordt door een uitverkoren kunstenaar een ingreep in een Middelburgs woonhuis gedaan. Bij mij is dat een installatie met twee grote schermen waarop’ Beautiful  Isle of Somewhere’ van Inge Meijer wordt getoond. Een video van 15 minuten. Inge toont daarin op subtiele manier haar interpretatie van de kunstmatigheid van sommige toeristische namaakwerelden. Let wel, deze vierde editie van ‘Rooms of Now’ draait alleen op zondag 2 februari van 1 tot 5 uur.

Allemaal welkom dus bij deze kunstdrieklapper in mijn pand en bij de vele andere adressen van onze onvolprezen Kunst en Cultuurroute Middelburg (https://kunstroutemiddelburg.nl/). En anders? Tot volgende week.

TOOS

Heel oude helden, minder oude helden en ook nog striphelden Asterix en Obelix


beelden van Vercingetorix

Een paar jaar geleden stond ik in Clermont Ferrand plotseling oog in oog met een woest uitgedoste Galliër. Vercingetorix, naar bleek. Hij moest mij overigens wel schriftelijk worden voorgesteld via de bijbehorende museumtekst. Want deze vrijheidsstrijder voor Gallië, dat wat nu dus zo’n beetje Frankrijk is,  bleek al bijna tweeduizend jaar dood. Begin 2018 schreef ik al eens over hem omdat hij me duidelijk maakte waarom stripheld Asterix er uitziet zoals ie eruit ziet (lees hier maar). Alle strips over Asterix en metgezel Obelix heb ik in de loop der jaren gretig tot me genomen. Zalig! Dus als er een nieuwe verschijnt, moet ik die absoluut lezen.

 Daardoor werd ik recent opnieuw met Vercingetorix geconfronteerd omdat hij blijkbaar ook nog een dochter had. Althans, zo blijkt uit de natuurlijk altijd betrouwbare annalen van het nieuwste en 38ste Asterix stripboek, ‘De dochter van de veldheer’. Waarin Adrenaline, de puberende dochter van de door Julius Ceasar verslagen en gedode Vercingetorix ten tonele wordt gevoerd. Of zij net zoals haar vader tot het nationale erfgoed van de Franse natie zal gaan behoren? Dat is maar helemaal  de vraag. Hoe dat zit?

In dat museum in Clermont Ferrand stond en hing een hele kunstverzameling Vercingetorixen. Alles 19e eeuws. De tijd dat in Europa allerlei regio’s aaneen groeiden tot natiestaten. Denk maar aan Duitsland en Italië. Maar daarvoor moesten ook nationale helden gecreëerd worden. Iets met saamhorigheid, horen bij een land, nationalisme, identiteit. Niks nieuws onder de zon zou je bijna kunnen denken. Denk ook maar eens aan Rembrandt. Heeft die niet in opdracht voor het nieuwe Amsterdamse stadhuis, nu het Paleis op de Dam, ‘De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis’ geschilderd? Onze eigen Claudius die, net als Vercingetorix, in opstand kwam tegen de Romeinen. De parallel met de Tachtigjarige Oorlog is snel getrokken.

Rembtandt, De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis

Logisch dus dat Claudius terugkwam in de 19e eeuw toen het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden wel weer wat nationale helden kon gebruiken na het verlies van België in 1831.

Barend Wijnveld, 1835, Claudius Civilis spoort de Batavieren tot opstand aan

Nog meer voorbeelden uit die heldenverzameling? Ene Jan van Schaffelaar die in 1482 van de Barneveldse toren sprong om zijn manschappen te redden. Of Kenau Simonsdochter Hasselaer die kokende pek over de Spanjaarden goot vanaf de Haarlemse stadswallen. Of die Jan ‘dan maar liever de lucht in’ van Speijk. Of het feitelijk allemaal klopte? Geen kniesoor zijn. Als ‘we’ ons maar met die iconen konden identificeren om daar onze Nederlandse identiteit aan te ontlenen.

litho van A.F.Zürcher, 2e helft 19e eeuw
Johannes Hindrikus Egenberger, Frans Hals Museum, Kenau Hasselaar op de wallen van Haarlem
Jan van Speyk, door Jacobus Schoenmaker Doyer

Asterix en Obelix zal dat niet meer overkomen, maar Vercingetorix kon in die 19e eeuw  ook mooi gebruikt worden als trots der Franse natie. Hij had eerst toch maar mooi Julius Ceasar verslagen bij Gergovia. Wel jammer natuurlijk dat hij bij Alesia alsnog het onderspit moest delven en als krijgsgevangene naar Rome werd afgevoerd.

En nu komt dus ineens zijn dochter te voorschijn in de nieuwste Asterix-strip. Met nog meer jeugd. Zoals Gambix, zoon van de vishandelaar, zijn schattige kleine broertje Scampix met een vergiet als helm, Selfix als zoon van de smid, zoon Ludwikamadeus van de Romeinse generaal Pipappus en Pacifix die zijn boot vol bloemen schildert. Alleen die namen al!

En dan natuurlijk die altijd weer heerlijke, kleine tekengrappen.

Charles Aznavour als piraat ‘Laaaa bohêêême ‘ zingend terwijl zijn dronken medepiraten uit volle borst het oh zo bekende drinklied aanheffen uit de beroemde opera La Traviata van Verdi.

Ludwikamadeus die niet alleen in Gotische letters spreekt maar er ook in trommelt.

Het steeds terugkerend ‘pok’ geluid als de twee begeleiders van Adrenaline, Monolitix en Kalorinix, weer eens per ongeluk met de geweien op hun helmen tegen elkaar aanrammen.

 En natuurlijk Obelix’s  trouwe hondje Idéfix. Altijd ergens in de tekeningen terug te vinden. Dat maakt die strips zo heerlijk om te lezen en te bekijken. Ook kunst! Eigenlijk zou onze eigen hedendaagse Willemsorde-held Marco Kroon ook eens in die strip moeten voorkomen. De Romeinen omver waterend bijvoorbeeld. Maar ja, Marco kennen ze in Frankrijk waarschijnlijk niet. Tot volgende week.

TOOS

Mannelijk Chauvinisme en Vrouwen in de Kunst


National Museum of Women in the Arts, Washington

In Washington gebeuren ook best wel goeie dingen. Want naast die ‘grab them by the pussy’ president met zijn dikke-vinger-tweets vind je min of meer om de hoek bij het Witte Huis sinds 1987 het National Museum of Women in the Arts. Zo zie je dat God toch best wel een beetje straft. Net dit weekeinde sloot daar  de expositie ‘Women Artists of the Dutch Golden Age’. Over vrouwelijke kunstenaars dus in onze ‘eigen’ Gouden Eeuw. Die overigens in het Amsterdams Museum sinds kort niet meer zo mag heten vanwege doorgeslagen politieke correctheid. Maar dat weten ze dus in Amerika blijkbaar nog niet.

Judith Leyster, zelfportret

Hadden we in de Gouden Eeuw dan ook bekende vrouwelijke kunstenaars buiten Rembrandt, Frans Hals, Jan Steen, Vermeer en nog zo wat beroemde schilders? Ja, natuurlijk hadden we die. Judith Leyster, Clara Peeters, Rachel Ruysch, Maria van Oosterwijck, om er maar een paar te noemen. Maar ja, ze werden in de kunstgeschiedenis heel gewoontjes weggeschreven. Door mannen, om te beginnen in de 19e eeuw. Als gevolg van bijvoorbeeld de Verlichtings-filosoof  Immanuel Kant (1724-1804) die, een beetje voor zich uit filosoferend, stelde dat alleen mannen een genie konden zijn omdat de vrouw te weinig controle zou hebben over haar emoties. En zo wist die andere beroemde filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) ook zeker dat vrouwen over te weinig passie zouden beschikken. Laten dat nou net een paar interessante eigenschappen zijn die in de 19e eeuw aan het geromantiseerde, mythische en geniale kunstenaarschap werden toegeschreven.

Clara Peeters, mogelijk een zelfportret
Maria van Oosterwijck, zelfportret

Gevolg? Vrouwen exit in boeken over de kunstwereld. Zoals in twee heel belangrijke 20ste eeuwse kunstbijbels waarin geen vrouw voorkomt. The Story of Art (1950) van kunstpaus en kunsthistoricus Ernst Gombrich. En Janson’s History of Art (1962) dat bij elke academiedocent op het nachtkastje lag. Vrouwen? Nada, niente! Kun je nagaan hoeveel nog steeds in de kunstwereld functionerende leraren en academici zijn opgevoed zonder ook maar enige kennis over vrouwen in de kunstgeschiedenis.

Maar het tij keert. Vooral omdat in de USA begin jaren 70 vorige eeuw de feministische beweging zich met die kunstgeschiedenis begon te bemoeien. Heel langzaam aan is het besef gegroeid dat er iets goed mis was in die door mannen geschreven historie. Met als gevolg dat er nu de laatste paar jaar ineens de ene na de andere grote expositie over juist die volstrekt genegeerde kunsthoek wordt gelanceerd. Je zou ’t een soort MeToo-beweging kunnen noemen maar dan met vergeten, verwaarloosde en ondergewaardeerde vrouwelijke kunstenaars.

Maria van Oosterwijck, stilleven

Ga maar na. Het oude, beroemde Prado Museum in Madrid toont, let wel, al hun tweede expositie over vrouwen. Maar daar hebben ze dan wel tweehonderd jaar voor nodig gehad.  Onderwerp zijn Sofonisba Anguissola en Lavinia Fontana, kunstenaars over wie ik een poosje geleden al eens schreef (lees maar hier). In datzelfde stukje viel ook de naam van Artemisia Gentileschi, mijn eigen rockstar uit de kunstgeschiedenis. Laat die nu in april een grote overzichtstentoonstelling krijgen in The National Gallery in Londen. En wat doet het Centraal Museum in Utrecht binnenkort? Daar komt een tentoonstelling over surrealisme met, quote, ‘voor het eerst veel ruimte voor vrouwelijke surrealisten als Leonora Carrington en Leonor Fini’. Zoals gezegd, het tij keert: de kunstgeschiedenis wordt terecht herschreven.

Artemisia Gentileschi, zelfportret als de heilige Catharina, te zien in Londen
Leonore Fini, La grange batelie, olieverf

Daarom wordt ’t eigenlijk best wel tijd dat het Rijksmuseum of Mauritshuis die tentoonstelling van ver weg in Washington als voorbeeld nemen. ’t Is toch eigenlijk van de gekke dat je in Nederland met een zaklantarentje moet zoeken naar werk van onder anderen die Judith Leijster, Clara Peeters, Rachel Ruysch en Maria van Oosterwijck. Alleen als je heel goed oplet, zie je er wel eens wat van hangen.

Rachel Ruysch, bloemstilleven, uitgeleend door het Mauritshuis aan het Rijksmuseum voor de expositie Rembrandt-Velazquez
Clara Peeters, stilleven gefotografeerd in het Mauritshuis
werk van Judith Leyster, gefotografeerd in het Mauritshuis

Een goeie reden dus om er zelf zo af en toe maar eens wat blogs over die vrouwen tegenaan te gooien. Leve de Gouden Eeuw en de vrouwelijke kunstenaars van toen! Tot volgende week.

TOOS

‘The 70-Series’ on Tour: volgende stop Eersel


Domein Oogenlust met daarin Galerie Persoon, Eersel (bij Eindhoven)

Je hebt dit jaar de, vermoedelijk, Final Tour van de Rolling Stones en vanzelfsprekend ook de Tour de France. Maar daarnaast ook nog ‘The 70-Series Tour’ waarvoor ondergetekende verantwoordelijk is. Die Tour begon afgelopen oktober met als startplaats Galerie Peter Leen XL in Breukelen. Maar snelt nu voort in Nederland met als volgende stop Galerie Persoon in Eersel, gevestigd in Domein Oogenlust. En later dit jaar nog weer in andere etappeplaatsen.

Even de herinnering opfrissen. Afgelopen jaar was ik heel toevallig weer eens jarig en ’t leek me leuk om naar aanleiding daarvan een reeks schilderijtjes te maken die ik, om verder niet interessante redenen, ‘The 70-series’ noemde. Bestaande uit 35 olieverfschilderijen van 20-20 cm en 35 mixed media werken op alu-dibond van 25 bij 25 cm.

deel van ‘The 70-Series’ in Galerie Peter Leen XL

Ik mag rustig stellen dat de expositie ‘The 70-Series and More’ daar in Breukelen een groot succes was. Maar elk voordeel heb z’n nadeel, om groot-filosoof Cruijff maar eens te parafraseren. Want afspraken in andere etappeplaatsen stonden al vast. En 70 is ten slotte 70 en moet voorlopig ook gewoon 70 blijven. Dus dat werd echt flink schilderen de afgelopen paar maanden om die serie weer compleet te krijgen. Dat ik van mijn passie mijn beroep heb kunnen maken en me altijd heel gelukkig voel in mijn atelier kun je dan rustig een voordeel noemen. Maar een nadeel bij die kleine schilderijtjes is dan weer dat ik ze niet op mijn ezel kan zetten maar ze horizontaal moet leggen om er overheen gebogen op te kunnen schilderen. Waardoor aan het einde van de dag mijn rug regelmatig van ‘au’ deed en mijn nekgewrichten wat minder flexibel waren. Maar voor de kunst moet je wat over hebben, nietwaar?

bezig aan de hernieuwde ‘The 70-Series’

Het resultaat is binnenkort te bekijken in die al genoemde Galerie Persoon in Eersel. Misschien zijn er nu lezers die zeggen ‘hé, ik ken wel Galerie Hans Persoon, maar Galerie Persoon?’. Klopt helemaal. Ik heb daar al diverse tentoonstellingen gehad, maar toen bij Hans en Jacqueline Persoon, lang geleden de oprichters van de galerie.

opening van mijn vorige expositie bij, toen nog, Galerie Hans Persoon
Noor in, nu, Galerie Persoon

Vorig jaar echter werd hun kunstscepter overgenomen door Noor van de Ven. Van beroep edelsmid, van leeftijd nog jong en van inzet ‘ik ga er helemaal voor’. Nou, de omstandigheden daarvoor zouden beslist slechter kunnen zijn.

Want de galerie maakt onderdeel uit van het Domein Oogenlust (Hees 4d, Eersel). Een volkomen terechte naam. Loop er binnen en je kijkt je ogen uit vanwege alle lust daar. Bloemen, planten, natuurlijke creaties, keramiek, glaswerk, dat alles in de prachtigste combinaties. Overal in Oogenlust worden je zintuigen zeer prettig geprikkeld. Voor mij geldt dat in ieder geval elke keer weer. Want telkens zijn ernieuwe opstellingen te bewonderen. Net zoals dus in de galerie met nu mijn volgende editie van ‘The 70-Series and More’.

deel van ‘Oogenlust’

Op zaterdag 18 januari kunnen we er vanaf 15 uur met z’n allen het glas heffen op die nieuwe expositie tijdens de Nieuwjaarsreceptie van de galerie onder het motto van een ‘Grande Tralala’. Maar vanaf dinsdag 14 januari is de tentoonstelling al te bekijken. Tot 22 februari trouwens, op alle dagen van 10-17.30 uur behalve op zondag en maandag.

Wie weet dus tot zaterdag de 18e. Welkom, welkom! En sowieso tot volgende week.

TOOS

Op naar een menselijk 2020


Hierbij mijn Nieuwjaarswens voor 2020, ontstaan uit de hybride samenwerking tussen het aanrakingsscherm van mijn iPad en de software van de pc.

Ik wens je een 2020 toe waarin een ieder een open blik naar buiten houdt bij een gevoel van gezamenlijkheid. Een jaar ook waarin de ander zich welkom kan voelen. En natuurlijk een jaar van kleur en creativiteit. Met andere woorden, een mooi en menselijk 2020.

TOOS

 PS Als je er nieuwsgierig naar bent hoe zo’n kunstwerkje op de iPad ontstaat, moet je maar eens kijken naar dit filmpje van mij op m’n YouTube-kanaal https://youtu.be/y7UC5NtBMz0