Tagarchief: België

100 Jaar Surrealisme, best een paar kunstfeestjes waard in surrealistisch België


’t Is dat André Breton een Fransman was, anders had de oorsprong van het Surrealisme zomaar in Brussel hebben kunnen liggen. Want is een land met een tweetalige hoofdstad, met drie verschillende talen en met vier regeringen eigenlijk niet al surrealisme ten top? En wat dacht je van die al meer dan 40 jaar oude steigers tegen het Paleis van Justitie in Brussel? Waar een paar jaar geleden nieuwe steigers tegenaan moesten worden gezet om die oude te stutten. België, best wel surrealistisch!

Maar goed, de Franse schrijver en dichter André Breton (1896-1966) publiceerde zijn beroemde Manifeste du Surréalisme dus in Parijs. In 1924. Hé, 1924? Ja, inderdaad, 100 jaar geleden. Vandaar die feestjes uit de titel. Maar dan wel in België. Komt zo.

Breton, jarenlang niet alleen het officiële theoretisch brein maar ook de hoofdaap  op de surrealistische rots, schreef in dat manifest het volgende. „Surrealisme: puur psychisch automatisme om – mondeling, schriftelijk of op welke manier dan ook – de werkelijke werking van het denken tot uitdrukking te brengen. Dictaat van het denken, zonder enige vorm van controle door de rede, los van elke esthetische of morele bekommernis.” Kijk, dat is nou eens begrijpelijke taal.

André Breton

Hoewel in eerste instantie bedoeld voor schrijvers, mochten van Breton toch ook beeldende kunstenaars er zich wel tegenaan gaan bemoeien. Gevolg? De surrealistische schilderijen van o.a. de Spaanse Salvador Dali en Juan Miró, de van oorsprong Duitse Max Ernst en Belg René Magritte.

Allemaal namen die niet meer uit de kunstgeschiedenis zijn weg te slaan. Magritte (1898-1967) werd zelfs de oervader van drie generaties Belgische surrealisten. En dat willen ze graag weten  in het ‘Bozar-Paleis voor Schone Kunsten’ in Brussel. Met ‘Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België’ (tot 16 juni).

met Dali
met Miró
met op de voorgrond links Magritte en rechts Max Ernst

Die ‘niet om te lachen’ tentoonstelling konden levensgezel en ik onlangs mooi meepikken tijdens een tweedaags bezoek aan Brussel. Waar de tweedelige opera ‘Rivoluzione e Nostalgia’ het hoofdmenu vormde (hier mijn blog daarover).

Het Bozar biedt een zeer uitgebreide expositie over die drie generaties. Met niet alleen schilderijen maar ook foto’s en teksten. Maar natuurlijk wel met Magritte als leidraad door de hele tentoonstelling heen. Naast ook heel wat muurteksten van een vriend van hem, de Belgische surrealistische schrijver/dichter Paul Nougé. Nog nooit van gehoord trouwens.

en zo stikte ’t op de muren van die teksten van Paul Nougé

Ik moet toegeven dat ik toch meer oog had voor de schilderijen van Magritte. Vooral ook door diverse verrassingen uit zijn verschillende perioden. Kijk maar chronologisch mee.

René Magritte, Nocturne (1923), dus nog voor de start van het Surrealisme
Portret van Paul Nougé (1927)
De verschijning (1928)
links ‘Op de drempelvan de vrijheid’ (1930) en rechts ‘De aanslag’ (1932)
De luchtvlakte (1940) en De zoektocht naar het volmaakte (1940)
De steekvlam (1943)
De oogst (1943)
De vrijheid van geest (1948)
Magritte, Het verraad der beelden-Dit is nog steeds geen pijp (1952), het beroemde Çeci n’est pas une pipe’ hing er niet

Tussen al die werken door hingen schilderijen en foto’s van die andere generaties kunstenaars die het surrealisme in hun surrealistische land levend hielden. In ons aangeharkte Nederland gaat dat echt niet lukken.

Frits Van den Berghe, De man in de wolken (1927)
Raoul Ubac, De kamer (zilvergelatinedruk, 1938)
Marcel Lefrancq, De elf maanden van het goede jaar (1939-45)
rechts Magritte, De verkrachting (1943)
en links Roger Van de Wouwer, De verkrachte verkrachter (1963)
Marcel Mariën, Venusquez (1974)

Paul Delvaux (1897-1994) neemt hierbij nog wel een aparte plaats in. Hij stapte iets later dan Magritte het surrealistiche circus binnen. En is vooral bekend geworden om zijn werken met georkestreerde verzamelingen naakten in openbare ruimten.

Paul Delvaux, De stad bij dageraad (1940)
Paul Delvaux, de Roze strikken (1937)

Toch wel een gevoelig puntje trouwens, dat vele naakt in het surrealisme. Vrouwelijk naakt vanzelfsprekend. Met natuurlijk bijbehorende argumenten daarvoor. Zoals dat die erotiek een manier was om zich af te zetten tegen kerk, bourgoisie en bijbehorende moraal. Maar waarom dan geen mannelijk naakt? Nog zo een: de goegemeente wakker schudden met het naakte lichaam als instrument. Ging dat niet lukken met mannelijk naakt? Aardig wat dubbeldunk dus. Niet zomaar schreef de bekende Franse schrijver en filosoof Simone de Beauvoir dat in het surrealisme blijkbaar ‘de vrouw alles kan zijn behalve zichzelf’.

Toch zijn er ook uitstekende vrouwelijke kunstenaars bezig geweest in die surrealistische wereld. Zoals Leonora Carrington (1917-2011) en Leonor Fini (1907-1996). Vrouwen die in overleden staat de laatste jaren bezig zijn aan een volkomen terechte opmars in de kunst- en veilingwereld.

Tot mijn prettige verbazing doken er in het Bozar ook een paar vrouwen op waarvan ik nog nooit had gehoord. Rachel Baes (1912-1983) en Jane Graverol (1905-1984). Kunstenaars die nu uit de vergetelheid worden gerukt om mee te kunnen liften op de populariteitsgolf van die andere surrealistische vrouwen. Wat dan weer niet hoeft in te houden dat ik hen daarmee ook gelijk geweldig goeie kunstenaars vindt. Maar wel heel goed natuurlijk dat dit nu gebeurt.

Rachel Baes, De filosofieles (1963)
Jane Graverol, Zonder titel (Bevrijde vrouw), 1949
Jane Graverol rechts (De nieuwe melancholie,1956) en Magritte links (De luisterkamer, 1958)

Al met al een heel leuk kunstfeest, daar in het Bozar. Met op een slingersteenworp afstand nog een tweede feestje. ‘IMAGINE!-100 Years of International Surrealism’ in het KMSKB. De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten  van België. Noem een bekende naam en die hangt er. Tot 21 juli. Dat IMAGINE! lukte ons toen jammer genoeg niet meer. Maar ’t is nog geen 21 juli. Bucketlist, weet je wel! Tot volgende week.

TOOS

Opera als Middel voor Revoluties


Opera, heerlijk! Ja, ik ben even van het beeldende-kunst-padje af. En de oorzaak ligt bij een unieke opera ervaring. Italiaanse opera natuurlijk. Vorige week kwamen hun namen al voorbij: Puccini, Donizetti, Rossini maar vooral Verdi, ’t liefst heel veel Verdi. Laat dat laatste nou tot mijn grote plezier een paar weken geleden in Brussel gebeuren. In het operatheater De Munt/La Monnaie aan het Muntplein. Bij opera als totaaltheater. Komt zo.

voor de ingang van het operatheater De Munt/La Monnaie in Brussel

Eerst een geestelijke oprisping van levensgezel in het Café de l’Opera aan dat plein. Of ’t aan het indrinken voor de voorstelling lag? Hoe dan ook, plots was daar die vonk. ‘Was dit niet ooit Nederlands gebied en nu eigenlijk een soort heilige Belgische grond?’ Want ontbrandde hier in augustus 1830 niet definitief de Belgische Opstand tegen het wettige Nederlandse gezag van koning Willem I? Vanwege ……. jawel, een opera! En toen begon ’t mij ook te dagen. Ja, natuurlijk.

Even de smartphone erbij en daar was ie. De aria ‘L’amour sacré de la patrie/ De heilige liefde voor het vaderland’ uit ‘La muette de Portici/De Stomme van Portici’!

oude affiche van die opera

Een opera van de langzamerhand in vergetelheid geraakte Franse componist Daniel Auber. Over, daar is ie, een opstand. Maar dan wel in het 17e eeuwse koninkrijk Napels. Hier die aria, te vinden op YouTube.

De opstandig getinte tekst was de artistieke vonk in het Belgische kruitvat. Want de in 1815 gevormde combinatie van de katholieke Zuidelijke Nederlanden en Luxemburg met de toch vooral protestantse Noordelijke Nederlanden bleek uiteindelijk niet zo’n gelukkige. Het ging rommelen in het zuiden. En door die muzikale, strijdlustige en vaderlandslievende retoriek raakte het operavolk  in De Munt helemaal aan de kook, stroomde naar buiten en het rellen begon. De rest is, zoals dat heet, geschiedenis. Zeg maar eens dat muziek geen emotie is!

het volk in De Munt raakt verhit

In dat ouwe Munt-gebouw van toen zaten we nu overigens niet. Dat brandde in 1855 af, alleen de muren stonden nog. Maar het werd snel en prachtig protserig herbouwd. Met een heerlijk kitschinterieur. Als zulke kitsch maar helemaal over de top is, wordt ’t gelijk weer kunst.

de foyer in De Munt
de zaal
de balkons
deel van de plafondschildering
met ook nog een ode aan de schilderkunst

Terug naar een paar weken geleden. Want toen we een aantal maanden geleden de aankondiging zagen van ‘Rivoluzione e Nostalgia’, twee voorstellingen op twee dagen, waren wij vérkocht en de kaartjes gékocht.

Dirigent Carlo Goldstein had een totaal nieuwe voorstelling in elkaar gedraaid met onderdelen uit de vijftien vroegste opera’s van Giuseppe Verdi (1813-1901). Opera’s die niet veel meer worden uitgevoerd, behalve dan ‘Macbeth’ en ‘Nabucco’ (die met het beroemde Slavenkoor). Een uitdagend idee, ga er maar aan staan.

Een nieuwe ouwe opera in twee voorstellingen ontstond. Van bij elkaar bijna vijf uur lengte. Met aaneengesmeede én bekende én onterecht vergeten aria’s. Met ouvertures, koorpartijen, duetten en onvergetelijke ensembles. Samen met filmbeelden en streetdance een best coherent, nieuw verhaal vormend. Want ’t blijft natuurlijk wel opera en de eerste echt logisch in elkaar stekende opera moet ik nog steeds meemaken. Hier de trailer van het geheel en ook de street dancers (echt van de Brusselse straten geplukt).

De eerste avond, ‘Rivoluzione’, speelde zich af op de barricaden in het roerige jaar 1968. Weet je nog wel oudjes, die studentenoproeren in Parijs, in Bonn, in Italië en zich erbij aansluitende arbeidersbewegingen? Met Nederland achteraan hobbelend met de Maagdenhuisbezetting in 1969.

officiële foto’s van ‘Rivoluzione’, geplukt van de website, want tijdens de voorstelling ga je natuurlijk niet fotograferen
koor en streetdancers samen

Eén dag later, maar 40 jaar verder in de tijd, ‘Nostalgia’. De nu gesettelde hoofdpersonen uit 1968 zien elkaar na lange tijd weer in een chique galerie. Bij de opening van een expositie over die opstandige tijd.

de streetdancers als opvulling op het toneel voor de start van de voorstelling
hier weer wat officiële foto’s van ‘Nostalgia’

En steeds was daar die prachtige muziek van Verdi. Met verrassend goed in het verhaal passende teksten. Over liefde, haat en nijd, liefdesverdriet, vriendschap, geweld, dood. Alles emotioneel op z’n Italiaans, ’t is natuurlijk wel opera! En natuurlijk ook over opstand. Want Verdi was naast razend populair ook een bekend aanjager voor de eenwording van Italië. Dat liet ie wel merken in zijn opera’s. Zou hij daarbij wel eens gedacht hebben aan die opstand in België en die opera in De Munt?

het applaus is losgebarsten

Al met al een prachtige ervaring, daar in De Munt. Dat was ook wel te merken aan de reacties van het publiek. Dat nu trouwens niet de straat opging om te rellen. Te keurig allemaal. Nou ja, misschien had er eentje uit balorigheid dat wel willen doen. De recensent van de NRC. Die had me toch een zuurpruimerig artikel over ‘Rivoluzione e Nostalgia’! Voor mij volstrekt onbegrijpelijk. Maar ach, misschien was ’t voor haar allemaal wat te nieuwlichterig  in zo’n totaaltheater uitvoering.

Wil je het zelf nog meebeleven? Ik ontdekte dat beide voorstellingen al integraal op YouTube te bekijken zijn. Wat een service!

Rivoluzione https://youtu.be/sm6uamM77b0

Nostalgia https://youtu.be/1lsL_LR39s4

Tot volgende week.

TOOS

Poëzie II: in navolging van “Following”


Toos van Holstein, Following, olieverfschilderij 110-150 cm
Toos van Holstein, Following, olieverfschilderij 110-150 cm

Vorige week een gedicht van Vlaming Rob Van de Zande bij mijn brons “Pellegrinos”, nu een bij mijn olieverf “Following”. Een schilderij dat nu hangt bij een expositie van mij in het Duitse Viersen. Niet ver over de grens bij Venlo.

Dat Rob voor de tweede maal een gedicht maakte bij een werk van mij kan heel bijzonder genoemd worden. Daarin ben ik namelijk tot nu toe de enige kunstenaar die deze eer te beurt valt. Controleer ’t maar op zijn website http://robvandezande.blogspot.nl/.

Rob Van de Zande
Rob Van de Zande

Met de link http://robvandezande.blogspot.nl/2016/09/schilderij-van-toos-van-holstein-met.html ben je er gelijk. Bij dat gedicht. Maar ik heb het hieronder ook nog overgenomen.

Schilderij van Toos van Holstein met gedicht. (opgedragen aan Marjorie)

Versmeten gelijkt eeniedere tijd,

Als de minneklaroen jou niet luidt

En haar keel diep van koper slijt

Tot een nauw en rouwend geluid

Smoort alles met ’n stotend hart,

Alleen droppels van een ijzren slag

Komen uit verre heemlen gehard

En deuken wat aan ’t schone lag;

Zo is dat aan ieder ter hand gesteld,

En zo gaat alles rond mij ten buit

Aan ’n stilte bottend uit elk levensveld,

Als de minneklaroen jou niet luidt.

 

Tot volgende week als ik vermoedelijk weer boven de internetradarhorizon verschijn.

TOOS

Kleur ontketend


Henri Matisse: “Toen ik begon met schilderen, voelde ik me beland in een soort paradijs… In het dagelijks leven voelde ik me gewoonlijk verveeld en verstoord…Bij het schilderen voelde ik me heerlijk vrij…”

Landschap bij Collioure, Henri Matisse
Landschap bij Collioure, Henri Matisse

Deze week nog één keer een uitspraak van een kunstenaar die me heel erg aanspreekt en die voor mij te maken heeft met de tentoonstelling “Kleur ontketend: Moderne Kunst in de Lage Landen, 1885-1914” in het Gemeentemuseum van Den Haag. Want vrij zijn betekende rond 1900 in Frankrijk en Duitsland een explosie van “verkeerd” kleurgebruik. De kleur werd vrij.

Portret van Dolly, Kees van Dongen
Portret van Dolly, Kees van Dongen

Rode paarden, paars gras, blauwe bomen. In Nederland en België vond dat al snel navolging. Daarover gaat die expositie in het Gemeentemuseum. Op naar de bevrijde kleur, op naar Den Haag.

Herfst, Rik Wouters
Herfst, Rik Wouters

Tot volgende week.

TOOS

Wasquehal II


Is er dan een Wasquehal I? Jazeker! Vorig jaar december schreef ik hier over een bezoek aan Wasquehal, een voorstad van het Noord Franse Lille. Liefhebbers van mijn werk die daar wonen, wilden graag een opdracht geven voor een schilderij in hun eetkamer. Nou, dat vond ik dus helemaal net erg. Maar voor zo’n opdracht wil ik altijd wel graag de ruimte zien waarvoor het werk is bestemd. Dan kan ik bij het schilderen rekening houden met de grootte van de wand, de kleuren, de inrichting en natuurlijk de opdrachtgevers zelf. Met andere woorden, met de totale  ambiance. We hebben toen afspraken gemaakt waarbij voor mij altijd belangrijk is dat ik in alle vrijheid mijn gang kan gaan. Maar daar staat voort de opdrachtgever ook alle vrijheid tegenover om nee te mogen zeggen wanneer het schilderij niet aan de verwachting voldoet. Dat is natuurlijk wel zo eerlijk. En als dat mogelijk is wil ik er ook het liefst in alle rust aan kunnen werken. Zonder tijdsdruk. Vandaar dus ook de tussenliggende periode van december 2011 tot november 2012. Met mijn manier van werken bak ik mijn olieverven ten slotte niet als warme broodjes.

Zo’n afspraak is natuurlijk best spannend. Want stel dat ik dan ik inderdaad dat “nee” krijg te horen! Gelukkig is dat in de loop van vele jaren nog maar een keertje voorgekomen. Dus dat geeft wel vertrouwen. Maar ik heb hoe dan ook bij het afleveren van zo’n opdracht toch wel altijd opnieuw de kriebels. Zo ook nu dus tijdens de tocht naar Wasquehal.

Maar de champagne, ik zat ten slotte in Noord Frankrijk, kon al heel snel ontkurkt worden. Ik had weer in de roos geschoten! L’heritage, de titel van het schilderij, was helemaal naar de zin. Een drieluik dat van rechts naar links voor mij het ontstaan van de wereld symboliseert. Vanuit de chaos naar de mens en de natuur en de verbondenheid waar we als mensen niet zonder kunnen.

Ik heb toch wel een heel mooi beroep als kunstenaar.  Mensen blij kunnen maken, van champagne, goeie wijn en een heerlijke Franse maaltijd mogen genieten en nog een lief die mij ’s avonds laat weer veilig door Frankrijk, België en de Westerscheldetunnel naar Middelburg loodst. Tot volgende week.

TOOS.

www.toos.biz

www.toosvanholstein.nl

YouTube  http://bit.ly/ij4Pag