Tagarchief: Jan Wolkers

Kunst op stal bij de Kunst10daagse van Bergen


 “Toos”, vroeg Elisabeth mij eind vorig jaar, “voel jij ervoor mee te doen met de expositie die ik organiseer bij de komende Kunst10daagse in Bergen?” Nou, dacht ik, Elisabeth kennende, dat zou best leuk kunnen zijn. “Maar”, voegde ze er aan toe, “het is wel in een koeienstal. Zonder koeien trouwens, die staan er al een aantal jaren niet meer.” Oeps!! Een koeienstal? Maar geen koeien? Dat is in ieder geval een pluspunt. En omdat ik wel van een kunstavontuur houd, ben ik een flink aantal maanden geleden dus eens in Bergen gaan kijken.

bezoek aan de stal met Elisabeth begin dit jaar

Want in Elisabeth Leijen heb ik zondermeer vertrouwen en de plaats Bergen in Noord Holland staat niet voor niets bekend als behoorlijk cultureel en kunstzinnig. Ga maar na.

Literaire grootheden als Adriaan Roland Holst, ooit onze Prins der Dichters, en schrijver Eduard du Perron woonden er. Adriaan van Dis is er geboren en schilder/dichter Lucebert was er kind aan huis. Daarbij maakten kunstenaars als Leo Gestel, Mathieu Wiegman en Charley Toorop de Bergense School tot een belangrijke schildersbeweging in Nederland. Met als gevolg een prachtige museum.

Museum Kranenburgh in Bergen

Ook die  befaamde Kunst10daagse van Bergen komt natuurlijk uit dit culturele klimaat voort. Dit jaar al weer voor de 26se keer met een verwacht bezoekersaantal van rond de 40.000. Niet gek toch voor zo’n dorp?

Maar wat heeft Elisabeth met dit alles te maken? Ik schreef hier vorig jaar al eens over haar in een blog ergens in oktober. Geboren en getogen in Bergen, Roland Holst over de vloer in het ouderlijk huis, Mathieu Wiegman met zijn atelier op hun erf. Niet gek dus dat haar bloed behalve witte en rode ook heel veel cultuur bloedlichaampjes bevat. Dat alles leidde tot een levensproject, al vanaf haar elfde, waarin ze Nederlandse schrijvers, dichters en kunstenaars verenigt in een aantal boekwerken. Met daarin door hen eigenhandig geschreven teksten en speciaal gemaakte kunstwerken. Namen? Roland Holst natuurlijk en Wiegman. Verder  bijvoorbeeld Gerrit Kouwenaar, Neeltje Maria Min, Juul Deelder, Simon Vinkenoog, Remco Campert en Adriaan van Dis. Naast Kees Verkade, Matthijs Röling, Armando, Jan Wolkers, Anton Heyboer en Dick Bruna. Allemaal door haar benaderd voor een bijdrage. En sinds vorig jaar ook Toos van Holstein. Want zo heb ik Elisabeth leren kennen.

mijn bijdrage aan het levensproject van Elisabeth

Elisabeth’s koeienstal bleek een kunstzinnige uitdaging. Ik kreeg gelijk al ideeën over de manier van inrichten van het grote, achterste deel dat ze mij had toebedeeld. In zo’n geval is mijn iPad een heerlijk werktuig om die vloed aan ideeën te stroomlijnen. Foto van de stal erop en intekenen en plakken maar.

Maar of die ideeën dan allemaal ook haalbaar zijn? Vandaar dus afgelopen week een tweede bezoek. Met rolmaat en de fotograferende levensgezel erbij om ook technische details vast te leggen.

stalbezoek vorige week
koffie en gebak na, samen met de boerin

Wat het uiteindelijk gaat worden in die 10-daagse periode van 19 tot 28 oktober? De kunstradertjes in mijn hersenen draaien op volle toeren.

Wil je meer weten over die Kunst10daagse en het expositieproject van Elisabeth? Kijk dan maar eens hier voor algemene informatie en op https://www.dekunst10daagse.nl/bekijk-kunstenaars-groep/990/exposanten-stalkunst9 voor het koeienstalproject. Tot volgende week.

TOOS

Toos in ’t Rijksmuseum? Zou best wel eens kunnen!


Of ik het leuk zou vinden als er kunst van mij in het Rijksmuseum in Amsterdam te vinden zou zijn? Allicht! Maar Toos, dat Rijks is toch alleen voor ouwe en heel ouwe knarren die ook al heel lang dood zijn? En dat ben jij toch nog niet? Ja en ja. Maar ons Nederlandse kunstwalhalla is al een poosje bezig met een inhaalslag. Hedendaagse kunst mag een grotere rol gaan spelen. Om dus op de titel hierboven terug te komen en daarbij de titel van een oude James Bond film aan te halen, Never Say Never Again.

Of ik me met bovenstaande op drijfzand begeef? Nee hoor, zeker niet! Er zit zelfs een interessant verhaal achter. Een verhaal dat begint bij een bericht van ene Elisabeth dat een poosje geleden plompverloren in mijn digitale IN-bak viel en een daarop volgend bezoek van diezelfde Elisabeth aan mijn atelier.

samen met Elisabeth in mijn atelier

Maar eigenlijk begint dat verhaal nog heel veel jaren eerder. Bij de toen 11-jarige Elisabeth in haar woonplaats Bergen. Dat bekende dorp in Noord-Holland, vlak achter de ter plekke zeer hoge duinen. Een dorp met een groot kunstverleden. Bijvoorbeeld omdat Adriaan Roland Holst (1888-1976), destijds de Prins der Dichters, er woonde. Omringd natuurlijk door een grote schare bewonderaars en mededichters en schrijvers. En ook omdat een uitgebreide kunstenaarskolonie daar de stoot gaf tot het ontstaan van de Bergense School. Een artistieke stroming die een belangrijk hoofdstuk vormt in de Nederlandse kunstgeschiedenis van de eerste helft van de 20ste eeuw.

Roland Holst, geschilderd door Wiegman, 1934

Je kunt dus stellen dat de jonge Elisabeth opgroeide in een van cultuur doordesemde omgeving. Adriaan Roland Holst, Jani voor haar met zijn intimi-naam, kwam vaak bij haar ouders over de vloer. Matthieu Wiegman, één van de belangrijkste figuren binnen de Bergense School, woonde bij hun op het erf en had daar ook zijn atelier. Eigenlijk logisch dus dat beide kunstenaars iets maakten voor het poëzie-album dat Elisabeth kreeg op haar 11de verjaardag.  En daarmee de basis legden voor een kunstqueeste van Elizabeth. Eerst in Bergen en later door heel Nederland. Een queeste die nog steeds voortduurt.

Nu, zo’n 55 jaar later, is dat eerste poëzie-album uitgegroeid tot een serie unieke kunstboeken. Met als opzet een werk van een bekend kunstenaar op de ene pagina en op de andere een begeleidende tekst van óf die kunstenaar óf een dichter/schrijver. Wel alles origineel natuurlijk, geheel en al speciaal voor dat album. Wat namen naast die twee eersten? Gerrit Kouwenaar, Bert Schierbeek, Neeltje Maria Min, Juul Deelder, Simon Vinkenoog, Remco Campert, Adriaan van Dis en Ivo de Wijs als dichters/schrijvers. Niet de minsten dus. Dat een aantal van hen al overleden is? Dat geeft aan hoe lang Elisabeth al met haar project bezig is.

Bij de beeldende kunstenaars is ’t van hetzelfde laken en pak.  Ans Wortel, inwoonster van Bergen met ooit een expositie in het Stedelijk Museum Amsterdam en met door het Rijksmuseum aangekocht werk. Nu onterecht wat weggezakt in de aandacht. Jan Wolkers , als schrijver in feite nog beroemder dan als kunstenaar. Herman Gordijn, met net een prachtige expositie in het nieuwe museum MORE in Gorssel. Of Anton Heijboer van wie nu een tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum gaande is. Wie kent ‘m niet vanwege vooral zijn levensstijl? En wie kent niet de zelfs wereldberoemde schrijver en illustrator Dick Bruna met zijn Nijntje? Een maand voor zijn dood maakte hij nog met veel plezier een bijdrage voor Elisabeth.

bezig met mijn tekst in het album
tekst af en al vast een oefentekeningetje

Maar veel namen in de albums behoren gelukkig bij nog springlevende kunstenaars. Kees Verkade, Matthijs Röling en Armando. Sam Drukker en Jeroen Hermkens, beiden verkozen tot Kunstenaar van het Jaar. Of theaterman Herman van Veen. Schildert die dan? Jazeker. Er hangen werken van hem in galerie Onze Lieve Vrouwe in Maastricht waar ook schilderijen van mij zijn te vinden.

Nu mag ik dus ook mijn naam toevoegen aan dat illustere rijtje. Want dat was natuurlijk het verzoek van Elisabeth in dat in het begin genoemde mailtje. Of ik ook een bijdrage wilde leveren? En dat deed ik dus. Twee zelfs, zodat ze nog een keus had ook. Iets dat ik ook vaak doe bij opdrachten. Dan maak ik twee schilderijen opdat de opdrachtgever/geefster een keus heeft.

de aquarel van de twee die ’t niet geworden is
mijn uiteindelijke bijdrage in het album

Blijft over dat Rijksmuseum. Want het is Elisabeth’s bedoeling haar uiteindelijk tot zeven albums uitgegroeide verzameling aan het Rijks te schenken. Als ze dat willen hebben natuurlijk. En ze zouden natuurlijk wel gek zijn dat te weigeren. Want is Elisabeth in de loop der jaren niet al drie keer op verzoek van de redactie van ‘Tussen Kunst en Kitsch’ in dat kunstprogramma opgetreden? Met die albums! Trouwens, wat ze in haar hoofd heeft zitten, dat zit niet enz…. Daarvoor ken ik haar nu wel goed genoeg. Zeker na onlangs nog een heerlijke Surinaamse maaltijd bij haar thuis in Noord-Holland. Tot volgende week.

TOOS

Nog een palazzo’tje kopen?


palazzi genoeg in Venetië
palazzi genoeg in Venetië

Ging schrijver en beeldend kunstenaar Jan Wolkers ooit “Terug naar Oegstgeest”, een van zijn bekendste boeken, ik ga nog even terug naar Venetië. Jammer genoeg niet met een zodanig grote flappentap op zak dat ik me daarmee de aanschaf van een palazzo zou kunnen veroorloven. Al was ’t maar een heel kleintje. Mogelijkheden te over namelijk. Dat blijkt wel uit het steeds groter wordende contingent paleizen waar tijdens de Biënnale exposities worden georganiseerd. Allereerst door het toenemend aantal landen dat niet op de Giardini of in het Arsenale terecht kan (lees voorgaande afleveringen). Maar ook door allerlei wereldwijde kunststichtingen die graag een beetje in de Venetiaanse kunstbus willen meeblazen.  Ze huren een leegstaand palazzo ergens op een riante plek of laten een al jaren gesloten kerk weer openen. Want de huidige inwoners van de stad, 56 duizend in getal, hebben echt geen honderd kerken meer nodig.

binnencour van palazzo Grassi
binnencour van palazzo Grassi

Dat betekent natuurlijk dat ik daardoor nu in paleizen binnenkom die vroeger alleen toegankelijk waren voor de elite van de ooit zo machtige en rijke Dogenstad. Dus hoef ik eigenlijk toch geen palazzo te kopen. Eens in de twee jaar staan de deuren toch wel  voor me open. Zoals bijvoorbeeld die bij de puissant rijke Fransman François Pinault. Denk maar aan Gucci, Puma en veilinghuis Christie’s en je hebt een aardig beeld van de man. Hij zei een aantal jaren geleden tegen multinational Fiat en toenmalig eigenaar “doe mij dat palazzo Grassi aan het Canal Grande maar”. Met als gevolg dat je voor een kleine geldgift, want zakenman Pinault is natuurlijk ook niet gek, in dat gigapaleis vrij rondloopt tijdens de Biënnale om een deel van zijn eigen gigakunstcollectie te mogen aanschouwen.  Of, voor diezelfde gift, in de Punta della Dogana. Eeuwenlang was dat het douanecomplex van de stad, met opslag van goederen tot aan de hoge balkenplafonds. Daarna stond het een aantal jaren leeg. Nu is het, hoe raad je ‘t, ook al weer een museum. Prachtig gerestaureerd met, ook al weer, geld van Monsieur Pinault. Overigens wel erg leeg ingericht dit keer. Helemaal passend dus in de tendens van “lege kunst” zoals ik die een paar weken geleden signaleerde.

Punta della Dogana museum
Punta della Dogana museum

François had blijkbaar ook nog ergens zo’n negen miljoen liggen om de zes echt grote schilderijen te kopen van Baselitz die nu nog in het Arsenale hangen. Enkele afleveringen geleden stond van die werken een foto in dit blog omdat ik ze zo indrukwekkend vond. Wie weet zie ik ze nog eens een keer terug in een van die Pinault musea.

Maar Pinault is niet de enige in zijn soort. Steeds meer leegstaande palazzi raken in rijke buitenlandse handen. En steeds meer van die paleizen worden dus gebruikt voor exposities. Als dat zo door gaat is Venetië over een aantal jaren een en al kunststad. De grootste ter wereld, afgezien zelfs nog van de Biënnale. Wel natuurlijk met hier en daar nog wat bewoners er tussendoor.

tuin van een, normaal gesproken, gesloten palazzo
tuin van een, normaal gesproken, gesloten palazzo
paviljoen van Azerbeidzjan
paviljoen van Azerbeidzjan

palazzo 06

palazzo 08a

Terwijl ik zo dwaalde door al die paleizen bleken diverse nog steeds die grandeur van vroegere eeuwen te hebben. Barokke ruimten waar je het ruizen van de zijden jurken zonder veel moeite zo bij kon fantaseren. Maar regelmatig zag ik toch ook zalen met vlak gestucte, witte muren en kale plafonds. Tja, onderhoud in zo’n vochtige lagunestad als Venetië kostte ook vroeger al een lieve Italiaanse lire die er niet altijd was. Nu kwam ik er een mix tegen van verrassende en “wat moet ik er mee” kunst.

palazzo 07

palazzo 09

palazzo 10

Chiesa di San Giorgio Maggiore
Chiesa di San Giorgio Maggiore

Echt verrassend waren een paar oude kerkjes die nu weer eens deden wat in voorgaande eeuwen heel normaal was. De deuren openzetten. Niet meer voor de mis en de biecht. Want ga je er op zoek naar een pastoor of priester, dan kun je zoeken tot Sint Juttemis.  Wel voor soms heel intrigerende kunst in prachtige gotische of barokke ambiances.

Chiesa di San Antonin
Chiesa di San Antonin

Zo  moest ik natuurlijk naar de eindelijk weer geopende Chiesa di Santa Catarina. Mijn eerste officiële naam is ten slotte niet voor niets Catharina. Catharina? Ja, logisch toch: Catharina, Cato, To, Toos. Geloof ’t of niet, maar zo is het wel gekomen!

Chiesa di Santa Catarina
Chiesa di Santa Catarina

In die verduisterde kerk bevond zich een “archeologische” installatie waarbij ’t leek of er net allerlei beelden half waren opgegraven. En daar mocht je, in het donker, ook nog heel voorzichtig tussendoor lopen over nauwelijks zichtbare paden.

Toch wel opmerkelijk dat ik tijdens die paleizen en kerkentocht kunst onder de paraplu van de Biënnale tegenkwam die ik in de vele kunstkritieken nergens terugzag. Terwijl toch heel veel officiële landenbijdragen er absoluut niet aan konden tippen. “Voer voor psychologen” om maar te eindigen met dat boek van een andere grote Nederlandse, ook al dode schrijver. Harry Mulisch. Venetië en de Biënnale blijven intrigeren.  Dus kom ik er vast nog wel eens op terug. Tot volgende week.

TOOS

Terug naar Fort Rammekens


Toegangspoort naar fort Rammekens
Toegangspoort naar fort Rammekens

Toeval bestaat. Net zoals de beroemde roman “Terug naar Oegstgeest” van Jan Wolkers. Een boek dat gedurende tientallen jaren te vinden was op de Nederlandse literatuurlijsten bij scholieren van Havo en VWO. Met “Terug naar Fort Rammekens” heb ik die boektitel maar even misbruikt in combinatie met dat toeval. Want hoe zit dat?

Nou, twee dingen, zoals oud-premier Joop den Uijl dat vroeger placht te zeggen.

Ten eerste. Voor mijn galerie Quadrige in Nice heb ik meegedaan met het illustreren van een nieuwe uitgave van de Ilias van Homerus. De voor de hand liggende volgende stap in dat project was natuurlijk de Odyssee, dat andere meesterwerk van de oude Griek. Die uitgave, ook weer als een zogenaamd livre d’art in zeer beperkte oplage, verschijnt volgend jaar. Met daaromheen exposities van de kunstenaars die de illustraties hebben gemaakt. Daarbij dus mijn persoontje. En dat persoontje is dan natuurlijk al aan het vooruit denken voor die tentoonstelling.

Daar kwam een paar maanden geleden plotsklaps interessant nieuws bij. Theater de Wegwijzer in het bij Middelburg gelegen Nieuw- en Sint Joosland gaat voor de maand augustus een grote theater/muziekvoorstelling “O die zee” opzetten. Een prachtige woordspeling natuurlijk op de Odyssee.’t Wordt een voorstelling die daar gedeeltelijk op is gebaseerd op een wel heel speciale locatie. Het recent gerestaureerde Fort Rammekens bij Ritthem.

Hé, had ik daar in 2011 niet de laatste grote solotentoonstelling voordat die restauratie begon? Allemaal elementen dus die een kruisbestuiving tussen dat project “O die zee” en mijn kunst voor de hand liggend maakten.

Hoofdbastion bij expositie "TOOS" in 2011
Hoofdbastion bij expositie “TOOS” in 2011

Vandaar dat ik recent terug was in Fort Rammekens. Samen met Trudi Warns van dat theater De Wegwijzer. Want er moesten plannen worden gesmeed. Uitkomst? Ik ga in ieder geval het hoofdbastion van het fort “aankleden” met mijn kunst. Kunst gebaseerd op de ideeën rond de Odyssee die ik toch al aan het ontwikkelen was vanwege die expositie volgend jaar in Nice.

Samen met Trudi Warns in hoofdbastion
Samen met Trudi Warns in hoofdbastion

Zeg dus maar eens dat toeval niet bestaat! Mooi is natuurlijk dat ik de ruimten van het hoofdbastion en de vele andere krochten in het fort al heel goed ken vanwege mijn tentoonstelling “TOOS” daar in 2011. Kijk maar eens naar de video van die expositie.

Zoals gewoonlijk staat die ook op YouTube http://youtu.be/b7-GT6c-wJk.  Net zoals nog een paar andere filmpjes over de voorbereidingen http://youtu.be/0iESmF2upvU en de opening  http://youtu.be/cHl39lNiNUM  van “TOOS“.

Rammekens 4

En wat maakt dit alles nog frappanter? Vanwege mijn activiteiten destijds in het fort begon ik dit blog onder de naam “TOOS in fort Rammekens”. Nu, in “TOOS& ART”, zal de komende tijd het fort vast wel opnieuw regelmatig opduiken in combinatie met “O die zee”. Tot volgende week.

TOOS

http://www.toosvanholstein.nl

http://www.toos.biz/

YouTube http://bit.ly/ij4Pag

Facebook http://www.facebook.com/TOOSvanholstein