Tagarchief: bijbel

Artemisia Gentileschi, de PowerVrouw van de Italiaanse Barok


En toen was daar Caravaggio, Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610). Het behoorlijk opvliegende schildergenie dat rond 1600 menig opstootje in Rome veroorzaakte, maar daarbij ook de kunstwereld op stelten zette.  Door een nieuwe, succesvolle schilderstijl te ontwikkelen. Nu het caravaggisme geheten.

Caravaggio, Salomé met het hoofd van Johannes de Doper (1610)

Gevolg: haat en nijd in dat kunstwereldje. Door een treiterig geintje van Caravaggio, samen met een schildersvriend, kregen beiden zelfs een proces aan hun broek. Die vriend? Ene Orazio Gentileschi (1563-1639). Inderdaad, de vader van Artemisia Gentileschi.

Orazio Gentileschi, De kruisgang van Jezus naar de Calvarieberg (1605-07), te zien op de expositie in het Palazzo Ducale

Artemisia (1593-1653), de kunstenaar waarvoor ik in januari afreisde naar Genua (lees hier maar). Voor de expositie ‘Coraggio e Passione’ (Moed en Passie) over haar in het Palazzo Ducale.

plein voor het Palazzo Ducale in Genua, geen terrassenweer vanwege de regen

Zij had, zo bleek al snel, in ruime overmaat de kunstgenen van haar vader meegekregen. Zo’n dochter kon Orazio natuurlijk prima gebruiken in zijn atelier. Dus kreeg ze daar van jongs af aan al een gedegen opleiding. In die stijl van Caravaggio. Want Orazio was daarvan aanhanger  geworden. Wie weet heeft huisvriend Caravaggio ook nog wel eens haar hand geleid. Intrigerend idee.

Zeventien jaar was ze toen haar eerste echte schilderij naar buiten kwam, ‘Suzanna en de Ouderlingen’.

Een populair schildersonderwerp in die tijd. Een paar ouwe, geile mannen die een naakte jonge vrouw, die een bad neemt, proberen te chanteren. Maar die van Artemisia, overigens vast nog met wat hulp van haar vader, is wel een heel dynamische vol emotie.

Artemisia, detail uit Suzanna en de Ouderlingen
Artemisia, Zelfportret als Allegorie op de Schilderkunst (1630-35)

Tegenwoordig, in ons Me-Too tijdperk, wordt nogal eens een dubbele lading aan dit werk toebedacht. In deze TOOS&ART aflevering is uitgebreid te lezen waarom. Maar hier toch even kort. Zeventien jaar oud, Artemisia wordt thuis verkracht door Agostino Tassi (kunstenaar en medewerker van Orazio), Tassi belooft haar te trouwen om schande te voorkomen (let wel, háár schande), hij verrekt dat uiteindelijk (blijkt al getrouwd), Orazio spant een proces aan (niet voor die verkrachting, maar vanwege de gebroken belofte, tja, andere tijden), Artemisia’s  handen worden zelfs gemarteld (want spreekt ze wel de waarheid, prettig soort rechtspraak), Tassi wordt veroordeeld tot twee jaar gevangenis maar komt al snel vrij (tja, vriendje van de paus), voor Artemisia wordt een huwelijk gearrangeerd met een 2e rangs schilder en ze vertrekt naar Florence (vrouw, verkrachting, schande, wegwezen). Waar ze zelfs als eerste vrouw lid wordt van de prestigieuze Academia dell’Arte del Disegno. En ook nog even vier kinderen baart waarvan maar één de kindertijd overleeft. Tja, andere tijden!

Allegorie op de beeldhouwkunst (1620), recent toegeschreven aan Artemisia

Nu die dubbele lading van ‘Suzanna en de Ouderlingen’. Dat werk was al geschilderd voor haar verkrachting. En nu typisch speculaties van nu door kunstkenners van nu bij dit al vier eeuwen oude Me-Too incident. Zou ze misschien iets voorvoeld hebben of zou er al iets gebeurd zijn dat ……? Vul maar in!. Is ’t me gegund hier een metershoge stapel aan heel grote twijfels bij te hebben?

Veel later gebruikt Artemisia trouwens nog eens dat thema van Suzanna. In haar eigen, florerende atelier in Napels waar ze werkte van 1640 tot haar dood in 1652.

Artemisia, Suzanna en de Ouderlingen (1649)

Wat ze dan deed na Florence? Heel veel meer prachtig werk maken natuurlijk. Eerst weer in Rome. Toen in Venetië, Napels, Londen en opnieuw Napels. Overal daar waar de machtigen, de rijken en dus de potentiële opdrachtgevers resideerden. Die opdrachten gaven voor portretten en thema’s uit bijvoorbeeld het Oude en Nieuwe Testament. Veel daarvan hangt nu in het Palazzo Ducale. Vooral met vrouwen als hoofdpersoon. Krachtige vrouwen! Zoals ze zelf ook een powervrouw was.

een van de vele zalen van de expositie
een bijzondere combinatie, links ‘De onthoofding van Holofernes’door Orazio (1622), rechts die van Artemisia (1640-45): zoek de verschillen
nog eens die van Orazio
die van Artemisia
Artemisia, nog een variatie op ‘De onthoofding van Holofernes’ (1640-45)
even rust tussen alle onthoofdingen in
Artemisia, Delila die het haar van Samson afknipt (1610-15)
Artemisia, nog een variatie op Samson en Delila
Artemisia, Minerva, beschermgodin van kunsten en wtenschappen (1635)
Artemisia, Dood van Cleopatra (1635), met de stervende Cleopatra die zich bewust door een gifslang heeft laten bijten (voor op het bed)
Artemisia, 2x Batsheba in bad die door koning David wordt bespied

En daar gaan we dan weer met de kunstkenners van nu. Ja, natuurlijk krachtige vrouwen. Die ook nog eens mannen te grazen nemen. Met hun hoofd afhakken bijvoorbeeld. En dit in allerlei schilderversies. Dat zou haar antwoord zijn op die verkrachting. Zou kunnen. Maar zelf heeft ze hierover nooit iets laten blijken.

In de expositie gaat de samensteller met die verkrachting wel heel ver. In een donkere ruimte is een bed uitgelicht en worden daarop en op de muren teksten geprojecteerd uit het juridisch verslag van het verkrachtingsproces. Met daarbij een vrouwenstem die ook nog eens Artemisia’s eigen bewoordingen declameert. Op een puur Italiaanse operamanier, een en al dramatiek, maar dan zonder muziek. Absurd.

wel heel interessant, het juridische verslag van het proces rond de verkrachting, in 1867 ontdekt in oude archieven in Rome

Zou ’t niet gewoon zo kunnen zijn dat Artemisia’s opdrachtgevers juist van háár een schilderij wilden? Eén van de zeer weinige vrouwelijke kunstenaars in die tijd, en ook nog een topper. Maar dan wel een schilderij met juist vrouwen als onderwerp? As ’t effe kon ook nog naakt? ’t Is maar een idee. Dat ik trouwens nog niet ben tegengekomen.

Artemisia, Annunciatie
Artemisia, De bekering van Maria Magdalena (1613-15)
Artemisia, Madonna met Kind (1616-18)
Artemisia, Portret van een dame met waaier (1622-25), mogelijk een zelfportret
aan het einde een videoshow over Artemisia in de privékapel van de Dogen van destijds

Maar hoe dan ook, alleen die expositie was de reis naar Genua al dubbel en dwars waard. En een betere kijk op het werk van pappie Orazio kreeg ik er gratis bij. Orazio die zelfs een paar jaar in Genua heeft gewerkt. Met daardoor werk van hem in bijvoorbeeld het Palazzo Spinola. Waar ik bij verrassing  ook nog mijn Middelburg en Zierikzee tegenkwam. Maar dat is een ander verhaal. Tot volgende week.

TOOS

‘Und ein letztes Glas im Stehen‘ bij Vermeers ‘Het glas wijn‘, dankzij Vereniging Rembrandt


Wie ‘Met het Oog op Morgen’ kent, al decennia lang elke avond 11 uur op NPO Radio 1, kent natuurlijk ook de begintune:

“Es wird Zeit für mich zu gehen
Was ich noch zu sagen hätte
Dauert eine Zigarette
Und ein letztes Glas im Stehen“…….

Een prachtig lied van en gezongen door Reinhard Mey.

bij ‘Het glas wijn’ van Vermeer

De laatste regel ging gelijk door me heen bij deze door levensgezel gemaakte foto. Plaats Rijksmuseum Amsterdam, tijdstip 22 uur woensdag 15 februari, expositie ‘Vermeer’, schilderij ‘Het glas wijn’. Een behoorlijk unieke foto, vermoed ik. Want dit gaat de komende maanden vast een stuk moeilijker worden.

detail van ‘Het glas wijn’

We voelden ons dan ook wel bevoorrecht, zelfs een beetje VIP-achtig. Want het Rijksmuseum en de blockbuster-expositie ‘Vermeer’ worden natuurlijk niet zomaar even een avondje vrijgemaakt. Maar wel voor ons als leden van de Vereniging Rembrandt.

Toen die uitnodiging een paar maanden geleden binnenkwam, was de beslissing snel genomen. Gaan!! Een heel goed besluit, zo bleek. Want ga maar na. Al honderdduizenden kaartjes aangeschaft in de voorverkoop. Nog nooit vertoond. En vlak na de opening alles uitverkocht! Zelfs met drie wekelijkse avonden met sluitingstijd 22 uur. Een Vermeer-hype? Hoezo! Terwijl dat, als je naar de kunstgeschiedenis kijkt, helemaal niet in de lijn der verwachting lag. Vermeer is echt een prachtig voorbeeld voor de wonderbare kronkelwegen der kunstgeschiedenis.

Stel namelijk dat je in het Nederland van de eerste helft 19e eeuw als kenner de namen  Vermeer en Rembrandt even achteloos liet vallen in een aangenaam en goed kunstzinnig onder-ons-gesprek. Rembrandt? Oh ja, Rembrandt, de meester! Maar Vermeer? Gigantische kans op glazige blikken.

Eigenlijk ook best begrijpelijk gezien de feiten. Vermeer heeft, als succesvol Delfts kunstenaar, niet meer dan zo’n 45 à 50 schilderijen geproduceerd. Vooral kleine formaten en niet van die imponerende joekels. Daarvan verkoopt hij tijdens zijn leven (1632-1675) zelfs een 20-tal aan één Delftse familie. Zijn schilderijen plezieren dus maar een zeer select gezelschap van liefhebbers. Bezoekers van zijn atelier, ook buitenlandse, had hij meestal nauwelijks iets te tonen. Hoe raakt een kunstenaar dan, ook nog na een vroegtijdige dood op 42-jarige leeftijd, in bredere kringen bekend? Niet dus. Vermeer zakte weg in vergetelheid. Niet als enige trouwens. Denk maar aan veel vrouwelijke kunstenaars.

een van de zalen van de Vermeer-tentoonstelling
net of ‘Het melkmeisje’ even alleen voor mij inschenkt

Maar terugkomend op dat onder-ons-gesprek, stel dat je daarin bij leven en welzijn eind 19e eeuw opnieuw die namen van Rembrandt en Vermeer had laten vallen? Vermeer? Ja, natuurlijk, Vermeer! De oorzaak? Een Fransman. Ja, geen eens een Nederlander maar nota bene  een Fransman. De kunstcriticus Théophile Thoré-Bürger (1807-1869). Die zich in 1842 in het Mauritshuis plots stond te vergapen aan Vermeers ‘Gezicht op Delft’. Wat een ontdekking! Daarover diende geschreven te worden. En aldus geschiedde, met alle onvoorspelbare gevolgen van dien. Zoals de hype nu. Met in de eerste zaal van de expositie gelijk al dat ‘Gezicht op Delft’ (uit 1660-61). Ik wordt bij het zien ervan altijd weer blij.

Vermeer, ‘Het gezicht op Delft’

Waarom? Daarover begin ik maar geen uitleg, dikke boeken zat daarover. In de romancyclus ‘À la recherche du temps perdu’ (‘Op zoek naar de verloren tijd’, begin 20ste eeuw) van Marcel Proust, verdorie alweer een Fransman, valt er van emotie zelfs iemand pardoes dood neer voor dat schilderij.

Het interessante van de expositie is dat in de tweede zaal gelijk Vermeers eerste werken hangen. Die hij maakte na op zijn 20ste als meesterschilder te zijn toegelaten tot het Delftse schildersgilde Sint Lucas. Schilderijen met mythologische en Bijbelse thema’s. Voor zijn latere doen best grote doeken. Maar bij lange na niet de Vermeer van later. Ik durf te stellen dat als hij zo was blijven schilderen we nu geen Vermeer-hype hadden gehad.

die tweede zaal
met daarin ‘Diana en haar nimfen’
en ‘Sint Praxedis’

Maar toen kwamen die prachtig verstilde en technisch volmaakte Vermeer-interieurs. Met hooguit enkele personen erin. DE Vermeer zoals we die nu kennen!

Van te voren was ik nog een beetje sceptisch. Ik had al zoveel van zijn schilderijen gezien. Ook die nog nooit eerder uitgeleende drie werken uit de Frick Collection in New York. Ging ‘Vermeer’ nog iets nieuws toevoegen aan mijn Vermeer-gevoel? Ja dus! Met als toegift natuurlijk nog dat ‘letztes Glas im Stehen’.

Het is een echt prachtige tentoonstelling. Magnifiek ingericht en prima toegelicht. Dichter bij Vermeer ga je niet meer komen. Tenzij je natuurlijk dit doet.

de klimaatklevers een aantal maanden geleden in het Mauritshuis bij ‘Het meisje met de parel’
nu in het Rijksmuseum

Wist je trouwens dat ‘Het meisje met de parel’ in 1881 op een Haagse veiling voor het ongelooflijke bedrag van 2 gulden en 30 cent werd aangekocht door een verzamelaar?

Nog even ter informatie, vanaf 6 maart komen er mogelijk nog nieuwe kaartjes beschikbaar. Iets om met je vinger bij de knop te gaan zitten?

nog een paar foto’s
met hier die twee heel kleine schilderijtjes op de foto hierboven
allemaal tevreden bezoekers/Vereniging Rembrandt leden

En anders vind je via de Rijksmuseum site nog machtig veel interessante beelden en video’s met toelichting. Zoals bijvoorbeeld hier, hier en hier. Tot volgende week.

TOOS

Hoe de Indiase vissers van Kovalam in het Drentse Balloo verzeild raakten: een ReisKunst-verhaal


‘Kovalam’ op de expositie ‘De Verwondering’ in Galerie Drentsche Aa in Balloo

Een kleurrijke vleug Zuid-India bij mijn expositie ‘De verwondering’ in het noordelijke Drentse Balloo. Een olieverfschilderij met de titel Kovalam, centraal op de foto hierboven. Met zo’n speciale titel zit daar natuurlijk een verhaal achter, een ReisKunst-verhaal.

Vier jaar geleden alweer trok ik een aantal weken rond in Zuid-India. En belandde daarbij ook in het allerzuidelijkste puntje van India, aan weerszijden omgeven door de Indische Oceaan. In Kovalam. Niet alleen een toeristische bestemming maar ook een vissersplaats. Zo een waar ’s morgens vroeg nog de vissers met hun houten bootjes hun verse vangst ter verkoop op het strand komen deponeren. Waarna die boten hutje mutje naast elkaar worden gelegd of het nabijgelegen strand worden opgetrokken.

 “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten”, om maar eens een toepasselijke zinsnede uit het Bijbelse boek Genesis aan te halen. En dat natuurlijk terwijl bezoekers op hun gemakkie plaatjes staan te schieten. In dat soort situaties kijk ik vooral, neem waar, zuig op en laat de kleurkegeltjes in mijn netvlies overuren maken bij het uitvoeren van hun taak.  Levensgezel laat dat dan weer over aan de pixels in zijn camera. Voor later, voor het digitaal geheugen.

De uitermate levendige en kleurrijke beelden die ik in Kovalam opsloeg in m’n grijze hersencellen  resulteerden uiteindelijk in mijn Middelburgse atelier in dat gelijknamige schilderij. Een echt ReisKunst-schilderij dus. Waarbij voor mij persoonlijk heel goed valt te herleiden hoe de compositie ervan tot stand is gekomen. Maar of dat voor ieder ander ook zo is? Ik heb het lichte vermoeden dat je daar een heel goeie spoorzoeker voor moet zijn. Tja, mijn kunstenaarsslogan, ‘for me art is travelling the mind’, is natuurlijk niet zomaar uit de lucht komen vallen. En toch, kijk hieronder nog maar eens goed naar dat ‘Kovalam’.

Toos van Holstein, Kovalam (olieverfschilderij, 110-150 cm)

Zo hangen er natuurlijk meer schilderijen waarin een ReisKunst-verhaal verscholen zit. Wie weet komen die nog wel eens te voorschijn. Hoe dan ook, onderstaande foto’s van de opening van ‘De Verwondering’ tijdens het afgelopen Pinksterweekeinde spreken nu al voor zich.

Met op die foto’s vanzelfsprekend ook de geëxposeerde resultaten van mijn ‘Ei-Project’. Het project dat ik een paar weken geleden afsloot in de Italiaanse keramiekstad Gubbio na een verblijf daar van een maand. Een project waar ik vast nog wel eens op terugkom.

drie van mijn ei-objecten uit de serie van mijn ‘Ei-Project’

Maar nu eerst even wat rust. Want vanaf half juni staat er al weer een andere onderneming op stapel. Iets met nieuwe steendrukken. Met natuurlijk ook een nieuw verhaal voor ergens in de toekomst. Tot volgende week.

TOOS

Complottheorieën van middeleeuwse monniken, De Da Vinci Code en het Catharijneconvent


‘Wil de ware Maria Magdalena nu opstaan?’ Ken je nog het tv-spelletje ‘Wie van de Drie’? Een klassieker die sinds 1963 steeds weer in een iets ander jasje op het scherm opduikt? Drie personen beweren hetzelfde beroep uit te oefenen en panelleden moeten via uitgekiende vragen de ware zien aan te wijzen. Die aan het eind moet opstaan. Hoe zou dat bij Maria Magdalena gaan? Staat er dan niemand op of doen ze ’t alledrie tegelijk? Lees de vorige twee afleveringen over haar er nog maar eens op na. Met al die door monniken verzonnen en verwarrende middeleeuwse complottheorieën. Over de verwarring die Dan Brown in 2003 met zijn ‘De Da Vinci Code’ creëerde, schreef ik daarbij nog niet eens.

Miljoenen lezers verslonden die pageturner.  Extra miljoenen bioscoopbezoekers  kwamen er in 2006 nog bij. Door de film met Tom Hanks als geleerde Robert Langdon in de hoofdrol. Allemaal kregen ze mee dat Jezus een dochter bij zijn discipel Maria Magdalena had verwekt. En dat hun afstammingslijn zich tot op heden heeft voortgezet. Met daarin bijvoorbeeld de vroeg-middeleeuwse Merovingische koningen van Frankrijk. Logisch natuurlijk dat, zoals altijd bij complotten, ook de Orde der Tempeliers een rol krijgt toebedeeld. Net zoals Leonardo Da Vinci en dat….. Ach, laat die Katharen en de Heilige Graal maar even zitten. Zoals ook ‘het feit’ dat niet de langharige apostel Johannes aan de rechterhand van Jezus zit op Da Vinci’s beroemde fresco ‘Het Laatste Avondmaal’ maar Maria Magdalena in hoogst eigen persoon.

Leonardo da Vinci, Het laatste avondmaal (1495-98), klooster Santa Maria della Grazie, Milaan

Spannend allemaal, absoluut. Maar door wetenschappers volledig neergemaaid vanwege onjuistheden en ongeloofwaardige combinaties van vele mitsen en maren die als feitelijke logica aaneen werden geregen. Waaronder ook die landing van Maria Magdalena aan de zuidkust van Frankrijk  en haar grottenleven daar (lees vorige week). Eigenlijk is die ‘De Da Vinci Code’ één grote complottheorie. Maar wel een leuke. Dit in tegenstelling tot al die complotbedenksels van nu rond corona.

het complex van het Catharijneconvent in Utrecht

Snap je dat ik dus beslist naar het Museum Catharijneconvent in Utrecht moest? Niet vanwege een of ander reliek van MM, maar voor de expositie ‘Maria Magdalena’ (nog tot 9 januari) . Met alle vooraf gedane huiswerk in Frankrijk wilde ik wel eens controleren hoe die mystieke Bijbelse vrouw met al haar vele gedaanten daar is neergezet. Want was ze nou apostel, bekeerde zondares, geliefde van Jezus, kroongetuige, kluizenaar, mysticus, prostituee of wonderdoener? Het werd een aangename verrassing met een enkele dissonant. Eerst maar eens de inleidende video door cultuurhistoricus Herman Pleij.

Hieronder een impressie met wat foto’s en toelichtingen. Die, zo besef ik, veel te weinig recht doet aan deze zeer interessante expositie.

schilderij uit het 1e kwart van de 16e eeuw

Rechts naast het kruis beweent MM de dood van Jezus. Hoewel zo’n scene niet expliciet in de evangeliën van de Bijbel staat beschreven, was dit eeuwenlang een heel populair beeld.

Jacob Cornelisz. van Oostsanen, 1529

Net zoals ook haar aanwezigheid bij de kruisiging zelf die wel wordt genoemd. Evenals haar bezoek met twee andere vrouwen aan het graf van Jezus waar ze zijn lichaam willen balsemen. Ging niet door want het graf bleek leeg. Maar MM wordt daarom wel meestal afgebeeld met een zalfpot.

MM bij het lege graf

Daar komt natuurlijk nog bij dat ze volgens het evangelie van Lucas al veel eerder Jezus’ voeten had gewassen met haar tranen, gedroogd had met haar haren en daarna gezalfd. Heb je trouwens wel eens geprobeerd met je haren iets af te drogen? Nou, succes ermee! Maar hierdoor is, net als met het zalfpotje, een afbeelding van MM zonder lang golvend haar een zeldzaamheid.

schilderij van Gaspar de Crayer waarin MM als boetedoening voor haar zondig leven de schaar in haar lange haar zet
Alfred Stevens, 1887
foto van David LaChapelle met een moderne MM die de voeten van Jezus droogt met haar lange haar

Die laatste foto hierboven? Dat vind ik zo’n dissonant. Want zoals dat tegenwoordig noodzakelijk schijnt, moet je ook moderne kunst in zo’n expositie verweven. Zo worden er meer van die moderne uitingen aan de lange haren van MM bijgesleept. Voor mijn gevoel althans. Wat te denken van deze geestuitdrijving van de demonen bij MM door Jezus en die stapel textiel met op de achtergrond nog een werk van Marlene Dumas?

Helen Verhoeven, 2020, Jezus verdrijft 7 demonen uit MM terwijl rechtsachter 3 discipelen toekijken en links 7 melaatsen wachten op genezing

Daar steekt de keramische MM van Kiki Lamers uit 2020 dan wel weer bovenuit.

Maar ja, als je ooit in Florence dit eeuwenoude,weergaloze houten beeld hebt gezien?

Donatello, Maria Magdalena (1453-55)

Dat de grot van MM in Zuid-Frankrijk ook te voorschijn komt, spreekt voor zich.

schilderij uit het atelier van de zogenaamde Meester van 1518
Jan Nagel, 1592
detail

In het eerste schilderij nog wel ver op de achtergrond, in het tweede met een rijk geklede MM echt voorin de grot en helemaal achterin haar boetedoende en armoediger versie (zie detail).

Nu rest eigenlijk nog dat bekende ‘noli me tangere’-thema dat zo innig verbonden is met MM? Maar ach, wie wat bewaart, die heeft wat. Op de website van het museum vind je trouwens ook nog heel veel nuttige informatie met prima video’s en gesproken tekst.  Nu ga ik eerst op naar de 70’s. Tot volgende week.

TOOS

Dante en Homerus te gast bij TOOS als Middelburg op 6 mei Boekenstad is


affiche van dit jaar

Eens per jaar op de eerste zondag in mei is Middelburg een echte Boekenstad. Vanuit verre streken, zelfs uit Vlaanderen, komen zo’n 130 handelaren in allerlei soorten en maten naar de Markt. Daar waar zich ook al heel lang één van de mooiste en grootste boekhandels van Nederland bevindt. De Drukkerij. Nog nooit bezocht? Dan mis je wat. ’t Is maar dat je ’t weet! Maar dat terzijde.

Zelf voeg ik ook het nodige toe. Maar dan wel in mijn atelier aan de Korendijk. Met als gasten onder anderen de Griek Homerus, de Italiaan Dante Alighieri, de goden uit de IJslandse Edda en heiligen als Sint Nicolaas en Catharina van Alexandrië? Best een interessant gezelschap, nietwaar?

embleem van de kunstroute

Die boekenmarkt is een spin-off van onze maandelijkse Kunst en Cultuurroute in Middelburg. Ooit een thema, dat uiteindelijk zoveel succes had dat de organisatie ervan na een aantal jaren op eigen benen kon staan. Maar die boeken zitten natuurlijk nog wel steeds in de genen van de kunstroute. Vandaar dat een aantal ateliers en galerieën zich zondag 6 mei ook werpt op het boek. Maar vanzelfsprekend wel kunstzinnig. Kijk maar op de website https://www.kunstroutemiddelburg.nl/.

Daar zul je dus ook mijn atelier aantreffen. Want naast schilderijen heb ik ook wel een en ander in huis op boeken in combinatie met kunst. Van de oude Grieken via de middeleeuwen tot aan vandaag de dag. En dat allemaal dankzij mijn Galerie Quadrige in Nice. Eigenaar Jean-Paul Aureglia blies er nieuw leven in uitgeverij La Diane Française die ooit al samenwerkte met nu dooie maar nog steeds beroemde kunstenaars als Salvador Dali, Leonor Fini en André Masson.

Hij stelde zich als levensdoel om naast nieuwe teksten ook eeuwenoude literaire pijlers onder onze hedendaagse Westerse beschaving uit te geven.  In de vorm van het livre d’art. Een in la douce France veel meer dan in Nederland voorkomend soort kunstboek. Uitgaven in zeer beperkte oplage, geïllustreerd met multiples. Originele kunstwerken zoals etsen, houtsneden, gravures, steendrukken en zeefdrukken. Allemaal losliggend en daardoor met het handje uitneembaar.

mijn ‘verzamelde werken’ in de boekenvitrine in mijn atelier

Bij dat levensdoel van Jean-Paul ben ik als kunstenaar nu al een flink aantal jaren betrokken. En daardoor kan ik dus mooi meespelen met Middelburg Boekenstad. Met zeefdrukken bij hoofdstukken uit de 14de eeuwse Divina Commedia van Dante. Met steendrukken bij de duizenden jaren oude verzen in de Ilias en Odyssee van bard Homerus. Met steendrukken bij de ook al heel oude Scandinavische sagen en legenden uit de Edda. Ooit in de 12de eeuw opgetekend in IJsland. En met steendrukken bij een paar heiligenlevens uit de Legenda Aurea.

zeefdruk bij de Divina Commedia

een steendruk bij de Edda

De Legenda Aurea? Ja! Een boek dat in Nederland niet zo bekend is, maar in de middeleeuwen het meest gelezen boek was na de Bijbel. Met uitgebreide levensbeschrijvingen van het gigantische aantal heiligen dat de Roomse Kerk in de loop der eeuwen had verzameld. Zoals onze eigenste Sint Nicolaas. Toen nog zonder zijn Piet. Verwacht in mijn afbeeldingen dus geen zwarte of in wat voor kleur dan ook geveegde of gestreepte helpers van hem.

Ook Santa Catharina, die zorgde voor mijn eerste voornaam, heb ik kunstzinnig onder handen genomen. Maar dan wel die van Alexandrië. Want het Toscaanse Siena heeft ook een 14de eeuwse heilige van die naam. Eveneens heel sterk vereerd, maar mij een te kwezelachtig typje. Nee, dan mijn naamgenoot Catharina van Alexandrië van rond het jaar 300!

een steendruk bij de levensbeschrijving van Sainte Catharina d’ Alexandria

Een zeer wijze, onafhankelijke, standvastige en gelovige vrouw die met haar heldere verstand zelfs mannen wist te overtuigen. Ga er maar aan staan! Maar ja, ze moest ’t wel met de marteldood bekopen. Volgens de legende dan natuurlijk. Kijk, dat zijn vrouwen die me inspiratie opleveren.

Benieuwd? Kom dan 6 mei naar de Korendijk 56. Daar krijg je niet alleen uitleg over die prachtige steendrukkunst maar kun je ook de bijbehorende livres d’art bekijken. Allemaal nog ouderwets met losse loden lettertjes met de hand gezet door Jean-Paul en pagina voor pagina op de handpers gedraaid. Wel in de Franse taal. Maar zoals gezegd, alle apart genummerde en gesigneerde bijbehorende multiples liggen er los in. En is kunst niet een soort universele taal? Tot volgende week.

bezig in het atelier van meestersteendrukker Rudolf Broulim bij Antwerpen

TOOS

Hoe Plantin en zijn Garamond de wereld via Antwerpen, Nice en Middelburg rond maken


In 1546 stierf Maarten Luther, in 1555 drukte Christoffel Plantin zijn eerste boek en 462 jaar later stond ik vorige maand december even te wachten op een aantal kleurkopieën die een machine in hoog tempo uitspuugde. Cryptisch? Jazekers. Maar daarom niet minder associatief logisch.

portret van Christoffel Plantin

Want een paar weken geleden schreef ik over de Luther-expositie in het Museum Catharijneconvent. Daar leerde ik dat hij vijf jaar na publicatie van zijn 95 stellingen al de meest gelezen auteur in Duitsland was geworden. Mee natuurlijk dankzij zijn voor het eerst in het Duits vertaalde bijbel. Een bijbel die dan weer dankzij de boekdrukkunst wijd en zijd verspreid kon worden. Stel je eens voor dat dit nog had moeten gebeuren met handgeschreven exemplaren, de enige manier in de eeuwen daarvoor. Zou de Reformatie dan zo snel de Europese geloofswereld op zijn kop hebben kunnen zetten? Vast niet. De boekdrukkunst was voor Luther dus cruciaal, hoe arbeidsintensief dat drukproces toen ook nog verliep. En tegenwoordig? Nu stond ik op m’n gemakkie bij die machine te wachten op een stapeltje kleurkopieën van mijn nieuwjaarswens. Vanzelfsprekend gedrukt via een bestandje op een USB-stick. Over moderne zegeningen gesproken!

Museum Plantin-Moretus in Antwerpen

Dat besefte ik onlangs in Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. De stad waar de hierboven al genoemde Fransman Christoffel Plantin (1520-1589) neerstreek, een drukkerij begon en in 1555 zijn eerste uitgave de wereld in stuurde. In dat prachtige drukkersmuseum ga je figuurlijk en letterlijk ver terug in de tijd. Omdat je er rondloopt in de oorspronkelijke woonruimten en drukkerswerkplaatsen van vele generaties  Plantin en Moretus, de aangetrouwde tak.

Steeds rijker wordend kochten ze uiteindelijk een carré van aaneengesloten eeuwenoude woningen bij elkaar rond een grote binnentuin. Nu is dat een grandioos monument uit de Gouden Eeuw van Antwerpen. Een toen van de handelslui vergeven kosmopolitisch  Antwerpen dat in die 16de eeuw bruiste aan alle kanten en een van de belangrijkste Europese havensteden was.

de binnentuin van het complex

Een vrijzinnig Antwerpen ook waar de humanistisch ingestelde Plantin zich goed thuis voelde en al snel zijn drukkerij opstootte in de vaart der volkeren en zelfs uitbouwde tot de grootste ter wereld. Met 22 persen en meer dan 80 werknemers. Met boeken op zowel religieus, humanistisch, taalkundig, kartografisch als wetenschappelijk gebied. Gedrukt in vele talen. Van o.a. Latijn, Grieks en Nederlands  tot zelfs Oud-Syrisch en Armeens. Echt ongelooflijk. Hoeveel verschillende soorten loden lettertekens moeten ze daar wel niet hebben gehad?

opslagruimte met de letterbakken

Daarnaast zette Plantin zelf nog een filiaal op in Leiden en werd hij zelfs officiële drukker van onze Staten Generaal werd. Achteraf gezien heel belangrijk omdat Leiden zich daardoor, na de oprichting in 1575 van de universiteit door Willem van Oranje,  tijdens de Tachtigjarige Oorlog tot een belangrijke en vrije drukkersstad  kon ontwikkelen.

Dat in tegenstelling tot Antwerpen. In 1585 was de stad weer in Spaanse handen gevallen. Veel protestantse kooplui verlieten de stad richting Noordelijke Nederlanden. Achteraf gezien betekende dat stuivertje wisselen van Gouden Eeuw. Amsterdam nam het havenstokje van Antwerpen over. Ook omdat die vervelende protestantse Zeeuwen en Hollanders nu tol eisten voor de toegang tot de Westerschelde. Een heffing die officieel pas in1863 werd afgeschaft. Maar om nou te zeggen dat ’t tegenwoordig helemaal pais en vree is tussen Vlaanderen en Nederland rond die Westerschelde? Niet echt toch? Nog steeds animositeit genoeg.

gravure over de bezigheden in een drukkerij destijds

schilderij van een proeflezer die de teksten controleert

Hoewel Antwerpen dus economisch wegzakte, wist die drukkerij van de Plantijnen en Moretussen zich goed te handhaven. De Officina Plantaniana had namelijk het recht kregen van de Spaanse regering alle religieuze geschriften voor hun rijk te drukken. Best een leuk contract als je beseft dat ook al die veroverde gebieden in Midden en Zuid-Amerika er onder vielen. Zodoende stond in Antwerpen de grootste drukkerij van de Contrareformatie. Maar aan alle moois komt ooit een eind. Meer dan drie eeuwen na de oprichting verkocht nazaat Edward Moretus drukkerij en gebouwen aan de stad Antwerpen. Nu dat stijlvolle en heel interessante Museum Plantin-Moretus.

de oudste nog bestaande drukpersen ter wereld

de privé-bibliotheek van de familie

Zo leerde ik er dat Christoffel Plantin ook de Garamond had ontworpen. Een lettertype dat nog steeds in zwang is. Toen ik dat las, had ik direct mijn Niçoise galerist/uitgever Jean-Paul Aureglia in zijn werkplaats voor ogen. De man met wie ik samenwerkte aan nieuwe uitgaven van onder andere de Divina Commedia en de werken van Homerus.

Griekstalige uitgave van Homerus, gedrukt in de Officina Plantiniana

De man die de teksten van zijn uitgaven nog ouderwets handmatig zet met loden lettertjes. Letters in van die letterbakken die ooit heel populair waren als wandversiering. En weet je welk lettertype hij daarin heeft zitten? De Garamond! Thuis in Middelburg staat dus een hele reeks livres d’art met daarin illustraties van mij en Franse teksten uit Nice in de Garamond, de letter die Plantin in Antwerpen ontwierp. Prachtig toch?

deel van galerie/werkplaats van Jean-Paul in Nice met ook nog een schilderij van mij

Tot volgende week.

TOOS

Kerstaflevering: Maarten Luther en de Transaviaanse aflaten


Als ik een vliegticket boek naar Nice om weer eens lekker ongestoord te kunnen werken in mijn atelier daar doe ik dat bij Transavia. As ’t effe kan voor het laagste tarief, te weten € 29 enkele reis. Best te doen toch als je dat vergelijkt met een retourtje Middelburg-Groningen per trein van € 53? Maar dan moet je natuurlijk niet ingaan op blijkbaar onmisbare zaken als het aanbod van een parkeerplaats, een gereserveerde zitplaats, meer beenruimte, ruimbagage of reis en annuleringsverzekering. En ook niet op het aanbod om je CO2 uitstoot tijdens de vlucht af te kopen. Want naast Transavia moet ook het klimaat worden gered. Niet dat ze dan minder van die koolstofdioxide uitstoten, dat gaat natuurlijk niet lukken. Nee, dat geld wordt dan ergens in een heel ander deel van de wereld op een of andere vage manier gebruikt om daar die uitstoot te verminderen.

voorbeeld van middeleeuwse aflaat

Een soort Roomse aflaat dus waarmee je in de middeleeuwen de boetedoening voor je zonden kon afkopen. Bij Paus Transavia kun je nu dus op dezelfde manier je CO2-schuldgevoel weg poetsen. Die gedachte kwam plots op toen ik vorige week de expositie bezocht over Maarten Luther  in het Utrechtse Museum Catharijneconvent. Een tentoonstelling ter ere van het feit dat hij op 31 oktober, nu 500 jaar geleden, in het Duitse Wittenberg zijn beroemde en beruchte 95 stellingen op de deur van de kapel spijkerde. Althans, zo luid het aan enige twijfel onderhevige verhaal. Maar of dat getimmer nu wel of niet heeft plaats gevonden, één ding is zeker: het heeft heel wat gevolgen gehad.

introductievideo bij begin van de expositie

vroegste afbeelding van Luther

In zijn stellingen sprak de monnik Luther zich sterk uit tegen dat kerkgedoe met die aflaten. Als biechtvader maakte hij ’t regelmatig mee dat hij na de biecht geen boetedoening meer kon opleggen vanwege de door de gelovige gekochte aflaat die deze voor zijn neus heen en weer zwaaide . Van de opbrengst werd bijvoorbeeld de bouw van de nieuwe Sint Pieter kathedraal in Rome bekostigd. Een win-win situatie voor zowel zondaar als clerus. Maar niet voor al die Duitse keurvorsten die veel geld naar Rome zagen wegstromen. Dat was natuurlijk niet eerlijk, zij minder en de paus meer. Dit en nog heel veel andersoortige ongenoegens over de kerk zorgde ervoor dat Luthers stellingen in vruchtbare aarde vielen.

detail van 17de eeuws schilderij waarop Luther niet hamert maar schrijft op de kerkdeur

Over die achtergronden had ik graag nog wat meer willen zien en lezen, daar in het prachtige Catharijneconvent. Maar ik voelde me niet echt ‘opgetild’ door de kwaliteit van de getoonde kunst in samenhang met het grote aantal getoonde vlugschriften,boeken en bijbels. Wel geschriften die vaak gedrukt werden met gevaar voor eigen leven. Want de inquisitie zat ook niet stil. Maar de branding van het merk Luther door zijn gebruik van kunst en de moderne social media destijds, zoals die nieuwe boekdrukkunst, bracht een niet meer te stoppen proces op gang. Binnen vijf jaar was hij de meest gelezen auteur in Duitsland. Mee ook dankzij zijn designer Lucas Cranach, zowel een bekend kunstenaar als ook plaatsgenoot. Die Cranach heeft niet alleen tientallen schilderijen van Luther gemaakt maar ook veel prenten in grote oplage. Naast, ook niet te vergeten, prachtige houtsneden als titelblad bij Luthers geschriften en de door hem uit het Latijn in het Duits vertaalde bijbel. Daardoor kon eindelijk iedereen die het lezen machtig was het Oude en Nieuwe Testament bestuderen.  En kon je ook nog een 16de eeuwse poster van je grote held aan de muur hangen.

laatste portret dat Cranach maakte van Luther in 1546, het sterfjaar van Luther

door Luther in het Duits vertaalde bijbel met houtsnede van Cranach

rechts ets van de heilige Hiëronymus (naar Dürer) die bijbel in het Latijn vertaalt, links Luther in dezelfde setting als de heilige terwijl hij de bijbel in het Duits vertaalt

verbranding van de eerste vrouwelijke Lutherse martelaar, Wendelmoet Claesdochter in Den Haag 1527

beeldenstorm

Dat alles wordt op de expositie goed uitgelegd, maar een aantal andere onderwerpen komt er toch wat karig af. Want hoeveel oorlogen zijn er niet ontstaan door de Reformatie die Luther op gang bracht en hoeveel slachtoffers zijn er wel niet gevallen in de naam van God?  En wat te denken van al die verbrandingen van ketters en van de beeldenstormen waarbij gigantisch veel kunst is vernield? Hoe zit dat nou met die uit de geloofsstrijd ontstane Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waar we uiteindelijk meer zagen in de op Luther voortbordurende Zwitser Calvijn? Waarom werd Nederland calvinistisch en is de kerk in Duitsland en Scandinavië vooral Lutheraans ? Kijk maar eens op de interessante kaart hieronder die op de expositie hing.

jaar 1575: lichtblauw calvinistisch, blauw Lutheraans, beige Rooms, wit rechtsonder islamitisch

Ziet Europa er qua geloofsbeleving niet nog vrijwel hetzelfde uit als toen in 1575? Frappant toch! Voor mij dus een expositie met plussen en minnen. Maar zeker interessant. En in ieder geval ook nog nuttig voor de bezoekers die daar rondliepen en die, zo hoorde ik, dachten dat de Jodenvervolging pas was ontstaan in de tijd van Luther, mede vanwege zijn negatieve houding tegenover hen.

Calvijn links en Luther rechts op spiegelgravures

Christus als goede herder voor de kinderen en de gewone mens, de paus uit het dakraam die met goud en zilver de priester op het dak lokt

Luther en Calvijn rechts winnen het met hun bijbel van de kerkschatten van de paus links

Dan nog iets ander wonderbaarlijks. Over die moderne CO2-aflaten bij Transavia. Die zijn namelijk inclusief BTW terwijl over vliegtickets die belasting nog steeds niet wordt geheven. Net zo min als over vliegtuigbrandstof belasting wordt betaald. Valt dat nou ook onder moderne klimaataflaten? Best interessant om daar over na te denken als je bij de benzinepomp staat te tanken. Tot volgende week.

TOOS

Nog meer Birmees blinkend bladgoud


Al dat blinkend bladgoud in Birma/Myanmar, zie vorige week, triggerde mijn kunstenaarshart natuurlijk wel. Ik moest dat beslist weer eens gaan gebruiken.  Dus schafte ik een boekje bladgoud aan in die werkplaats in Mandalay waar dat drietal tanige Birmese mannetjes hun bladgoudrap uitvoerden(zie op YouTube https://youtu.be/iQqs9nlKS5g).

de drie goudslagers met hun bladgoudrap, zie video vorige week
de drie goudslagers met hun bladgoudrap, zie video vorige week

Dat hadden ze wel verdiend, vond ik. En 9000 Myanmarese kyat, iets meer dan zes euro, voor een boekje met tien blaadjes kon me ook de kop niet kosten. Zes euro maar, zul je misschien zeggen? Voor goud? Maar bedenk dan wel dat zo’n bijna 24-karaats blaadje ongelooflijk dun is. Iets van 0,0001 mm. Je moet er dus 10.000 op elkaar leggen om tot een dikte van 1 mm te komen. Bagage overgewicht op de terugreis? Daardoor dus in ieder geval niet.

En ’t had nog goedkoper gekund. De altijd nieuwsgierige levensgezel liep een aantal dagen later op zijn blote voetjes door de

Phaung Daw Oo Pagode
Phaung Daw Oo Pagode

bij het Inle Lake. Want dat hoort zo, schoenen of sandalen en niet te vergeten sokken altijd uit. Ik had daar op dat moment even geen zin meer in. Weer die schoenen uit? Nee, laat maar. In die tempel kon ook geplakt worden. Op vijf heilige Boeddhabeelden zelfs. Daarvoor wilde hij zijn voeten nog wel een keertje extra ontbloten. Want die vijf waren ooit door een kantelende boot bij de jaarlijkse processie over het meer onder water verdwenen. Grote paniek natuurlijk. Zeker omdat er uiteindelijk maar vier konden worden terug gevonden. Die vijfde? Nergens te bekennen. Dat bleek achteraf ook uitermate logisch. Want dat beeld had uit zichzelf de weg naar de pagode terug gevonden en stond al weer pontificaal te stralen op zijn eigen plekkie toen de menigte verdrietige gelovigen de overgebleven vier maar kwamen terugbrengen.

de vijf Boeddhabeelden
de vijf Boeddhabeelden

Hoe die beelden er vroeger hebben uitgezien, is niet meer te achterhalen. De Boeddhavormen zijn bolvormen geworden. Door alle aangebrachte bladgoud dat je in het bijbehorende stalletje in de tempel kunt kopen. En waar levensgezel door zijn nieuwsgierig gevraag er verdorie achter kwam dat vijf blaadjes daar maar 3000 Kyat kostten. Of ie bij tien blaadjes een kwantumkorting kon krijgen? Nee, daar deden ze niet aan. Dus kwam hij op z’n blote pootjes de tempeltrap af naar mij toe met de vraag “zal ik nog maar wat kopen?”. Ja, dat moest ie maar. Want ik kon ’t natuurlijk niet hebben dat ik me in Mandalay voor twee euro had laten neppen.

Als je bedenkt dat de vorm van die beelden niet meer is te achterhalen, besef je ook hoe ongelooflijk veel van die ontzettend dunne bladgoudblaadjes er overheen moeten zitten. En dat in een arm land als Myanmar. Bladgoud is zogezegd een gouden handel daar. Ook bij de zogenaamde Gouden Rots, een ander groot Boeddhistisch heiligdom in Myanmar.

de Gouden Rots
de Gouden Rots

Rijen dik stonden ze er, devote en tot plakken bereidde mannen, proberend invloed uit te oefenen op de kwaliteit van hun volgende wedergeboorte.

myanmar05a

Bij die Gouden Rots hoort ook weer zo’n prachtig verhaal. Ooit kreeg een heremiet als beloning van Boeddha een van zijn haren. Die schonk hij weer aan een koning met de vraag die als relikwie te bewaren in een nog te zoeken rots met de vorm van zijn hoofd. Ergens diep onder water vonden ze die, hesen de rots in een bootje en plaatsten het gevaarte met behulp van magische krachten op 1100 meter hoogte op de plek waar die nu wordt aanbeden. Waarbij het schijnbaar wankele evenwicht in stand wordt gehouden met die haar van Boeddha. Zelfs bij aardbevingen in de afgelopen eeuwen. Ook is de ongetwijfeld houten boot waarmee de rots werd vervoerd nog te vinden op een paar honderd meter afstand. Nu wel versteend trouwens. Geloof doet wonderen. Jezus liep ten slotte ook over water, kon water in wijn veranderen en brood vermenigvuldigen. En vergeet ook niet de miljoenen christelijke creationisten die er heilig van overtuigd zijn dat je de bijbel letterlijk moet nemen en dat de aarde nog geen 10.000 jaar geleden geschapen is.

Hoe dan ook, het hele terrein rond die Gouden Rots is niet alleen een verblijfplaats voor veel Boeddhabeelden geworden maar ook een plek voor een familiedagje uit. Eerst met verplichte, lekker doorscheurende speciale open bussen slingerend omhoog vanuit het dal en daarna je installeren met de volle picknickmandjes en de meegenomen kleedjes tegen het stof op de grond en de zon boven je hoofd. Wel natuurlijk op blote voetjes. Echt prachtig om mee te maken.

myanmar06 myanmar07 myanmar08a myanmar09

En die bladgoudboekjes? Die komen vast nog wel eens ter sprake als ik ze in een schilderij ga verwerken. Waarbij het gebruik op zich alleen al een kunst is. Bij de geringste ademtocht begint zo’n blaadje al gretig te wapperen. Tot volgende week.

TOOS

TOOS op audiëntie bij Sint Nicolaas


Een paar maanden geleden was ik op audiëntie bij Sint Nicolaas. Was ik dan in Spanje, zul je vragen? Nee, natuurlijk niet. Wel in Italië. In Bari om precies te zijn. Waarom wij hier in Nederland allemaal denken dat de Sint uit Spanje komt, is me echt een raadsel. Zal wel liggen aan dat liedje van “Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan”. Echt een volstrekt misverstand. Want sinds het jaar 1087, om precies te zijn vanaf de 9de mei, resideert de heilige in dat Bari, de hoofdstad van Apulië, de hak van Italië.

de residentie van Sint Nicolaas
de residentie van Sint Nicolaas

steendruk, Sint Nicolaas en de drie geredde maagden
steendruk, Sint Nicolaas en de drie geredde maagden

Dus toen ik daar toch was, leek me een bezoek aan hem in zijn residentie in de Basilica di San Nicola wel op zijn plaats. Ik heb namelijk een speciale band met die man. In de eerste plaats omdat hij ’t ver heeft geschopt. Want ga er maar aan staan. Als katholiek heilige (270-343 n.C.) in de van oorsprong zeer protestantse Republiek der Verenigde Nederlanden een nationaal  vereerd figuur worden. Dat is niet niks. En in de tweede plaats omdat ik over hem een viertal steendrukken heb gemaakt. Als illustraties bij zijn leven en de door hem verrichte wonderen. Speciaal voor een nieuwe, Franse  uitgave van “La Légende dorée”, het beroemde middeleeuwse  boek met beschrijvingen van heel, heel veel heiligenlevens. Destijds naast de bijbel het meest gelezen boek in Europa. Een nieuwe uitgave dus, verzorgd door galerie Quadrige/ La Diane Française, mijn galerie in Nice.

steendruk, Sint Nicolaas redt een schip en wekt een uit de mast gevallen zeeman op uit de dood
steendruk, Sint Nicolaas redt een schip en wekt een uit de mast gevallen zeeman op uit de dood

Maar goed, daar lag hij dan, de goede Sint. In alle rust. In de crypte van zijn eigenste basiliek, in een mooi versierde kist. Want al komt hij dan nog steeds elk jaar naar Nederland, hij ligt daar in Bari toch echt dood te zijn. Die rust zij hem overigens gegund. Want wat die man niet allemaal aan wonderen heeft verricht! Ga maar na. Drie jongens worden vermoord door een slager, in stukken in vaten gestopt om ze als ham voor de verkoop te bestemmen, maar worden daarna door de gebeden van de toen nog niet heilige bisschop Nicolaas weer tot leven gewekt. Waarna ze nog lang en gelukkig leefden.

Gentile da Fabriano, foto vorig jaar gemaakt in het Vaticaan, Nicolaas redt de drie jongens uit het pekelvat
Gentile da Fabriano, foto vorig jaar gemaakt in het Vaticaan, Nicolaas redt de drie jongens uit het pekelvat

Of wat te denken van de drie maagdelijke meisjes wier opvoeding door de vader niet meer was te bekostigen. Tja, dan restte in die tijd alleen nog een leven als prostituee. Maar onze bisschop van Myra, het huidige Demre in Turkije, gooide anoniem voor elk meisje een buidel met gouden munten door het raam. Met dat geld als bruidschat werden ze gered van het moeten leven van de zonde.

Fra Angelico, 1437, geboorte van Nicolaas, zijn prediking en het redden van de drie maagden
Fra Angelico, 1437, geboorte van Nicolaas, zijn prediking en het redden van de drie maagden

En dan die pelgrimage van hem per schip naar het Heilige Land. Door opnieuw stevig bidden weet hij niet alleen een hevige, levensbedreigende storm tot bedaren te brengen om zo het schip te redden, maar wekt hij ook nog een uit de mast gevallen bemanningslid weer uit de dood op. Over de vermenigvuldiging van graan om een hongersnood te voorkomen, zal ik ’t dan nog maar niet hebben.

Gentile da Fabriano, ook weer in het Vaticaan, het geredde schip
Gentile da Fabriano, ook weer in het Vaticaan, het geredde schip

o.a. de vermenigvuldiging van het graan en het geredde schip in de verte
o.a. de vermenigvuldiging van het graan en het geredde schip in de verte

Kijk, zo iemand verdient een pluim, die moet heilige worden. Een heel belangrijke en veel aanbeden heilige zelfs in de middeleeuwen. En zo iemand heb je natuurlijk graag in je kerk want dat trekt pelgrims aan en daarmee welvaart. Om dat te begrijpen hoef je geen economie gestudeerd te hebben. Dus toen Myra, en daarmee het graf van de Sint, in de 11de eeuw even in handen van de Turken viel, hebben zeelui zijn bottige resten bij een inval gestolen en meegenomen naar Bari. Waar ze in de crypte van de basiliek een welverdiende rust genieten onder het oog van de vele bezoekers die hij daar dagelijks trekt. Want reken maar dat hij nog steeds flink wordt aanbeden.

In mei is er zelfs een dagen durend feest. Daarbij wordt een groot beeld van Nicolaas in een processie vanaf de basiliek gedragen naar de kathedraal van Bari, de Cattedrale di San Sabino.

het beeld van St. Nicolaas in de kathedraal
het beeld van St. Nicolaas in de kathedraal

Maar hij moet ook weer terug. Dat maakte ik live mee. Prachtig om te zien. Dat beeld schommelend en dansend boven de hoofden van toegestroomde bevolking en natuurlijk omring door  allerlei kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders. Met letterlijk veel toeters en bellen erbij.

de processie
de processie

Maar hoe Sint Nicolaas nu elk jaar weer in Nederland verzeild raakt, is me toch nog steeds een raadsel. Maar ach, hij heeft zoveel wonderen verricht tijdens zijn leven dat zo’n jaarlijkse opstanding voor hem waarschijnlijk een peulenschil is. Daarbij moet hij trouwens nog wel elke keer een klein logistiek probleempje oplossen. Want toen zijn resten snel vanuit Myra werden meegepikt, waren de rovers in hun haast enigszins slordig. Er bleven nog flink wat kleine botjes achter. Die zijn een poosje later door Venetianen  bij elkaar geveegd en worden nu aanbeden  in de Chiesa di San Nicoló op het Lido(Venetië).  Probeer dan maar eens netjes als één geheel op die stoomboot uit Spanje aan te komen! Tot volgende week.

TOOS

Alexandrië, maar dan onzichtbaar


al01

Eigenlijk zag ik niet zo veel, op die foto hierboven van zo’n anderhalve maand geleden. Gewoon een stenen muurtje, wat hengelaars, en water. Wel het water van de baai van Alexandrië. En dat op een fascinerende plek. Of die vissers zich daarvan bewust waren? Ik betwijfel ‘t. Wat er dan zo fascinerend was? Niet eens zo heel veel verder lagen, of beter gezegd liggen, de restanten van het paleis van Cleopatra. Onder water, dat dan wel. Alleen te bekijken als je een duikerspak aantrekt. Dus al zagen mijn ogen in werkelijkheid niet zoveel, mijn fantasie zag veel meer.

al02

al03 Stel je voor, Cleopatra( 69-30 v.C.), die welhaast mythische vrouw die in zowel de Egyptische als de Romeinse geschiedenis van de 1ste eeuw voor Christus een grote rol speelde. De vrouw die minnares was van Julius Caesar, later het bed deelde met zijn rivaal Marcus Antonius, bij beiden kinderen kreeg, maar uiteindelijk zelfmoord pleegde vanwege, even kort door de bocht geformuleerd, de verloren strijd om de heerschappij over Egypte. Magische onderwaterfoto’s zijn er al gemaakt van de restanten die daar, vlak voor mijn neus, verborgen lagen. Waarschijnlijk ooit onder water geraakt door aardbevingen en landverschuivingen die lang, lang geleden plaatsvonden.

Woeste plannen zijn er om al die historische schatten daar op de zeebodem zichtbaar te gaan maken voor het grote publiek. Met een gigantisch onderwatermuseum. Maar of dat er ooit gaat komen? Zoiets kost natuurlijk een aardige grijpstuiver. En met het toerisme in Egypte gaat ’t natuurlijk ook niet zo geweldig de laatste jaren. Maar de oorzaken daarvan, dat is weer een heel ander verhaal. Als je dan voor zo’n museum mikt op 3 miljoen bezoekers per jaar, heb je nog een aardige inhaalslag te maken. Maar als ’t er ooit zou komen, is ’t natuurlijk wel gelijk één van de spectaculairste musea ter wereld. Zo niet het spectaculairste.

het bovenwaterdeel van het geplande onderwatermuseum
het bovenwaterdeel van het geplande onderwatermuseum

onder water
onder water

Als ze dan toch ooit aan de gang zouden gaan, kunnen ze ook best nog even een andere onderwaterplek in die boeiende baai erbij betrekken. Vlak bij het middeleeuwse fort Quaitbey dat op één van de eindpunten van de baai ligt.

fort Quaitbey
fort Quaitbey

Want daar stond namelijk ooit één van de zeven klassieke wereldwonderen. De vuurtoren, de Pharos van Alexandrië. Het waarschijnlijk meer dan 100 meter hoge, stenen baken met vuur en spiegels bovenop. Moet je je even voorstellen. Een toren met die hoogte in die tijd! Zo kon je in ieder geval goed zien waar die door Alexander de Grote in 331 v.Chr. gestichte stad lag in het laagland van de Nijldelta. Restanten van de Pharos zijn verwerkt in dat fort. Maar er liggen ook nog gigantisch grote rotsblokken van het torenfundament onder water. Daar terechtgekomen bij, ook al weer, een aardbeving. Ergens rond 1300, schijnt ‘t. Toen die vuurtoren trouwens al helemaal in verval was geraakt. Wat zou ’t mooi zijn als je ook die ruïnes kon bewonderen.

restanten van de Pharos van Alexandrië
restanten van de Pharos van Alexandrië

Want van die zeven wereldwonderen is nu alleen nog de piramide van Cheops te bekijken. Eigenlijk zouden ze veel beter gelijk die hele baai kunnen afdammen en droogpompen. Stel je eens voor wat daar allemaal te voorschijn zou kunnen komen? Dat gaat zelfs mijn rijke fantasie ver te boven!

de baai van Alexandrië
de baai van Alexandrië

Restanten van de klassieke, wereldberoemde Bibliotheek van Alexandrië zitten daar waarschijnlijk niet bij. Die schijnt meer landinwaarts te hebben gestaan, een paar honderd meter van de huidige, moderne versie.  Die versie waar tijdens de International Bibliotheca Alexandrina Biennale for the Artist’s Book in mei mijn artist book “The Four Freedoms” werd tentoongesteld.

de huidige Bibliotheek van Alexandrië
de huidige Bibliotheek van Alexandrië

al11 Best gek te beseffen dat de plek waar ooit alle wijsheid van de Klassieke Wereld op papyrusrollen verzameld lag niet meer goed is terug te vinden. Nu zijn we blij met snippers teksten uit die tijd, toen lag alles voor het grijpen. Ook trouwens de plek waar de vrouwelijke wiskundige en filosofe Hypatia van Alexandrië( 370-415 n.C.) leefde en werd vermoord. Want dat verhaal moet ik toch nog even kwijt. Die Hypatia was wel een heel bijzondere vrouw. Stel je voor, een geleerde onafhankelijke vrouw in die tijd! De tijd van de overheersing van Egypte door de Romeinen en de opkomst van het Christendom. Met daarbij christelijke sekten die wijsheid als ketters zagen. Alleen de bijbel gold voor hen, wetenschap was heidens. In een Alexandrijnse machtstrijd tussen wereldlijk, dus Romeins gezag en kerkelijk gezag schijnt de niet-christelijke, dus daarmee gelijk heidense, Hypatia door óf een groep fanatieke monniken óf een meute opgehitste burgers gelyncht te zijn.

de steniging van Hypatia
de steniging van Hypatia

“L’histoire se répète” zou je kunnen constateren. Want werd Malala Yousafzai, die een paar jaar geleden een Four Freedoms Award kreeg uitgereikt in Middelburg, niet in haar hoofd geschoten door een fanatieke, Pakistaanse  Talibanstrijder! Juist vanwege het feit dat ze er voor streed dat meisjes naar school mochten? 1600 Jaar nadat Hypatia werd gestenigd door christenen! Er valt nog steeds een wereld te winnen. Tot volgende week.

TOOS