Het Waarom van ‘Het Vrouwen Kunst-Journaal’
Jaar 1985. Plaats New York. Een anonieme groep vrouwelijke kunstenaars met de naam ‘Guerrilla Girls’ verspreidt bovenstaande affiche. Vanwege een expositie in het wereldberoemde Metropolitan Museum. Goeie affiche, met ironie, humor en een boodschap. Een heel nodige boodschap ook. Want vrouwelijke kunstenaars worden nog steeds sterk achtergesteld bij mannelijke collega’s. Zowel in de kunstgeschiedenis als in de hedendaagse kunst.
Mee door dat soort acties is er de laatste veertig jaar aardig wat verbeterd. Maar toch! Ik schreef al eens dat mijn kunsthistorie-bijbel op de academie, ‘The history of art’ van Janson, geen enkele vrouwelijke kunstenaar vermeldde. Belachelijk, vinden we nu. Toen heel normaal. Pas in de zoveelste druk in 1986 doken de eerste vrouwen op. Over langzame processen gesproken! De huidige formatie is er niks bij.
Maar toch zit er steeds meer schot in. En aan dat meer schot probeer ik, als vrouw en als kunstenaar, mijn eigen kleine steentje bij te dragen. Door in TOOS&ART regelmatig over de vrouw in de kunst te schrijven. Geen History maar Herstory of Art. Echt niet zelf bedacht hoor, die kreet.
Met al die gezamenlijke acties zijn er al diverse in de kunstgeschiedenis vergeten vrouwen postuum herrezen. En zelfs al hot. Sommige hedendaagse kunstvrouwen zijn zelfs hotterdehot. Maar één ding is zeker, ’t kan echt nog stukken beter.
Dus bedacht ik een keer midden in de nacht “waarom geen speciaal ‘Het Vrouwen Kunst-Journaal ” in m’n blog?”. Een in volstrekt onvoorspelbare onregelmatigheid te verschijnen soortement journaaltje met allerlei korte berichtjes. Van die dingetjes waar ik in mijn schrijfsels normaal niet aan toekom. Hup dus, Editie 1.
Gesina Terborch andermaal in de Eregalerij van het Rijksmuseum
Een poosje geleden, na bij ‘Frans Hals’ te hebben rondgedwaald, moest ik natuurlijk moreel verplicht ook nog even naar de Eregalerij in het Rijksmuseum. Waar al die 17e eeuwse Nederlandse Groten hangen. En waar een paar jaar geleden voor het eerst in de geschiedenis eindelijk een paar vrouwen bij mochten. Tijdgeest, dat langzame proces en ze moesten natuurlijk wel voor hun goeie kunstfatsoen! Ik schreef er destijds al over. Over Rachel Ruysch, Judith Leyster en Gesina ter Borch. Maar waar was Gesina? Weg, foetsie!
Nu begrijp ik ‘t. Ze komt terug, maar dan anders. Met dit.
Het enige van haar bekende olieverfschilderij dat ze heeft gesigneerd. Recent ontdekt in Parijs.’t Enige? Ja dus. Want dat andere was een co-productie met haar veel bekendere broer Gerard.
Op de TEFAF, DE wereldbeurs voor oude kunst in Maastricht, hing dit jaar dat enige. Inkoppertje natuurlijk voor het Rijksmuseum. Voor 3 miljoen. Ook een portret van Gesina’s overleden broer Moses, maar dan als tweejarig jongetje. Een prachtige aanwinst. En ook helemaal passend bij wat het Rijksmuseum al bezit van Gesina. Dit blog gaat daarover. Bij mijn volgend bezoek aan het ‘Rijks’ ga ik vanzelfsprekend op controletocht.
Artemisia op de TEFAF
Tien jaar geleden kwam je op die TEFAF vrijwel geen vrouwen tegen. Hangend aan de muur dan wel. En dit jaar? Veel meer. Toenemende vrouwenhandel en money talks! Eén galerie had al een ‘Wall of Ladies’.
Met o.a. ‘onze’ Rachel Ruysch en de Brusselse Michaelina Wautier (1604-1689). Pas in 2018 in het MAS in Antwerpen met een uitgebreide expositie aan de vergetelheid ontrukt.
Maar mij gaat ’t nu om mijn eigen heldin Artemisia Gentileschi. Al heel wat keertjes kwam ze ter sprake. Zoals laatst hier. Haar onstuitbare wederopstandeing maakt de kunsthandel natuurlijk gretig. En op kunsbeurzen horen ze graag de kassa rinkelen. Voor een schamele 7 miljoen mocht je haar ‘Boetvaardige Magdalena’ van de TEFAF meenemen.
Jarenlang had Magdalena, geschilderd ergens tussen 1625-1630, verstopt gehangen in een particuliere verzameling in Amerika. Maar ja, zoals gezegd, money talks. De komende jaren zal er best nog het nodige loskomen.
De ontdekking van een Lavinia Fontana
Toch leuk om te ontdekken dat er nieuwe werken worden ontdekt van vrouwen over wie ik al eerder schreef. Past helemaal in die trend omhoog. Zo las ik laatst over een herontdekt olieverfminiatuurtje van de Italiaanse Lavinia Fontana (1552-1614). Die wel gezien wordt als de eerste professionele vrouwelijke schilder. Hier kwam zij al eens ter sprake.
Een specialist bespeurde dit kleintje in Texas tussen een hoopje 19e eeuwse portret miniatuurtjes, keek er bij wijze van spreken doorheen, kocht het voor een soepel prijsje, dook in de geschiedenis ervan, bleek terecht haar neus achterna te hebben gelopen en vraagt nu iets met zes cijfers.
Ik vermoed dat we de komende jaren veel meer van dit soort verhalen gaan krijgen. Er zijn vast nog de nodige werken te vinden van in de kunstgeschiedenis weggeschreven vrouwen die daarna in de loop der tijden zijn toegeschreven aan niet weggeschreven mannen. En met die trend omhoog? Tel uit je winst. Tot volgende week.
TOOS