2 Rembrandt’s, de Late en de Vereniging


Rembrandt 1 Fokke en Sukke

Fokke en Sukke hadden ’t blijkbaar nog niet helemaal door. Je moet niet op die Late Rembrandt wachten, je moet er zelf heen. Naar het Rijksmuseum, naar de pas eind vorig jaar geopende gerestaureerde  Philipsvleugel. Met natuurlijk Philips LED-verlichting. Want Rijksmuseum en Philips gaan wel met hun tijd mee. Eigenlijk wel curieus nu de Lichtdivisie van Philips te koop staat. En dat terwijl Timmer, de legendarische president-commissaris in de jaren 90, die lichtdivisie core business vond en eigenlijk Medical Systems wilde afstoten. En laat Van Houten, de huidige CEO, want zo heet zo iemand tegenwoordig, nou precies het omgekeerde vinden! Toch iets van waan van de dag in CEO-world? Maar goed, die Late Rembrandt dus. Daar moest ik voor m’n goeie fatsoen natuurlijk wel heen. De maandagmorgen, dat leek me daarbij wel wat gezien alle verontrustende verhalen over de vreselijk grote drukte.

een "rustige" maandagmorgen bij de Late Rembrandt
een “rustige” maandagmorgen bij de Late Rembrandt

Nou, volgens mij maakt ’t totaal niet uit wanneer je gaat, ’t is en blijft heel druk. Wel met golfbewegingen. Want als er weer een nieuw tijdsblok is toegelaten, wordt ’t duidelijk vloed. Heel verstandig schijnt het toch te zijn om  het weekeinde te mijden. Dan voorkom je rijen, dringen, ellebogen, liefhebbers die maan spelen bij het verduisteren van zonnige schilderijen en meer van dat soort menselijke verschijnselen. Zelf had ik het voordeel van gewoon door te mogen lopen. Want sinds kort ben ik in het bezit van een pas van de Vereniging Rembrandt. Een magische kaart. Geen tijdsblok, geen bijbetaling zoals bij de Museumjaarkaart, gewoon ermee zwaaien en het Sesam-Open-U effect treedt op in combinatie met wijkende suppoosten. Maar over die magische pas straks meer. Nu die tentoonstelling zelf.

Rembrandt 6 vereniging-rembrandt-logokopie

Ik ben een groot bewonderaar van Rembrandt. In mijn bibliotheek in Middelburg staan aardig wat boeken over hem. Op plaatjes heb ik dus eigenlijk al zijn werk wel gezien. Maar nu hangen er een aantal schilderijen en etsen die van over de hele wereld zijn gekomen en die ik dus voor het eerst in het echt kon bekijken. Een absolute smulpartij! Al dat werk van ongeveer zijn laatste 15 levensjaren bij elkaar bewijst maar weer eens hoe gedurfd hij toen schilderde. Juist tegen de kunsttrend van die tijd in.

Je aandacht wordt meestal eerst naar de gezichten getrokken. Dat is natuurlijk ook de bedoeling. Maar daarna ga je die vooral abstracte achtergronden zien. Met soms een lichte aanduiding van de achter de personen liggende ruimte. En de rest van de figuur? Pure verfsuggestie. Klodders, stippen en strepen die kleding vormen. Handen waarvan je weet dat ’t handen zijn. Maar als je goed kijkt? In dat opzicht is het uit Engeland overgekomen “Zelfportret met twee cirkels”, een  schilderij dat ik nog nooit in levende lijve had gezien, wel heel extreem.

Zelfportret met twee cirkels
Zelfportret met twee cirkels

Kunstexperts hebben de afgelopen eeuwen uitgebreid gediscussieerd over vragen als “is het nou af of niet” en “wat betekenen die twee cirkels”. Maar ik vind fascinerend wat Rembrandt zich hier permitteert met die handen met daarin het schilderspalet en kwasten.

Of neem dat overbekende portret van Jan Six. Die mantel met daarop de pure verfstreken die de tressen suggereren. Of de kraag van die mantel. Alles in één keer raak!

Portret van Jan Six
Portret van Jan Six

Dat is echt de hand van de oude meester die uit ruime ervaring genadeloos goed weet wat hij doet. Of neem ook daarbij weer de handen met de handschoenen. Vooral heel veel suggestie. Rembrandt wist drommels goed dat wij als kijker dat plaatje zelf wel verder gaan invullen bij het aanschouwen .Je moest maar durven in die tijd toen gepolijst werk in de Vlaamse Barok stijl à la Rubens veel meer in zwang was. Maar vergeet niet dat die Late Rembrandt nog steeds heel veel liefhebbers had voor zijn werk. Van het binnen- tot het verre buitenland. Op een 17-de eeuws Facebook zou hij beslist nog ontzettend veel vrienden hebben gehad met heel veel “likes” bij zijn schilderijen en etsen.

nog een "handige" toegift
nog een “handige” toegift

Ik zou nog veel meer willen laten zien, ook van de etsen en tekeningen,maar dan wordt dit stukje een heel lang stuk. Gewoon zelf gaan, dat is echt het allerbeste. Dit is een absolute, niet te missen topper. Met mijn Vereniging Rembrandt pas zou ik morgen zo weer heen kunnen. Zonder toeslag, zonder tijdzone. Hierboven beloofde ik daar nog meer over te vertellen. Maar die gratis publiciteit voor de Vereniging Rembrandt moet nog even wachten tot een volgende keer. Ook weer die lengte! Tot volgende week.

TOOS

1 Blues, 2 werelden: Joe Bonamassa en Popa Chubby


Playing the blues, olieverfschilderij, 100 cm-130 cm
Playing the blues, olieverfschilderij, 100 cm-130 cm

Ik ben dan wel al heel lang beeldend kunstenaar, maar dat zegt niet dat er voor mij buiten die tak van sport geen andere cultuuruitingen bestaan. Muziek is voor mij altijd een inspiratiebron geweest. Ook voor schilderijen. Een van de bewijzen daarvoor staat hierboven. Niet dat ik tijdens mijn werk in het atelier muziek heb aanstaan. Nee, dan moet het voor mij stil zijn. Maar buiten dat atelier? Daar kan een jankende of ruige solo op de elektrische gitaar mijn hartje beslist sneller doen kloppen. En dan kun je natuurlijk al snel uitkomen bij die blues. Oftewel tegenwoordig Joe Bonamassa. Want die muzikant van nog maar 38 jaar staat qua beroemdheid behoorlijk eenzaam aan de top.

Een paar jaar geleden maakte ik een optreden van hem mee in de Heineken Music Hall en was gelijk verkocht. Dus toen ik las dat hij half maart van dit jaar een nieuwe reeks concerten in Nederland zou komen geven, waren de kaartjes snel gekocht.

Popa Chubby
Popa Chubby
Joe Bonamassa
Joe Bonamassa

Maar wat doet die Popa Chubby dan in de titel van dit stukje? Tja, van het een komt het ander. Toen ik eens op een feestje de naam Bonamassa liet vallen zei iemand “oh, maar dan vind je Popa Chubby ook vast heel goed”. Ooit van Popa Chubby gehoord? Ik toen nog nooit in ieder geval. Blijkt ie in het blues circuit wel heel bekend. En bleek ie eind vorig jaar ook nog op te treden in Vlissingen aan het begin van een nieuwe Europese tournee. In De Piek. De Piek? Ja, De Piek. Een bruin café annex zaal voor zo’n 250 tot 300 man. Wel allemaal staan dan.

Toen Popa tussen het publiek kwam aanlopen, met wandelstok omdat hij kreupelde, bleek hij een behoorlijk gezette Amerikaan te zijn. Iets ander typje dan Bonamassa. Maar vergis je niet. Hij zakte op zijn kruk en speelde een potje rauwe blues waar je u tegen zegt. Dik twee uur lang. Achter elkaar. Geen pauze. Nou ja, af en toe ging hij even een beetje moeizaam staan. Een geweldige gitarist, voor mij echt een verrassing daar in Vlissingen. Niet overigens voor de echte bluesfanaten. Die bleken ‘m gewoon achterna te reizen in Nederland bij zijn verschillende concerten. Allemaal in dat circuit van kleinere zalen.

Popa Chubby in De Piek, Vlissingen
Popa Chubby in De Piek, Vlissingen

Dat dus in tegenstelling tot Joe Bonamassa, die ik toevallig vorige week woensdag ook nog even zag verschijnen in De Wereld Draait Door. Om aandacht te geven aan zijn serie concerten in het Amsterdamse Koninklijke Theater Carré. Toch een iets deftiger omgeving dan die Vlissingse Piek. Daar zat ik dus afgelopen vrijdag, in dat Carré. Inderdaad, zitten. Weer een heel andere beleving dan het staan bij Popa. Een tikkie duurder ook. Bij Chubby voor 20 piek. Bij Bonamassa? Nou, daar zal ik ’t maar even niet over zal hebben. Iets minder lang dan bij Chubby maar toch ook mooi exact twee uur achter elkaar. Minder rauw, maar technisch fabelachtig en ook gevarieerder. Ook een band met acht man terwijl Chubby ’t deed met een bassist en een drummer. Gewoon twee verschillende blueswerelden die je niet met elkaar moet willen vergelijken. Dat wordt zoiets als appels en peren. Maar wel geweldig om ze alle twee te kunnen meemaken. Gewoon genieten!

blues 5a

Joe Bonamassa in Carré, Amsterdam
Joe Bonamassa in Carré, Amsterdam

Of die beide concerten ook weer inspiratie opleveren voor nieuwe “muziekschilderijen”? Vast wel. Maar zoiets moet bij mij altijd rijpen. Dus wanneer? Geen idee. Maar ’t gaat zeker en vast komen. Tot volgende week.

TOOS.

Daar is ie dan, de video The making of … Cerby


Cerby op de Bellinkbrug voor mijn atelier
Cerby op de Bellinkbrug voor mijn atelier

Hij reist al een poos door het land. Mijn Cerby. Samen met zijn roedelgenoten van The Dogparade, in een heel kleurige stoet. Toch werd Cerby als een witte buldog geboren. Maar vlak na zijn geboorte heeft ie al snel heel veel kleur gekregen. En daar ben ik dan weer de oorzaak van. Zoals de video aan het eind van dit blog toont. Vorig jaar berichtte ik al vaker over Cerby. Maar vanwege de rest van deze blogaflevering kan ’t geen kwaad toch nog even kort de achtergrond van Cerby te schetsen.

Cerby in de Amsterdamse Stopera
Cerby in de Amsterdamse Stopera

Die bende buldoggen was een idee van Mike Zeelen. Zij heeft een zoontje dat lijdt aan de zogenaamde energiestofwisselingsziekte. Een meestal dodelijke ziekte bij jonge kinderen. Aan de universiteit in Nijmegen wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een medicijn tegen die ziekte. En dat kost geld, veel geld. De stichting Energy4All (http://www.energy4all.nl/ ) probeert met allerlei acties een deel van die kosten bij elkaar te brengen. En The Dogparade (http://www.thedogparade.com/ ), dat idee van Mike, is daar weer onderdeel van. Mike vroeg een aantal bekende Nederlandse kunstenaars een grote of een kleine buldog van kunststof te beschilderen. Op die manier kwam ze ook bij mij. De hele opzet van het project en het idee erachter zaten zodanig goed in elkaar dat ik me liet overhalen. Dat doe ik niet zo snel, want als kunstenaar wordt je te pas en te onpas voor allerlei acties gevraagd. Zo van dat doet zo’n kunstenaar wel even gratis vanwege de eraan verbonden publiciteit. Nou, echt niet in mijn geval. te ervaren zal ik maar zeggen. Maar die Dogparade is dus de uitzondering op de regel geworden. Daarbij dacht ik ook gelijk “doe mij maar zo’n grote buldog, dat is een leuke uitdaging”.

Cerby in Roermond
Cerby in Roermond

De start vond vorig jaar plaats in Venlo bij sponsor Leolux, de bekende meubelfabrikant. De grootse finale, een ultieme veiling van alle kunsthonden, staat geprogrammeerd op 17 april van dit jaar in het NBC Congrescentrum te Nieuwegein. De details daarvan staan op de website van The Dogparade. Maar in de tussentijd hebben de honden geparadeerd in o.a. Amsterdam, Roermond, Gouda, Lelystad, Dordrecht en Nijmegen. En niet te vergeten de Masters of Luxury Fair in de RAI, de voormalige Miljonairs Fair.Want The Dogparade moest natuurlijk wel op de kaart worden gezet. Nou, dat is heel goed gelukt. En mijn Cerby is daarbij aardig wat keertjes op de foto gekomen.

Cerby in Gouda
Cerby in Gouda
Cerby op de Masters of Luxury Fair
Cerby op de Masters of Luxury Fair

Maar voordat hij er zo gekleurd uitzag, is er in mijn atelier vorig jaar heel wat met ‘m gebeurd. Het leek me interessant over dat wordingsproces een video op mijn YouTube-kanaal te zetten. Dat duurde alleen even. Het leven van een beeldend kunstenaar zoals ik bestaat ten slotte voor een heel groot deel uit beeldend bezig zijn en niet uit filmpjes maken. Maar afgelopen weekeinde was het zover. Ik kon “The Making of … Cerby” lanceren. Hieronder staat die video van drie minuten ingesloten. Met de link http://bit.ly/18v7JxZ  is die ook op mijn YouTube-kanaal (http://bit.ly/ij4Pag ) te aanschouwen. Met dan gelijk nog veel meer filmpjes van mij.

Mocht je voor zo’n buldogje van 1,6 meter hoog een leuke plek weten, mijn Cerby is heel gezeglijk, vriendelijk en is beslist ook een buitenhond. ’t Is dat zijn staart maar een kort stompje is, anders stond ie voortdurend te kwispelen van genoegen. Tot volgende week.

TOOS.

Kunst op Cuba 2


Iemand is gekend in zijn of haar regio. Noem je die naam daarbuiten? Nada, onbekend. Of je naam wordt geroemd in Nederlandse kringen en je bent net de grens met België over? Niente, nooit van gehoord. Menig kunstenaar zal die ervaring hebben. Grenzen zijn nog steeds grenzen. Ondanks Europa en mondialisering. Cultuur en bekendheid zijn, zeg maar, grensverschijnselen. De beperkte groep uitzonderingen natuurlijk daar gelaten. Die gedachte kwam bij me op toen ik me laafde aan de kunst in het Museo Nacional de Bellas Artes Arte Cubana in Havana.

cuban arts museum in old havana© Cuba Absolutely, 2014

Zoals ik dat vorige week hier al meldde, een tropische, kunstzinnige verrassing. Met een paar geweldige kunstenaars waarvan ik nog nooit had gehoord en een enkeling die me toch wel vaag bekend voorkwam. Maar laat ik beginnen bij het begin. Dat doet dit museum ook. Dat wil zeggen vanaf de landing van Columbus in 1492 op een strand in het oostelijk deel van Cuba. Met dus de “ontdekking” van Amerika.

Armando Menacal, De landing van Columbus, Museo Nacional
Armando Menacal, De landing van Columbus, Museo Nacional

Daarna komt in de loop van de 16de en 17de eeuw langzaam de Europese kunst binnensluipen. Want welstand dient vanzelfsprekend getoond te worden, met schilderijen aan de muur. Denk maar aan onze 17de eeuw. Je weet wel, die Gouden. Maar in Cuba is dan alleen sprake van derde en vierde rangs schildersgarnituur. Dat liet het Museo Nacional chronologisch duidelijk zien. In de 19de eeuw wordt dat al stukken beter. Goeie kunstenaars beginnen naar Cuba te komen. Zo gaat dat nu eenmaal als er kringen met heel veel geld ontstaan. Want reken maar dat er kapitalen werden verdiend op Cuba. Met vooral rietsuiker en tabak. En met de slaven natuurlijk. Lage loonkosten, zogezegd!

eind 19de eeuwse/begin 20ste eeuwse kunst
eind 19de eeuwse/begin 20ste eeuwse kunst

Maar de grootste kunstontwikkeling zag ik toch in de loop van de 20ste eeuw. Is daar ineens een zaal vol prachtig werk van ene Wilfredo Lam (1902-1982), gebaseerd op het kubisme van Braque en Picasso.

museo 04 Lam

werken van Wilfredo Lam in het museum
werken van Wilfredo Lam in het museum

Ergens kwam ’t me bekend voor. Maar ’t echt kunnen plaatsen, nee, dat lukte me niet.  Dat gebeurde thuis pas. Even googelen, en ja hoor, natuurlijk. Die had ook werk in het MoMa in New York en Centre Pompidou in Parijs. Die Wilfredo Lam was dan wel geboren en getogen in Cuba, maar had ook een aantal jaren in Parijs geleefd en daar alle groten uit die tijd leren kennen. Ik had dus ongetwijfeld wel eens iets van hem gezien. Maar pas zoveel werk bij elkaar deed hem echt recht.

Ooit gehoord van Fidelio Ponce de Leon (1895-1949)? Nou ik ook niet. Toch heel bekend in Cuba en aanpalende landen, maar niet in Europa. Denk maar aan mijn opmerking in het begin.

werk van Fidelio Ponce de Leon
werk van Fidelio Ponce de Leon

Of van ene Rolando Gutiérrez (1919-1976)? Toen ik zijn tekeningen zag, kon ik gelijk ook de wereld met dikke mensen van de wereldberoemde Columbiaanse schilder en beeldhouwer Botero (1932) plaatsen.

Gutiërrez links, Botero rechts
Gutiërrez links, Botero rechts

En zo waren er nog diverse andere moderne kunstenaars.

museo 08

zalen met moderne kunstenaars
zalen met moderne kunstenaars

De grootste verrassing was echter ene Roberto Fabelo (1951). Een fabelachtige tekenaar en schilder met een geheel eigen, fascinerende en magisch realistische wereld.

museo 10

werk van Fabelo
werk van Fabelo

Diezelfde dag heb ik op de boekenmarkt in Havana nog een paar boeken over hem gekocht. Zoals een met illustraties van hem bij het verhaal van Pinokkio.  En het leuke was dat ik in de weken daarvoor al werk van hem had gezien zonder ’t te weten. Op paraplu’s! Want op Cuba lopen heel veel mensen rond met kunstzinnige regenschermen die in februari  vooral als parasol werden gebruikt. Van een echt Cubaans merk, Artex. Een keten met winkeltjes waar je de Cubaanse cultuur aantreft op bijvoorbeeld mokken, douchegordijnen en vazen. En dus ook op paraplu’s. Met daarop, zo realiseerde ik mij in het museum, ook afbeeldingen van die Fabelo. Ik had al een hele verzameling van die schermen op straatfoto’s omdat ik ze zo interessant vond. Kwestie van even zoeken. En ja hoor, daar had ik Fabelo al te pakken!

paraplu met afbeelding van werk van Fabelo
paraplu met afbeelding van werk van Fabelo

Dat moeten ze bij het Rijksmuseum ook eens gaan doen. Rembrandt en Vermeer op paraplu’s. Dan lopen wij op straat ook onze Nederlandse cultuur te showen. Tot volgende week.

TOOS