Tagarchief: Spanje

Columbus op een voetstuk, Middelburg aan de wand en Zierikzee op het plafond


De Genuees Columbus ontdekte in 1492 Amerika. Maar wel varend onder Spaanse vlag. Dat heeft ze daarna in Spanje een leuke zakcent opgeleverd. Waarvan Genua als bankiersstad ook ging profiteren door Spanje leningen te verstrekken voor expedities naar dat nieuwe continent. Reden genoeg dus om Columbus toch maar flink te eren in Genua. Met een heerlijk protserig monument.

monument voor Columbus in Genua

We liepen er in januari elke keer langs als we ook op ontdekkingstocht gingen. Maar dan wel beperkt tot Genua zelf. Hier en hier schreef ik er al over. En op die Genuese tochten ontdekte ik zowel Middelburg tegen een muur als Zierikzee op een plafond. Hè, Zeeland in Genua? Yep! In het eeuwenoude Palazzo Spinola. Ooit toebehorend aan één van die stinkendrijke oligarchenfamilies in de stad, nu een prachtig museum.

Palazzo Spinola
één van de zalen in Palazzo Spinola

Verdekt achter mij in de trapscene-foto hierboven zie je er al een stukje van. Van een imponerend grote, laat 17e eeuwse landkaart. Een gravure. Met daarop centraal onze Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Maar hangt die niet een beetje verkeerd? Nee hoor, gewoon het westen boven en het oosten onder. Niet ongebruikelijk destijds, zo begreep ik van een van de suppoosten. Net zoals het toen in rijke Genuese kringen gebruikelijk was om hun internationale oriëntering te showen met dit soort heel dure kaarten.

detail met Zeeland

Om die landkaart heen staan als extra versiering ook nog heel veel stadsaanzichten. Ineens zag ik daar dus ook mijn Middelburg.

En terwijl ik met dit blog bezig ben, realiseer ik me dat die gravure van Middelburg toch wel flinke overeenkomsten heeft met dat tientallen jaren eerder gemaakte schilderij van Adriaen van de Venne waarover ik twee weken geleden schreef.

Adriaen van de Venne

Toeval? Ach, er zwierven in die tijd heel veel gravures rond van schilderijen. Dus wie weet is er een Nederlandse link. Want de graveur, drukker en uitgever van de grote, met tempera ingekleurde kaart was Frederick de Wit uit Amsterdam. De stad waar in de 17e eeuw heel wat grote atlassen en stadsplattegronden annex aanzichten zijn gedrukt. Denk maar aan de drukkersfamilie Blaeu en hun nu wereldberoemde atlassen. Zoals de Atlas Maior (de Grooten atlas), toen het duurste boek van de 17e eeuw. De Wit paste ook helemaal in die druk en uitgeverstraditie. Met als gevolg mijn ‘ontdekking’ in het Palazzo Spinola.

Maar er kwam nog veel meer. Onder andere een stijve nek. Want in de volgende zaal trof ik een prachtige, intrigerende plafondschildering aan.

de zaal met de plafondschildering

Een fresco uit begin 17e eeuw. Over de, voor mij onbekende, bevrijding van Zierikzee in 1304. Door de combinatie van een Frans-Spaans-Genuese vloot van de Franse koning en die van het graafschap Holland. Geleid door ene Ranieri Grimaldi. Die ervoor zorgde dat de vloot van het graafschap Vlaanderen, die Zierikzee belegerde, werd verslagen. Ben je er nog? Wat ben ik toch blij met de EU!

En die Ranieri, Reinier? Die had banden met Genua. Ook met Monaco trouwens, waar hij enkele jaren heerser was geweest. Herinner je je nog Reinier III van Monaco (getrouwd met filmster Grace Kelly), de vorige vorst van Monaco?

deel van de plafondschildering

Die Vlamingen belegerden Zierikzee dan weer omdat ze ’t hoog in hun bol hadden gekregen door hun overwinning op het Franse leger in 1302 bij de zogenaamde Guldensporenslag. Waarom niet Zeeland nog even bij Vlaanderen voegen! Die Guldensporenslag wordt in Vlaanderen nog steeds gevierd op 11 juli, een officiële vrije dag. Over Zierikzee hoor je ze dan natuurlijk niet. Meer weten over alle bijbehorende achtergronden, internet is er goed voor.

Ik werd in ieder geval behoorlijk blij verrast met die Italiaanse Ranieri op zijn zegekar voor de muren van Zierikzee. Wel een behoorlijk gefantaseerd beeld van Zierikzee, schat ik zo in. Maar toch prachtig om een stukje Zeeuwse geschiedenis van lang geleden bijgebracht te krijgen via een plafondfresco in een Genuees palazzo.

Ranieri op zijn zegekar voor de muren van Zierikzee

Verrassingen te over trouwens in dat Palazzo Spinola. Want wat dacht je van een indrukwekkend ruiterportret door de Vlaming Rubens? Eén van de vele Vlaamse kunstenaars die ooit acte de présence gaven in het rijke Genua. Maar die komen misschien nog wel eens tevoorschijn in een ander verhaal.

Peter Paul Rubens, Portret van Giovan Carlo Doria (rond 1606)

Net zoals ook Angelica Kauffmann (1741-1807), één van de weinige bekende vrouwelijke kunstenaars uit de 18e eeuw. Van haar hand hing daar zomaar ineens het portret van een lid van de uitgebreide Spinola-familie.

Angelica Kauffmann, Portret van Paolo Francesco Spinola (1793)

Dat ik er papa Gentileschi, Orazio Gentileschi dus, de vader van powervrouw Artemisia, nog tegenkwam, was weer minder verrassend. Die heeft ten slotte een paar jaar gewerkt in Genua. Ook hij komt vast nog wel weer eens ter sprake in TOOS&ART.

Orazio Gentileschi, olieverf over het Oudtestamentisch verhaal van het willen offeren van zijn zoon Isaac door aartsvader Abraham
de afdeling Middeleeuwse Kunst in Palazzo Spinola

Conclusie: Genua, La Superba, is een stad vol kunstverrassingen en een bron voor mijn kunstbloginspiratie. Tot volgende week.

TOOS

La più illustre Pittrice d’Europa, De meest roemrijke Schilderes van Europa


de binnentuin van Rijksmuseum Twenthe in Enschede
ingang Rijksmuseum Twenthe een kleine twee jaar geleden bij de expositie ‘Artemisia’

“Wat ze daar in het Wilde Westen in het Rijksmuseum Amsterdam doen met vrouwen in de kunst, dat kunnen wij hier in het Verre Oosten, in het Rijksmuseum Twenthe ook. Misschien zelfs beter.” Wie weet hebben ze dat in Enschede wel gedacht over die eindelijk in Amsterdam nieuw opgerichte afdeling ‘Vrouwen van het Rijksmuseum’ en de expositie ‘Vrouwen op papier’ daar (lees vorige week). En dat lukt ze!  Met indrukwekkende tentoonstellingen waarbij ik me afvraag waarom ze dat wel in Enschede voor elkaar krijgen en niet in Amsterdam. Zoals een paar jaar geleden die over mijn grote Italiaanse schildersheld Artemisia Gentileschi (1593-1653) en nu opnieuw met Sofonisba Anguissola (1532-1625). De ‘meest roemrijke schilderes van Europa’, zoals kunsthistoricus Raffaele Soprani haar in 1674 noemde.

de expositie over Sofonisba Anguissola

Niet zomaar bezocht ook de later zo beroemde maar toen nog jonge portretschilder Antoon van Dijck in 1624 de oude Sofonisba in haar woonplaats Palermo. En maakte hij aan de hand van een bij zijn bezoek gemaakte schets later een olieverfportret van haar. 

het portret dat Antoon van Dijck van de oude Sofonisba maakte

Tja, en toen? Het verhaal bij vrouwelijke kunstenaars uit voorbije eeuwen blijft eentonig. Mannelijke kunstgeschiedenis, onderaardse krochten om vrouwelijke kunstenaars in weg te stoppen, aan de academies studieboeken zonder ook maar één vrouwennaam erin, maar nu langzaamaan hun terechte plaats terugkrijgend. Zoals bij Sofonisba Anguissola. Een zeer getalenteerd kunstenaar met een zeer bijzonder leven. Maar dat komt zo.

zelfportretje (doorsnee 13 cm) van Sofonisba ca. 1556

Ik kwam haar naam en foto’s van haar schilderijen pas ergens rond 2000 voor het eerst tegen, noemde haar naam ook al wel in dit blog, maar zag pas voor het eerst werk van haar in het echt in 2019. In het Gentse Museum voor Schone Kunsten. Bij de expositie ‘De dames van de barok’. En nu is er dan in Enschede de eerste solotentoonstelling in Nederland rond haar werk en leven: ‘Sofonisba Anguissola, Portrettist van de renaissance’. Met daarin zelfs de helft van haar totale oeuvre. Ten minste, het nu bekende oeuvre. Maar dat wordt nog wel een ander verhaal Een prestatie van formaat en de reis naar Rijksmuseum Twenthe beslist waard.

foto van een deel van de expositie

Een expositie die uitgebreid haar hele leven toelicht aan de hand van haar schilderijen. Met voor mij bekende maar ook onbekende werken.

Bovenstaande is heel bekend. Het familieportret met drie van haar zussen. Waaruit ook direct blijkt dat Sofonisba uit een redelijk welgestelde, zelfs adellijke familie kwam. Kijk maar naar de kleding, naar het schaakbord en de bediende rechts. Aan opleiding ontbrak het haar dan ook niet. Helemaal volgens de normen van die tijd moest ze clavichord leren spelen, leren dansen en ook leren schilderen. Nou, talent voor dat laatste had ze dus wel.

zelfportret aan het clavichord
zelfportret om aan te tonen hoe goed ze kan schilderen
detail van het schilderij dat ze schildert op bovenstaand zelfportret

Haar leraar Bernardino Campi nam zelfs de moeite om zijn leerling te schilderen in combinatie met zijn eigen zelfportret. Een hele eer natuurlijk.

Sofinisba’s roem reikte al snel heel ver. Zelfs tot in Spanje. Waar ze door koning Philips II, ja, inderdaad die van onze Tachtigjarige Oorlog, gevraagd werd om hofdame en lerares te worden. Van zijn pas 14-jarige toekomstige en derde vrouw Elisabeth van Valois. Daarbij werd ze ook gelijk een soort onofficiële koninklijke hofschilder. Want officieel? Dat was alleen voor mannen! Logisch! In die functie kreeg ze het leuke jaarsalaris van 100 dukaten. Maar haar vader Amilcare kreeg, zelfs tot aan zijn dood, een jaarlijkse uitkering van 200 van die dingen. Ach ja, verschil moet er zijn. De huidige handel in voetballers lijkt er niks bij.

portret van haar vader Amilcare met een van haar zussen en de zoon en erfgenaam die uiteindelijk toch nog werd geboren
detail

Sofonisba heeft dus ook heel wat hovelingen geportretteerd. Zoals die van de twee dochters Catharina en Isabella (later landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden) van Philips en Elisabeth.

rechts Infanta Catharina Michaella en links Infanta Isabella Clara Eugenia, rond 1573

En ook een van de machtige Philips zelf trouwens. Schilderijen die ze vaak niet signeerde. Wat later tot heel wat problemen heeft geleid bij toekenning van schilderijen van haar aan anderen. Mannen natuurlijk!

Sofonisba Anguissola, Portret van koning Philips II (1573), niet aanwezig op de expositie

Veertien jaar lang was ze hofdame. Daarna trouwde ze met toestemming van Philips II met een Siciliaanse graaf. Die dan weer vijf jaar later op zeereis naar Spanje verdrinkt bij een piratenaanval. Waarna, weer later, Sofonisba op een zeereis van Sicilië naar Livorno straalverliefd wordt op de kapitein. Een liefde die wederzijds was. Oef! Én lager van stand én 17 jaar jonger, die kapitein. Zelfs de toenmalige De Medici-heerser van Toscane zag dat niet zitten. Maar ze zette door en, kort samengevat, ze leefden nog lang en gelukkig. Waarbij ze bleef schilderen tot haar ogen daarvoor te slecht werden.

nog een paar schilderijen die op de expositie worden getoond
enkele meer religieus getinte schilderijen die ze op latere leeftijd maakte
detail van het rechtse schilderij

Tot volgende week.

TOOS

Wiek XX draait weer en Toos draait mee


Ooit vond er in 1568 de Slag bij Heiligerlee plaats. Met de eerste overwinning van de opstandelingen tegen het Spaanse leger. Heus, Oranje wint ook wel eens. Vandaar trouwens ook de naam Tachtigjarige Oorlog omdat de uiteindelijke vrede in 1648 gesloten werd. En ooit, in 1628, werd er het vestingstadje Nieuweschans gebouwd. Als grensverdediging tegen die nog steeds vervelende Spanjaarden. Waar dan wel? In het oosten van Groningen. Daar waar de horizon heel ver weg ligt in een laag en leeg landschap. Daar ook waar de slogan “Er gaat niets boven Groningen” je duidelijk wordt. En daar waar ook lang geleden Galerie Wiek XX neerstreek.

Nieuweschans in roeriger tijden (17de eeuw)

Galerie Wiek XX, een gerenommeerde naam in de Nederlandse kunstwereld. De galerie die vanaf 1977 de zogenaamde Noordelijke Realisten een podium gaf. Met als gevolg dat de namen van o.a. Wout Muller, Matthijs Röling, Sam Drukker, Douwe Elias en Pieter Pander niet meer zijn weg te denken uit het galerie en museum circuit. En ook de galerie waarmee ik een aantal jaren succesvol samenwerkte. Tot Henriëtte Mulder en Frans Boersma ’t in 2008 ’t eigenlijk wel mooi vonden.

met Henriëtte en Frans voor hun woonboerderij

Maar ja, hoe gaat dat als je bloed is besmet met het kunstvirus? Zulk bloed blijft kriebelig en zoekt stiekem die plaatsen waar ’t dan misschien niet kan gaan maar wel kan kruipen. Tot het uiteindelijk overwint. Dus verrees eind vorig jaar de galerie weer. Als een Phoenix met wiekende vleugels. Niet meer op de oorspronkelijke locatie in Nieuweschans, maar als huisgalerie in de woonboerderij van Henriëtte en Frans (https://www.wiekxx.nl/) .

Vandaar dat ik mij kort geleden onverwacht weer eens richting Nieuweschans begaf. Of beter gezegd richting Bad Nieuweschans. Want dat is sinds enkele jaren de officiële nieuwe naam. De reden daarvoor? Als ik dat een beetje kan inschatten vanwege het eerste echte Nederlandse kuuroord dat er ooit verrees. Het Fontana Resort. Op een steenworp afstand van de grens trek je vermoedelijk meer Duitse gasten als er Bad in je plaatsnaam voorkomt. Kijk maar eens naar de hoeveelheid Bad Zus of Zo kuurplaatsen op de landkaart van onze oosterburen.

Tijdens zo’n rit merk je toch ook weer dat Nederland helemaal niet zo klein is. Daar kwam ik lang geleden achter na een vochtrijke tentoonstellingsopening en idem dito maaltijd bij Wiek XX. De afstand van het noordoostelijke Nieuweschans naar het zuidwestelijke Middelburg bleek 390 km. En dat is zogezegd best een klere end midden in de nacht. Gelukkig reed levensgezel. Die stelt zich bij een ver-weg opening op voorhand altijd in op soberheid.

‘En ville’ en ‘Nocturno’, enkele van de schilderijen op de expositie

‘Riflettere’, schilderij op de expositie

Nu zat ik dus opnieuw in de huiskamer bij Henriëtte en Frans. In een weidse omgeving die in niets meer doet denken aan die van rond 1600. Want van de oorspronkelijke vestingplaats is weinig meer over. Net zo min als van het oude landschap. Je kunt je absoluut niet meer voorstellen dat Nieuweschans toen aan het nu heel ver weg gelegen open water van de Dollard lag. En dat ’t zich op een militair zeer strategische positie bevond te midden van water, van uitgestrekte ontoegankelijke moerassen en van veengebieden. Maar dat heeft dan wel weer als voordeel dat je er nu zoevend heenrijdt over een vierbaans snelweg. Niks geen moeilijk begaanbaar modderig pad meer als enige toegangsweg.

de Voorstraat in Nieuweschans, ooit het exercitieterrein voor de militairen

een herinnering aan vroeger tijden

Een eitje dus, zo’n bezoek aan de expositie “Met een knipoog” op nummer 50 van de Voorstraat. Er staat je letterlijk niets meer in de weg voor de vrij, zater en zondagen van 13 tot 17 uur in de periode van 14 april tot 16 juli. Met niet alleen mijn werk maar ook dat van andere gerenommeerde kunstenaars als Candace Charlton en  Caius Spronken. Tot volgende week.

TOOS

TOOS op audiëntie bij Sint Nicolaas


Een paar maanden geleden was ik op audiëntie bij Sint Nicolaas. Was ik dan in Spanje, zul je vragen? Nee, natuurlijk niet. Wel in Italië. In Bari om precies te zijn. Waarom wij hier in Nederland allemaal denken dat de Sint uit Spanje komt, is me echt een raadsel. Zal wel liggen aan dat liedje van “Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan”. Echt een volstrekt misverstand. Want sinds het jaar 1087, om precies te zijn vanaf de 9de mei, resideert de heilige in dat Bari, de hoofdstad van Apulië, de hak van Italië.

de residentie van Sint Nicolaas
de residentie van Sint Nicolaas

steendruk, Sint Nicolaas en de drie geredde maagden
steendruk, Sint Nicolaas en de drie geredde maagden

Dus toen ik daar toch was, leek me een bezoek aan hem in zijn residentie in de Basilica di San Nicola wel op zijn plaats. Ik heb namelijk een speciale band met die man. In de eerste plaats omdat hij ’t ver heeft geschopt. Want ga er maar aan staan. Als katholiek heilige (270-343 n.C.) in de van oorsprong zeer protestantse Republiek der Verenigde Nederlanden een nationaal  vereerd figuur worden. Dat is niet niks. En in de tweede plaats omdat ik over hem een viertal steendrukken heb gemaakt. Als illustraties bij zijn leven en de door hem verrichte wonderen. Speciaal voor een nieuwe, Franse  uitgave van “La Légende dorée”, het beroemde middeleeuwse  boek met beschrijvingen van heel, heel veel heiligenlevens. Destijds naast de bijbel het meest gelezen boek in Europa. Een nieuwe uitgave dus, verzorgd door galerie Quadrige/ La Diane Française, mijn galerie in Nice.

steendruk, Sint Nicolaas redt een schip en wekt een uit de mast gevallen zeeman op uit de dood
steendruk, Sint Nicolaas redt een schip en wekt een uit de mast gevallen zeeman op uit de dood

Maar goed, daar lag hij dan, de goede Sint. In alle rust. In de crypte van zijn eigenste basiliek, in een mooi versierde kist. Want al komt hij dan nog steeds elk jaar naar Nederland, hij ligt daar in Bari toch echt dood te zijn. Die rust zij hem overigens gegund. Want wat die man niet allemaal aan wonderen heeft verricht! Ga maar na. Drie jongens worden vermoord door een slager, in stukken in vaten gestopt om ze als ham voor de verkoop te bestemmen, maar worden daarna door de gebeden van de toen nog niet heilige bisschop Nicolaas weer tot leven gewekt. Waarna ze nog lang en gelukkig leefden.

Gentile da Fabriano, foto vorig jaar gemaakt in het Vaticaan, Nicolaas redt de drie jongens uit het pekelvat
Gentile da Fabriano, foto vorig jaar gemaakt in het Vaticaan, Nicolaas redt de drie jongens uit het pekelvat

Of wat te denken van de drie maagdelijke meisjes wier opvoeding door de vader niet meer was te bekostigen. Tja, dan restte in die tijd alleen nog een leven als prostituee. Maar onze bisschop van Myra, het huidige Demre in Turkije, gooide anoniem voor elk meisje een buidel met gouden munten door het raam. Met dat geld als bruidschat werden ze gered van het moeten leven van de zonde.

Fra Angelico, 1437, geboorte van Nicolaas, zijn prediking en het redden van de drie maagden
Fra Angelico, 1437, geboorte van Nicolaas, zijn prediking en het redden van de drie maagden

En dan die pelgrimage van hem per schip naar het Heilige Land. Door opnieuw stevig bidden weet hij niet alleen een hevige, levensbedreigende storm tot bedaren te brengen om zo het schip te redden, maar wekt hij ook nog een uit de mast gevallen bemanningslid weer uit de dood op. Over de vermenigvuldiging van graan om een hongersnood te voorkomen, zal ik ’t dan nog maar niet hebben.

Gentile da Fabriano, ook weer in het Vaticaan, het geredde schip
Gentile da Fabriano, ook weer in het Vaticaan, het geredde schip

o.a. de vermenigvuldiging van het graan en het geredde schip in de verte
o.a. de vermenigvuldiging van het graan en het geredde schip in de verte

Kijk, zo iemand verdient een pluim, die moet heilige worden. Een heel belangrijke en veel aanbeden heilige zelfs in de middeleeuwen. En zo iemand heb je natuurlijk graag in je kerk want dat trekt pelgrims aan en daarmee welvaart. Om dat te begrijpen hoef je geen economie gestudeerd te hebben. Dus toen Myra, en daarmee het graf van de Sint, in de 11de eeuw even in handen van de Turken viel, hebben zeelui zijn bottige resten bij een inval gestolen en meegenomen naar Bari. Waar ze in de crypte van de basiliek een welverdiende rust genieten onder het oog van de vele bezoekers die hij daar dagelijks trekt. Want reken maar dat hij nog steeds flink wordt aanbeden.

In mei is er zelfs een dagen durend feest. Daarbij wordt een groot beeld van Nicolaas in een processie vanaf de basiliek gedragen naar de kathedraal van Bari, de Cattedrale di San Sabino.

het beeld van St. Nicolaas in de kathedraal
het beeld van St. Nicolaas in de kathedraal

Maar hij moet ook weer terug. Dat maakte ik live mee. Prachtig om te zien. Dat beeld schommelend en dansend boven de hoofden van toegestroomde bevolking en natuurlijk omring door  allerlei kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders. Met letterlijk veel toeters en bellen erbij.

de processie
de processie

Maar hoe Sint Nicolaas nu elk jaar weer in Nederland verzeild raakt, is me toch nog steeds een raadsel. Maar ach, hij heeft zoveel wonderen verricht tijdens zijn leven dat zo’n jaarlijkse opstanding voor hem waarschijnlijk een peulenschil is. Daarbij moet hij trouwens nog wel elke keer een klein logistiek probleempje oplossen. Want toen zijn resten snel vanuit Myra werden meegepikt, waren de rovers in hun haast enigszins slordig. Er bleven nog flink wat kleine botjes achter. Die zijn een poosje later door Venetianen  bij elkaar geveegd en worden nu aanbeden  in de Chiesa di San Nicoló op het Lido(Venetië).  Probeer dan maar eens netjes als één geheel op die stoomboot uit Spanje aan te komen! Tot volgende week.

TOOS