‘Und ein letztes Glas im Stehen‘ bij Vermeers ‘Het glas wijn‘, dankzij Vereniging Rembrandt


Wie ‘Met het Oog op Morgen’ kent, al decennia lang elke avond 11 uur op NPO Radio 1, kent natuurlijk ook de begintune:

“Es wird Zeit für mich zu gehen
Was ich noch zu sagen hätte
Dauert eine Zigarette
Und ein letztes Glas im Stehen“…….

Een prachtig lied van en gezongen door Reinhard Mey.

bij ‘Het glas wijn’ van Vermeer

De laatste regel ging gelijk door me heen bij deze door levensgezel gemaakte foto. Plaats Rijksmuseum Amsterdam, tijdstip 22 uur woensdag 15 februari, expositie ‘Vermeer’, schilderij ‘Het glas wijn’. Een behoorlijk unieke foto, vermoed ik. Want dit gaat de komende maanden vast een stuk moeilijker worden.

detail van ‘Het glas wijn’

We voelden ons dan ook wel bevoorrecht, zelfs een beetje VIP-achtig. Want het Rijksmuseum en de blockbuster-expositie ‘Vermeer’ worden natuurlijk niet zomaar even een avondje vrijgemaakt. Maar wel voor ons als leden van de Vereniging Rembrandt.

Toen die uitnodiging een paar maanden geleden binnenkwam, was de beslissing snel genomen. Gaan!! Een heel goed besluit, zo bleek. Want ga maar na. Al honderdduizenden kaartjes aangeschaft in de voorverkoop. Nog nooit vertoond. En vlak na de opening alles uitverkocht! Zelfs met drie wekelijkse avonden met sluitingstijd 22 uur. Een Vermeer-hype? Hoezo! Terwijl dat, als je naar de kunstgeschiedenis kijkt, helemaal niet in de lijn der verwachting lag. Vermeer is echt een prachtig voorbeeld voor de wonderbare kronkelwegen der kunstgeschiedenis.

Stel namelijk dat je in het Nederland van de eerste helft 19e eeuw als kenner de namen  Vermeer en Rembrandt even achteloos liet vallen in een aangenaam en goed kunstzinnig onder-ons-gesprek. Rembrandt? Oh ja, Rembrandt, de meester! Maar Vermeer? Gigantische kans op glazige blikken.

Eigenlijk ook best begrijpelijk gezien de feiten. Vermeer heeft, als succesvol Delfts kunstenaar, niet meer dan zo’n 45 à 50 schilderijen geproduceerd. Vooral kleine formaten en niet van die imponerende joekels. Daarvan verkoopt hij tijdens zijn leven (1632-1675) zelfs een 20-tal aan één Delftse familie. Zijn schilderijen plezieren dus maar een zeer select gezelschap van liefhebbers. Bezoekers van zijn atelier, ook buitenlandse, had hij meestal nauwelijks iets te tonen. Hoe raakt een kunstenaar dan, ook nog na een vroegtijdige dood op 42-jarige leeftijd, in bredere kringen bekend? Niet dus. Vermeer zakte weg in vergetelheid. Niet als enige trouwens. Denk maar aan veel vrouwelijke kunstenaars.

een van de zalen van de Vermeer-tentoonstelling
net of ‘Het melkmeisje’ even alleen voor mij inschenkt

Maar terugkomend op dat onder-ons-gesprek, stel dat je daarin bij leven en welzijn eind 19e eeuw opnieuw die namen van Rembrandt en Vermeer had laten vallen? Vermeer? Ja, natuurlijk, Vermeer! De oorzaak? Een Fransman. Ja, geen eens een Nederlander maar nota bene  een Fransman. De kunstcriticus Théophile Thoré-Bürger (1807-1869). Die zich in 1842 in het Mauritshuis plots stond te vergapen aan Vermeers ‘Gezicht op Delft’. Wat een ontdekking! Daarover diende geschreven te worden. En aldus geschiedde, met alle onvoorspelbare gevolgen van dien. Zoals de hype nu. Met in de eerste zaal van de expositie gelijk al dat ‘Gezicht op Delft’ (uit 1660-61). Ik wordt bij het zien ervan altijd weer blij.

Vermeer, ‘Het gezicht op Delft’

Waarom? Daarover begin ik maar geen uitleg, dikke boeken zat daarover. In de romancyclus ‘À la recherche du temps perdu’ (‘Op zoek naar de verloren tijd’, begin 20ste eeuw) van Marcel Proust, verdorie alweer een Fransman, valt er van emotie zelfs iemand pardoes dood neer voor dat schilderij.

Het interessante van de expositie is dat in de tweede zaal gelijk Vermeers eerste werken hangen. Die hij maakte na op zijn 20ste als meesterschilder te zijn toegelaten tot het Delftse schildersgilde Sint Lucas. Schilderijen met mythologische en Bijbelse thema’s. Voor zijn latere doen best grote doeken. Maar bij lange na niet de Vermeer van later. Ik durf te stellen dat als hij zo was blijven schilderen we nu geen Vermeer-hype hadden gehad.

die tweede zaal
met daarin ‘Diana en haar nimfen’
en ‘Sint Praxedis’

Maar toen kwamen die prachtig verstilde en technisch volmaakte Vermeer-interieurs. Met hooguit enkele personen erin. DE Vermeer zoals we die nu kennen!

Van te voren was ik nog een beetje sceptisch. Ik had al zoveel van zijn schilderijen gezien. Ook die nog nooit eerder uitgeleende drie werken uit de Frick Collection in New York. Ging ‘Vermeer’ nog iets nieuws toevoegen aan mijn Vermeer-gevoel? Ja dus! Met als toegift natuurlijk nog dat ‘letztes Glas im Stehen’.

Het is een echt prachtige tentoonstelling. Magnifiek ingericht en prima toegelicht. Dichter bij Vermeer ga je niet meer komen. Tenzij je natuurlijk dit doet.

de klimaatklevers een aantal maanden geleden in het Mauritshuis bij ‘Het meisje met de parel’
nu in het Rijksmuseum

Wist je trouwens dat ‘Het meisje met de parel’ in 1881 op een Haagse veiling voor het ongelooflijke bedrag van 2 gulden en 30 cent werd aangekocht door een verzamelaar?

Nog even ter informatie, vanaf 6 maart komen er mogelijk nog nieuwe kaartjes beschikbaar. Iets om met je vinger bij de knop te gaan zitten?

nog een paar foto’s
met hier die twee heel kleine schilderijtjes op de foto hierboven
allemaal tevreden bezoekers/Vereniging Rembrandt leden

En anders vind je via de Rijksmuseum site nog machtig veel interessante beelden en video’s met toelichting. Zoals bijvoorbeeld hier, hier en hier. Tot volgende week.

TOOS

Mijmeringen over de Z bij Zwarte kunst van Zwarte kunstenaars


Mijmeringen over Zwarte kunst? Met een hoofdletter Z nog wel? Hoe ik daar zo op kom? Door de foto hierboven en door ‘In the Black Fantastic’. Die foto plopte vorige week zomaar te voorschijn op m’n Apple-scherm in een nieuwsbrief over kunst. De expositie ‘In the Black Fantastic’ in de Kunsthal Rotterdam (nog tot 10 april) bezocht ik al eerder in real time, zoals je dat tegenwoordig in goed Nederlands zegt.

Die twee gebeurtenissen combineerden voor mij twee belangrijke trends in de kunstwereld van nu. Trend één: de vrouwelijke kunstenaar die eindelijk, eindelijk haar terechte positie in de kunstgeschiedenis krijgt. Trend twee: ook de Zwarte kunstenaar en de Zwarte kunst zijn de laatste jaren in opmars. Zie je weer die Z? Komt zo.

Eerst die foto met twee schilderijen. Links het prachtige ‘Judith en Holofernes’ van de nu zo langzaamaan wereldberoemde 17e eeuwse Artemisia Gentileschi , één van mijn schildershelden over wie ik al eerder schreef. Net zoals over die Bijbelse powervrouw Judith die de vuige veroveraar generaal Holofernes onthoofdt. Een oudtestamentisch verhaal dat in de loop der eeuwen door heel wat kunstenaars is verbeeld. Zoals dus rechts van Artemisia  door Kehinde Wiley (1977). Een in Amerika zeer gekende Zwarte kunstenaar.  Want je mag echt niet zomaar een officieel portret van oud-president Obama maken.

Kehinde Wiley, portret van Obama

Terug naar zijn Judith en zijn speciale interpretatie door haar volstrekt onhistorisch als Zwarte vrouw af te beelden. Maar dat hoofd van Holofernes?

Is dat niet juist weer blank? Of Blank? Of wit? Of Wit? Oh jee, ik raak helemaal in de war met die twee woorden en die hoofd -hoe toepasselijk hier- of kleine letters. Allemaal de schuld van ‘In the Black Fantastic’.

bij de start van de expositie werk van Nick Cave, een kunstenaar die zich al jaren bezig houdt met thema’s als burgerrechten, raciale onrechtvaardigheid en wapengeweld

Ik raakte daar onverwacht verzeild omdat ik in de Kunsthal Rotterdam ‘Vrouwenpalet 1900-1950’ bezocht op etage 4. Hier en hier kwam die expositie al ter sprake. Weet je wel, met o.a. Charley Toorop (hè, lekker, kan ik haar naam toch weer even kwijt). Daar vinden altijd meerdere tentoonstellingen tegelijk plaats. Vaak ergens anders vandaan geplukt. Voor etage 2 dus de uit Engeland overgekomen ‘In the Black Fantastic’. Met werk van alleen maar Zwarte kunstenaars. Ideaal om dat gelijk met Charley en vrouwelijke consorten mee te nemen. Want weet je nog, die twee trends in de huidige kunstwereld?  Zeg maar eens dat de Kunsthal Rotterdam niet bij de tijd is! Het bleek een heerlijke, kleurrijke, sterk figuratieve en  intrigerende verrassing te zijn.

werk van Lina Iris Viktor
Lina Iris Viktor, Eleventh (uit een serie over de geschiedenis van de Afrikaanse staat Liberia
sculpturen van Hew Locke die onze manier van herdenken van historische personen wil ontwrichten

Een onverwacht toppertje dus. Met elf mannelijke en vrouwelijke moderne Zwarte kunstenaars. De meesten wonend en werkend in de VS en Engeland. Maar allemaal op de een of andere manier verbonden met de Afrikaanse diaspora waardoor ze zich ook lieten inspireren. Racisme, sociale ongelijkheid, folklore, mythe, spirituele tradities, slavernij, noem ’t op en het kwam voorbij. Met telkens die Z. De eerste keer dacht ik in mijn onschuld aan een over het hoofd geziene drukfout. Had je gedacht! Want na Zwarte kunstenaars, Zwarte vrouw, Zwarte man, Zwarte mensen en Zwarte kunst in begeleidende teksten wist ik ’t wel. Hier was over nagedacht!

details van werk van Wangechi Mutu die strijdt tegen het geweld tegen en onjuiste voorstelling van vooral Zwarte vrouwen

Maar daardoor ben ik nog steeds in de war. Betekent dit nou automatisch dat ik een Blanke kunstenaar ben? Of een Witte kunstenaar? Want ook over ‘blank’ en ‘wit’ woeden in diverse kringen heftige discussies. Zo las ik laatst dat De Telegraaf consequent het woord ‘blank’ gebruikt bij het aangeven van huidskleur, Trouw consequent ‘wit’ en dat de NRC het laat afhangen van de situatie. Oh jee, maak ik als gevolg daarvan nu Blanke of Witte kunst? Verwarring, verwarring!

werk van Ellen Gallagher, gebaseerd op de mythe dat foetussen van tijdens de oceaanoversteek overboord gegooide zwangere slavinnen een onderwaterrijk hebben gesticht
detail
werk van Chris Ofili die de Odyssee van Homerus verplaatst naar Trinidad met een donkere Odysseus
Chris Ofili’s interpretatie van de Annunciatie door de aartsengel Gabriël

Ik raakte nog meer in de war door een artikel over zwarte kunst. Waarmee in dit geval werd bedoeld dat bij het kopen daarvan zwart geld was gebruikt. Om dat later bij doorverkoop te kunnen witwassen. En toen moest levensgezel nog komen met een natuurkundig schepje er bovenop. “Toos, jij weet als beeldend kunstenaar toch wel dat echt zwart eigenlijk geen kleur is en dat wit juist ontstaat door het mengen van alle regenboogkleuren?” Ja, dat wist ik wel. Over dat echte zwart schreef ik al eens naar aanleiding van Anish Kapoor. Net zoals ik bij wit wist dat Newton al in de 17e eeuw zonlicht via een prisma splitste in alle kleuren. Die je dan via de omgekeerde weg weer kunt samenvoegen tot ‘wit’ licht.

nog een paar foto’s van de expositie

Snap je dat ik me regelmatig ’t liefst maar opsluit in mijn atelier? Lekker die ingewikkelde buitenwereld buitensluiten! Toch had ik ‘In the Black Fantastic’ niet willen missen. Af en toe mijmer  ik nog steeds over Zwarte kunst en de Zwarte trend binnen de Witte/Blanke Westerse kunstwereld. Nog eens een verhaal? Wie weet! Tot afsluiting, de NOS maakte over ‘In the Black Fantastic’ dit filmpje. Tot volgende week.

TOOS

De Zegetocht van De Vaandeldrager


’t Kost wat, maar dan heb je ook iets. Een uitdrukking die, kort samengevat, het antwoord was toen er in 1997 moord en brand werd geschreeuwd bij de aankoop van de ‘Victory Boogie Woogie’. 82 Miljoen harde guldens voor Mondriaans laatste, nog onaffe werk. Maar de rust keerde weer.

Victory Boogie Woogie van Mondriaan, enkele jaren geleden bij een expositie over hem in het Kunstmuseum Den Haag

 Idem dito bij Rembrandts tweeluik ‘Marten en Oopjen’ toen de regeringen van Frankrijk en Nederland gezamenlijk 160 miljoen neerlegden. Nu in eurootjes.

‘Marten en Oopjen’ van Rembrandt, in november 2019 tijdens de expositie ‘Rembrandt-Velazquez’ in het Rijksmuseum

Dus kon je ’t al helemaal uittekenen bij het ophoesten begin 2022 van de €175.000.000 voor ‘De Vaandeldrager’, ook al van Rembrandt. Maar daar kon ie wel tegen, die stevige kerel met Rembrandts eigen trekken die je al sinds 1636 zelfbewust aankijkt.

deel van ‘De Vaandeldrager’

Natuurlijk is ’t bizar dat dit soort gigantische bedragen moet worden betaald voor doeken met wat verf. En zowel bij ‘De Vaandeldrager’ als bij ‘Marten en Oopjen’ ook nog aan een toch al stinkend rijke familie als de Rothschildt’s. Maar ja, als ’t om ‘namen’ gaat, kent de internationale kunsthandel tegenwoordig nog wel veel grotere excessen. Daar staat dan weer tegenover dat ons nationaal cultureel erfgoed, ondanks al die ook steeds weer wegebbende heisa,  wel drie kunsticonen rijker werd.

 ‘De Vaandeldrager’ had trouwens nog een cadeautje in petto. Met vaandel en al doet hij in twaalf etappes een Ronde van Nederland. Twaalf keer staat hij voor ons een potje stoer te doen in elk van de twaalf provincies. Op dit moment in Zeeland. In het Zeeuws Museum in mijn eigen Middelburg.

publiciteitsbeeld van het Zeeuws Museum

Afgelopen zondagmorgen waren levensgezel en ik zelfs om 11 uur persoonlijk uitgenodigd om ‘m te komen aanschouwen. Cadeautje van de Vereniging Rembrandt. Die 25 van de 175 aankoopmiljoentjes heeft bijgedragen. Waarom die uitnodiging? We zijn beiden lid, hebben de Rembrandkaart op zak -een soort museumkaart- en worden daardoor regelmatig gefêteerd op plezante extraatjes. Ik schreef er bijvoorbeeld hier al eens eerder over.

Dat werd in het Zeeuws Museum dus eerst koffie en gebak, daarna een inleiding door museumdirecteur Marjan Ruiter en vervolgens een uitgebreide toelichting op het schilderij door een vertegenwoordigster van de vereniging. En toen, wel zonder vaandel , in optocht achter Marjan aan naar ‘HET SCHILDERIJ’.

Vooraf had ik zo mijn bedenkingen. Ik zag ‘De Vaandeldrager’ namelijk al eens eind 2019 bij ‘Rembrandt-Velazquez’ in het Rijksmuseum.

weer november 2019 toen ik ‘De Vaandeldrager’ even helemaal voor mezelf had in het Rijksmuseum

En nu werd hij, zo had de publiciteit al flink rond gebazuind, geshowd in een heel andere, zeer speciale setting. Opgebouwd uit oude verenigings en processievaandels, recente spandoeken van sociale protesten en nog zo een en ander van kunstenaars. Dat alles onder de titel protest processie parade. Met als achtergrond voor Rembrandts schilderij een muur beschilderd in regenboogkleuren, geïnspireerd op de LHBTQIA+ vlag. Oh jee, als dat maar goed ging! Voor jullie hierbij nog wat huiswerk: vlekkeloos die rij letters uit je hoofd leren en zonder gestamel opnoemen waar ze voor staan! Altijd goed voor een identiteitsdiscussie.

de zaal waar ‘De Vaandeldrager’ hangt, verscholen achteraan
zo piepte ie te voorschijn

Maar mijn bedenkingen verdwenen subiet. Na je inderdaad eerst een weg te hebben gebaand door een kleurrijk banieren, vlaggen en doekenwoud piepte ‘De Vaandeldrager’ te voorschijn. Met zijn eigen ingehouden kleuren tegen die regenboogachtergrond. Maar die uitzonderlijke ambiance werkt wonderwel.

Dus daar stond ie dan, de man van 175 miljoen! In z’n klimaatklever en protestplakkervrije kast. Een loodzwaar ding met kogelbestendig glas en eigen klimaatregeling. Want bij die Ronde van Nederland laat je voor zo’n kostbaar figuur natuurlijk niets aan het toeval over.

en weer had ik hem even helemaal voor mijzelf
even in gesprek met directeur Marjan Ruiter, net achter mij
nog een onderdeel van protest processie parade

Mocht je in de periode tot 28 februari nog een kaartje kunnen bemachtigen in één van de tijdsloten, doen! Dan kun je gelijk speuren naar het vaandel met de tekst ‘Fund Living Artists’ (Steun Levende Kunstenaars). Want had juist in de tijd van de aankoop corona niet de hele cultuursector letterlijk en financieel plat gelegd? Met alle gevolgen van dien voor degenen die daarin hun geld verdienden? Gevolgen die nog steeds sterk merkbaar zijn.

Oh ja, en dan nog even Charley Toorop als een soort running gag. Ik kan ’t niet laten! Haar naam dook al diverse keren op in mijn laatste blogs van januari (hier en hier). Over vrouwen in de kunst. Vandaar een bijna letterlijk huppeltje toen ik die zondagmorgen goed gezelschap voor Rembrandt ontdekte. Want daar was ze in een andere zaal. Zomaar Charley! Het Zeeuws Museum doet mee in de vaart der vrouwelijke kunstenaars!

Charley Toorop, Landschap met korenschoven Zeeland (1933)

Nog meer weten over die stoere vaandeldrager? Laat je dan in 7 minuten via deze video helemaal bijpraten door Taco Dibbits, directeur van het Rijksmuseum.

Tot volgende week.

TOOS

Kunststad Middelburg en Pakhuis Holstein bruisen weer


voorkant brochure 2023

Gratis reclame, wie wil dat niet! Dit wordt dus geen zogenaamde advertorial, geen gesponsorde advertentie.  Maar wel helemaal gratis en voor niks reclame voor mijn prachtige oude stad Middelburg. Á titre personel, op persoonlijke titel. Want laten we wel wezen, wie voor ’t eerst in Middelburg rondloopt staat altijd verbaasd over de eeuwenoude grandeur. En welke stad in Nederland heeft een kunstroute die 11x per jaar plaatsvindt, al vele jaren lang? De Kunst & Cultuurroute Middelburg (klik maar op de link) die op 4/5 februari weer los gaat van 1-5 uur. Voor steden met ook zo’n route heb je echt de vijf vingers van één hand niet nodig.

Bellinkstraat met vlaggen van de routedeelnemers, op de achtergrond mijn pakhuis/atelier
kaart met routedeelnemers, af te drukken op de website en bij alle deelnemers verkrijgbaar

Maar ja, wat wil je! In de 17e eeuw na Amsterdam de belangrijkste stad voor de VOC. Met Jacob van Geel  en de broers Johannes en Abraham Bosschaert als belangrijke exponenten in de Gouden Eeuwse kunst. Met de beroemde kunstenaarsfamilie Koekoek die er in de 19e eeuw een nest had. Met door die lange historie een cultuurklimaat dat nog steeds trekt. Voorbeelden?

ingang van het Zeeuws Museum
nog eens die ingang en een deel van het Abdijplein
oude stadhuis van Middelburg met links de ingang van de Vleeshal

Ons eeuwen aan kunst bestrijkende Zeeuws Museum op het Abdijplein, één van de mooiste pleinen van Nederland. De internationaal bekende Vleeshal, centrum voor hedendaagse kunst. Te vinden in dat indrukwekkende 15e eeuwse gotische stadhuis aan de Markt. En natuurlijk de vele kunstenaars die er vandaag de dag hun plekkie hebben. Zoals ik. Met mijn 18e eeuwse pakhuis aan de Korendijk 56. Een rijksmonument dat ik, helemaal officieel met toestemming van alle bevoegde hotemetoten, ‘Holstein’ heb mogen noemen. Maar dat is een ander verhaal.  Het pand dus waarvan ik komende zaterdag en zondag 4/5 februari de atelierdeuren weer wijd open zet. Nou ja, wijd open? Figuurlijk gesproken dan. Energieprijzen, weet je wel!

wees welkom aan de Korendijk 56

Dat doe ik nu al voor het 22ste jaar. De kunstroute zelf voor de 24ste keer. Hé, 24? Dus volgend jaar? Inderdaad, goed gerekend, dat wordt een jubileumjaar! Met vanzelfsprekend een toekomstig blogverhaal. Maar terug naar nu.

Die eerste keer weer open in een nieuw jaar betekent drie dingen. Eerste ding: natuurlijk een officiële opening. Dit keer in die Vleeshal op zaterdagmorgen half elf al. We moeten natuurlijk wel op tijd terug zijn voor onze eigen ‘openstaande’ deuren. Tweede ding: bij die eerste keer in een nieuw kunstroutejaar gooien we er altijd gelijk maar een heel weekend tegenaan. In plaats van alleen die 1ste zondag van de maand in de rest van het jaar. Derde ding: Zeeuwse Gasten. As ’t effe kan nodigen we  in februari vakgenoten uit als exposerende gast in onze ateliers. Zeeuws, niet-Zeeuws, niet belangrijk, als ze maar zelf aanwezig zijn. Ik zocht ’t dit keer zelfs buiten onze landsgrenzen. Maar dan wel zonder aanwezigheid. Hoe dat zit?

Dat zit in de foto’s hierboven. Gemaakt in het steendrukatelier Multipels/Multiples van Hans Van Dijck in Antwerpen waar ik in januari zelf een soort Zeeuwse Gast was. Druk bezig met mijn Franse Carré-Project waarover ik hier al schreef . Teveel tijd en energie slurpend om een lijfelijk en met kunst aanwezige Zeeuwse Gast te regelen. Maar dan gaat ’t als bij Marten Toonder’s onsterfelijke stripkarakter Heer Bommel en zijn even onsterfelijke hulpkreet ‘Tom Poes, verzin een list’ aan zijn net zo onsterfelijke trouwe helper in nood. Alleen speelde ik nu beide rollen zelf. Ik had toch voor een ander project met mijn galerie Quadrige in Nice samengewerkt met meerdere kunstenaars? Het illustreren met multiples in beperkte oplage van de Ilias en de Odyssee van Homerus? Ook al zo’n onsterfelijk figuur? Eureka! Waarom zou ik die multiples van mijn Franse, Duitse, Italiaanse en Deense kunstbroeders  niet eens showen? Zo gedacht, zo uitgevoerd.

in mijn atelier te bezichtigen werk van kunstbroeders met wie ik samenwerk, hier van de Fransman PASO
van Duitser Eric Massholder
van Deen Jo Möller

Dus was ik de afgelopen dagen druk bezig mijn atelier weer eens uit en op te ruimen. Om het na twee maanden van langzaam ontstane georganiseerde chaos weer in te richten voor mijn openingsshow bij onze onvolprezen kunstroute.

de situatie vooraf
bezig met inrichten voor de Kunst & Cultuurroute Middelburg

Kom kijken. En maak ook een keus uit die meer dan dertig andere deelnemers van de route. Want natuurlijk teveel om allemaal in een keer te bezoeken. Maar loop dan gewoon delen van de route, ervaar op die afwijkende manier de historische grandeur van Middelburg, treedt binnen in oude panden waar dat anders niet mogelijk is, kom op nog zo’n 1ste zondag van de maand terug voor de rest en raak verliefd op Middelburg. Tot komend weekend. En voor dit blog, tot volgende week.

TOOS