Tagarchief: Enschede

La più illustre Pittrice d’Europa, De meest roemrijke Schilderes van Europa


de binnentuin van Rijksmuseum Twenthe in Enschede
ingang Rijksmuseum Twenthe een kleine twee jaar geleden bij de expositie ‘Artemisia’

“Wat ze daar in het Wilde Westen in het Rijksmuseum Amsterdam doen met vrouwen in de kunst, dat kunnen wij hier in het Verre Oosten, in het Rijksmuseum Twenthe ook. Misschien zelfs beter.” Wie weet hebben ze dat in Enschede wel gedacht over die eindelijk in Amsterdam nieuw opgerichte afdeling ‘Vrouwen van het Rijksmuseum’ en de expositie ‘Vrouwen op papier’ daar (lees vorige week). En dat lukt ze!  Met indrukwekkende tentoonstellingen waarbij ik me afvraag waarom ze dat wel in Enschede voor elkaar krijgen en niet in Amsterdam. Zoals een paar jaar geleden die over mijn grote Italiaanse schildersheld Artemisia Gentileschi (1593-1653) en nu opnieuw met Sofonisba Anguissola (1532-1625). De ‘meest roemrijke schilderes van Europa’, zoals kunsthistoricus Raffaele Soprani haar in 1674 noemde.

de expositie over Sofonisba Anguissola

Niet zomaar bezocht ook de later zo beroemde maar toen nog jonge portretschilder Antoon van Dijck in 1624 de oude Sofonisba in haar woonplaats Palermo. En maakte hij aan de hand van een bij zijn bezoek gemaakte schets later een olieverfportret van haar. 

het portret dat Antoon van Dijck van de oude Sofonisba maakte

Tja, en toen? Het verhaal bij vrouwelijke kunstenaars uit voorbije eeuwen blijft eentonig. Mannelijke kunstgeschiedenis, onderaardse krochten om vrouwelijke kunstenaars in weg te stoppen, aan de academies studieboeken zonder ook maar één vrouwennaam erin, maar nu langzaamaan hun terechte plaats terugkrijgend. Zoals bij Sofonisba Anguissola. Een zeer getalenteerd kunstenaar met een zeer bijzonder leven. Maar dat komt zo.

zelfportretje (doorsnee 13 cm) van Sofonisba ca. 1556

Ik kwam haar naam en foto’s van haar schilderijen pas ergens rond 2000 voor het eerst tegen, noemde haar naam ook al wel in dit blog, maar zag pas voor het eerst werk van haar in het echt in 2019. In het Gentse Museum voor Schone Kunsten. Bij de expositie ‘De dames van de barok’. En nu is er dan in Enschede de eerste solotentoonstelling in Nederland rond haar werk en leven: ‘Sofonisba Anguissola, Portrettist van de renaissance’. Met daarin zelfs de helft van haar totale oeuvre. Ten minste, het nu bekende oeuvre. Maar dat wordt nog wel een ander verhaal Een prestatie van formaat en de reis naar Rijksmuseum Twenthe beslist waard.

foto van een deel van de expositie

Een expositie die uitgebreid haar hele leven toelicht aan de hand van haar schilderijen. Met voor mij bekende maar ook onbekende werken.

Bovenstaande is heel bekend. Het familieportret met drie van haar zussen. Waaruit ook direct blijkt dat Sofonisba uit een redelijk welgestelde, zelfs adellijke familie kwam. Kijk maar naar de kleding, naar het schaakbord en de bediende rechts. Aan opleiding ontbrak het haar dan ook niet. Helemaal volgens de normen van die tijd moest ze clavichord leren spelen, leren dansen en ook leren schilderen. Nou, talent voor dat laatste had ze dus wel.

zelfportret aan het clavichord
zelfportret om aan te tonen hoe goed ze kan schilderen
detail van het schilderij dat ze schildert op bovenstaand zelfportret

Haar leraar Bernardino Campi nam zelfs de moeite om zijn leerling te schilderen in combinatie met zijn eigen zelfportret. Een hele eer natuurlijk.

Sofinisba’s roem reikte al snel heel ver. Zelfs tot in Spanje. Waar ze door koning Philips II, ja, inderdaad die van onze Tachtigjarige Oorlog, gevraagd werd om hofdame en lerares te worden. Van zijn pas 14-jarige toekomstige en derde vrouw Elisabeth van Valois. Daarbij werd ze ook gelijk een soort onofficiële koninklijke hofschilder. Want officieel? Dat was alleen voor mannen! Logisch! In die functie kreeg ze het leuke jaarsalaris van 100 dukaten. Maar haar vader Amilcare kreeg, zelfs tot aan zijn dood, een jaarlijkse uitkering van 200 van die dingen. Ach ja, verschil moet er zijn. De huidige handel in voetballers lijkt er niks bij.

portret van haar vader Amilcare met een van haar zussen en de zoon en erfgenaam die uiteindelijk toch nog werd geboren
detail

Sofonisba heeft dus ook heel wat hovelingen geportretteerd. Zoals die van de twee dochters Catharina en Isabella (later landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden) van Philips en Elisabeth.

rechts Infanta Catharina Michaella en links Infanta Isabella Clara Eugenia, rond 1573

En ook een van de machtige Philips zelf trouwens. Schilderijen die ze vaak niet signeerde. Wat later tot heel wat problemen heeft geleid bij toekenning van schilderijen van haar aan anderen. Mannen natuurlijk!

Sofonisba Anguissola, Portret van koning Philips II (1573), niet aanwezig op de expositie

Veertien jaar lang was ze hofdame. Daarna trouwde ze met toestemming van Philips II met een Siciliaanse graaf. Die dan weer vijf jaar later op zeereis naar Spanje verdrinkt bij een piratenaanval. Waarna, weer later, Sofonisba op een zeereis van Sicilië naar Livorno straalverliefd wordt op de kapitein. Een liefde die wederzijds was. Oef! Én lager van stand én 17 jaar jonger, die kapitein. Zelfs de toenmalige De Medici-heerser van Toscane zag dat niet zitten. Maar ze zette door en, kort samengevat, ze leefden nog lang en gelukkig. Waarbij ze bleef schilderen tot haar ogen daarvoor te slecht werden.

nog een paar schilderijen die op de expositie worden getoond
enkele meer religieus getinte schilderijen die ze op latere leeftijd maakte
detail van het rechtse schilderij

Tot volgende week.

TOOS

Vrouw & Macht, en Kunst natuurlijk, plus Artemisiaanse gedachte-experimenten


Yes, uiteindelijk toch nog gezien! Toen ie me in december door die plotsklapse, wat minder intelligente lockdown pijnlijk door de neus werd geboord, dacht ik: “Nou, tabee dan Artemesia. Dan maar niet naar die eerste grote expositie in Nederland over jou” . Maar de kunstgoden beschikten, godenzijdank, anders. Het Rijksmuseum Twenthe in Enschede bleek ‘Artemisia. Vrouw & Macht’ over Artemisia Gentileschi (1593-1653) te kunnen verlengen. Het overgrote deel van de vooral buitenlandse bruiklenen mocht blijven hangen. Tot 27 maart. Zodat ik vorige week helemaal blij rondliep tussen de olieverven van één van mijn schildersiconen. Over wie ik al wel eerder schreef. Zoals hier en hier. Toch maar even een superkorte samenvatting daarvan? Oké.

in één van de zalen van de expositie

Artemisia, zeer talentrijke dochter van de bekende kunstenaar Orazio Gentileschi uit Rome. Op 18-jarige leeftijd verkracht door een ateliermedewerker. Gevolg een voor haar bijzonder tragische rechtszaak daarover. Daarna vertrokken naar Florence. Achtereenvolgens ook ateliers in Genua, Rome, Londen, Napels. In combinatie met  een succesvolle carrière, zeer bijzonder voor een vrouw destijds. En tegenwoordig gezien als de powervrouw van de Italiaanse Barokperiode.

beroemd zelfportret van Artemisia

Met nu van mijn kant dus opnieuw een blog over haar. Zelfs in twee delen. Want teveel schrijfinspiratie, ook vanwege twee associatief opkomende Artemisiaanse gedachte-experimenten.

Het eerste. Stel nou, zo dacht ik,dat Artemisia vanuit een soortement kunstenaarshiernamaals de huidige aardse activiteiten rond haar schilderijen zou kunnen volgen. Belachelijk idee natuurlijk, dat geef ik direct toe. Maar het leuke van zo’n gedachte-experiment is dat niemand je tegenhoudt.

Zo zou Artemisia haar schilderijen nu niet alleen kunnen zien hangen in Enschede maar ook nog bij twee prestigieuze  groepsexposities. In Rome: ‘Caravaggio and Artemisia, The Challenge of Judith’. In Detroit: ‘By Her Hand: Artemisia Gentileschi and Women Artists in Italy, 1500–1800’. En ook nog een tentoonstelling in wording in Edinburgh. Waar het Hare Majesteit Elizabeth behaagt een piepklein deeltje van haar zeer omvangrijke Royal Collection te tonen. Waarin bovenstaand  zelfportret van Artemisia gecombineerd met o.a. Rembrandt en Rubens.

deel van de tentoonstelling in Rome
deel van de tentoonstelling in Detroit

Zou Artemisia vanuit haar kunstenaarshiernamaalshoekje al die activiteit glunderend gadeslaan?  Dat kan toch bijna niet anders. Welke kunstenaar zou geen vreugdehuppeltjes maken als je na zoveel eeuwen weer hot bent, heel erg hot zelfs. En als je oeuvre in de wereld zoveel aandacht krijgt.

Petje af trouwens voor de leiding van Rijksmuseum Twenthe.  Want er is daar een grote prestatie geleverd. Probeer als regionaal Nederlands museum van de kleine 60 schilderijen die vandaag de dag aan Artemisia worden toegeschreven er maar eens 14 bij elkaar te lenen. In een rijk geschakeerde vertegenwoordiging van de verschillende thema’s waarmee Artemisia  zich vaak seriematig bezig hield.

Artemisia, Jaël en Sisera

“Even kijken, heb ik die tentharing zo wel goed staan? Nee, toch nog maar een centimetertje hoger. Ja, zo is ’t beter. Huppakee, daar gaat ie!” Een verhaal uit het Oude Testament waarbij Jaël de vijandige legerleider Sisera uitnodigt voor een overvloedige maaltijd, wacht tot hij in slaap valt en dan een tentharing door zijn hersens jast. Interessant boek hoor, dat Oude Testament. Nog maar zo’n voor-het-slapen-gaan verhaaltje daaruit?

Artemisia, Judith en Holofernes,.Het echte schilderij kon jammer genoeg niet langer blijven hangen en werd vervangen door een , ook jammer genoeg, slechte kleurenfoto op linnen. Daarom hieronder een betere internetfoto van het echte werk
het afgesneden hoofd van Holofernes wat meer in detail

De rijke, joodse weduwe Judith weet, samen met haar dienstmaagd, de Babylonische generaal Holofernes, die haar stad belegert, te benaderen in zijn legertent, hem met haar vrouwelijke, verleidelijke charmes dronken te voeren en daarna te onthoofden.

Artemisia, Judith en de Ouderlingen

Deze over Susanna en de ouderlingen mag er ook best zijn. Opnieuw zo’n verhaal uit de Hebreeuwse bijbel. Waarin twee machtige, oude mannen de natuurlijk beeldschone maar wel getrouwde Susanna onder dwang willen verleiden. Wat zij natuurlijk weigert, ook al wordt ze ernstig bedreigt. Uiteindelijk worden de geilaards ter dood veroordeeld. Eind goed, al goed.

Maar niet helemaal voor Artemisia. Want je zult maar op 18-jarige leeftijd verkracht worden en daarna jezelf in een proces moeten verdedigen (zie de links bovenaan)! Hoewel succesvol tijdens haar leven zonk ze daarna weg in relatieve vergetelheid. Schilderijen van haar hand werden zelfs aan anderen toegeschreven. Mannen natuurlijk! Pas weer in de jaren 70 van de vorige eeuw werd ze, dankzij de opkomende tweede feministische golf, opnieuw op het kunstschild gehesen. Er ontstond namelijk hernieuwde aandacht voor door mannen uit de kunstgeschiedenis weggeschreven vrouwen.  Maar bij Artemisia speelde nog dat extra element van haar verkrachting een sterke rol. De feministische toe-eigening en het  gespiegologiseer begonnen. Nee, dat laatste is geen taalfout. Denk maar eens aan de trend van nu om het verleden  vooral te laten weerkaatsen in de spiegels van onze huidige normen en waarden. Vandaar een tweede gedachte-experiment.  Maar dan over zeven nachtjes slapen.

een zaal gewoon helemaal voor ons zelf, zalig!

Nu eerst allemaal als de donder voor 27 maart naar Enschede. Tot volgende week.

TOOS

Oh, Oh, Omikron en Neerlands Beroemdste Filosoof van de Kouwe Grond


Van Middelburg even op en neer naar Assen? Of Enschede? Nee, toch net iets teveel van het verre. Maar als ik levensgezel vraag om beide steden in te passen in een zowel familiale, kunstzakelijke als  logistiek verantwoorde Tour des Pays-Bas weet ik dat ’t wel voor elkaar komt. Maar waarom Assen en Enschede? Natuurlijk vanwege ‘Viva la Frida’ in het Drents Museum en ‘Artemisia, Vrouw & Macht’ in het Rijksmuseum Twenthe.

Dat Rondje Nederland was weer eens even noodzakelijk. Er moest kunst van mij naar kopers in Bergen en Nijmegen. Ook had ik beloofd om een keer in Borne (bij Hengelo)gezellig te komen borrelen bij de enthousiaste bezitters van twee recent bij Galerie Álafran (Diepenheim)aangekochte grote Toos-schilderijen. Verder stond er al een familiebezoek in Friesland in onze agenda’s. Terwijl ook zakelijke kunstafspraken in Emmen en Nijmegen moesten worden geëffectueerd. Net zoals het brengen van flink wat werken naar de galerie van museum Musiom in Amersfoort. Voor een nieuwe solo expositie daar. Maar dat verhaal komt nog wel.

Dat alles combineren in een Tour des Pays-Bas met ook Assen en Enschede er nog bij? Geen probleem voor levensgezel.

Alles dus geregeld, zijn we via Bergen in Friesland aangeland, komen Rutte en De Jonge op nota bene zaterdagavond hun zoveelste coronaconference geven. Lockdown! Musea dicht! Vergeet Frida op maandag maar. En Artemisia op dinsdag? Mooi niet dus!

persconferentie of conference, ik weet ’t eigenlijk niet meer

Bij ‘Viva la Frida’, over schildersicoon Frida Kahlo, valt daarmee voor nu wel te leven. Die expositie loopt nog tot 27 maart. En over haar en haar grote liefde Diego Rivera zag ik deze zomer al een prachtige tentoonstelling in het Amstelveense Cobra Museum. Lees hier maar.

een beroemd zelfportret van Artemisia, 1638-39

Maar bij mijn 17e eeuwse schildersheld en dijk van een wijf Artemisia Gentileschi? Vorig jaar boorde Covid-19 mij nog een grootse expositie over haar in Londen door de neus. Zou ik voor het eerst met de Eurostar naar die stad, was alles met hotel en kaartjes voor de National Gallery geregeld, komen er quarantaineregels op dat Brexit-eiland en rijdt die trein ook niet meer. Daaraan wijdde ik vorig jaar juli al een blog.

zie ook maar dit viseo opwarmertje voor de expositie

Met Artemisia zit ’t dus niet mee. Maar ingedachtig de uitspraak van onze beroemdste Filosoof van de Kouwe Grond (oh ja, en ook nog onze Beste Voetballer Ooit) ‘elk nadeel hep ze voordeel’ , houd ik op deze manier natuurlijk wel iets over om naar uit te kijken. Nu maar hopen dat als het Orakel van het Haagse Torentje begin volgend jaar nieuwe Omikron-uitspraken doet, ik het Rijksmuseum Twenthe toch nog kan bezoeken voor de sluitingsdag 23 januari van  ‘Artemisia, Vrouw & Macht’. Dan toch maar gewoon even op en neer van Middelburg naar Enschede? Een halfvol glas is ten slotte beter dan een halfleeg.

En of Assen nog wat later aan de beurt kan komen? Dat zou wel fijn zijn. Dan zou mijn glas zomaar meer dan half vol raken. Ook omdat de stad, buiten het museum, volop meedoet met Frida-uitingen, zo zag ik bij onderstaande foto’s.

muurschildering in Assen vanwege Viva la Frida
veel Frida, maar wel dicht natuurlijk

Trouwens, na al die andere afspraken wel te hebben kunnen afhandelen, met  als laatste het in etappe 4 afleveren van mijn schilderijen bij het Amersfoortse Musiom, voelde ik me in finishplaats Middelburg best wel wat moe.

mijn schilderijen aflevern voor een solo expositie in de galerie van het Musiom die hopelijk ergens in januari van start kan gaan

Hoe zou dat zijn geweest met nog die twee expositiebezoeken erbij? Best nog wel een beetje moeier, schat ik zo in. Eigenlijk dus, op z’n Cruijffiaans, nog zo’n voordeel bij een nadeel.

Nu op naar 2022. Maak er ondanks, of misschien juist dankzij de Omikronvariant een mooie, vuurwerkvrije en gedenkwaardige Oud en Nieuwjaarsviering van.  Tot volgende week.

TOOS

Turner the Great in Zwolle en Enschede


Self-Portrait c.1799 Joseph Mallord William Turner 1775-1851 Accepted by the nation as part of the Turner Bequest 1856 http://www.tate.org.uk/art/work/N00458
zelfportret van de jonge Turner

Alexander de Grote,Karel de Grote, Tsaar Peter de Grote, Catharina de Grote. Allemaal figuren uit de geschiedenis die meestal door hun dadendrang bij landje-pik spelen die toevoeging van groot verdiend schijnen te hebben. Maar in de kunst? Kom je daar die toevoeging “de Grote” tegen? Niet naar mijn weten. Blijkbaar is kunst daarvoor niet het geëigende terrein. En toch vind ik dat sommige kunstenaars er voor in aanmerking komen. Zeker Engelsman Joseph Mallard William Turner (1775-1851). Turner the Great dus. Niet William the Great, dat klinkt te gewoon.

Waarom Turner zo groot is? Dat valt nog tot 3 januari te bekijken in Zwolle en Enschede. Bij een dubbeltentoonstelling: Gevaar & Schoonheid-Turner en de traditie van het sublieme. In Museum de Fundatie en Rijksmuseum Twenthe. Twee regionale, middelgrote musea die geweldig scoren met deze exposities. Maar waarom juist daar? Omdat we in Nederland maar één, let wel ÉÉN, schilderij van deze wereldberoemde schilder in een openbare collectie hebben. Een kleintje, in de Fundatie. Verder nergens, in heel Nederland niet. Heel verwonderlijk eigenlijk.

het enige schilderij van Turner in Nederland
het enige schilderij van Turner in Nederland

In Londen, in de Tate Britain, hebben ze zalen vol. En in de National Gallery wereldberoemde hoogtepunten uit zijn oeuvre. Want Turner liet na zijn dood de inhoud van zijn atelier als erfenis achter voor de Britse staat. Zo’n 300 olieverfschilderijen en duizenden schetsen en aquarellen. Een aantal jaren geleden liep ik er rond. Helemaal verlekkerd, als een groupie in volle bewondering. Want die man was echt goed en uniek!

The fighting Temeraire tugged to its last berth
The fighting Temeraire tugged to its last berth

Rain, Steam and Speed-the Great Western Railway
Rain, Steam and Speed-the Great Western Railway

Stel ’t je maar eens voor. Het Impressionisme, laat staan het latere Expressionisme, wist nog bij lange na niet dat het ergens in de jaren na 1860 geboren ging worden. Na de dood van Turner dus. Ook de verftube was nog niet uitgevonden. Hij kon daardoor niet, zoals de impressionisten, voluit in de openlucht schilderen met olieverf. Turner kon alleen maar heel veel schetsen en aquarelleren tijdens zijn wandelingen in de natuur en zijn reizen in het buitenland. Onder andere ook in Nederland.

Turner, Haarlem vanaf de Spaarne, aquarel
Turner, Haarlem vanaf de Spaarne, aquarel

Berglandschap met pas, aquarel
Berglandschap met pas, aquarel

Pas in zijn atelier kwamen de olieverfschilderijen tot stand. Die olieverven waarin hij op wat latere leeftijd woeste wolkenluchten, zinderende zeeën, vurige zonsondergangen en echte branden zo ongelooflijk  expressionistisch weergaf als eerder nog nooit iemand had gedaan. Terwijl het na zijn dood nog heel lang zou duren voor dit weer gebeurde.

Sunset ?c.1830-5 Joseph Mallord William Turner 1775-1851 Accepted by the nation as part of the Turner Bequest 1856 http://www.tate.org.uk/art/work/N01876

Turner08

Natuurlijk maakte hij ook relatief “bravere” schilderijen. Zowel in het begin van zijn carrière als later. Maar zelfs die waren in meerderheid al uitzonderlijk.

George IV at St Giles's, Edinburgh c.1822 Joseph Mallord William Turner 1775-1851 Accepted by the nation as part of the Turner Bequest 1856 http://www.tate.org.uk/art/work/N02857

Turner10

een Venetië schilderij van Turner
een Venetië schilderij van Turner

De prins van Oranje, Willem III, landt bij Torbay, 4 november 1688
De prins van Oranje, Willem III, landt bij Torbay, 4 november 1688

Ik vind het echt verbazingwekkend hoe iemand in die tijd zo on-tijds kon werken. En ook verbazingwekkend is eigenlijk wel dat hij er kopers voor had. Want die moesten daar toch ook voor open staan. Een halve eeuw later kon Vincent van Gogh zijn expressionistische werk aan de straatstenen niet kwijt, terwijl Turner een zeer goed betaald schilder werd.

Nu zijn er dan die twee exposities in Nederland. Met flink wat aquarellen en een kleinere collectie van olieverfschilderijen. Natuurlijk had ik Turner the Great in Londen gezien en wist ik dat deze tentoonstellingen die ervaring nooit zouden kunnen evenaren. Maar ik was wel heel nieuwsgierig naar de aanpak in de Fundatie en het Rijksmuseum Twenthe. Twee musea waar ik nog nooit was geweest. Naar de Fundatie was ik daarbij ook extra nieuwsgierig vanwege de omstreden uitbreiding een paar jaar geleden met een grote blop bovenop het dak. Best interessant, dat moderne ding, een soort misvormd ei, in de eeuwenoude Zwolse binnenstad.

Turner13 DeFundatie, Zwolle Turner14

De door andere musea uitgeleende werken van Turner waren vanzelfsprekend weer helemaal de moeite waard, alhoewel bekende hoogtepunten ontbraken. Wat me enigszins tegenviel was de `verdunning` die werd toegepast. Om de zalen vol te krijgen waren er allerlei andere kunstenaars bijgehaald die òf Turner destijds hadden geïnspireerd òf later geïnspireerd waren geraakt door Turner òf pasten bij de vier elementen water, vuur, aarde en lucht, de toegepaste deelthema’s. Grof verdeeld was 1/3 deel van Turner, de rest van anderen. En van die anderen waren er voor mijn gevoel teveel echt aan de haren bij gesleept. Zo van “die hebben we nog in de eigen collectie en kletsen we met een mooi kunstverhaal wel zogenaamd passend de tentoonstelling in”. Of “daar in dat museum kunnen we nog wat lenen, dan krijgen zij wel iets van ons, goed voor de samenwerking”. Op zich jammer, maar wel begrijpelijk. Hoe dan ook, Turner bleef vanzelfsprekend moeiteloos overeind. Helemaal toen ik zag dat hij zich door de Odyssee van Homerus had laten inspireren.

Odysseus Deriding Polyphemus
Odysseus Deriding Polyphemus

Dat prachtige verhaal waar ik de laatste paar jaar ook mee bezig ben geweest voor een nieuwe uitgave ervan bij mijn galerie in Nice. Dus als je nog de mogelijkheid hebt, ga! En bekijk ooit nog eens de grandioze speelfilm “Mr. Turner”. Tot volgende week.

TOOS  

William Turner: “The sun is God”


Ik verdwijn even voor een paar weken onder de internet-radar. Dat wil zeggen, die ziet mij niet, maar ik zie internet ook niet in die tijd. Kwestie van bereik. Toch wil ik mijn reeks van wekelijkse afleveringen niet onderbreken. Vandaar dat vanaf nu een paar korte, van te voren klaargezette blogjes verschijnen. Met eigenlijk reclame voor een aantal prachtige exposities die nu in het land zijn te zien en die op mijn bezoeklijstje staan.

Allereerst Joseph Mallord William Turner (1775-1851). In heel Nederland is maar één, let wel, maar één schilderij van deze wereldberoemde schilder in een openbare collectie te zien. In Museum De Fundatie in Zwolle.

die ene "Turner" in Nederland
die ene “Turner” in Nederland

En laten ze nu net daar de komende maanden, in samenwerking met het Rijksmuseum Twenthe in Enschede over Turner een dubbeltentoonstelling organiseren. Rond dat ene schilderij en heel veel uitgeleend werk van de man die op zijn sterfbed als laatste woorden zou hebben gezegd “The sun is God”.

Turner2,_Going_to_the_Ball_(San_Martino)

Een uitspraak die aan twijfel onderhevig is, maar hij zou ’t gezegd kunnen hebben gezien zijn bijzondere werk. Ik ga er absoluut heen, maar vele anderen moeten dat beslist ook gaan doen. Op naar het Oosten des lands!Tot volgende week.

TOOS